Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 6 juillet 1999, conclue au sein de la Commission paritaire du commerce de détail indépendant, relative au revenu mensuel minimum moyen garanti | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
10 AOUT 2001. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 6 juillet 1999, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, |
Commission paritaire du commerce de détail indépendant, relative au | gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, |
revenu mensuel minimum moyen garanti (1) | betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la demande de la Commission paritaire du commerce de détail | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige |
indépendant; | kleinhandel; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 6 juillet 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten |
Commission paritaire du commerce de détail indépendant, relative au | in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende |
revenu mensuel minimum moyen garanti. | de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Nice, le 10 août 2001. | Gegeven te Nice, 10 augustus 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire du commerce de détail indépendant | Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel |
Convention collective de travail du 6 juillet 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 |
Revenu mensuel minimum moyen garanti (Convention enregistrée le 1er | Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (Overeenkomst |
décembre 1999 sous le numéro 53111/CO/201) | geregistreerd op 1 december 1999 onder het nummer 53111/CO/201) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux travailleurs et aux employeurs des entreprises ressortissant à la | de werknemers en de werkgevers van de ondernemingen van het Paritair |
Commission paritaire du commerce de détail indépendant. Pour l'application de la présente convention collective de travail, on entend par "travailleurs" : le personnel employé masculin et féminin. Art. 2.La présente convention collective de travail ne s'applique pas : a) aux employés qui sont habituellement occupés au travail durant des périodes inférieures à un mois civil; b) aux personnes occupées dans une entreprise familiale où ne travaillent habituellement, que des parents, des alliés ou des pupilles sous l'autorité exclusive du père, de la mère ou du tuteur. |
Comité voor de zelfstandige kleinhandel. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan het mannelijk en vrouwelijk bediendenpersoneel. Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing : a) op de bedienden die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende een periode welke minder dan een kalendermaand bedraagt; b) op de personen die zijn tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd. |
Art. 3.La présente convention collective de travail remplace la |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
arbeidsovereenkomst betreffende het gewaarborgd minimum maandinkomen | |
convention collective de travail du 14 février 1994, conclue au sein | van 14 februari 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de |
de la Commission paritaire du commerce de détail indépendant relative | zelfstandige kleinhandel algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
à la garantie d'un revenu minimum mensuel moyen, rendue obligatoire | |
par arrêté royal du 29 juin 1995, publié au Moniteur belge du 19 | besluit van 29 juni 1995 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van |
septembre 1995. | 19 september 1995. |
CHAPITRE II. - Principes | HOOFDSTUK II. - Beginselen |
Art. 4.Un revenu minimum mensuel moyen de 43 371 BEF est garanti aux |
Art. 4.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 43 371 BEF wordt |
employés de 21 ans ou plus accomplissant des prestations normales de | gewaarborgd aan de bedienden van 21 jaar of ouder die normale |
travail à temps plein. | voltijdse arbeidsprestaties leveren. |
Au 1er octobre 1999, ce revenu minimum mensuel moyen est augmenté de | Op 1 oktober 1999 wordt dit gemiddeld minimum maandinkomen verhoogd |
500 BEF dans les entreprises qui emploient moins de 20 personnes. | met 500 BEF in de ondernemingen die minder dan 20 werknemers tewerkstellen. |
Au 1er octobre 2001, ce revenu minimum mensuel moyen est augmenté de | Op 1 oktober 2001 wordt dit gemiddeld minimum maandinkomen verhoogd |
500 BEF dans les entreprises qui emploient 20 personnes ou plus. | met 500 BEF in de ondernemingen die 20 werknemers of meer tewerkstellen. |
Art. 5.Un revenu minimum mensuel moyen de 44 589 BEF est garanti aux |
Art. 5.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 44 589 BEF wordt |
employés de 21 ans ou plus accomplissant des prestations normales de | gewaarborgd aan de bedienden van 21 jaar of ouder, die normale |
travail à temps plein et qui ont six mois d'ancienneté dans | voltijdse arbeidsprestaties leveren en zes maanden anciënniteit hebben |
l'entreprise. | in de onderneming. |
Un revenu minimum mensuel moyen de 45 968 BEF est garanti aux employés | Een gemiddeld minimum maandinkomen van 45 968 BEF wordt gewaarborgd |
de 22 ans ou plus accomplissant des prestations normales de travail à | aan de bedienden van 22 jaar of ouder, die normale voltijdse |
temps plein et qui ont douze mois d'ancienneté dans l'entreprise. | arbeidsprestaties leveren en twaalf maanden anciënniteit hebben in de |
Au 1er octobre 1999, ces revenus minimums mensuels moyens mentionnés | onderneming. Op 1 oktober 1999 worden deze twee bovenvermelde gemiddelde minimum |
ci-dessus sont augmentés de 500 BEF dans les entreprises qui emploient | maandinkomens verhoogd met 500 BEF in de ondernemingen die minder dan |
moins de 20 personnes. | 20 werknemers tewerkstellen. |
Au 1er octobre 2001 ces revenus minimums mensuels moyens mentionnés | Op 1 oktober 2001 worden deze twee bovenvermelde gemiddelde minimum |
ci-dessus sont augmentés de 500 BEF dans les entreprises qui emploient | maandinkomens verhoogd met 500 BEF in de ondernemingen die 20 |
20 personnes ou plus. | werknemers of meer tewerkstellen. |
Art. 6.Les employés de moins de 21 ans accomplissant des prestations |
Art. 6.De bedienden van minder dan 21 jaar, die normale voltijdse |
normales de travail à temps plein bénéficient d'un revenu minimum | arbeidsprestaties leveren, hebben recht op een gemiddeld minimum |
mensuel moyen égal aux pourcentages définis ci-après du revenu garanti | maandinkomen dat gelijk is aan navolgende percentages van het |
prévu aux articles 4 et 5 : | gewaarborgd inkomen bepaald bij de artikelen 4 en 5 : |
a) à 20 ans : 94 p.c. | a) op 20 jaar : 94 pct. |
b) à 19 ans : 88 p.c. | b) op 19 jaar : 88 pct. |
c) à 18 ans : 82 p.c. | c) op 18 jaar : 82 pct. |
d) à 17 ans : 76 p.c. | d) op 17 jaar : 76 pct. |
e) à 16 ans et moins : 70 p.c. | e) op 16 jaar en minder : 70 pct. |
Art. 7.Par "prestations normales de travail à temps plein", on entend |
Art. 7.Onder "normale voltijdse arbeidsprestaties", worden verstaan |
le travail effectivement fourni à concurrence de la durée du travail | de werkelijke geleverde arbeid, ten belope van de wekelijkse |
hebdomadaire, telle que prévue par l'article 19 de la loi sur le | arbeidsduur, zoals deze is vastgesteld bij artikel 19 van de |
travail du 16 mars 1971, modifiée par la loi du 20 juillet 1978. | arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978. |
Art. 8.Pour le personnel employé occupé à temps partiel, le revenu |
Art. 8.Voor het bediendepersoneel dat met onvolledige |
dienstbetrekking is tewerkgesteld, wordt het gewaarborgd gemiddeld | |
minimum mensuel moyen garanti, prévu aux articles 4, 5 et 6, est | minimum maandinkomen, bepaald in de artikelen 4, 5 en 6, berekend naar |
calculé proportionnellement à la durée de la prestation de travail | rata van de duur van de maandelijkse arbeidsprestatie. |
mensuelle. Art. 9.Pour l'application de la présente convention collective de |
Art. 9.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
travail, on entend par "revenu minimum mensuel moyen" : | wordt onder "gemiddeld minimum maandinkomen" verstaan : |
- la rémunération mensuelle garantie par les barèmes de rémunérations | - het maandloon dat is gewaarborgd door de loonschalen welke zijn |
fixés par la commission paritaire, les conventions d'entreprises ou | vastgesteld door het paritair comité, de ondernemingsovereenkomsten of |
les contrats de travail individuels d'employés. Dans la rémunération | de individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden. In het maandloon |
mensuelle doivent être comprises aussi bien la partie fixe que la partie variable. | moet zowel het vaste als het veranderlijke gedeelte worden begrepen; |
- l'équivalence mensuelle des primes et autres avantages, | - de tegenwaarde per maand van de premies en andere voordelen, |
éventuellement payés en nature, accordés en vertu de conventions | eventueel in natura betaald, welke worden toegekend krachtens |
collectives de travail, de conventions d'entreprise, de contrats de | collectieve arbeidsovereenkomsten, ondernemingsovereenkomsten, |
travail individuels d'employés ou des usages. | individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden of de gebruiken. |
Art. 10.Sont toutefois exclus de la détermination du revenu minimum |
Art. 10.Worden evenwel uitgesloten voor de bepaling van het gemiddeld |
mensuel moyen : | minimum maandinkomen : |
1° les compléments pour le travail supplémentaire fixés par l'article | |
29, § 1er, de loi sur le travail du 16 mars 1971, modifiée par la loi | 1° de aanvullingen voor overwerk bepaald door artikel 29, § 1, van de |
du 20 juillet 1978; | arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978; |
2° les avantages prévus par les dispositions de l'article 19, § 2, de | 2° de voordelen welke worden bedoeld in de bepalingen van artikel 19, |
§ 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering | |
l'arrêté royal du 28 novembre 1969 portant exécution de la loi du 27 | van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 |
juin 1969 revisant de l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 relatif à la | december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; |
sécurité sociale des travailleurs; | |
3° les primes ou les indemnités octroyées en raison des frais | 3° de premies of vergoedingen welke worden uitgekeerd wegens |
réellement exposés par les employés; | werkelijke door de bedienden gedragen kosten; |
4° les prestations sociales complémentaires et légales dues à | 4° de wettelijke en aanvullende sociale prestaties die worden |
l'occasion de périodes de suspension du contrat de louage de travail, | toegekend naar aanleiding van schorsingsperiodes van de |
telles que les indemnités de maladie, les allocations de chômage | arbeidsovereenkomst zoals : ziekteuitkeringen, |
partiel, et les simples et doubles pécules de vacances. | werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid, enkel en |
dubbel vakantiegeld. | |
CHAPITRE III. - Modalités d'application | HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten |
Art. 11.§ 1er. Au moment du paiement de la prime prévue au chapitre V |
Art. 11.§ 1. Op het ogenblik van de betaling van de premie voorzien |
de la convention collective de travail du 6 juillet 1999, conclue au | in hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, |
sein de la Commission paritaire du commerce de détail indépendant, | gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, tot |
fixant les conditions de travail et de rémunération, le décompte des | vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, wordt een afrekening |
rémunérations mensuelles payées, ainsi que des autres avantages | opgemaakt van de betaalde maandlonen alsook van de andere toegekende |
accordés dont question à l'article 9 de la présente convention | voordelen waarvan sprake in artikel 9 van deze collectieve |
collective de travail, pendant les douze mois précédents ou de la | arbeidsovereenkomst, gedurende de voorafgaande twaalf maanden of het |
partie de ces douze mois réellement accomplie, est établi. | effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden. |
Lorsque le décompte dont question au § 1er est inférieur au total des | § 2. Wanneer de afrekening waarvan sprake in § 1 lager is dan het |
montants mensuels du revenu minimum mensuel moyen garanti par la | totaal van de maandbedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen dat |
présente convention collective de travail, pour la période pour | wordt gewaarborgd door deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de |
laquelle le décompte mentionné prévu au § 1er a été établi, la | periode waarvoor de afrekening vermeld in § 1 werd opgemaakt, wordt |
différence est payée sous forme de complément au moment du paiement de | het verschil als complement betaald op het ogenblik van de betaling |
la prime dont question au chapitre V de la convention collective de | van de premie waarvan sprake in hoofdstuk V van de collectieve |
travail du 6 juillet 1999 mentionnée au § 1er. | arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, vermeld onder § 1. |
§ 3. En cas de cessation de l'exécution du contrat de travail avant la | § 3. In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst vóór de in |
date prévue par le présent article, le réajustement éventuel | dit artikel voorziene datum wordt de gebeurlijke aanpassing gedaan op |
s'effectue au moment de la cessation. | het ogenblik zelf van de beëindiging. |
Art. 12.Pour les employés dont les rémunérations sont complètement ou |
Art. 12.Voor de bedienden die volledig of gedeeltelijk met een |
partiellement variables, le revenu minimum mensuel moyen est calculé | veranderlijk loon worden betaald, wordt het gemiddeld minimum |
sur la base de la moyenne des revenus mensuels des douze derniers mois | maandinkomen berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens |
ou de la partie de ces douze mois réellement accomplie. | van de laatste twaalf maanden of het effectief gepresteerde gedeelte |
van deze twaalf maanden. | |
Pour la détermination du revenu minimum mensuel moyen, il est fait | Voor de bepalingen van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt geen |
abstraction des mois de travail incomplets. | rekening gehouden met onvolledige werkmaanden. |
CHAPITRE IV. - Liaison à l'indice des prix à la consommation | HOOFDSTUK IV. - Koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen |
Art. 13.Le montant du revenu mensuel minimum moyen fixé aux articles |
Art. 13.Het bedrag van het gemiddeld minimum maandinkomen vastgesteld |
4 et 5 correspond à l'indice de référence 102,10, pivot de la tranche | in de artikelen 4 en 5 staat tegenover het referte-indexcijfer 102,10, |
de stabilisation 110,10 - 104,14. | spil van de stabilisatieschijf 110,10 - 104,14. |
Moyennant le respect des dispositions contenues dans l'arrêté royal n° | Mits in acht name van de beschikkingen van het koninklijk besluit nr. |
156 modifiant la loi du 2 août 1971 organisant un régime de liaison à | 156 tot wijziging van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting |
l'indice des prix à la consommation des traitements, salaires, | van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en |
pensions, allocations et subventions à charge du trésor public, de | tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale |
certaines prestations sociales, des limites de rémunération à prendre | uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden |
en considération pour le calcul de certaines cotisations de sécurité | bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der |
sociale des travailleurs, ainsi que des obligations imposées en | arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de |
matière sociale aux travailleurs indépendants et l'arrêté royal n° 180 | zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden |
du 30 décembre 1982 portant certaines mesures en matière de modération | gekoppeld en het koninklijk besluit nr. 180 van 30 december 1982 |
des rémunérations, le revenu minimum mensuel moyen est lié à | houdende bepaalde maatregelen inzake loonmatiging, is het gemiddeld |
l'évolution de l'indice des prix à la consommation, conformément aux | minimum maandinkomen gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van |
dispositions du chapitre IV de la convention collective de travail du | de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV |
6 juillet 1999, mentionnée à l'article 11, § 1er. | van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, vermeld in |
CHAPITRE V. - Dispositions finales | artikel 11, § 1. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 14.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
le 1er janvier 1999 et est conclue pour une période indéterminée. Art. 15.Elle ne peut être dénoncée que par une des parties signataires moyennant un préavis de trois mois notifié par lettre recommandée adressée au président de la Commission paritaire du commerce de détail indépendant et aux organisations signataires de la présente convention collective de travail. Art. 16.Ce préavis prend cours le premier jour du mois qui suit celui dans lequel le préavis a été notifié. Art. 17.L'organisation qui prend l'initiative de la dénonciation doit en indiquer les motifs et déposer simultanément des propositions constructives que les autres organisations s'engagent à discuter au sein de la commission paritaire dans le délai d'un mois de la réception. Art. 18.En cas de non-conclusion à l'expiration du délai de préavis, les avantages et les obligations découlant de la présente convention collective de travail continuent à avoir leurs effets envers les employeurs et les employés visés à l'article 1er, jusqu'au moment où intervient une nouvelle convention collective de travail d'une durée maximale de douze mois, prenant cours dès l'expiration du délai de préavis. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 10 août 2001. La Ministre de l'Emploi, |
januari 1999 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Art. 15.Zij mag slechts worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen en zulks mits een opzegging van drie maanden welke worden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Art. 16.Deze opzegging neemt een aanvang op de eerste dag van de maand welke volgt op deze waarin zij wordt betekend. Art. 17.De organisatie welke het initiatief neemt van de opzegging moet de redenen ervan opgeven en gelijktijdig opbouwende voorstellen neerleggen welke door de andere organisaties in het paritair comité moeten worden besproken binnen een termijn van een maand na hun ontvangst. Art. 18.Bij ontstentenis van een akkoord vóór het verstrijken van de opzeggingstermijn blijven de voordelen en verplichtingen welke voortvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst hun uitwerking hebben ten overstaan van de werkgevers en bedienden die zijn bedoeld in artikel 1, tot op het ogenblik dat een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst met een maximumtermijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn, wordt gesloten. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2001. De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |