Arrêté royal relatif à l'utilisation du gaz naturel comprimé pour la propulsion des véhicules automobiles | Koninklijk besluit betreffende het gebruik van samengedrukt aardgas voor het aandrijven van auto's |
---|---|
MINISTERE DES COMMUNICATIONS ET DE L'INFRASTRUCTURE | MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR |
9 JUILLET 1997. Arrêté royal relatif à l'utilisation du gaz naturel | 9 JULI 1997. Koninklijk besluit betreffende het gebruik van |
comprimé (N.G.V.) pour la propulsion des véhicules automobiles | samengedrukt aardgas (N.G.V.) voor het aandrijven van auto's |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 21 juin 1985 relative aux conditions techniques | Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen |
auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport par terre, ses | waaraan elk voertuig te land, de onderdelen ervan, evenals het |
éléments ainsi que les accessoires de sécurité, notamment l'article | veiligheidstoebehoren moeten voldoen, inzonderheid op artikel 1, |
1er, modifié par les lois des 18 juillet 1990, 5 avril 1995, 4 août | gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 augustus |
1996 et 27 novembre 1996; | 1996 en 27 november 1996; |
Vu l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les | Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen |
conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules | reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, |
automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires | hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, |
de sécurité, notamment l'article 37, 4, modifié en dernier lieu par | inzonderheid op artikel 37, 4, laatstelijk gewijzigd bij het |
l'arrêté royal du 21 décembre 1979; | koninklijk besluit van 21 december 1979; |
Vu l'arrêté royal du 11 octobre 1995 fixant la répartition des | Gelet op koninklijk besluit van 11 oktober 1995 houdende |
compétences entre le Ministre des Transports, le Ministre de | bevoegdheidsverdeling tussen de Minister van Vervoer, de Minister van |
l'Intérieur et le Secrétaire d'Etat à la Sécurité, adjoint au Ministre | Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Veiligheid, toegevoegd |
de l'Intérieur (1); | aan de Minister van Binnenlandse Zaken (1); |
Vu l'avis de la commission consultative administration-industrie; | Gelet op het advies van de raadgevende commissie administratie-nijverheid; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 14 mai 1996; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 mei 1996; |
Vu l'accord du Ministre du Budget du 17 décembre 1996; | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 17 december |
Considérant que les Gouvernements régionaux ont été associés à | 1996; Overwegende dat de Gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerpen |
l'élaboration du présent arrêté; | van dit besluit; |
Considérant qu'il a été satisfait aux dispositions de l'article 8 de | Overwegende dat er voldaan is aan de bepalingen van artikel 8 van |
la directive 83/189/CEE du Conseil des Communautés européennes du 28 | richtlijn 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 |
mars 1983, prévoyant une procédure d'information dans le domaine des | maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van |
normes et réglementations techniques; | normen en technische voorschriften; |
Vu l'avis du Conseil d'Etat; | Gelet op het advies van de Raad van State; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Intérieur, de Notre Ministre | Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze |
des Transports et de Notre Secrétaire d'Etat à la Sécurité, | Minister van Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, on entend par |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder |
N.G.V. (Natural Gas for Vehicles) ou gaz naturel comprimé, un mélange | N.G.V. (Natural Gas for Vehicles) of samengedrukt aardgas, een |
de gaz composé principalement de méthane. | gasmengsel voornamelijk samengesteld uit methaan. |
Art. 2.Tout matériel et tout montage d'équipement à bord des |
Art. 2.Alle materieel en elke montage van uitrusting aan boord van |
véhicules automobiles immatriculés ou destinés à être immatriculés en | auto's in België ingeschreven of bestemd om er ingeschreven te worden |
Belgique et utilisant le N.G.V. pour leur propulsion, doivent | en die N.G.V. voor hun aandrijving gebruiken, moeten voldoen aan de |
satisfaire aux prescriptions des annexes A et B au présent arrêté. | voorschriften van bijlagen A en B bij dit besluit. |
Art. 3.Sont considérés comme satisfaisant aux articles 2, 4 et 5 du |
Art. 3.Alle materieel en elke montage uitgevoerd in overeenstemming |
présent arrête, tout matériel et tout montage correspondant à une | met een in een andere lidstaat van de Europese Unie goedgekeurde norm |
norme adoptée dans un autre Etat membre de l'Union Européenne dans le | op voorwaarde dat deze is opgesteld in het kader van een systeem dat |
cadre d'un système susceptible d'offrir des garanties équivalentes en | evenwaardige garanties biedt op het vlak van doeltreffendheid en |
matière d'efficacité et conformément à des prescriptions techniques | waarbij de technische voorschriften een evenwaardig veiligheidsniveau |
garantissant un niveau de sécurité équivalent. Le matériel et le | waarborgen wordt geacht te voldoen aan de bepalingen van artikel 2, 4 |
montage seront pourvus d'un label indiquant la norme suivant laquelle | en 5 van dit besluit. Het materieel en de montage zullen voorzien zijn |
van een label met vermelding van de norm volgens dewelke ze zijn | |
ils ont été approuvés. | goedgekeurd. |
Art. 4.Les réservoirs sont agréés par les organismes agréés |
Art. 4.De reservoirs worden goedgekeurd door de instellingen erkend |
conformément à l'article 360 du Règlement général pour la protection | overeenkomstig artikel 360 van het Algemeen Reglement voor de |
du travail. | Arbeidsbescherming. |
Le Ministre qui a les transports dans ses attributions agrée les | De Minister tot wiens bevoegdheid het vervoer behoort, erkent de |
organismes habilités à effectuer sur les accessoires autres que les | instellingen die gemachtigd zijn de proefnemingen, testen en controles |
réservoirs, les épreuves, essais ou contrôles prévus à l'annexe A.. | bepaald in bijlage A uit te voeren op het andere toebehoren dan de reservoirs. |
Art. 5.1er. L'équipement N.G.V. ne peut être réalisé ou modifié que |
Art. 5.1. De N.G.V.-uitrusting mag alleen worden uitgevoerd of |
par un installateur agréé ou par une personne employant à cet effet un | gewijzigd door een erkend installateur of door een persoon die daartoe |
installateur agréé. Le placement de l'équipement N.G.V. dans le véhicule ne peut être | een erkend installateur in dienst heeft. |
exécuté que par un installateur agréé ou sous la surveillance d'un | De N.G.V.-uitrusting mag alleen door of onder toezicht van een erkend |
installateur agréé. Le ministre qui a les transports dans ses attributions ou son délégué agrée les installateurs aux conditions que ce ministre détermine. L'agrément d'un installateur donne lieu au paiement d'une redevance de cinq mille francs. 2. L'installateur ou la personne qui l'emploie délivre au propriétaire du véhicule, dans lequel il ou elle a placé ou modifié un équipement N.G.V., une attestation conforme au modèle prévu à l'annexe C. L'attestation accompagne le véhicule en quelques mains qu'il passe. Art. 6.1er, alinéa 1er. Tout véhicule automobile déjà mis en circulation, qui est ultérieurement équipé pour utiliser le N.G.V. pour sa propulsion, doit être présenté à une station d'inspection automobile, dans les trente jours qui suivent le montage de cet équipement. I1 en est de même chaque fois que l'équipement N.G.V. est modifié. |
installateur in het voertuig worden geplaatst. De Minister tot wiens bevoegdheid het Vervoer behoort, of zijn gemachtigde, erkent de installateurs onder de door die minister bepaalde voorwaarden. Voor de erkenning van een installateur is een retributie van vijfduizend frank verschuldigd. 2. De installateur of de persoon die hem tewerkstelt, geeft aan de eigenaar van het voertuig waarin hij een N.G.V.-uitrusting heeft geplaatst of gewijzigd een getuigschrift af overeenkomstig het model van bijlage C. Het getuigschrift blijft bij het voertuig, in welke handen het ook overgaat. Art. 6.1. Elke reeds in het verkeer gestelde auto die later wordt uitgerust om N.G.V. voor zijn aandrijving te gebruiken, moet binnen dertig dagen na de plaatsing van de uitrusting in een station voor automobielinspectie worden aangeboden. Hetzelfde geldt telkens wanneer de N.G.V.-uitrusting wordt gewijzigd. |
Dans la station d'inspection automobile, il est procédé à l'examen du | In het station voor automobielinspectie wordt de montage van de |
montage de l'équipement et à la vérification de la validité des | uitrusting gecontroleerd en wordt de geldigheid van de erkenningen van |
agréments des accessoires prévus à l'annexe A. | het in bijlage A vermelde toebehoren nagegaan. |
En cas de conformité avec les prescriptions du présent arrêté, il est | Ingeval alles conform de voorschriften van dit besluit is, wordt een |
délivré un certificat de visite portant la mention "véhicule conforme | keuringsbewijs met de vermelding "voertuig conform de |
à la réglementation N.G.V.". En cas de non-conformité avec les | N.G.V.-reglementering" afgegeven. Ingeval niet alles conform de |
prescriptions du présent arrêté, il est délivré un certificat de | voorschriften van dit besluit is, wordt een keuringsbewijs met de |
visite portant la mention "véhicule non conforme à la réglementation N.G.V.". Le certificat de visite doit être présenté à chaque contrôle du véhicule effectué par un organisme agréé pour l'inspection automobile. Ce même certificat doit également être présenté à toute réquisition des agents qualifiés pour les contrôles sur la route. Pendant la période de trente jours accordée à l'usager pour présenter son véhicule dans une station d'inspection automobile, l'utilisateur du véhicule doit pouvoir présenter, à toute demande des agents qualifiés pour les contrôles sur route, une facture émanant de l'installateur ou de la firme qui a réalisé ou modifié l'installation N.G.V. | vermelding "voertuig niet conform de N.G.V.-reglementering" afgegeven. Het keuringsbewijs moet vertoond worden telkens het voertuig door een voor automobielinspectie erkende instelling wordt gecontroleerd. Hetzelfde bewijs moet ook vertoond worden op iedere vordering van de personen bevoegd om controle op de weg te doen. Tijdens de periode van dertig dagen waarover de gebruiker beschikt om zijn voertuig bij een station voor automobielinspectie aan te bieden, moet degene die zich van het voertuig bedient op elk verzoek van de personen bevoegd om controle op de weg te doen een factuur kunnen voorleggen, afgeleverd door de installateur of de firma welke de |
2. Le véhicule muni d'un certificat de visite portant la mention | N.G.V.-installatie heeft geplaatst of gewijzigd. |
"véhicule non conforme à la réglementation N.G.V. » ne peut être | 2. Het voertuig dat voorzien is van een keuringsbewijs met de |
utilisé sur la voie publique que pour effectuer le déplacement depuis | vermelding "voertuig niet conform de N.G.V.-reglementering", mag op de |
la station d'inspection automobile jusqu'au domicile du détenteur ou | openbare weg slechts worden gebruikt om van het station voor |
de l'installateur, et vice-versa. | automobielinspectie naar de woonplaats van de houder of van de |
installateur en omgekeerd te rijden. | |
Cette disposition n'est pas d'application pour les véhicules | Deze bepaling is niet van toepassing op de voertuigen waarvoor de in |
bénéficiant des dispositions transitoires visées à l'article 14 du | artikel 14 van dit besluit bedoelde overgangsmaatregelen gelden. |
présent arrêté. 3. Les véhicules neufs non immatriculés peuvent être présentés à une | 3. De nieuwe niet-ingeschreven voertuigen mogen door de importeur of |
station d'inspection automobile par l'importateur ou par le vendeur du | de verkoper van het voertuig bij een station voor automobielinspectie |
véhicule. En cas de conformité avec les dispositions du présent | aangeboden worden. In geval alles conform de bepalingen van dit |
arrêté, la station d'inspection automobile délivre le certificat de | besluit is, levert het station voor automobielinspectie aan de |
visite à l'importateur ou au vendeur. | importeur of de verkoper een keuringsbewijs af. |
Art. 7.Sans préjudice de l'article 6, 1er et 3, tout véhicule |
Art. 7.Onverminderd artikel 6, 1 en 3, moet elke auto die voor zijn |
automobile équipé d'une installation N.G.V. pour sa propulsion doit | aandrijving met een N.G.V.-installatie is uitgerust, in een station |
être soumis, dans d'une station d'inspection automobile, à une | voor automobielinspectie aan een specifieke controle van de |
vérification spécifique de l'installation N.G.V., chaque fois que le | N.G.V.-installatie worden onderworpen, telkens als het voertuig de |
véhicule est soumis au contrôle technique prévu à l'article 23 de | technische controle ondergaat bepaald bij artikel 23 van het |
l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires de sécurité. Art. 8.Tout véhicule ayant fait l'objet d'une modification notable ou ayant subi à la suite d'un accident des détériorations affectant l'équipement N.G.V. doit être représenté à une station d'inspection automobile avant remise en service pour l'examen de l'installation N.G.V. Tout véhicule dont l'installation N.G.V. a été intégralement enlevée doit également être présenté à une station d'inspection automobile avant remise en service.. Art. 9.Les redevances relatives aux examens, vérifications et délivrance des certificats visés au présent arrêté par les stations |
koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Art. 8.Elk voertuig waaraan een aanzienlijke verandering werd aangebracht of waarvan, ingevolge een ongeval, de N.G.V.-installatie werd beschadigd, moet, alvorens weer in gebruik te worden genomen, bij een station voor automobielinspectie worden aangeboden voor het nazicht van de N.G.V.-installatie. Elk voertuig waarvan de N.G.V.-installatie volledig werd verwijderd moet eveneens, alvorens weer in gebruik te worden genomen, bij een station voor automobielinspectie worden aangeboden. Art. 9.De vergoedingen betreffende de schouwingen, verificaties en afgifte van de in dit besluit bedoelde keuringsbewijzen door de |
d'inspection automobile sont à charge du demandeur. | stations voor automobielinspectie zijn ten laste van de aanvrager. |
Le barème suivant est d'application : | Volgend barema is erop van toepassing : |
a) contrôle complet : 450 FB | a) volledige keuring : 450 BF |
b) vérification complémentaire : 300 FB | b) aanvullende keuring : 300 BF |
c) duplicata de tout certificat : 300 FB | c) duplicaat van een bewijs : 300 BF |
Art. 10.Tout véhicule automobile utilisant le N.G.V. pour sa |
Art. 10.Op de achterkant van elke auto die voor zijn aandrijving |
propulsion porte à l'arrière, d'une façon visible, une étiquette | N.G.V. gebruikt, moet goed zichtbaar een etiket voorkomen conform het |
conforme au modèle établi à l'annexe D. Cette étiquette ne peut être | model van bijlage D. Dit etiket mag niet aangebracht worden op een |
apposée sur un véhicule qui n'utilise pas le N.G.V. pour sa | voertuig dat voor zijn aandrijving geen N.G.V. gebruikt. |
propulsion. Art. 11.Il est interdit de remplir ou de faire remplir un réservoir |
Art. 11.Het is verboden een N.G.V.-reservoir van een auto te vullen |
N.G.V. d'un véhicule automobile ne portant pas l'étiquette prévue à | of te laten vullen indien het etiket voorgeschreven in artikel 10 niet |
l'article 10. | op het voertuig is aangebracht. |
Art. 12.En vue de permettre les essais que justifient l'évolution des |
Art. 12.Ten einde de testen die door de technische en industriële |
techniques et de l'industrie, le ministre qui a les transports dans | ontwikkeling gerechtvaardigd zijn mogelijk te maken, kan de minister |
ses attributions ou son délégué peut accorder des dérogations dans la | tot wiens bevoegdheid het vervoer behoort afwijkingen toestaan voor |
mesure nécessaire à ces essais. | zover die voor die testen nodig zijn. |
Art. 13.Les infractions aux dispositions du présent arrêté et de ses |
Art. 13.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit en zijn |
annexes sont recherchées, constatées et réprimées conformément aux | bijlagen worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig het |
dispositions de la loi du 21 juin 1985 relative aux conditions | bepaalde in de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen |
techniques auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport par | waaraan elk voertuig te land, de onderdelen ervan, evenals het |
terre, ses éléments ainsi que les accessoires de sécurité. | veiligheidstoebehoren moeten voldoen. |
Art. 14.Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand |
qui suit celui au cours duquel il aura été publié au Moniteur belge. | volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is |
Toutefois, les véhicules automobiles déjà équipés au N.G.V. avant | bekendgemaakt. Evenwel dienen de auto's, die voor het in werking treden van dit |
l'entrée en vigueur du présent arrêté devront satisfaire aux présentes | besluit reeds met N.G.V. zijn uitgerust, uiterlijk op d.d. 1 januari |
prescriptions pour le 1er janvier 1998. | 1998 aan onderhavige voorschriften te voldoen. |
Art. 15.Notre Ministre de l'Intérieur, Notre Ministre des Transports |
Art. 15.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van |
et Notre Secrétaire d'Etat à la Sécurité sont chargés, chacun en ce | Vervoer en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, zijn, ieder wat hem |
qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 9 juillet 1997. | Gegeven te Brussel, 9 juli 1997. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de l'Intérieur, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
Le Ministre des Transports, | De Minister van Vervoer, |
M. DAERDEN | M. DAERDEN |
Le Secrétaire d'Etat à la Sécurité, | De Staatssecretaris voor Veiligheid, |
J. PEETERS | J. PEETERS |
Annexe A | Bijlage A |
Prescriptions relatives aux matériels destinés à équiper des véhicules automobiles | Voorschriften betreffende het materieel voor de uitrusting van auto's |
1. Réservoirs. | 1. Reservoirs. |
1.1. Les réservoirs destinés à contenir du N.G.V. pour l'alimentation | 1.1. Reservoirs die bestemd zijn om N.G.V. voor de voeding van de |
des moteurs et qui se trouvent à bord de véhicules automobiles doivent | motoren te bevatten en die zich aan boord van motorvoertuigen |
satisfaire a une des prescriptions suivantes : | bevinden, moeten voldoen aan één van de volgende voorschriften : |
Les dispositions des articles 349 à 363 du Règlement général pour la | De bepalingen van de artikelen 349 tot 363 van het Algemeen Reglement |
protection du travail (prescriptions relatives aux récipients à gaz | op de arbeidsbescherming, (voorschriften betreffende de recipiënten |
comprimés, liquéfiés ou dissous). | voor samengeperst, vloeibaar gemaakt of opgelost gas). |
L'arrêté royal du 12 juin 1989, portant exécution des directives du | Het koninklijk besluit van 12 juni 1989, houdende uitvoering van de |
Conseil des Communautés européennes relatives aux bouteilles à gaz en | richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake naadloze |
acier sans soudure, aux bouteilles à gaz sans soudure en aluminium non | stalen gasflessen, naadloze gasflessen van niet-gelegeerd aluminium en |
allié et en alliage d'aluminium et aux bouteilles à gaz soudées en | van een aluminiumlegering en gelaste gasflessen van ongelegeerd staal |
acier non allié (1) s'il s'agit de bouteilles de type C.E.E. avec une | (1) wanneer het flessen van het E.E.G.-type betreft met een inhoud |
capacité inférieure ou égale à 150 litres.. | kleiner of gelijk aan 150 liter.. |
Une norme adoptée dans un autre Etat membre de l'Union européenne dans | Een in een andere lidstaat van de Europese Unie goedgekeurde norm op |
le cadre d'un système susceptible d'offrir des garanties équivalentes | voorwaarde dat deze is opgesteld in het kader van een systeem dat |
en matière d'efficacité et conformément à des prescriptions techniques garantissant un niveau de sécurité équivalent. 1.2. Tout réservoir doit être muni d'un orifice de raccordement pour permettre le placement d'un robinet de service. 1.3. Chaque réservoir doit être muni d'un robinet de service combiné avec un limiteur de débit et d'au moins un dispositif de sécurité contre toute surpression constitué d'un disque de rupture avec sécurité fusible. Le limiteur de débit doit être placé dans le réservoir et le dispositif de sécurité contre toute surpression doit être placée de telle sorte que son fonctionnement puisse s'effectuer également dans le cas où le robinet de service est fermé. 1.4. Les réservoirs doivent porter les marques imposées par la réglementation, directives ou spécifications qui s'y rapportent. Les données suivantes doivent dans tous les cas être mentionnées : | evenwaardige garanties biedt op het vlak van de doeltreffendheid en waarbij de technische voorschriften een evenwaardig veiligheidsniveau waarborgen. 1.2. Elk reservoir moet voorzien zijn van een opening om de plaatsing van een dienstkraan mogelijk te maken. 1.3. Elk reservoir moet voorzien zijn van een dienstkraan gekombineerd met een uitstroombegrenzer en van ten minste een veiligheidsinrichting tegen overdruk die bestaat uit een breekplaat met smeltveiligheid. De uitstroombegrenzer moet in het reservoir gelegen zijn en de veiligheidsinrichting tegen overdruk moet zodanig geplaatst worden dat ze ook kan functioneren wanneer de dienstkraan gesloten is. 1.4. De reservoirs moeten de merktekens dragen opgelegd door de terzake geldende reglementering, richtlijnen of specificaties. Volgende gegevens moeten in elk geval vermeld zijn : |
le nom du constructeur; | de naam van de constructeur; |
le numéro de série; | het volgnummer; |
la tare exprimée en kg du réservoir démuni de toutes ses parties | de tarra uitgedrukt in kg van het reservoir ontdaan van de afneembare |
accessoires; | onderdelen; |
la mention "N.G.V. » ou "méthane" suivie de la pression maximale de | de vermelding "N.G.V." of "methaan" gevolgd door de hoogst toegelaten |
chargement à 15 °C exprimée en bar; | vuldruk, bij 15 °C. uitgedrukt in bar; |
la capacité exprimée en litres; | de inhoud uitgedrukt in liter; |
la pression d'épreuve hydraulique exprimée en bar; | de hydraulische beproevingsdruk uitgedrukt in bar; |
la date d'épreuve et le poinçon de l'organisme agréé par le Ministre | de datum van de proefneming en de keurstempel van de door de Minister |
de l'Emploi et du Travail, qui a effectué la réception ou par une | van Tewerkstelling en Arbeid erkende instelling, die de aanneming |
institution reconnue dans un pays membre de l'Union Européenne où | heeft verricht of van een erkende instelling uit een lidstaat van de |
l'agréation du réservoir a eu lieu. | Europese Unie waar de goedkeuring van het reservoir heeft |
plaatsgevonden. | |
En dehors de l'épreuve initiale, les réservoirs au N.G.V. doivent | Buiten de oorspronkelijke proefneming moeten de reservoirs voor N.G.V. |
subir une nouvelle épreuve tous les cinq ans dans les conditions | om de vijf jaar opnieuw getest worden, onder de voorwaarden bepaald in |
prévues à l'article 358 du Règlement général pour la protection du travail. Lors du renouvellement d'épreuve, la lettre R suivie de la date d'épreuve et du poinçon d'un des organismes susmentionnés sont frappés sur le réservoir. Le fabricant ou le distributeur peut pour les réservoirs en stock n'ayant pas encore été utilisés, faire effectuer un examen de ces réservoirs par l'organisme qui a procédé à la réception. Après s'être assuré que les réservoirs sont neufs et en bon état, l'organisme agréé frappe la date de ce contrôle et son poinçon sur le réservoir. Cette date est dès lors considérée comme la date de mise en service et tient lieu de date de réception pour calculer le délai de cinq ans à l'expiration duquel le réservoir doit être testé à nouveau par l'organisme agréé. | artikel 358 van het Algemeen Reglement op de arbeidsbescherming. Wanneer de proefneming wordt hernieuwd, wordt de letter R. gevolgd door de testdatum en de keurstempel van één van de voornoemde instelling, op het reservoir ingeslagen. De fabrikant of verdeler mag, voor de nog ongebruikte reservoirs in voorraad, een nazicht van deze reservoirs laten verrichten door de instelling die de aanneming heeft gedaan. Nadat deze zich ervan vergewist heeft dat de reservoirs nieuw zijn en in goede staat, slaat de erkende instelling op het reservoir de controledatum alsmede zijn eigen keurstempel in. Derhalve zal deze datum beschouwd worden als datum van indienststelling en zal hij gelden als datum van aanneming voor het berekenen van de termijn van vijf jaar, na verloop waarvan het reservoir opnieuw door de erkende instelling moet getest worden. |
2. Canalisations à haute pression. | 2. Hogedrukleidingen. |
2.1. Canalisations rigides. | 2.1. Onbuigzame leidingen. |
2.1.1. Les canalisations rigides à haute pression (canalisations | 2.1.1. Voor de onbuigzame hogedrukleidingen (onbuigzame leidingen voor |
rigides d'alimentation du réservoir, canalisations rigides de | het vullen van het reservoir, onbuigzame verbindingsleidingen van het |
raccordement du réservoir côté haute pression au détendeur) doivent | reservoir aan de hogedrukzijde naar de ontspanner) mag enkel naadloos, |
être en acier inoxydable ou cuivre, sans soudure. | roestvrij staal of koper gebruikt worden. |
Le diamètre extérieur des tubes en acier inoxydable est au maximum de | De buitendiameter van de roestvrije stalen buizen mag ten hoogstel2 mm |
12 mm. Les tubes en acier inoxydable ayant un diamètre extérieur : | bedragen. De roestvrije stalen buizen met een buitendiameter : |
jusque et y compris de 10 mm doivent avoir une épaisseur de paroi d'au moins 1 mm; | tot en met 10 mm moeten een wanddikte hebben van minstens 1 mm; |
supérieur à 10 mm doivent avoir une épaisseur de paroi d'au moins 1.2 | van meer dan 10 mm moeten een wanddikte hebben van minstens 1,2 mm. |
mm. Le diamètre extérieur des tubes en cuivre est au maximum de 6 mm et | De buitendiameter van de koperen buizen mag ten hoogste 6 mm bedragen |
leur épaisseur de paroi est d'au moins 1 mm. | en hun wanddikte moet minstens 1 mm zijn. |
2.1.2. La pression d'éclatement des tubes est au minimum de 700 bar | 2.1.2. De barstdruk van de buizen is minimum 700 bar effectief. |
effectifs.. 2.1.3. Les canalisations rigides à haute pression et leurs raccords | 2.1.3. De onbuigzame hogedrukleidingen en hun verbindingen moeten |
doivent être conçues en vue de leur utilisation pour le gaz naturel et | ontworpen zijn voor het gebruik van aardgas en doeltreffend tegen |
être protégées efficacement contre la corrosion externe. | uitwendige corrosie zijn beschermd. |
2.2. Flexibles 2.2.1. Lorsque l'usage d'une canalisation rigide appelle des réserves, l'usage d'un flexible à haute pression peut être tolérée pour autant que ce flexible soit le plus court possible. Les flexibles à haute pression doivent être contrôlées par un organisme agréé par le Ministre qui a les Transports dans ses attributions ou par une institution reconnue dans un pays membre de l'Union Européenne où l'agréation a eu lieu.. Ce contrôle est matérialisé par l'apposition d poinçon de cet organisme et de la date (mois et année) du contrôle sur une partie métallique non amovible du flexible. 2.2.2. Les flexibles à haute pression munis de leurs raccords doivent | 2.2. Buigzame leidingen 2.2.1. Indien er bezwaren zijn tegen het gebruik van een onbuigzame leiding kan het gebruik van een buigzame hogedrukleiding worden toegelaten voor zover de te overbruggen afstand zo kort mogelijk wordt gehouden. De buigzame hogedrukleidingen moeten gecontroleerd worden door een instelling erkend door de Minister tot wiens bevoegdheid het Vervoer behoort of door een erkende instelling uit een lidstaat van de Europese Unie waar de goedkeuring heeft plaatsgevonden.. Deze controle wordt bevestigd door het aanbrengen van de keurstempel van deze instelling, gevolgd door de controledatum (maand en jaar), op een niet-afneembaar metalen onderdeel van de buigzame leiding. 2.2.2. De buigzame hogedrukleidingen, voorzien van hun verbindingsstukken, moeten een beproeving ondergaan onder een |
subir une épreuve à une pression effective de 300 bar. | effectieve druk van 300 bar. |
La pression d'éclatement du tuyau flexible est, au minimum, de800 bar | De barstdruk van de buigzame leiding is minimum 800 bar effectief bij |
effectif à 70 °C. | 70 °C. |
2.2.3. Le fabricant des flexibles à haute pression doit remettre à | 2.2.3. De fabrikant van de buigzame hogedrukleidingen moet aan de |
l'organisme agréé un certificat attestant que les flexibles sont : | erkende instelling een getuigschrift overhandigen waarin verklaard |
conçus en vue de leur utilisation pour le gaz naturel; | wordt dat de buigzame leidingen : ontworpen zijn voor het gebruik van aardgas; |
conforme aux exigences de la norme SAE100R8 ou à celles d'une norme | in overeenstemming zijn met de vereisten van de norm SAE100R8 of met |
équivalente. | deze van een gelijkwaardige norm. |
2.2.4. Le poinçon visé au point 2.2.1. ne peut être apposé par | 2.2.4. De keurstempel bedoeld in pont 2.2.1. mag enkel door de erkende |
l'organisme agréé que si celui-ci à vérifié par échantillonage que le | instelling worden aangebracht indien deze instelling bij wijze van |
flexible répond aux conditions prévues aux points 2.2.2. et 2.2.3. | steekproef heeft nagekeken of de buigzame leidingen voldoen aan de |
Cette dernière vérification comporte au moins un essai de rupture par | voorwaarden bepaald in de punten 2.2.2. en 2.2.3. |
lot de 100 flexibles identiques. | Hierbij moet minstens één breekproef per partij van 100 identieke |
buigzame leidingen worden uitgevoerd. | |
2.2.5. Après leur mise en service, les flexibles doivent être | 2.2.5. Na hun indienststelling moeten de buigzame leidingen ten minste |
remplacés au moins une fois par an. | één maal per jaar worden vervangen. |
Après une épreuve hydraulique, sous une pression effective de 300 bar, les flexibles éprouvés peuvent être réutilisés à condition qu'aucun défaut n'ait été constaté. 2.2.6. Les flexibles à haute pression doivent être mis hors service au plus tard cinq ans après leur mise en service. 3. Boîtiers d'étanchéité. 3.1. Les boîtiers d'étanchéité doivent être conçus pour permettre l'évacuation vers l'extérieur du véhicule des fuites éventuelles de gaz provenant des accessoires placés sur le réservoir ainsi que des gaz provenant du fonctionnement éventuel du dispositif de sécurité. Les bottiers d'étanchéité doivent être agréés. | Deze buigzame leidingen kunnen herbruikt worden op voorwaarde dat zij, bij een hydraulische test onder een effectieve druk van 300 bar, geen gebreken vertonen. 2.2.6. De buigzame hogedrukleidingen mogen maximaal vijf jaar gebruikt worden. 3. Gasdichte dozen. 3.1. De gasdichte dozen moeten zodanig gebouwd zijn dat zij de gassen, afkomstig van eventuele lekken van het op het reservoir geplaatste toebehoren of van een eventuele werking van de veiligheidsinrichting, veilig buiten het voertuig kunnen brengen. Deze gasdichte dozen moeten goedgekeurd zijn. |
3.2. Les boîtiers sont en matière ininflammable et protégés | 3.2. De dozen zijn uit een onontvlambaar materiaal vervaardigd en |
efficacement contre la corrosion. | moeten doelmatig tegen corrosie beschermd zijn. |
3.3. Les joints des boîtiers d'étanchéité ne peuvent être altérés par | 3.3. De pakkingen van de gasdichte dozen mogen door het N.G.V. niet |
du N.G.V. | worden aangetast. |
3.4. La présence du boîtier d'étanchéité sur le réservoir ne peut | 3.4. De aanwezigheid van de gasdichte doos op het reservoir mag de |
empêcher la lecture des marquages réglementaires frappés sur le | aflezing van de reglementair op het reservoir aangebrachte gegevens |
réservoir. | niet beletten. |
3.5. Agréation. | 3.5. Goedkeuring. |
Cette agréation est binaire. | Deze goedkeuring is tweedelig. |
3.5.1. Epreuve d'étanchéité par un organisme agréé. | 3.5.1. Dichtheidstest door een erkende instelling. |
La pression d'épreuve effective est d'au moins 0,1 bar. | De effectieve beproevingsdruk bedraagt ten minste 0,1 bar. |
Le constructeur des boîtiers d'étanchéité doit mettre un exemplaire | De constructeur van gasdichte dozen stelt hiertoe een volledig |
complet à la disposition d'un organisme, agréé à cette fin par le | exemplaar ter beschikking aan een door de Minister tot wiens |
Ministre qui a les Transports dans ses attributions ou à un organisme | bevoegdheid het Vervoer behoort erkende instelling of aan een erkende |
reconnu dans un pays membre de l'Union Européenne où l'agréation a eu | instelling uit een lidstaat van de Europese Unie waar de goedkeuring |
lieu. | plaatsvindt. |
L'organisme en question délivre une attestation à condition que les | Indien de testresultaten gunstig uitvallen wordt door de erkende |
résultats de cette épreuve sont favorables. | instelling een attest uitgereikt. |
3.5.2. Agrément du prototype par le ministre qui a les transports dans | 3.5.2. Goedkeuring van het prototype door de minister tot wiens |
ses attributions.. | bevoegdheid het vervoer behoort. |
L'attestation, mentionnée sous le point 3.5.1., ainsi qu'un plan de | Het onder 3.5.1. vermelde attest en een constructieplan van de |
construction du boîtier doit être transmis à l'Administration de la | gasdichte doos in kwestie moeten bezorgd worden aan het Bestuur van de |
Réglementation et de l'Infrastructure Service Circulation Routière | Verkeersreglementering en van de Infrastructuur (BVRI) Dienst |
Direction Technique en demandant l'agrément du prototype présenté. | Wegverkeer Technische Directie met verzoek tot goedkeuring van het |
voorgestelde prototype. | |
3.6. Contrôle sur la conformité. | 3.6. Controle op de gelijkvormigheid. |
3.6.1. Chaque boîtier d'étanchéité, qui est mis sur le marché, doit | 3.6.1. Elke op de markt gebrachte gasdichte doos moet gelijkvormig |
être conforme au prototype agréé par l'Autorité. | zijn met een door de overheid goedgekeurd prototype. |
La conformité au prototype agréé est assurée par l'organisme dont on | De gelijkvormigheid aan goedgekeurd prototype wordt eveneens |
uitgeoefend door een instelling waarvan sprake onder 3.5.1. Dit | |
parle sous le point 3.5.1. Elle se fait par le prélèvement de 5 % de | gebeurt aan de Land van een controle op 5 % van de aangeboden |
la fabrication en série présentée. | serieproduktie. |
Si les résultats de cette épreuve d'échantillonage sont favorables, | Indien de resultaten van deze steekproef gunstig zijn wordt de |
l'organisme agréé appose son poinçon après la date (mois et année) | keurstempel van het controleorganisme in kwestie op elke gasdichte |
préalablement poinçonnée par le fabricant sur chaque boîtier | doos van het aangeboden lot aangebracht, na de datum (maand, jaar) die |
d'étanchéité du lot. | vooraf door de fabrikant werd ingeslagen. |
3.6.2. Si une station de l'inspection automobile constate qu'un | 3.6.2. Indien een station voor automobielinspectie vaststelt dat een |
boîtier d'étanchéité ne présente plus les garanties voulues, il est | gasdichte doos niet meer de gewenste waarborgen biedt, is het |
habilité à exiger une nouvelle épreuve d'étanchéité à effectuer par un | gerechtigd een nieuwe dichtheidstest, vanzelfsprekend uit te voeren |
organisme agréé. | door een daartoe erkende instelling, te eisen. |
4. Accessoires et matériaux. | 4. Toebehoren en materialen. |
4.1. Tous les accessoires et matériaux utilisés sont conçus pour être | 4.1. Alle toebehoren en materialen moeten voldoende bestand zijn tegen |
employés avec du N.G.V. | het gebruik van N.G.V. |
4.2. La pression d'épreuve hydraulique de tous les accessoires, tubes | 4.2. De hydraulische beproevingsdruk van alle toebehoren, buizen en |
et raccords doit être d'au moins 1,5 fois la pression de service. | verbindingen moet minstens 1,5 maal de bedrijfsdruk bedragen. De |
L'Epreuve de pression hydraulique doit être effectuée par un | hydraulische drukproef moet worden uitgevoerd door een door de |
organisme, agréé par le Ministre qui a les Transports dans ses | Minister tot wiens bevoegdheid bel Vervoer behoort erkende instelling |
attributions ou par une institution reconnue dans un pays membre de | of door een erkende instelling uit een lidstaat van de Europese unie |
l'Union Européenne ou l'agréation du réservoir a eu lieu. | waar de goedkeuring plaatsvindt. |
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 9 juillet 1997. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 juli 1997. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de l'Intérieur, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
Le Ministre des Transports, | De Minister van Vervoer, |
M. DAERDEN | M. DAERDEN |
Le Secrétaire d'Etat à la Sécurité, | De Staatssecretaris voor Veiligheid, |
J. PEETERS | J. PEETERS |
Annexe B | Bijlage B |
Prescriptions de montage | Monteringsvoorschriften voor de N.G.V.-uitrusting uit het oogpunt van |
de l'équipement N.G.V. au point de vue de la sécurité | de veiligheid |
1. Placement des accessoires sur le réservoir agréé pour le gaz | 1. Plaatsing van het toebehoren op het voor samengedrukt aardgas |
naturel comprimé (N.G.V.). | (N.G.V.) goedgekeurd reservoir. |
1.1. Le robinet de service doit être placé directement et sans autre | 1.1. De dienstkraan moet rechtstreeks en zonder andere |
connexion intermédiaire sur le réservoir. | tussenverbinding op het reservoir geplaatst zijn. |
1.2. Le limiteur de débit doit être situé dans le réservoir. Le bon | 1.2. De uitstroombegrenzer moet in het reservoir gelegen zijn. De |
fonctionnement du limiteur de débit doit être contrôlé. | goede werking van de uitstroombegrenzer moet nagezien worden. |
1.3. Le dispositif de sécurité doit être placé de telle sorte que son | 1.3. De veiligheidsinrichting moet zodanig geplaatst worden dat deze |
fonctionnement puisse s'effectuer également dans le cas où le robinet | ook kan functioneren wanneer de dienstkraan gesloten is. |
de service est fermé. | De uitstoot van de breekplaat mag niet gericht zijn op een |
La décharge du disque de rupture ne peut être dirigée ni sur un conduit d'échappement, ni sur les autres réservoirs. 1.4. Les filets coniques des accessoires doivent être, avant placement, entourés d'une matière appropriée assurant l'herméticité. Les accessoires étant placés sur le réservoir, un contrôle d'étanchéité doit être effectué en mettant le réservoir sous la pression maximale de service. 2. Généralités sur le placement du réservoir agréé pour le gaz comprimé (N.G.V.). 2.1. Le réservoir doit être fixé par bandes métalliques et un resserrage ultérieur doit être possible.. | uitlaatleiding noch op de andere reservoirs. 1.4. De konische schroefdraden van het toebehoren moeten, alvorens te worden aangebracht, overtrokken zijn met een geschikte stof die de gasdichtheid verzekert. Wanneer het toebehoren op het reservoir geplaatst is, moet een dichtheidscontrole worden uitgevoerd door het reservoir onder de maximale dienstdruk te zetten. 2. Algemene begrippen betreffende de plaatsing van het voor samengedrukt aardgas (N.G.V.) goedgekeurd reservoir. 2.1. Het reservoir moet door middel van metalen banden worden vastgezet. Een latere aanspanning moet mogelijk zijn. |
Afin d'éviter tout risque de corrosion, tout contact métal contre | Teneinde elk corrosiegevaar te vermijden, is elk contact metaal op |
métal est proscrit. Les bandes métalliques utilisées seront isolées | metaal verboden. De gebruikte metalen banden dienen door middel van |
par une matière élastique n'absorbant pas l'humidité (caoutchouc, | een niet vocht absorberende elastische stof (rubber, soepel plastiek) |
plastique souple). | geïsoleerd te zijn. |
2.2. Le réservoir doit être fixé d'une façon rigide et les points de | 2.2. Het reservoir moet stevig bevestigd zijn en de bevestigingspunten |
fixation sur la carrosserie doivent être renforcés afin d'éviter toute | op het koetswerk moeten verstevigd worden, zodat dit laatste niet kan |
déchirure de celle-ci. | scheuren. |
2.3. Les systèmes de fixation du réservoir doivent être capables de | 2.3. De bevestigingssystemen van het reservoir moeten geschikt zijn om |
résister aux efforts dus à l'accélération, à la décélération et aux | weerstand te bieden aan de krachten voortkomend van de versnelling, de |
chocs du véhicule automobile. | vertraging en de schokken van het voertuig. |
2.4. Les marquages mentionnés au point 1.4. de l'annexe A au présent | 2.4. De in punt 1.4. van bijlage A van dit besluit vermelde merktekens |
arrêté doivent être observables sans qu'il soit nécessaire de procéder | moeten waarneembaar zijn zonder dat er enig stuk verwijderd dient te |
au démontage d'une pièce quelconque. | worden. |
2.5. Plusieurs réservoirs. 2.5.1. Au cas ou plus de quatre réservoirs sont installés, il faut les regrouper en batterie de façon que chaque groupe comprenne le plus grand nombre de réservoirs possibles, mais au maximum cinq. Dans la canalisation menant à la vanne N.G.V., il faut installer par groupe, une électrovanne dont le placement et le fonctionnement rendent chacun des groupes de réservoirs indépendant. Chaque électrovanne doit être installée directement à la sortie du collecteur reliant les réservoirs entre eux. La longueur des canalisations de liaison entre deux réservoirs adjacents d'un groupe doit être aussi courte que possible et est au maximum égale à deux fois le diamètre extérieur du réservoir. 2.5.2. Les réservoirs sont placés de telle sorte qu'ils n'affectent pas la stabilité du véhicule. | 2.5. Meerdere reservoirs. 2.5.1. In geval er meer dan vier reservoirs worden geplaatst moeten ze in groepen worden verdeeld. Elke groep moet het hoogst mogelijk aantal reservoirs bevatten maar ten hoogste vijf. Per groep moet in de leiding naar de N.G.V.-afsluitklep een electro-afsluitklep worden geïnstalleerd die zodanig geplaatst is en werkt dat elke groep reservoirs onafhankelijk is. Elke elektro-afsluitklep moet direct aan de uitgang van de verzamelleiding welke de reservoirs onderling verbindt, geïnstalleerd worden. De lengte van de verbindingsleidingen tussen twee aangrenzende reservoirs van een groep moet zo klein mogelijk zijn en mag ten hoogste tweemaal de uitwendige diameter van het reservoir bedragen. 2.5.2. De reservoirs worden zodanig geplaatst dat zij de stabiliteit van het voertuig niet nadelig beïnvloeden. |
2.5.3. Le raccordement électrique de l'électrovanne doit satisfaire | 2.5.3. De elektrische aansluiting van de elektro-afsluitklep moet |
aux dispositions des points 12.2. et 12.3. de l'annexe B. | voldoen aan het bepaalde in de punten 12.2. en 12.3. van bijlage B. |
3. Placement du réservoir dans le véhicule et alimentation du | 3. Plaatsing van het reservoir in het voertuig en vulling van het |
réservoir. | reservoir. |
3.1. Dans le cas du placement du réservoir dans le véhicule, une | 3.1. Bij plaatsing van de reservoirs in het voertuig moet een |
ventilation efficace de leurs accessoires doit être assurée. lis ne peuvent jamais être placés dans la même enceinte que le moteur. Les réservoirs ne peuvent être exposés dangereusement à des collisions frontales. A cet effet, le plus grand axe du réservoir ne peut. en aucun cas être situé à l'avant de l'axe de l'essieu avant. 3.2. Si le réservoir n'est pas placé à l'air libre, aucun gaz ne peut entrer dans une enceinte pouvant contenir des personnes. 3.3. Pour tous les véhicules le réservoir peut être placé dans l'habitacle ou dans le coffre à condition que le remplissage du réservoir se fasse de l'extérieur par l'intermédiaire d'une | doeltreffende ventilatie van hun toebehoren verzekerd worden. Zij mogen nooit in de motorruimte worden geplaatst. De reservoirs mogen niet op gevaarlijke wijze aan frontale botsingen zijn blootgesteld. Te dien einde mag de grootste as van het reservoir in geen geval gelegen zijn voor het middelpunt van de vooras. 3.2. Indien het reservoir niet in de open lucht is geplaatst, mag er geen gas in de voor de personen bestemde ruimte kunnen binnendringen. 3.3. Voor alle voertuigen mag het reservoir in de personenruimte of in de koffer worden geplaatst op voorwaarde dat de vulling van het reservoir van buiten af geschiedt door middel van een hogedrukleiding |
canalisation à haute pression comme défini au point 2 de l'annexe A. | zoals bepaald in punt 2 van bijlage A. |
L'isolement de l'enceinte contenant des personnes doit être assuré par | De isolatie van de voor de personen bestemde ruimte dient verzekerd te |
: | zijn door : |
3.3.1. Un boîtier d'étanchéité agréé comme indiqué au point 3 de | 3.3.1. Een goedgekeurde gasdichte doos zoals aangeduid in punt 3 van |
l'annexe A. | bijlage A. |
3.3.1.1. L'étanchéité entre le réservoir et le boîtier d'étanchéité | 3.3.1.1. De gasdichtheid tussen het reservoir en de gasdichte doos |
est assuré par un joint souple résistant au N.G.V.. | wordt verzekerd door middel van een soepele pakking die aan N.G.V. |
3.3.1.2. Le boîtier d'étanchéité est fixé au réservoir au moyen de | weerstaat. 3.3.1.2. De gasdichte doos wordt op het reservoir bevestigd door |
tendeurs métalliques ou toute autre fixation efficace isolés par du | middel van metalen spanners of elke andere doeltreffende bevestiging |
caoutchouc ou une matière équivalente. Toute fixation par soudure sur | geïsoleerd met rubber of een gelijkwaardige stof. De bevestiging door |
le réservoir est interdite. | middel van lassen op het reservoir is verboden. |
3.3.1.3. Les sorties du boîtier d'étanchéité sont reliées directement | 3.3.1.3. De uitgangen van de gasdichte doos worden rechtstreeks buiten |
à l'extérieur du véhicule au moyen de deux tuyaux armés dont le | het voertuig geleid door middel van twee gewapende slangen met een |
diamètre intérieur est d'au moins de 25 mm. Lors du passage du tuyau | inwendige diameter van ten minste 25 mm. Waar de gewapende slang door |
armé au travers de la carrosserie, le tuyau doit être protégé par un élément rigide ou être monté d'une façon qui présente une sécurité équivalente. 3.3.2. L'alimentation extérieure du réservoir par l'intermédiaire d'une canalisation haute pression. 3.3.2.1. Un clapet de remplissage doit être placé à l'extrémité de la canalisation d'alimentation du réservoir qui aboutit à une paroi de la carrosserie du véhicule. Un clapet de retenue doit être installé dans la canalisation d'alimentation vers la vanne N.G.V. et ce, aussi près que possible après le clapet de remplissage. | het koetswerk gaat, moet de slang door middel van een stijf element beschermd worden of zodanig gemonteerd zijn dat een gelijkwaardige veiligheid wordt geboden. 3.3.2. Vulling van het reservoir door middel van een hogedrukleiding van buiten af. 3.3.2.1. Een vulklep moet geplaatst zijn aan het uiteinde van de voedingsleiding van het reservoir, die in een koetswerkwand van het voertuig uitmondt. In de voedingsleiding naar de N.G.V.-afsluitklep moet zo dicht mogelijk na de vulklep terugslagklep geïnstalleerd worden. |
Le bon fonctionnement du clapet de remplissage et du clapet de retenue | De goede werking van de vulklep en van de terugslagklep moet nagezien |
doit être contrôlé. | worden. |
3.3.2.2. Le clapet de remplissage peut être fixée aussi du côté | 3.3.2.2. De vulklep mag ook aan de buitenkant van het voertuig worden |
externe du véhicule à une plaque métallique de 2 mm d'épaisseur.. | vastgezet op een 2 mm dikke metalen plaat. |
3.3.2.3. Les parties de canalisations situées en dehors du boîtier | 3.3.2.3. De delen van de leidingen die buiten de gasdichte doos, maar |
d'étanchéité mais situées dans l'habitacle doivent être réalisées en | in de personenruimte gelegen zijn moeten uit een enkel stuk bestaan en |
une seule pièce et sans raccords. | mogen geen verbindingen bevatten. |
3.3.2.4. Le clapet de remplissage muni d'un bouchon de fermeture doit | 3.3.2.4. De vulklep voorzien van een afsluitdop moet inspringen ten |
être en retrait par rapport au hors tout du véhicule. | opzichte van het buitenste punt van het voertuig. |
3.3.2.5. Le centre du clapet de remplissage doit être situé à au moins 300 mm du sol. Il doit être d'un accès facile et il doit être protégé contre toute projection pouvant venir des roues du véhicule. 3.3.3. Une gaine étanche. La canalisation d'alimentation du réservoir et du moteur en N.G.V. passant dans l'habitacle ou un compartiment non ventilé, doit être placé à l'intérieur d'une gaine suffisamment large débouchant à l'extérieur du véhicule et qui empêche le gaz de se répandre dans l'habitacle ou un compartiment non ventilé en cas de fuite éventuelle de gaz. | 3.3.2.5. Het middelpunt van de vulklep moet zich op ten minste 300 mm van de grond bevinden. De klep moet gemakkelijk bereikbaar zijn en beschermd zijn tegen voorwerpen die door de wielen kunnen weggeslingerd worden. 3.3.3. Een gasdicht omhulsel. De N.G.V.-voedingsleiding van het reservoir en de motor, die door de personenruimte of een niet geventileerde ruimte gaat, moet overtrokken zijn met een voldoend ruim omhulsel dat buiten het voertuig uitmondt en belet dat het gas zich in de personenruimte of een niet geventileerde ruimte zou verspreiden bij een eventueel gaslek. |
4. Placement du réservoir N.G.V. sur le toit. | 4. Plaatsing van het N.G.V.-reservoir op het dak. |
4.1. Dans le cas du placement d'un réservoir sur le toit d'un | 4.1. Wanneer een reservoir op het dak van een voertuig wordt |
véhicule, le réservoir doit être placé dans un berceau spécialement | geplaatst, moet het reservoir op een speciaal hiervoor vervaardigde |
fabriqué à cet usage et ce dernier doit être fixé à demeure sur la | ligsteun vastgezet worden en deze moet blijvend op het koetswerk |
carrosserie par l'intermédiaire de ferrures allant jusqu'aux corniches | worden vastgezet door middel van draagijzers die lopen tot aan de |
du toit et donnant toute garantie suffisante. Un simple porte-bagages | kroonlijst van het dak en die een voldoende garantie bieden. Een |
ne peut être utilisé à cet effet. Pour ce genre de montage, | gewone bagagehouder volstaat daarvoor niet. Voor dit soort montage is |
l'autorisation écrite du constructeur du véhicule est exigée. | de schriftelijke toelating van de voertuigbouwer vereist. |
4.2. Le réservoir ne peut en aucun cas dépasser les parties latérales | 4.2. Het reservoir mag in geen geval aan de zijkanten van het voertuig |
du véhicule. | uitsteken. |
4.3. Toute canalisation de gaz passant à l'extérieur du véhicule doit | 4.3. De gasleiding die buiten het voertuig loopt. moet door het |
être protégée par la carrosserie. | koetswerk beschermd worden. |
4.4. Toute canalisation de gaz passant dans l'habitacle ou une | 4.4. De gasleiding die door de personenruimte of in een niet |
enceinte non ventilée est placée à l'intérieur d'une gaine | geventileerde ruimte loopt, moet in een voldoende breed en gasdicht |
suffisamment large et étanche et débouchant vers l'extérieur du | omhulsel worden gestoken dat buiten het voertuig uitmondt. |
véhicule. 5. Placement du réservoir sous le véhicule | 5. Plaatsing van het reservoir onder het voertuig. |
5.1. Dans le cas du placement du réservoir sous le véhicule et entre | 5.1. Als het reservoir onderaan het voertuig en tussen de twee assen |
les deux essieux, la hauteur libre sous le réservoir ne peut, le | wordt geplaatst, mag bij een ledig voertuig, ophanging in rij stand, |
véhicule étant vide, la suspension en position route, être à moins de | de vrije hoogte tussen het reservoir en de grond niet minder bedragen |
200 mm du sol pour les véhicules automobiles dont la masse maximale | dan 200 mm voor voertuigen met een maximale toegelaten massa (M.T.M.) |
autorisée (M.M.A.) est inférieure ou égale à 3 500 kg et à au moins 250 mm du sol, pour les véhicules dont la M.M.A. est supérieure à 3 500 kg. | van 3 500 kg of minder, en niet minder dan 250 mm voor voertuigen met een M.T.M. van meer dan 3 500 kg. |
Pour un réservoir placé derrière les roues arrière du véhicule, la | Voor een reservoir dat achter de achterwielen van het voertuig is |
hauteur libre sous le réservoir doit être de 200 mm au moins et de | geplaatst, moet de vrije hoogte onder het reservoir ten minste 200 mm |
plus le réservoir doit être situé au-dessus de la tangente qui est | zijn; bovendien moet het reservoir liggen boven de raaklijn uit het |
issue de la roue arrière et qui passe par le point le plus bas de la | achterwiel, die loopt door het van oorsprong uit laagste punt van het |
carrosserie arrière d'origine du véhicule ou le cas échéant du | achterkoetswerk of, in voorkomend geval, door de van oorsprong uit |
pare-chocs d'origine. | gemonteerde schokbreker. |
Si cependant, pour des raisons de construction dans le cas des | |
véhicules automobiles ayant une masse maximale autorisée égale ou | Indien evenwel om constructieve reden aan het hiervoor gestelde bij |
inférieure à 3 500 kg., l'exigence susmentionnée ne peut pas être | auto's met een hoogst toegelaten gewicht tot en met 3 500 kg niet kan |
satisfaite, la hauteur libre en-dessous de chaque point du réservoir | worden voldaan, mag de vrije hoogte onder ieder punt van het reservoir |
ne peut pas être inférieure à 1/4 de la distance horizontale de ce | niet minder bedragen dan 1/4 van de horizontale afstand van dat punt |
point au plan vertical qui passe par l'axe des roues arrière. | tot het verticaal vlak dat door de aslijn van de achterwielen van de |
Toutefois, pour les véhicules hors route définis à l'annexe II de la | auto gaat. Nochtans mag voor de terreinvoertuigen zoals bepaald in bijlage II van |
directive 70/156/CEE du Conseil des Communautés européennes du 6 | richtlijn 70/156/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 6 |
février 1970, la hauteur libre sous le réservoir ne peut être | februari 1970, de vrije hoogte onder het reservoir niet kleiner zijn |
inférieure à 250 mm. | dan 250 mm. |
Le réservoir placé derrière l'axe des roues arrière doit être | Het reservoir dat achter de aslijn van de achterwielen is geplaatst |
parallèle à l'axe des roues. | moet parallel met de as. |
5.2. Le réservoir doit être protégé vis-à-vis des projections | 5.2. Het reservoir moet door middel van 1,5 mm dikke metalen |
éventuelles de pierres dues aux roues se trouvant devant le réservoir | spatlappen beschermd zijn tegen opspringende stenen die door de |
par des bavettes métalliques de 1,5 mm d'épaisseur. | |
5.3. Les accessoires placés sur le réservoir doivent être en retrait | wielen, die zich vóór het reservoir bevinden, kunnen weggeslingerd worden. |
d'au moins 40 mm par rapport au hors tout latéral du véhicule. | 5.3. Het op het reservoir geplaatste toebehoren moet ten minste 40 mm |
inspringen ten opzichte van het buitenste punt aan de zijkanten van | |
5.4. Le réservoir doit être placé au moins à 100 mm de tout conduit | het voertuig. 5.4. Het reservoir moet op ten minste 100 mm van elke uitlaatleiding |
d'échappement, sauf s'il est protégé contre le rayonnement thermique. | geplaatst worden, behalve indien het tegen thermische straling is beschermd. |
6. Placement des canalisations au N.G.V. | 6. Plaatsing van de N.G.V.-leidingen. |
6.1. Les canalisations au N.G.V. sous pression doivent être conformes | 6.1. De onder druk zijnde N.G.V.-leidingen moeten voldoen aan de |
aux dispositions définies au point 2 de l'annexe A.. | voorwaarden bepaald in punt 2 van bijlage A. |
6.2. Les raccordements sont réalisés par raccords à compression. Le | 6.2. De aansluitingen worden uitgevoerd door middel van |
nombre de raccords doit être limité au minimum nécessaire. Les | knelverbindingen. Het aantal verbindingen moet tot het strikt minimum |
raccords doivent être situés à des endroits facilement accessibles. | beperkt zijn. De verbindingen moeten zich op gemakkelijk toegankelijke |
6.3. Lors du passage de la canalisation à travers la carrosserie, les | plaatsen bevinden. 6.3. Daar waar de leiding door het koetswerk komt, moeten de buizen |
tubes doivent être protégés par un élément en matière plastique. | beschermd worden door middel van een plastische stof. |
6.4. La canalisation doit passer à plus de 100 mm de tout conduit | 6.4. De leiding moet op meer dan 100 mm van elke uitlaatleiding |
d'échappement sauf si elle est protégée contre le rayonnement | verwijderd blijven, tenzij ze beschermd is tegen de thermische |
thermique. | straling. |
6.5. La canalisation doit être montée et soutenue de telle sorte | 6.5. De leiding moet zodanig gemonteerd en ondersteund worden dat ze |
qu'elle soit protégée contre les vibrations et les contraintes | beschermd is tegen trillingen en overmatige spanningen. |
excessives. 6.6. La canalisation doit être fixée à la carrosserie au moyen | 6.6. De leiding dient aan het koetswerk te worden vastgemaakt door |
d'attaches espacées de 500 mm au maximum. Le contact entre l'attache | middel van klemmen met tussenruimten van ten hoogste 500 mm. Tussen de |
et la canalisation doit se faire par l'interposition d'une matière | klem en de leiding moet een elastische niet waterabsorberende stof |
élastique n'absorbant pas l'humidité. | geplaatst worden. |
6.7. Aucune canalisation parcourue par le gaz naturel comprimé ne peut | 6.7. Geen enkele leiding waardoor samengedrukt aardgas stroomt, mag |
passer dans la cabine du conducteur, dans les compartiments réservés | door de bestuurdersruimte, door de voor de reizigers bestemde |
aux voyageurs ou dans un compartiment non ventilé, sauf si elle est | afdelingen of door een niet geventileerde ruimte lopen, tenzij de |
placée dans une gaine suffisamment large débouchant à l'extérieur du | leiding geplaatst is in een voldoend ruim omhulsel dat buiten het |
véhicule et qui empêche le gaz de se répandre dans les endroits | voertuig uitmondt en belet dat het gas zich in de hierboven genoemde |
susmentionnés en cas de fuite éventuelle de gaz à une canalisation | plaatsen zou verspreiden bij een eventueel gaslek in een leiding die |
contenant du N.G.V. | N.G.V. bevat. |
6.8. Après montage, l'ensemble des canalisations sous pression doit | 6.8. Na montering moet het geheel van de onder druk zijnde leidingen |
être testé à la pression effective de 250 bar. | beproefd worden onder een effectieve druk van 250 bar. |
6.9. Les canalisations non sous pression doivent être fixées au moyen | 6.9. Alle niet onder druk zijnde leidingen moeten bevestigd worden |
door middel van spanringen. | |
de colliers de serrage. | 6.10. Voor de voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa (M.T.M.) |
6.10. La hauteur libre sous les canalisations de gaz naturel comprimé | minder is of gelijk aan 3 500 kg mag bij een ledig voertuig, de |
ne peut, le véhicule étant à vide, la suspension en position route, | ophanging in rijstand, de vrije hoogte tot de grond onder de leidingen |
être à moins de 200 mm du sol pour les véhicules dont la masse | voor samengedrukt aardgas niet minder bedragen dan 200 mm. Voor de |
maximale autorisée (M.M.A.) est inférieure ou égale à 3 500 kg et à | voertuigen waarvan de M.T.M. meer is dan 3 500 kg moet die |
moins de 250 mm du sol pour les véhicules dont la M.M.A. est | minimumafstand van de grond 250 mm bedragen. |
supérieure à 3 500 kg. Toutefois, pour les véhicules hors route définis à l'annexe II de la | Nochtans mag voor de terreinvoertuigen zoals bepaald in bijlage II van |
directive 70/156/CEE du Conseil des Communautés européennes du 6 | richtlijn 70/156/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 6 |
février 1970, la hauteur libre sous les canalisations ne peut être | februari 1970, de vrije hoogte onder de leidingen niet kleiner zijn |
inférieure à 250 mm. | dan 250 mm. |
6.11. Les hauteurs prescrites au point 6.11. sont facultatives si les | 6.11. De in punt 6.11. opgelegde hoogten zijn facultatief, indien de |
canalisations sont protégées par le châssis ou la carrosserie du | leidingen beschermd zijn door het chassis of door het koetswerk van |
véhicule. | het voertuig. |
7. Placement de la vanne N.G.V. et des électrovannes. | 7. Plaatsing van de N.G.V.-afsluitklep en de electro-afsluitkleppen |
7.1. Placement de la vanne N.G.V. | 7.1. Plaatsing van de N.G.V.-afsluitklep |
7.1.1. La vanne N.G.V. alimentant le détendeur en N.G.V., doit être | 7.1.1. De N.G.V.-afsluitklep die de ontspanner van N.G.V. voorziet, |
fixée au châssis ou à la carrosserie. | moet aan het chassis of het koetswerk worden vastgemaakt. |
7.1.2. La vanne N.G.V. doit être placée à un minimum de 100 mm de tout | 7.1.2. De N.G.V.-afsluitklep moet op minstens 100 mm van elke |
conduit d'échappement. | uitlaatleiding geplaatst zijn. |
7.13. L'orientation de la vanne N.G.V. doit être telle que lors d'une | 7.1.3. De N.G.V.-afsluitklep moet zo gericht zijn dat bij een |
fuite éventuelle, soit à l'entrée, ou soit à la sortie de la vanne, le | eventueel lek hetzij aan de ingang, hetzij aan de uitgang van de |
gaz ne soit pas dirigé vers le moteur. | afsluitklep de gasstroom niet naar de motor gericht is. |
7.1.4. Le raccordement électrique de la vanne N.G.V. doit satisfaire | 7.1.4. De elektrische aansluiting van de N.G.V.-afsluitklep moet |
aux dispositions des points 12.2. et 12.3. de l'annexe B. | voldoen aan het bepaalde in de punten 12.2. en 12.3. van bijlage B. |
7.2. Placement des électrovannes. | 7.2. Plaatsing van de electro-afsluitkleppen. |
7.2.1. La vanne N.G.V. doit être placée à un minimum de 100 mm de tout | 7.2.1. De electro-afsluitkleppen moeten op minstens 100 mm van elke |
conduit d'échappement. | uitlaatleiding geplaatst zijn. |
7.2.2. Le raccordement électrique de la vanne N.G.V. doit satisfaire | 7.2.2. De elektrische aansluiting van de N.G.V.-afsluitklep moet |
aux dispositions des points 12.2. et 12.3. de l'annexe B. | voldoen aan het bepaalde in de punten 12.2. en 12.3. van bijlage B. |
8. Tests à réaliser. | 8. Uit te voeren proeven. |
8.1. Tout installateur ou atelier ne peut fournir une attestation | 8.1. Geen enkele installateur of werkplaats mag een attest, |
conforme au modèle de l'annexe C du présent arrêté si les tests | gelijkvormig met het model van bijlage C van dit besluit afgeven, |
suivants n'ont pas été satisfaisants. | indien de volgende proeven geen voldoening hebben gegeven. |
8.2. Lorsque le moteur du véhicule fonctionne uniquement au N.G.V. : | 8.2. Als de motor van het voertuig enkel met N.G.V. werkt : |
contact d'allumage coupé, la sortie de la vanne N.G.V. démontée, il | ontstekingscontact verbroken, de uitgang van de N.G.V.-afsluitklep |
doit être testé, au moyen d'une eau savonnée, qu'aucun gaz ne | afgekoppeld, dient er door middel van zeepwater te worden aangetoond |
s'échappe de la vanne. | dat er geen gas via de klep ontsnapt. |
8.3. Lorsque le moteur du véhicule peut fonctionner au N.G.V. ou à | 8.3. Als de motor van het voertuig kan werken met N.G.V. of met |
l'essence : | benzine : |
8.3.1. Contact d'allumage mis, avec l'inverseur sur la position | 8.3.1. Ontstekingscontact aan, met de omschakelaar op de stand |
essence, la sortie de la vanne N.G.V. démontée, il doit être testé, au | benzine, de uitgang van de N.G.V.-afsluitklep afgekoppeld, dient er |
moyen d'une eau savonnée, qu'aucun gaz ne s'échappe de la vanne.. | door middel van zeepwater te worden aangetoond dat er geen gas via de |
8.3.2. Contact d'allumage coupé, avec l'inverseur sur la position gaz, | klep ontsnapt. 8.3.2. Ontstekingscontact verbroken, met de omschakelaar op de stand |
la sortie de la vanne N.G.V. démontée, il doit être testé, au moyen | gas, de uitgang van de N.G.V.-afsluitklep afgekoppeld, dient er door |
d'une eau savonnée, qu'aucun gaz ne s'échappe de la vanne. 9. Placement de la vanne à essence. 9.1. Au cas où une vanne à essence est placée, celle-ci doit être fixée au châssis ou à la carrosserie sauf si elle est conçue pour être fixée au moteur. 9.2. Les canalisations reliant les deux points où s'effectue la liaison avec la canalisation d'essence, d'origine, doivent être métalliques ou en matière synthétiques résistant à l'essence. Lors de l'emploi de canalisations souples celles-ci doivent être fixées au moyen de colliers de serrage. 10. Placement du détendeur 10.1. Le détendeur doit être fixé au châssis ou à la carrosserie. Le détendeur ne peut pas être fixé au moteur sauf autorisation formelle et selon les directives du constructeur de véhicules. | middel van zeepwater te worden aangetoond dat er geen gas via de klep ontsnapt. 9. Plaatsing van de benzineafsluitklep. 9.1. Ingeval er een benzineafsluitklep geplaatst wordt, moet deze aan het chassis of het koetswerk worden vastgemaakt, tenzij die is opgevat om aan de motor te worden vastgezet. 9.2. De leidingen die de twee aansluitingspunten met de oorspronkelijke benzineleiding verbinden, moeten uit metaal of uit een synthetisch materiaal dat aan benzine weerstand biedt, vervaardigd zijn. Wanneer soepele leidingen worden gebezigd, moeten die bevestigd worden door middel van spanringen. 10. Plaatsing van de ontspanner 10.1. De ontspanner moet aan het chassis of het koetswerk worden vastgemaakt. De ontspanner mag slechts aan de motor vastgemaakt worden mits de uitdrukkelijke toelating en volgens de richtlijnen van de voertuigbouwer. |
10.2. Le détendeur doit être placé à un minimum de 100 mm de tout conduit d'échappement à moins d'être efficacement protégé contre tout rayonnement thermique provenant du conduit d'échappement. L'air provenant du refroidissement du moteur constitue notamment une protection efficace. 10.3. Le tube amenant le gaz naturel au mélangeur gaz-air doit être armé. 11. Placement du mélangeur gaz-air. 11.1. Le mélangeur gaz-air doit être situé entre le moteur et l'élément filtrant du filtre à air. Toute autre position du mélangeur gaz air est exclue. | 10.2. De ontspanner moet op minstens 100 mm van elke uitlaatleiding geplaatst zijn, tenzij hij degelijk beschermd is tegen de thermische straling van de uitlaatleiding. De koellucht voor de motor is inzonderheid een degelijke bescherming. 10.3. De buis die het aardgas naar de gas-luchtmenger voert moet gewapend zijn. 11. Plaatsing van de gas-luchtmenger. 11.1. De gas-luchtmenger moet geplaatst zijn tussen de motor en het filterelement van de luchtfilter. Andere plaatsingen van de gas-luchtmenger zijn uitgesloten. |
12. Installation électrique. | 12. Elektrische installatie. |
12.1. L'installation électrique du système N.G.V. doit être | 12.1. De elektrische installatie van het N.G.V.-systeem moet |
indépendante des autres circuits électriques. | onafhankelijk zijn van de overige elektrische stroomkringen. |
12.2. La vanne N.G.V. et toute électrovanne doivent se fermer lorsque | 12.2. De N.G.V.-afsluitklep en iedere elektro-afsluitklep moeten |
le moteur s'arrête. | sluiten wanneer de motor tot stilstand komt. |
12.3. Un fusible doit être intercalé dans l'alimentation électrique de | 12.3. In de elektrische leiding van de N.G.V.-installatie moet een |
l'installation N.G.V. de façon telle que lors d'un court-circuit la | zekering zo zijn aangebracht, dat, bij kortsluiting de |
vanne N.G.V. et les électrovannes se ferment automatiquement. | N.G.V.-afsluitklep en de elektro-afsluitkleppen automatisch sluiten. |
Le fusible doit être installé dans un endroit accessible. | De zekering moet op een toegankelijke plaats aangebracht zijn. |
12.4. Le commutateur gaz-essence doit être placé de façon qu'il ne | 12.4. De omschakelaar gas-benzine moet zo worden geplaatst, dat geen |
présente aucune saillie pouvant blesser des personnes. | enkel uitsteeksel voorkomt waaraan personen zich kunnen kwetsen. |
13. Placement du manomètre. | 13. Plaatsing van de manometer. |
13.1. Un manomètre doit être installé dans la canalisation haute | 13.1. Een manometer moet in de N.G.V.-hogedrukleiding geïnstalleerd |
pression N.G.V. Le manomètre doit se trouver à un endroit facilement | worden. De manometer moet zich op een gemakkelijk toegankelijke plaats |
accessible et être bien lisible. | bevinden en goed afleesbaar zijn. |
13.2. Le manomètre doit être prévu pour une pression maximale d'au | 13.2. De manometer moet voorzien zijn voor een maximumdruk van |
moins 300 bar. Sur le manomètre, à l'indication de 200 bar, doit se | minstens 300 bar. Op de manometer moet bij 200 bar een duidelijk |
trouver un trait rouge clairement perceptible. | waarneembare rode streep zijn aangebracht. |
14. Placement de la jauge de carburant. | 14. Plaatsing van de brandstofmeter. |
14.1. La jauge de carburant doit émettre un signal sonore ou visuel, | 14.1. De brandstofmeter moet een hoorbaar of zichtbaar elektrisch |
transmis électriquement, pour prévenir d'une pression trop basse | overgebracht signaal uitzenden dat waarschuwt als de druk in het |
régnant dans le réservoir. | reservoir te laag is geworden. |
15. Essais détanchéité après montage de l'installation N.G.V. | 15. Drukbeproeving na de montage van de N.G.V.-installatie. |
Avant la mise en service d'un véhicule muni d'une installation N.G.V., | Voor de indienststelling van een voertuig uitgerust met een |
l'installateur doit effectuer sur l'équipement de celui-ci un essai | N.G.V.-installatie moet de uitrusting ervan, door de installateur aan |
général d'étanchéité à la pression maximale de service. Cet essai doit | een algemene drukbeproeving onder de maximale dienstdruk worden |
être répété à l'occasion de chaque réépreuve prévue au point 1.4 de | onderworpen. Deze beproeving moet ter gelegenheid van elke |
l'annexe A du présent arrêté. | herbeproeving voorzien in punt 1.4 van bijlage A van dit besluit |
L'installateur délivre à l'occasion de chaque épreuve une attestation | worden uitgevoerd. De installateur levert voor elke beproeving een attest af die de |
mentionnant la validité et le résultat. | geldigheid en de resultaten ervan vermeldt. |
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 9 juillet 1997. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 juli 1997. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de l'Intérieur, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
Le Ministre des Transports, | De Minister van Vervoer, |
M. DAERDEN | M. DAERDEN |
Le Secrétaire d'Etat à la Sécurité, | De Staatssecretaris voor Veiligheid, |
J. PEETERS | J. PEETERS |
Annexe C | Bijlage C |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Annexe D | Bijlage D |
Pour la consultation du tableau, voir image | |
Pour la consultation de la note de bas de page, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Pour la consultation de la note de bas de page, voir image | Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld |