← Retour vers "Arrêté royal établissant des normes de produits pour les carburants destinés au secteur du transport d'origine renouvelable "
| Arrêté royal établissant des normes de produits pour les carburants destinés au secteur du transport d'origine renouvelable | Koninklijk besluit houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT 8 JUILLET 2018. - Arrêté royal établissant des normes de produits pour les carburants destinés au secteur du transport d'origine renouvelable PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 8 JULI 2018. - Koninklijk besluit houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu la loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits ayant | Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter |
| pour but la promotion de modes de production et de consommation | bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter |
| durables et la protection de l'environnement et de la santé, l'article | bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, artikel 5, § 1, |
| 5, § 1er, alinéa 1er, 1°, 3°, 5°, 6° et 9°, modifié par les lois du 27 | eerste lid, 1°, 3°, 5°, 6° en 9°, gewijzigd bij de wetten van 27 juli |
| juillet 2011 et 16 décembre 2015; | 2011 en 16 december 2015; |
| Vu l'arrêté royal du 26 novembre 2011 établissant des normes de | Gelet op het koninklijk besluit van 26 november 2011 houdende bepaling |
| produits pour les biocarburants; | van productnormen voor biobrandstoffen; |
| Vu l'association des gouvernements régionaux à l'élaboration du | Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij het ontwerpen |
| présent arrêté dans le cadre de la Conférence Interministérielle de | van dit besluit, in het kader van de Interministeriële Conferentie |
| l'Environnement du 23 novembre 2017; | Leefmilieu van 23 november 2017; |
| Vu l'avis du Conseil fédéral du Développement durable, donné le 14 | Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, gegeven op 14 februari 2018; |
| février 2018; | Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, |
| Vu l'avis de Conseil central de l'Economie, donné le 22 février 2018; | gegeven op 22 februari 2018; |
| Vu l'avis du Conseil de la Consommation, donné le 22 février 2018; | Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 22 februari 2018; |
| Vu l'avis du Conseil Supérieur de la Santé, donné le 7 mars 2018; | Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 7 maart 2018; |
| Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 10 avril 2018; | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 10 |
| Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 2 mai 2018; | april 2018; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 mei 2018; |
| Vu la communication à la Commission européenne, le 26 octobre 2017 en | Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie op 26 oktober 2017 |
| application de l'article 5, paragraphe 1 de la directive (UE) | met toepassing van artikel 5, lid 1 van richtlijn (EU) 2015/1535 van |
| 2015/1535 du Parlement européen et du Conseil du 9 septembre 2015 | het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een |
| prévoyant une procédure d'information dans le domaine des | |
| réglementations techniques et des règles relatives aux services de la | informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en |
| société de l'information; | regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij; |
| Vu l'avis 63.561 du Conseil d'Etat, donné le 22 juin 2018, en | Gelet op advies 63.561 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2018, |
| application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op |
| Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Sur la proposition de la Ministre de l'Environnement et de l'Energie, | Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu en Energie, en op het |
| et de l'avis des Ministres qui en ont délibérés en Conseil, | advies van de in Raad vergaderde Ministers, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
| CHAPITRE I. - Dispositions générales | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Article 1er.Le présent arrêté transpose: |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in: |
| 1° partiellement les articles 17, 18 et 19 de la directive 2009/28/CE | 1° de gedeeltelijke omzetting van artikelen 17, 18 en 19 van de |
| du Parlement européen et du Conseil du 23 avril 2009 relative à la | richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 |
| promotion de l'utilisation de l'énergie produite à partir de sources | april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit |
| renouvelables et modifiant puis abrogeant les directives 2001/77/CE et | hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn |
| 2003/30/CE; | 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG; |
| 2° partiellement l'article 2 et les annexes I et II de la directive | 2° de gedeeltelijke omzetting van het artikel 2 en bijlagen I en II |
| van de richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad | |
| (UE) 2015/1513 du Parlement européen et du Conseil du 9 septembre 2015 | van 9 september 2015 tot wijziging van de Richtlijn 98/70/EG |
| modifiant la directive 98/70/CE concernant la qualité de l'essence et | betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot |
| des carburants diesel et modifiant la directive 2009/28/CE relative à | |
| la promotion de l'utilisation de l'énergie produite à partir de | wijziging van de Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik |
| sources renouvelables. | van energie uit hernieuwbare bronnen. |
| CHAPITRE II. - Définitions | HOOFDSTUK II. - Definities |
Art. 2.Pour l'application du présent arrêté, on entend par : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
| 1° la Directive 2009/28/CE : la Directive 2009/28/CE du Parlement | 1° de Richtlijn 2009/28/EG: de Richtlijn 2009/28/EG van het Europees |
| européen et du Conseil du 23 avril 2009 relative à la promotion de | Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik |
| l'utilisation de l'énergie produite à partir de sources renouvelables | van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en |
| et modifiant puis abrogeant les directives 2001/77/CE et 2003/30/CE; | intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG; |
| 2° carburant destiné au secteur du transport : tous les combustibles | 2° transportbrandstof : alle brandstoffen die verbruikt worden voor |
| qui sont utilisés dans un but de transport; | transportdoeleinden; |
| 3° biomasse : la fraction biodégradable des produits, des déchets et | 3° biomassa: de biologisch afbreekbare fractie van producten, |
| des résidus d'origine biologique provenant de l'agriculture (y compris | afvalstoffen en residuen van biologische oorsprong uit de landbouw |
| les substances végétales et animales), de la sylviculture et des industries connexes, y compris la pêche et l'aquaculture, ainsi que la fraction biodégradable des déchets industriels et municipaux; 4° biocarburant : un combustible liquide ou gazeux utilisé pour le transport et produit à partir de la biomasse; 5° énergie produite à partir de sources renouvelables : énergie produite à partir de sources non fossiles renouvelables, à savoir : énergie éolienne, solaire, aérothermique, géothermique, hydrothermique, marine et hydroélectrique, biomasse, gaz de décharge, gaz des stations d'épuration d'eaux usées et biogaz; 6° déchet : une substance telle que définie à l'article 3, 1), de la | (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, met inbegrip van de visserij en de aquacultuur, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval; 4° biobrandstof: vloeibare of gasvormige brandstof voor vervoer die geproduceerd is uit biomassa; 5° energie uit hernieuwbare bronnen: energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, namelijk: wind, zon, aerothermische, geothermische, hydrothermische energie en energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties en biogassen; 6° afvalstof: een stof als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van de |
| directive 2008/98/CE du Parlement européen et du Conseil du 19 | Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 |
| novembre 2008 relative aux déchets et abrogeant certaines directives; | november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een |
| les substances qui ont été délibérément modifiées ou contaminées pour | aantal richtlijnen; stoffen die doelbewust zijn gewijzigd of besmet om |
| répondre à cette définition ne relèvent pas de la présente définition; | aan die definitie te voldoen, vallen niet binnen die begripsomschrijving; |
| 7° plantes riches en amidon : les plantes comprenant principalement | 7° zetmeelrijke gewassen: gewassen die hoofdzakelijk granen bevatten |
| des céréales (indépendamment du fait qu'on utilise les graines seules | (ongeacht of enkel de granen dan wel de volledige plant worden |
| ou la plante entière, comme dans le cas du maïs vert), des tubercules | gebruikt, zoals in het geval van snijmaïs), knollen en wortelgewassen |
| et des racines comestibles (tels que les pommes de terre, les | (zoals aardappelen, aardperen, zoete aardappelen, cassave en |
| topinambours, les patates douces, le manioc et l'igname), ainsi que des cormes (tels que le taro et le cocoyam); | yamswortelen) en stengelknolgewassen (zoals taro en cocoyam); |
| 8° matières ligno-cellulosiques : des matières composées de lignine, de cellulose et d'hémicellulose telles que la biomasse provenant des forêts, les cultures énergétiques ligneuses et les résidus et déchets des industries forestières; 9° matières cellulosiques non alimentaires : des matières premières essentiellement composées de cellulose et d'hémicellulose et ayant une teneur en lignine inférieure à celle des matières ligno-cellulosiques; elles incluent des matières contenant des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale (tels que la paille, les tiges et les feuilles, les enveloppes et les coques), des cultures énergétiques herbeuses à faible teneur en amidon (telles que l'ivraie, le panic érigé, le miscanthus, la canne de Provence et les cultures de couverture antérieures et postérieures aux cultures principales), des résidus industriels (y compris des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale après l'extraction des huiles végétales, sucres, amidons et protéines) et des matières provenant de biodéchets; 10° résidu de transformation : une substance qui ne constitue pas le ou les produits finaux qu'un processus de production tend directement à obtenir; il ne s'agit pas de l'objectif premier du processus de production; 11° carburants liquides et gazeux renouvelables destinés au secteur du transport, d'origine non biologique : les combustibles liquides ou gazeux, autres que les biocarburants, dont le contenu énergétique provient de sources d'énergie renouvelables autres que la biomasse et qui sont utilisées dans les transports; 12° résidus de l'agriculture, de l'aquaculture, de la pêche et de la sylviculture : les résidus qui sont directement générés par l'agriculture, l'aquaculture, la pêche et la sylviculture; ils n'incluent pas les résidus issus d'industries connexes ou de la transformation; 13° valeur réelle : la réduction des émissions de gaz à effet de serre pour certaines ou toutes les étapes du processus de production des biocarburants, calculée selon la méthode définie à l'annexe 1, partie C; 14° valeur type : une estimation de la réduction représentative des émissions de gaz à effet de serre qui est associée à une filière donnée de production de biocarburants; 15° valeur par défaut : une valeur établie à partir d'une valeur type compte tenu de facteurs préétablis et pouvant, dans des conditions précisées dans le présent arrêté, être utilisée à la place de la valeur réelle; | 8° lignocellulosisch materiaal: materiaal bestaande uit lignine, cellulose en hemicellulose, zoals biomassa afkomstig van bossen, houtachtige energiegewassen en residuen en afvalstoffen van de houtsector; 9° cellulosemateriaal van niet-voedingsgewassen: grondstoffen hoofdzakelijk bestaande uit cellulose en hemicellulose, en met een lager ligninegehalte dan lignocellulosisch materiaal; het omvat residuen van voedsel- en voedergewassen (zoals stro, stelen en bladeren, vliezen en doppen), grasachtige energiegewassen met een laag zetmeelgehalte (zoals raaigras, panicum vergatum, miscanthus, pijlriet en bodembedekkende gewassen die worden verbouwd voor en na de hoofdgewassen), industriële residuen (ook uit voedsel- en voedergewassen nadat plantaardige oliën, suikers, zetmeel en eiwitten zijn geëxtraheerd) en materiaal uit bioafval; 10° procesresidu: een stof die niet het eindproduct (de eindproducten) vormt waarop een productieproces rechtstreeks is gericht; het vormt geen hoofddoel van het productieproces; 11° hernieuwbare vloeibare of gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong: andere vloeibare of gasvormige brandstoffen dan biobrandstoffen waarvan de energie-inhoud afkomstig is van andere hernieuwbare energiebronnen dan biomassa en die in de vervoersector worden gebruikt; 12° van landbouw, aquacultuur, visserij of bosbouw afkomstige residuen: residuen die rechtstreeks afkomstig zijn uit de landbouw, de aquacultuur, de visserij, en de bosbouw, doch met uitsluiting van residuen van aanverwante bedrijfstakken of van verwerking; 13° feitelijke waarde: de broeikasgasemissiereductie die bereikt wordt met bepaalde of met alle stappen van een specifiek productieproces voor biobrandstof als berekend volgens de werkwijze in deel C van bijlage 1; 14° typische waarde: een raming van de representatieve broeikasgasemissiereductie die kenmerkend is voor een bepaalde productieroute van biobrandstoffen; 15° standaardwaarde: een waarde die is afgeleid van een typische waarde middels toepassing van tevoren vastgestelde factoren en die, onder in dit besluit welomschreven voorwaarden, gebruikt mag worden in plaats van een feitelijke waarde; |
| 16° zones NUTS 2 : zones de territoire classées au niveau 2 de la | 16° grondgebied NUTS 2: grondgebied dat volgens Verordening (EG) nr. |
| nomenclature des unités territoriales statistiques (NUTS) ou | 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 |
| correspondant à un niveau plus fin de la NUTS conformément au | betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van |
| Règlement (CE) n° 1059/2003 du Parlement européen et du Conseil du 26 | territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) dan wel als een meer |
| gedesaggregeerd NUTS-niveau zijn ingedeeld als niveau 2 geklasseerd is | |
| mai 2003 relatif à l'établissement d'une nomenclature commune des | in de nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek |
| unités territoriales statistiques (NUTS); | (NUTS); |
| Dans ces zones, les émissions types de gaz à effet de serre prévues | In deze zones zijn de voorziene typische broeikasgasemissies die |
| résultant de la culture de matières premières agricoles sont | resulteren uit de teelt van landbouwgrondstoffen lager of gelijk aan |
| inférieures ou égales aux émissions déclarées dans l'annexe 1, partie | de emissies die zijn aangegeven in bijlage 1, deel D - |
| D - Valeurs par défaut détaillées pour la culture; | Gedesaggregeerde standaardwaarden voor de teelt; |
| 17° conditionnalités : les exigences et normes prévues par les | 17° randvoorwaarden: de eisen en normen, vermeld in de bepalingen, |
| dispositions visées sous le titre « Environnement » de l'annexe II, | bedoeld in de titel "Milieu", in deel A van bijlage II en in punt 9 |
| partie A et point 9 du règlement (CE) n° 73/2009 du Conseil du 19 | van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 |
| janvier 2009 établissant des règles communes pour les régimes de | januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften |
| soutien direct en faveur des agriculteurs dans le cadre de la | voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van |
| politique agricole commune et établissant certains régimes de soutien | het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde |
| en faveur des agriculteurs, ainsi que les exigences minimales pour le | steunregelingen voor landbouwers, alsmede de krachtens artikel 6, § 1, |
| maintien de bonnes conditions agricoles et environnementales au sens | van die verordening vastgestelde minimumeisen inzake goede landbouw- |
| de l'article 6, § 1 dudit Règlement; | en milieuconditie; |
| 18° opérateur économique : personne physique ou morale qui a la | 18° marktpartij: fysische of rechtspersoon die de biomassa, de |
| propriété ou le contrôle physique de la biomasse, des produits | tussenproducten, de halffabricaten en de producten in eigendom heeft |
| intermédiaires, des produits semi-finis et des produits, de l'origine | of er de fysieke controle over heeft, van bij het begin tot de |
| des biocarburants à leur disponibilité sur le marché, avant le mélange | beschikbaarheid ervan op de markt voor biobrandstoffen, voor de |
| avec les carburants fossiles pour une ou plusieurs étapes de la chaîne | bijmenging met fossiele brandstoffen, voor een of meerdere stappen van |
| de production; | de productieketen; |
| 19° le Ministre : le Ministre qui a l'Environnement dans ses | 19° de Minister: de Minister bevoegd voor Leefmilieu; |
| attributions; 20° l'autorité compétente : la Direction générale Environnement du | 20° de bevoegde overheid: het Directoraat-generaal Leefmilieu van de |
| Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne | Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de |
| alimentaire et Environnement; | Voedselketen en Leefmilieu; |
| 21° le directeur général : le directeur général de la Direction | 21° de directeur-generaal: de directeur-generaal van het |
| générale Environnement du Service public fédéral Santé publique, | Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst |
| Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement. | Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. |
| CHAPITRE III. - Obligation préalable à la mise sur le marché des | HOOFDSTUK III. - Voorafgaande verplichting voor het op de markt |
| carburants renouvelables destinés au secteur du transport | brengen van hernieuwbare transportbrandstoffen |
Art. 3.Pour chaque lot de biocarburants, qui est mis sur le marché, |
Art. 3.Voor elk lot biobrandstof, dat op de markt wordt gebracht, |
| est établie une déclaration de produit qui contient les informations | |
| visées à l'article 6 et qui est communiquée à l'autorité compétente | wordt een productverklaring opgesteld die de in artikel 6 bedoelde |
| informatie bevat, en die aan de bevoegde overheid wordt meegedeeld | |
| conformément à l'article 7. | overeenkomstig artikel 7. |
| Pour chaque lot de carburants liquides et gazeux renouvelables | Voor elk lot hernieuwbare vloeibare of gasvormige |
| destinés au secteur du transport, d'origine non biologique, est | transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong, dat op de markt |
| établie une déclaration de produit qui contient les informations | wordt gebracht, wordt een productverklaring opgesteld die de in |
| visées à l'article 8 et qui est communiquée à l'autorité compétente | artikel 8 bedoelde informatie bevat, en die aan de bevoegde overheid |
| conformément à l'article 9. | wordt meegedeeld overeenkomstig artikel 9. |
| CHAPITRE IV. - Critères de durabilité | HOOFDSTUK IV. - Duurzaamheidscriteria |
| Section 1re. - Critères de durabilité pour des biocarburants | Afdeling 1. - Duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen |
Art. 4.§ 1er. Si la déclaration de produit vise à en apporter la |
Art. 4.§ 1. Indien de productverklaring er de bewijsvoering van |
| preuve, l'autorité compétente examine la conformité du lot de | beoogt, onderzoekt de bevoegde overheid de conformiteit van het lot |
| biocarburant aux critères de durabilité définis : | biobrandstof aan de duurzaamheidscriteria van: |
| aux paragraphes 2 à 6 lorsque les matières premières sont cultivées | 1° paragrafen 2 tot 6 indien de grondstoffen worden geteeld op het |
| sur le territoire de l'Union européenne; | grondgebied van de Europese Unie; |
| aux paragraphes 2 à 5 lorsque les matières premières sont cultivées en | 2° paragrafen 2 tot 5 indien de grondstoffen worden geteeld buiten het |
| dehors du territoire de l'Union européenne; | grondgebied van de Europese Unie; |
| au paragraphe 2 lorsque le biocarburant est produit à partir de | 3° paragraaf 2 als de biobrandstof vervaardigd is uit niet van |
| déchets et de résidus autres que les résidus provenant de | |
| l'agriculture, de l'aquaculture, de la pêche et de la sylviculture. | landbouw, aquacultuur, visserij of bosbouw afkomstige afvalstoffen en |
| Dans le cas contraire, le lot de biocarburant est réputé non durable. | residuen. In het tegenovergestelde geval, wordt het lot biobrandstof niet |
| duurzaam geacht. | |
| § 2. La réduction des émissions de gaz à effet de serre résultant de | § 2. De broeikasgasemissiereductie ten gevolge van het gebruik van |
| l'utilisation de biocarburants qui sont pris en considération aux fins | biobrandstoffen die voor de in paragraaf 1 bedoelde doeleinden in |
| visées au paragraphe 1er, est d'au moins soixante pour cent pour les | aanmerking wordt genomen, bedraagt minstens zestig procent voor |
| biocarburants produits dans des installations entrant en service après | biobrandstoffen die worden geproduceerd in installaties die |
| le 5 octobre 2015. Une installation est considérée comme étant en | operationeel worden na 5 oktober 2015. Een installatie wordt geacht |
| service si la production physique de biocarburants y est en cours. | operationeel te zijn wanneer de fysieke productie van biobrandstoffen |
| Dans le cas d'installations qui étaient en service le 5 octobre 2015 | plaatsvindt. In het geval van installaties die operationeel waren op |
| ou avant, aux fins visées au paragraphe 1er, la réduction des | of vóór 5 oktober 2015, bedraagt, om voor de in paragraaf 1 bedoelde |
| émissions de gaz à effet de serre résultant de l'utilisation de | doeleinden in aanmerking te komen, de broeikasgasemissiereductie ten |
| biocarburants est d'au moins trente-cinq pour cent jusqu'au 31 | gevolge van het gebruik van biobrandstoffen minstens vijvendertig |
| décembre 2017 et d'au moins cinquante pour cent à compter du 1er | procent tot en met 31 december 2017 en minstens vijftig procent vanaf |
| janvier 2018. La réduction des émissions de gaz à effet de serre | 1 januari 2018. De broeikasgasemissiereductie door het gebruik van |
| résultant de l'utilisation de biocarburants est calculée conformément | biobrandstoffen wordt berekend overeenkomstig artikel 10. |
| à l'article 10 . § 3. Les biocarburants ne sont pas produits à partir de matières | § 3. De biobrandstoffen worden niet geproduceerd uit grondstoffen |
| premières provenant de terres de grande valeur en termes de diversité | |
| biologique, c'est-à-dire de terres qui possédaient l'un des statuts | verkregen van land met een grote biodiversiteit, d.w.z. land dat in of |
| suivants, en janvier 2008 ou postérieurement, qu'elles aient ou non | na januari 2008 één van de hierna vermelde statussen had, ongeacht of |
| conservé ce statut à ce jour : | het die status nog steeds heeft: |
| 1° forêts primaires et autres surfaces boisées primaires, c'est-à-dire les forêts et autres surfaces boisées d'essences indigènes, lorsqu'il n'y a pas d'indication clairement visible d'activité humaine et que les processus écologiques ne sont pas perturbés de manière importante; 2° zones affectées par la loi ou par l'autorité compétente concernée : a) à la protection de la nature, ou b) à la protection d'écosystèmes ou d'espèces rares, menacés ou en voie de disparition, reconnus par des accords internationaux ou figurant sur les listes établies par des organisations intergouvernementales ou par l'Union internationale pour la Conservation de la nature, sous réserve de leur reconnaissance conformément à l'article 18, § 4, alinéa 2, de la Directive 2009/28/CE; sauf à produire des éléments attestant que la production de ces matières premières n'a pas compromis ces objectifs de protection de la nature; 3° prairies présentant une grande valeur sur le plan de la biodiversité, qui respectent les critères et les zones géographiques des prairies présentant une grande valeur sur le plan de la biodiversité comme défini dans le règlement (UE) n° 1307/2014 de la Commission du 8 décembre 2014 concernant la définition des critères et des zones géographiques pour les prairies présentant une grande valeur | 1° oerbos en andere beboste gronden, d.w.z. bos en andere beboste gronden met inheemse soorten, waar er geen duidelijk zichtbare tekenen van menselijke activiteiten zijn en de ecologische processen niet in significante mate zijn verstoord; 2° gebieden die bij wet of door de relevante bevoegde autoriteiten zijn aangewezen: a) voor natuurbeschermingsdoeleinden, of b) voor de bescherming van zeldzame, kwetsbare of bedreigde ecosystemen of soorten, die bij internationale overeenkomst zijn erkend of opgenomen zijn op lijsten van intergouvernementele organisaties of van de Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur, mits deze gebieden zijn erkend overeenkomstig artikel 18, § 4, tweede alinea van Richtlijn 2009/28/EG; tenzij wordt aangetoond dat de productie van die grondstoffen geen invloed heeft op die natuurbeschermingsdoeleinden; 3° graslanden met grote biodiversiteit, die voldoen aan de criteria en geografische grenzen van graslanden met grote biodiversiteit zoals vastgesteld in verordening (EU) Nr. 1307/2014 van de Commissie van 8 december 2014 houdende vaststelling van de criteria en geografische grenzen van graslanden met grote biodiversiteit voor de doeleinden van |
| sur le plan de la biodiversité aux fins de l'article 7 ter, paragraphe 3, point c), de la directive 98/70/CE du Parlement européen et du Conseil concernant la qualité de l'essence et des carburants diesel et de l'article 17, paragraphe 3, point c), de la directive 2009/28/CE du Parlement européen et du Conseil relative à la promotion de l'utilisation de l'énergie produite à partir de sources renouvelables et c'est-à-dire : a) prairies naturelles, à savoir celles qui, en l'absence d'intervention humaine, resteraient des prairies et qui préservent la composition des espèces naturelles ainsi que les caractéristiques et processus écologiques; ou b) prairies non naturelles, à savoir celles qui, en l'absence d'intervention humaine, cesseraient d'être des prairies, et qui sont riches en espèces et non dégradées, sauf à produire des éléments attestant que la récolte des matières premières est nécessaire à la préservation du statut de prairie. | artikel 7 ter, lid 3, onder c), van richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en artikel 17, lid 3, onder c), van richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen, en die: a) natuurlijk zijn, d.w.z. graslanden die zonder menselijk ingrijpen graslanden zouden blijven en die hun natuurlijke soortensamenstelling en ecologische kenmerken en processen hebben behouden; of b) niet natuurlijk zijn, d.w.z. graslanden die zonder menselijk ingrijpen zouden ophouden graslanden te zijn en die rijk zijn aan soorten en niet zijn aangetast, tenzij is aangetoond dat het oogsten van de grondstoffen noodzakelijk is voor het behoud van de status van grasland. |
| § 4. Les biocarburants ne sont pas produits à partir de matières premières provenant de terres présentant un important stock de carbone, c'est-à-dire de terres qui possédaient l'un des statuts suivants, en janvier 2008, et qui ne possèdent plus ce statut: 1° zones humides, c'est-à-dire des terres couvertes ou saturées d'eau en permanence ou pendant une partie importante de l'année; 2° zones forestières continues, c'est-à-dire des étendues de plus d'un hectare caractérisées par un peuplement d'arbres d'une hauteur supérieure à cinq mètres et des frondaisons couvrant plus de trente pour cent de leur surface ou par un peuplement d'arbres pouvant atteindre ces seuils in situ; 3° étendues de plus d'un hectare caractérisées par un peuplement d'arbres d'une hauteur supérieure à cinq mètres et des frondaisons couvrant entre dix et trente pour cent de leur surface ou par un peuplement d'arbres pouvant atteindre ces seuils in situ, à moins qu'il n'ait été prouvé que le stock de carbone de la zone, avant et après sa conversion, est tel que, quand la méthodologie établie à l'annexe 1, partie C, est appliquée, les conditions prévues au | § 4. De biobrandstoffen worden niet geproduceerd uit grondstoffen verkregen van land met hoge koolstofvoorraden, d.w.z. land dat in januari 2008 één van de hierna vermelde statussen had maar deze status niet langer heeft: 1° waterrijke gebieden, d.w.z. land dat permanent of tijdens een groot gedeelte van het jaar onder water staat of verzadigd is met water; 2° permanent beboste gebieden, d.w.z. gebieden van meer dan een hectare met bomen van hoger dan vijf meter en een bedekkingsgraad van meer dan dertig procent of bomen die deze drempels ter plaatse kunnen bereiken; 3° gebieden van meer dan een hectare met bomen van hoger dan vijf meter en een bedekkingsgraad van tien tot dertig procent of bomen die deze drempels ter plaatse kunnen bereiken, tenzij aangetoond wordt dat de voor en na omschakeling aanwezige koolstofvoorraden van een zodanige omvang zijn dat bij toepassing van de in bijlage 1, deel C, |
| paragraphe 2 sont remplies. | vastgestelde methode aan de voorwaarden van paragraaf 2 zou zijn |
| Le présent paragraphe ne s'applique pas si, au moment de l'obtention | voldaan. De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op land dat, |
| des matières premières, les terres avaient le même statut qu'en | op het tijdstip dat de grondstof werd verkregen, dezelfde status had |
| janvier 2008. | als in januari 2008. |
| § 5. Les biocarburants ne sont pas fabriqués à partir de matières | § 5. De biobrandstoffen worden niet geproduceerd uit grondstoffen |
| premières obtenues à partir de terres qui étaient des tourbières en | verkregen van land dat in januari 2008 veengebied was, tenzij |
| janvier 2008, à moins qu'il n'ait été prouvé que la culture et la | aangetoond wordt dat de teelt en het oogsten van deze grondstoffen |
| récolte de ces matières premières n'impliquent pas le drainage des | geen ontwatering van een voorheen niet-ontwaterde bodem met zich |
| sols auparavant non drainés. | brengt. |
| § 6. Les matières premières agricoles cultivées dans l'Union | § 6. Landbouwgrondstoffen die in de Europese Unie worden geteeld en |
| européenne et utilisées pour la production de biocarburants sont | gebruikt voor de productie van biobrandstoffen worden verkregen |
| obtenues conformément aux conditionnalités fixées en la matière. | overeenkomstig de ter zake vastgelegde randvoorwaarden. |
| § 7. Pour l'application du paragraphe 3, 2° et 3°, du paragraphe 4, 1° | § 7. Voor de toepassing van paragraaf 3, 2° en 3°, paragraaf 4, 1° en |
| et du paragraphe 5, lorsque les matières premières proviennent de | paragraaf 5, indien de grondstoffen afkomstig zijn uit land gelegen in |
| terres situées en Belgique, sont visées : les zones Natura 2000, les | België, zijn bedoeld: de Natura 2000-gebieden, de natuurreservaten en |
| réserves naturelles et les zones humides à haut intérêt biologique, | de waterrijke gebieden met een grote biologische waarde, zoals |
| telles que définies conformément aux directives 79/409/CEE du 2 avril | gedefinieerde in overeenstemming met richtlijnen 79/409/EEG van 2 |
| 1979 et 92/43/CEE du 21 mai 1992 et à la loi du 12 juillet 1973 sur la | april 1979 en 92/43/EEG van 21 mei 1992 en met de wet van 12 juli 1973 |
| protection de la nature. | op de natuurbescherming. |
| Pour l'application du paragraphe 4, 2° et 3°, lorsque les matières | Voor de toepassing van paragraaf 4, 2° en 3°, indien de grondstoffen |
| premières proviennent de terres situées en Belgique, sont visées les terres réservées à l'activité forestière par le plan régional ou local d'affectation des sols au 1er janvier 2008 et qui ne possèdent plus ce statut.Section 2. - Critères de durabilité pour des carburants liquides et gazeux renouvelables destinés au secteur du transport, d'origine non biologique Art. 5.La production intentionnelle de résidus de transformation et de déchets pour produire des carburants liquides et gazeux renouvelables destinés au secteur du transport, d'origine non biologique est interdite. |
afkomstig zijn uit land gelegen in België, is bedoeld land dat bestemd is voor bosbouw door het gewestelijke of lokale bodembestemmingsplan op 1 januari 2008 en deze status niet langer heeft.Afdeling 2. - Duurzaamheidscriteria voor hernieuwbare vloeibare of gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong Art. 5.De opzettelijke productie van procesresidu en afvalstof om hernieuwbare vloeibare of gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong te produceren, is verboden. |
| CHAPITRE V. - Dispositions relatives à l'établissement de la | HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende de opstelling van de |
| déclaration de produit | productverklaring |
| Section 1re. - Dispositions relatives à l'établissement de la | Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de opstelling van de |
| déclaration de produit pour des biocarburants | productverklaring voor biobrandstoffen |
Art. 6.Chaque lot de biocarburant mis sur le marché est identifié par |
Art. 6.Elk lot biobrandstof dat op de markt wordt gebracht, wordt |
| un numéro de référence unique attribué par l'autorité compétente. Ce | geïdentificeerd door een enig referentienummer dat wordt toegekend |
| numéro établit le lien entre le lot de biocarburant et la déclaration | door de bevoegde overheid. Dit nummer stelt de link vast tussen het |
| de produit. | lot biobrandstof en de productverklaring. |
| La déclaration de produit contient au moins les informations suivantes | De productverklaring bevat tenminste volgende informatie: |
| : 1° la date d'émission; | 1° de datum van uitgifte; |
| 2° l'identité du producteur de biocarburants; | 2° de identiteit van de biobrandstoffenproducent; |
| 3° la quantité délivrée, exprimée en termes d'énergie (MJ) et de volume (m3); | 3° de geleverde hoeveelheid, uitgedrukt in energie (MJ) en volume (m3); |
| 4° la date de livraison; | 4° de leveringsdatum; |
| 5° une description du produit; | 5° een beschrijving van het product; |
| 6° le lieu de livraison; | 6° de plaats van levering; |
| 7° le numéro de référence unique; | 7° het enig referentienummer; |
| 8° la réduction d'émissions de gaz à effet de serre par rapport au | 8° de broeikasgasemissiereductie ten opzichte van het fossiele |
| carburant fossile de référence, exprimée en pour cent, comme déterminé | alternatief, uitgedrukt in procent, zoals bepaald in bijlage 1, deel |
| à l'annexe 1, partie C, 4, et calculée suivant l'article 10; | C, 4, en berekend volgens artikel 10; |
| 9° une déclaration du producteur de biocarburants que le lot satisfait | 9° een verklaring van de biobrandstoffenproducent dat het lot voldoet |
| aux critères de durabilité prévus à l'article 4, §§ 3 à 5; | aan de duurzaamheidscriteria voorzien in artikel 4, §§ 3 tot 5; |
| 10° le pays d'origine de la biomasse; | 10° het land van oorsprong van de biomassa; |
| 11° si la biomasse a été produite sur des sols sévèrement et fortement | 11° of de biomassa geproduceerd is op ernstig en zwaar verontreinigde |
| dégradés; | gronden; |
| 12° le cas échéant, le moyen utilisé pour démontrer le respect des | 12° desgevallend, het gebruikte middel om de naleving van de |
| critères de durabilité prévus à l'article 4 ainsi que l'organisme de | duurzaamheidscriteria voorzien in artikel 4 aan te tonen evenals het |
| contrôle indépendant agréé qui a certifié le respect de ces critères; | erkend onafhankelijke controleorganisme die de naleving ervan heeft |
| 13° si le biocarburant est produit à partir de déchets et de résidus | gecertificeerd; 13° of de biobrandstof vervaardigd is uit niet van landbouw, |
| autres que les résidus provenant de l'agriculture, de l'aquaculture, | aquacultuur, visserij of bosbouw afkomstige afvalstoffen en residuen; |
| de la pêche et de la sylviculture; | |
| 14° si les matières premières ont été cultivées et récoltées en | 14° of de grondstoffen werden geteeld en geoogst in België of in de |
| Belgique ou dans les autres Etats membres de l'Union européenne sous | andere lidstaten van de Europese Unie onder het voorwaardenstelsel; |
| le régime des conditionnalités; | |
| 15° la filière de production du biocarburant; | 15° de productieketen van de biobrandstof; |
| 16° le cas échéant, le volume de biocarburants dérivés des groupes de | 16° desgevallend het volume biobrandstof in eenheden energie |
| cultures relevant des catégories visées à l'annexe 2, partie A; | overeenkomstig de respectievelijke categorieën van de in bijlage 2, |
| Deel A vermelde gewasgroepen; | |
| 17° les émissions de gaz à effet de serre produites sur l'ensemble du | 17° de broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus per eenheid |
| cycle de vie par unité d'énergie calculées conformément à l'article | energie berekend volgens de bepalingen van artikel 10, evenals de |
| 10, en ce compris les émissions estimatives provisoires moyennes | voorlopig gemiddelde waarden van de geraamde emissies afkomstig van |
| provenant de biocarburants et liées aux changements indirects dans | biobrandstoffen ten gevolge van indirecte veranderingen in het |
| l'affectation des sols, telles que définies à l'annexe 2, partie A; | landgebruik zoals bepaald in bijlage 2 Deel A; |
| 18° le cas échant, le volume de biocarburants dérivés des matières | 18° desgevallend het volume biobrandstof die uit de in bijlage 3, Deel |
| premières relevant des catégories visées à l'annexe 3, partie A et le | |
| volume de biocarburants dérivés des matières premières relevant des | A, geclassificeerde grondstoffen wordt verkregen en het volume |
| catégories visées à l'annexe 3, partie B. En ce qui concerne les | biobrandstof die uit de in bijlage 3, Deel B, geclassificeerde |
| matières premières utilisées pour la production de ces biocarburants : | grondstoffen wordt verkregen. Met betrekking tot de voor de productie |
| la nature exprimée conformément à la classification de l'annexe 3, la | van deze biobrandstoffen gebruikte grondstoffen: de aard uitgedrukt |
| provenance géographique et la quantité en tonnes ou m3. Le cas | conform de classificatie van bijlage 3, de geografische herkomst en de |
| échéant, une déclaration des autorités compétentes pour la mise en | hoeveelheid in ton of m3. Desgevallend een verklaring van de overheid |
| oeuvre de la directive 2008/98/CE du Parlement européen et du Conseil | bevoegd voor de implementatie van de richtlijn 2008/98/EG van het |
| du 19 novembre 2008 relative aux déchets et abrogeant certaines | Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende |
| directives ou une autre preuve démontrant que les matières premières | afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen of een ander |
| bewijs dat aantoont dat de grondstoffen die gebruikt werden voor de | |
| utilisées pour la production de biocarburants ont le statut de déchet | productie van de biobrandstoffen het afvalstatuut hebben en de |
| et respectent la hiérarchie des déchets. | afvalhiërarchie respecteren. |
Art. 7.Endéans les trente jours après la mise sur le marché du lot de |
Art. 7.Binnen dertig dagen nadat het lot biobrandstof op de markt |
| biocarburant, les informations visées à l'article 6 sont téléchargées | wordt gebracht, wordt de in artikel 6 bedoelde informatie opgeladen |
| par voie électronique selon les modalités déterminées par l'autorité | via elektronische weg volgens de modaliteiten vastgesteld door de |
| compétente et publiées sur son site web. | bevoegde overheid en gepubliceerd op haar website. |
| Section 2. - Dispositions relatives à l'établissement de la | Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de opstelling van de |
| déclaration de produit pour des carburants liquides et gazeux renouvelables destinés au secteur du transport, d'origine non biologique Art. 8.Chaque lot de carburants liquides et gazeux renouvelables destinés au secteur du transport, d'origine non biologique mis sur le marché est identifié par un numéro de référence unique attribué par l'autorité compétente. Ce numéro établit le lien entre le lot de carburants liquides et gazeux renouvelables destinés au secteur du transport, d'origine non biologique et la déclaration de produit. La déclaration de produit contient au moins les informations suivantes : 1° la date d'émission; 2° l'identité du producteur des carburants destinés au secteur du transport; 3° la quantité délivrée, exprimée en termes d'énergie (MJ) et de |
productverklaring voor hernieuwbare vloeibare of gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong Art. 8.Elk lot hernieuwbare vloeibare of gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong dat op de markt wordt gebracht, wordt geïdentificeerd door een enig referentienummer dat wordt toegekend door de bevoegde overheid. Dit nummer stelt de link vast tussen het lot hernieuwbare vloeibare of gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong en de productverklaring. De productverklaring bevat tenminste volgende informatie: 1° de datum van uitgifte; 2° de identiteit van de producent van de transportbrandstoffen; |
| volume (m3); | 3° de geleverde hoeveelheid uitgedrukt in energie ((MJ) en volume (m3); |
| 4° la date de livraison; | 4° de leveringsdatum; |
| 5° une description du produit; | 5° een beschrijving van het product; |
| 6° le lieu de livraison; | 6° de plaats van levering; |
| 7° le numéro de référence unique; | 7° het enig referentienummer; |
| 8° le pays de production des carburants destinés au secteur du | 8° het land van productie van de transportbrandstof; |
| transport; 9° la filière de production des carburants destinés au secteur du | 9° de productieketen van de transportbrandstof; |
| transport; 10° les émissions de gaz à effet de serre produites sur l'ensemble du | 10° de broeikasgasemissies geproduceerd gedurende de levenscyclus per |
| cycle de vie par unité d'énergie; | eenheid energie, |
| 11° la nature et la provenance des matières premières utilisées pour | 11° de aard en herkomst van de grondstoffen gebruikt voor de productie |
| la production de ces carburants destinés au secteur du transport et | van de transportbrandstoffen en een verklaring van de overheid bevoegd |
| une déclaration des autorités compétentes pour la mise en oeuvre de la | voor de implementatie van de richtlijn 2008/98/EG van het Europees |
| directive 2008/98/CE du Parlement européen et du Conseil du 19 | Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en |
| novembre 2008 relative aux déchets et abrogeant certaines directives | tot intrekking van een aantal richtlijnen of een ander bewijs dat |
| ou une autre preuve démontrant que les matières premières utilisées | aantoont dat de grondstoffen die gebruikt werden voor de productie van |
| pour la production de biocarburants ont le statut de déchet et | de biobrandstoffen het afvalstatuut hebben en de afvalhiërarchie |
| respectent la hiérarchie des déchets. | respecteren. |
Art. 9.Endéans les 30 jours après la mise sur le marché du lot de |
Art. 9.Binnen 30 dagen nadat het lot hernieuwbare vloeibare of |
| carburants liquides et gazeux renouvelables destinés au secteur du | gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong op de |
| transport, d'origine non biologique, les informations visées à l'article 8 sont téléchargées par voie électronique selon les modalités déterminées par l'autorité compétente et publiées sur son site web. CHAPITRE VI. - Calcul de l'impact des carburants renouvelables sur les gaz à effet de serreSection 1re. - Calcul de l'impact des biocarburants sur les gaz à effet de serre
Art. 10.La réduction des émissions de gaz à effet de serre résultant de l'utilisation de biocarburants est calculée de la manière suivante : |
markt wordt gebracht, wordt de in artikel 8 bedoelde informatie opgeladen via elektronische weg volgens de modaliteiten vastgesteld door de bevoegde overheid en gepubliceerd op haar website. HOOFDSTUK VI. - Berekening van het effect van hernieuwbare transportbrandstoffen op de broeikasgasemissies
Afdeling 1. - Berekening van het effect van biobrandstoffen op de broeikasgasemissies Art. 10.De broeikasgasemissiereductie door het gebruik van biobrandstoffen wordt berekend als volgt: |
| 1° lorsque l'annexe 1, partie A ou B, fixe une valeur par défaut pour | 1° indien een standaardwaarde voor de broeikasgasemissiereductie met |
| les réductions des émissions de gaz à effet de serre associées à la | betrekking tot de productieketen is vastgesteld in bijlage 1, deel A |
| filière de production et lorsque la valeur el pour ces biocarburants, | of B, en indien de el-waarde voor deze biobrandstoffen berekend |
| calculée conformément à l'annexe 1, partie C, 7, est égale ou | overeenkomstig bijlage 1, deel C, 7, gelijk is aan of lager is dan |
| inférieure à zéro, cette valeur par défaut est utilisée; | nul, wordt die standaardwaarde gebruikt; |
| 2° en utilisant la valeur réelle calculée selon la méthode définie à | 2° de feitelijke waarde, berekend overeenkomstig de in bijlage 1, deel |
| l'annexe 1, partie C; ou | C, vastgestelde methode, wordt gebruikt; of |
| 3° en utilisant une valeur calculée correspondant à la somme des | 3° er wordt een waarde gebruikt die wordt berekend als de som van de |
| facteurs de la formule visée à l'annexe 1, partie C, 1, où les valeurs | factoren van de formule in bijlage 1, deel C, 1, waarbij |
| par défaut détaillées de l'annexe 1, partie D ou E, peuvent être | gedesaggregeerde standaardwaarden in bijlage 1, deel D of E, kunnen |
| utilisées pour certains facteurs et les valeurs réelles calculées | worden gebruikt voor een aantal factoren en de feitelijke waarden, |
| conformément à la méthodologie définie à l'annexe 1, partie C, pour | berekend volgens de methode van bijlage 1, deel C, voor alle andere |
| tous les autres facteurs. | factoren. |
| CHAPITRE VII. - Moyens de preuve du respect des critères de durabilité | HOOFDSTUK VII. - Bewijsmiddelen van de naleving van de |
| Section 1re. - Moyens de preuve du respect des critères de durabilité | duurzaamheidscriteriaAfdeling 1. - Bewijsmiddelen van de naleving van de |
| des biocarburants | duurzaamheidscriteria van biobrandstoffen |
Art. 11.Le respect des critères de durabilité prévus à l'article 4 est démontré sur base : |
Art. 11.De naleving van de duurzaamheidscriteria voorzien in artikel 4 wordt aangetoond op basis van: |
| 1° soit d'un système volontaire, reconnu conformément à l'article 12; | 1° ofwel een vrijwillig systeem, erkend overeenkomstig artikel 12; |
| 2° soit d'accords bilatéraux ou multilatéraux établis entre des pays | 2° ofwel bilaterale of multilaterale akkoorden afgesloten tussen derde |
| tiers et l'Union européenne, reconnus conformément à l'article 12. | landen en de Europese Unie, erkend overeenkomstig artikel 12. |
Art. 12.Les systèmes volontaires ainsi que les accords bilatéraux ou |
Art. 12.De vrijwillige systemen evenals de door de Europese Unie |
| multilatéraux conclus par l'Union européenne, visés à l'article 11, 1° | afgesloten bilaterale of multilaterale overeenkomsten, bedoeld in |
| et 2°, sont ceux qui font l'objet d'une décision de la Commission | artikel 11, 1° en 2°, zijn deze waarvoor een besluit van de Europese |
| européenne, telle que visée à l'article 18, §§ 4 à 6, de la Directive | Commissie is genomen zoals bedoeld in artikel 18, §§ 4 tot 6, van |
| 2009/28/CE. | Richtlijn 2009/28/EG. |
| Section 2. - Moyens de preuve du respect des critères de durabilité | Afdeling 2. - Bewijsmiddelen van de naleving van de |
| des carburants renouvelables destinés au secteur du transport sauf | duurzaamheidscriteria van hernieuwbare vloeibare of gasvormige |
| biocarburants | transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong |
Art. 13.Au cas où les matières premières utilisées sont des déchets, |
Art. 13.Als de gebruikte grondstoffen afval zijn, of procesresidu, |
| ou des résidus de transformation, la preuve en est fournie par une | wordt het bewijs geleverd door een verklaring van de overheid bevoegd |
| déclaration des autorités compétentes pour la mise en oeuvre de la | voor de implementatie van de richtlijn 2008/98/EG van het Europees |
| directive 2008/98/CE du Parlement européen et du Conseil du 19 | Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en |
| novembre 2008 relative aux déchets et abrogeant certaines directives | tot intrekking van een aantal richtlijnen die bevestigt dat de |
| confirmant que les matières premières utilisées pour la production de | grondstoffen die gebruikt werden voor de productie van de |
| biocarburants ont le statut de déchet et respectent la hiérarchie des | biobrandstoffen het afvalstatuut hebben en de afvalhiërarchie |
| déchets. | respecteren. |
| Le Ministre détermine le moyen de preuve du respect de la réduction | De Minister bepaalt het bewijsmiddel van de naleving van de minimale |
| minimale des émissions de gaz à effet de serre des carburants liquides | broeikasgasemissiereductie van hernieuwbare vloeibare of gasvormige |
| et gazeux renouvelables destinés au secteur du transport, d'origine | transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong. |
| non biologique | |
| CHAPITRE X. - Rapportage | HOOFDSTUK X. - Rapportage |
Art. 14.Sur base des informations recueillies conformément aux |
Art. 14.Op grond van de overeenkomstig artikels 6 tot 9 verzamelde |
| articles 6 à 9, l'autorité compétente établit et publie sur son site | informatie, stelt de bevoegde overheid een openbaar rapport op en |
| web un rapport public. | publiceert het op zijn website. |
| CHAPITRE XI. - Disposition abrogatoire et finale | HOOFDSTUK XI. - Opheffing - en slotbepaling |
Art. 15.L'arrêté royal du 26 novembre 2011 établissant des normes de |
Art. 15.Het koninklijk besluit van 26 november 2011 houdende bepaling |
| produits pour les biocarburants est abrogé. | van productnormen voor biobrandstoffen wordt opgeheven. |
Art. 16.Le ministre qui a l'Environnement dans ses attributions est |
Art. 16.De minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de |
| chargé de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
| Bruxelles, le 8 juillet 2018. | Brussel, 8 juli 2018. |
| PHILIPPE | FILIP |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de l'Environnement et de l'Energie, | De Minister van Leefmilieu en Energie, |
| M. C. MARGHEM | M. C. MARGHEM |
| Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |