Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Art. 2.Le ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Article 1er.§ 1er. La présente convention collective de travail

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing

Art. 2.La présente convention collective de travail est conclue dans

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in het kader

Art. 3.Un fonds de sécurité d'existence pour le notariat est institué

Art. 3.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid voor het notariaat

Art. 4.§ 1er. Chaque employeur ressortissant du champ d'application

Art. 4.§ 1. Elke werkgever die onder het toepassingsgebied van deze

Art. 5.§ 1er. La présente convention entre en vigueur le 1er janvier

Art. 5.§ 1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2012.

Article 1er.Il est institué dans le secteur du notariat un fonds de

Artikel 1.In het notariaat wordt een fonds voor bestaanszekerheid

Art. 2.De zetel van het fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te

Art. 2.Le siège du fonds de sécurité d'existence est établi à 1000

Art. 3.Le fonds visé à l'article 1er exerce les compétences suivantes

Art. 3.Het onder artikel 1 beoogde fonds oefent de volgende

Art. 4.Les bénéficiaires, la nature exacte ainsi que les modalités

Art. 4.De begunstigden, de aard en de toekennings- en

Art. 5.Dans le respect de la législation et des conventions

Art. 5.Onverminderd de wetgeving en de toepasselijke collectieve

Art. 6.Dans le respect de la législation et des conventions

Art. 6.Overeenkomstig de wetgeving en de toepasselijke collectieve

Art. 7.Les employeurs qui relèvent de la compétence de la Commission

Art. 7.De werkgevers die overeenkomstig het artikel 1, § 2, 6e lid

Art. 8.Les montants des cotisations dues au fonds de sécurité

Art. 8.De bedragen van de bijdragen die de bij artikel 7 beoogde

Art. 9.La perception et le recouvrement des cotisations visées à

Art. 9.Voor de inning en de invordering van de bijdragen voorzien in

Art. 10.La perception et le recouvrement des cotisations visées à

Art. 10.De inning en de vordering van de bijdrage beoogd door artikel

Art. 11.Les cotisations visées à l'article 8 doivent être versées

Art. 11.De bij het artikel 8 beoogde bijdragen moeten worden gestort

Art. 12.Les cotisations non payées dans le délai fixé par l'article

Art. 12.Op de bijdragen die niet werden betaald binnen de door

Art. 13.Le fonds est administré par un conseil, composé de 10 membres

Art. 13.Het fonds wordt bestuurd door een raad die samengesteld is

Art. 14.La commission paritaire procède tous les quatre ans au renouvellement des mandats des membres du conseil d'administration du fonds. Présidence - Vice-Présidence

Art. 15.La commission paritaire désigne également tous les quatre ans parmi ses membres, le président et le vice-président chargé d'intervenir en cas d'empêchement du président. Le président et le vice-président n'appartiennent pas au même groupe de représentants. Le président et le vice-président appartiennent alternativement au groupe des représentants des employeurs et au groupe des représentants des travailleurs.

Art. 16.Le président dirige les débats, convoque les membres, fait approuver les procès-verbaux et assure le bon fonctionnement du fonds. Sauf en cas de délégation spéciale du conseil d'administration, les actes qui engagent le fonds, autres que ceux de gestion journalière ou ordinaire, sont signés par le président et par un membre du conseil

Art. 14.Het paritair comité hernieuwt om de vier jaren de mandaten van de leden van het raad van bestuur. Voorzitter - Ondervoorzitter

Art. 15.Het paritair comité kiest eveneens om de vier jaar, onder zijn leden, een voorzitter en een ondervoorzitter die de voorzitter vervangt als hij verhinderd is. De voorzitter en de ondervoorzitter behoren niet tot dezelfde groep van vertegenwoordigers. De voorzitter en de ondervoorzitter behoren alternerend tot de groep van de werkgeversvertegenwoordigers en de groep van de werknemersvertegenwoordigers.

Art. 16.De voorzitter leidt het debat, roept de leden samen, legt de notulen ter goedkeuring voor en zorgt voor de goede werking van het fonds. Behoudens in geval van een door de raad van bestuur gegeven bijzondere volmacht worden de handelingen die het fonds verbinden, met uitzondering van die van dagelijks of gewoon bestuur, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de raad van bestuur van de groep

Art. 17.Le conseil d'administration se réunit sur convocation du président, qui est tenu de convoquer le conseil d'administration au moins deux fois par an et lorsqu'au moins un tiers des membres en fait la demande. Délibération

Art. 18.Le conseil d'administration ne peut délibérer valablement que si maximum cinq représentants des employeurs et cinq représentants des travailleurs sont présents et que si au minimum deux représentants des employeurs et deux représentants des travailleurs sont présents. Les décisions sont prises à la majorité des voix émises par les administrateurs et à la majorité des voix émises par les administrateurs représentant les employeurs et à la majorité des voix émises par les administrateurs représentant les travailleurs. Pouvoirs

Art. 19.Le conseil d'administration est chargé de l'exécution des directives tracées par la commission paritaire et est responsable de

Art. 17.De raad van bestuur vergadert op uitnodiging van de voorzitter die ertoe gehouden is de raad van bestuur tenminste twee keer per jaar samen te roepen en op verzoek van een derde van de leden. Besluitvorming

Art. 18.De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen wanneer maximum vijf werkgevers-vertegenwoordigers en maximum vijf werknemers-vertegenwoordigers aanwezig zijn en wanneer tenminste twee werkgeversvertegenwoordigers en tenminste twee werknemersvertegenwoordigers aanwezig zijn. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de stemmen van de bestuurders en bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de bestuurders werkgeversvertegenwoordigers en bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de bestuurders werknemersvertegenwoordigers. Bevoegdheden

Art. 19.De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de door het paritair comité gegeven richtlijnen en is verantwoordelijk

Art. 20.Le conseil peut déléguer la gestion journalière du fonds avec

Art. 20.De raad mag het dagelijks bestuur van het fonds, inclusief

Art. 21.Les administrateurs ne contractent aucune obligation

Art. 21.De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan

Art. 22.Le conseil d'administration du fonds de sécurité d'existence

Art. 22.De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid

Art. 23.L'exercice social prend cours le 1er janvier et se clôture le 31 décembre de chaque année.

Art. 24.A l'échéance d'un exercice social, les comptes annuels sont transmis à un réviseur d'entreprise ou à un expert comptable désigné par la commission paritaire en vertu de l'article 12 de la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité d'existence. Le réviseur ou l'expert-comptable désigné procède à la vérification des comptes qui lui ont été transmis. A cet effet, il dispose d'un droit illimité de surveillance et d'enquête sur toutes les opérations comptables du fonds sans jamais s'immiscer dans la gestion de celui-ci. Il peut prendre connaissance, sans déplacement, des livres, de la correspondance, des procès-verbaux et de toutes écritures quelconques du fonds.

Art. 25.Une fois sa mission accomplie, le réviseur ou l'expert comptable fait rapport écrit à la commission paritaire. Une copie de ce rapport est transmise par la commission paritaire au Ministre qui a le Travail dans ces attributions. CHAPITRE IX. - Mode de dissolution, de liquidation et d'affectation du patrimoine

Art. 26.Le fonds de sécurité d'existence est institué pour une durée indéterminée. Le fonds de sécurité d'existence ne peut être dissous que par convention collective de travail. En cas de dissolution volontaire du fonds, la commission paritaire nommera, s'il y a lieu, des liquidateurs, déterminera leurs pouvoirs et décidera de la destination des biens et valeurs du fonds, après acquittement du passif, en donnant à ces biens et valeurs une affectation se rapprochant autant que possible de l'objet en vue duquel le fonds dissous a été créé. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 9 janvier 2013. La Ministre de l'Emploi,

Art. 23.Het boekjaar vangt aan op 1 januari van elk jaar en wordt afgesloten op 31 december.

Art. 24.Bij het verstrijken van een boekjaar worden de jaarrekeningen overgemaakt aan een door het paritair comité aangeduide bedrijfsrevisor of accountant overeenkomstig de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. De aangeduide bedrijfsrevisor of accountant verifieert de documenten die hem werden overgemaakt. Hij beschikt daarover over een onbeperkt recht van toezicht en onderzoek over alle boekhoudkundige verrichtingen van het fonds, doch hij mag zich nooit met het beheer ervan inlaten. Hij kan ter plaatse inzage nemen van de boeken, de briefwisseling, de notulen en om het even welk geschrift van het fonds.

Art. 25.Wanneer zijn opdracht is volbracht brengt de revisor of de accountant verslag uit aan het paritair comité. Een copie van dit verslag wordt door het paritair comité overgemaakt aan de Minister die de arbeid onder zijn bevoegdheid heeft. HOOFDSTUK IX. - Wijze van ontbinding, vereffening en aanwending van het vermogen

Art. 26.Het fonds voor bestaanszekerheid is opgericht voor een onbepaalde duur. Het fonds voor bestaanszekerheid kan slechts door collectieve arbeidsovereenkomst worden ontbonden. In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds, zal het paritair comité zo nodig vereffenaars benoemen, hun bevoegdheden vaststellen en beslissen over de bestemming van de goederen en de waarde van het fonds, na vereffening van de schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven welke zoveel mogelijk het doel benadert met het oog waarop het ontbonden fonds werd opgericht. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2013. De Minister van Werk,