← Retour vers "Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 26 février 1985 portant nomination des membres de la Commission visée à l'article 14 de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités "
| Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 26 février 1985 portant nomination des membres de la Commission visée à l'article 14 de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1985 houdende de benoeming der leden van de Commissie bedoeld in artikel 14 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en vakbonden van haar personeel |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL CHANCELLERIE ET SERVICES GENERAUX 5 SEPTEMBRE 2001. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 26 février 1985 portant nomination des membres de la Commission visée à l'article 14 de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ EN ALGEMENE DIENSTEN 5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1985 houdende de benoeming der leden van de Commissie bedoeld in artikel 14 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en vakbonden van haar personeel ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les | Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
| autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op |
| autorités, notamment l'article 14, § 1er, alinéa 2, modifié par la loi | artikel 14, § 1, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1983 en |
| du 19 juillet 1983 et remplacé par la loi du 24 mars 1999; | vervangen bij de wet van 24 maart 1999; |
| Vu l'arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du | Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering |
| 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités | van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
| publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités, | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op |
| notamment l'article 66, modifié par l'arrêté royal du 10 avril 1995 ; | artikel 66, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995; |
| Vu l'arrêté royal du 26 février 1985 portant nomination des membres de | Gelet op het koninklijk besluit van 26 februari 1985 houdende de |
| la Commission visée à l'article 14 de la loi du 19 décembre 1974 | benoeming der leden van de Commissie bedoeld in artikel 14 van de wet |
| organisant les relations entre les autorités publiques et les | van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de |
| syndicats des agents relevant de ces autorités, modifié par l'arrêté | overheid en de vakbonden van haar personeel, gewijzigd bij het |
| royal du 9 décembre 1999; | koninklijk besluit van 9 december 1999; |
| Considérant que M. Cordier, P., par lettre du 25 mai 2001 et Mme | Overwegende dat de heer Cordier, P., bij brief van 25 mei 2001 en |
| Santens, M., par lettre du 1er juin 2001 ont présenté leur démission | Mevr. Santens, M., bij brief van 1 juni 2001 hun ontslag hebben |
| de Membre de la susdite Commission, que leur démission a été acceptée | ingediend als lid van voornoemde Commissie, dat hun ontslag wordt |
| et qu'il y a lieu de pourvoir à leur remplacement; | aanvaard en dat een vervanger dient worden aangeduid; |
| Sur la proposition de Notre Premier Ministre, de Notre Ministre de la | Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van |
| Justice et de Notre Ministre de la Fonction publique, | Justitie en van Onze Minister van Ambtenarenzaken, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.A l'article 1er, les 2° et 3°, de l'arrêté royal du 26 |
Artikel 1.In artikel 1, de 2° en 3°, van het koninklijk besluit van |
| février 1985 portant nomination des membres de la Commission visée à | 26 februari 1985 houdende de benoeming der leden van de Commissie |
| l'article 14 de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations | bedoeld in artikel 14 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van |
| entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de | de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, |
| ces autorités, sont remplacés par les dispositions suivantes : | worden vervangen door de volgende bepalingen : |
| « 2° M. Nouwynck, Lucien, avocat général près la Cour d'appel de | « 2° de heer Nouwynck, Lucien, advocaat-generaal bij het hof van |
| Bruxelles, membre; » | beroep te Brussel, lid; » |
| « 3° Mme Ceulemans, Beatrix, vice-présidente du tribunal du travail de | « 3° Mevr. Ceulemans, Beatrix, ondervoorzitter van de arbeidsrechtbank |
| Bruxelles, membre. » | te Brussel, lid. » |
Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| au Moniteur belge. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 3.Notre Premier Ministre, Notre Ministre de la Justice et Notre |
Art. 3.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Justitie en Onze |
| Ministre de la Fonction publique sont, chacun en ce qui le concerne, | Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met |
| chargés de l'exécution du présent arrêté. | de uitvoering van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 5 septembre 2001. | Gegeven te Brussel, 5 september 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Premier Ministre, | De Eerste Minister, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |
| Le Ministre de la Fonction publique, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
| Pour le Ministre de la Justice, absent : | Voor de Minister van Justitie, afwezig : |
| Le Ministre des Télécommunications et des Entreprises | De Minister voor de Telecommunicatie en Overheidsbedrijven |
| et Participations publiques, | en Participaties, |
| R. DAEMS | R. DAEMS |