Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 10 juin 1999, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative au droit à l'interruption de la carrière professionnelle | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het recht op beroepsloopbaanonderbreking |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
5 SEPTEMBRE 2001. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 10 juin 1999, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, |
Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative au droit | gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende |
à l'interruption de la carrière professionnelle (1) | het recht op beroepsloopbaanonderbreking (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | |
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour le commerce du | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
métal; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel; | |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 10 juin 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten |
Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative à | in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het recht |
l'interruption de la carrière professionnelle. | op beroepsloopbaanonderbreking. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 5 septembre 2001. | Gegeven te Brussel, 5 september 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Sous-commission paritaire pour le commerce du métal | Paritair Subcomité voor de metaalhandel |
Convention collective de travail du 10 juin 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999 |
Droit à l'interruption de la carrière professionnelle | Recht op beroepsloopbaanonderbreking |
(Convention enregistrée le 8 octobre 1999 | (Overeenkomst geregistreerd op 8 oktober 1999 |
sous le numéro 52516/CO/149.04) | onder het nummer 52516/CO/149.04) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs, aux ouvriers et aux ouvrières des entreprises | de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die |
ressortissant à la Sous-commission paritaire pour le commerce du | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. |
métal. Pour l'application de la présente convention collective de travail, on | Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "werklieden" verstaan : |
entend par "ouvriers" : les ouvriers et les ouvrières. | de werklieden en de werksters. |
CHAPITRE II. - Référence | HOOFDSTUK II. - Verwijzing |
Art. 2.La présente convention collective de travail est conclue |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten |
conformément à et en exécution : | overeenkomstig en in uitvoering van : |
- des dispositions du chapitre IV, section 5 "Interruption de la | - de bepalingen van hoofdstuk IV, afdeling 5 "Onderbreking van de |
carrière professionnelle", prévues dans la loi de redressement du 22 | beroepsloopbaan", voorzien in de herstelwet van 22 januari 1985 |
janvier 1985 et prévoyant des dispositions sociales et des arrêtés | houdende sociale bepalingen en aan de terzake getroffen |
d'exécution pris en la matière (Moniteur belge du 24 janvier 1985); | uitvoeringsbesluiten (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985); |
- de l'arrêté royal du 2 janvier 1991 sur l'octroi des indemnités | - koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van |
d'interruption (Moniteur belge du 12 janvier 1991) et toutes ces | onderbrekingsuitkeringen (Belgisch Staatsblad van 12 januari 1991) en |
modifications; | al haar wijzigingen; |
- de l'arrêté royal du 10 août 1998 visant l'instauration d'un droit à | - koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot instelling van een recht |
l'interruption de carrière (Moniteur belge du 8 septembre 1998). | op loopbaanonderbreking (Belgisch Staatsblad van 8 september 1998). |
CHAPITRE III. - Droit à l'interruption de carrière pour 4 p.c. des | HOOFDSTUK III. - Recht op loopbaanonderbreking voor 4 pct. van de |
travailleurs | werknemers |
Art. 3.Conformément à l'arrêté royal du 10 août 1998 visant à |
Art. 3.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot |
l'instauration d'un droit à l'interruption de carrière et sans porter | instelling van een recht op loopbaanonderbreking en onverminderd |
préjudice aux dispositions plus avantageuses au niveau des | |
entreprises, le nombre moyen de travailleurs pouvant par année civile | gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak is het gemiddeld aantal |
et par entreprise bénéficier du droit à l'interruption de carrière est | werknemers dat per kalenderjaar en per onderneming van het recht op |
égal à 4 p.c. du nombre de moyen de travailleurs occupés dans | loopbaanonderbreking kan genieten minimum gelijk aan 4 pct. van het |
gemiddeld aantal werknemers dat tijdens het afgelopen kalenderjaar in | |
l'entreprise au cours de l'année civile écoulée, exprimés en | de onderneming was tewerkgesteld, uitgedrukt in voltijdse |
équivalents temps plein. | equivalenten. |
Art. 4.Dans les entreprises qui au 30 juin de l'année précédente |
Art. 4.In de ondernemingen die op 30 juni van het voorgaande jaar |
occupent moins de 100 travailleurs, ce droit est défini comme suit : | minder dan 100 werknemers tewerkstellen wordt het recht als volgt |
- dans les entreprises occupant de 15 à 50 travailleurs, 2 ouvriers | gedefinieerd : - in de ondernemingen van 15 tot en met 50 werknemers hebben 2 |
ont droit à l'interruption de carrière; | werklieden recht op loopbaanonderbreking; |
- dans les entreprises qui occupent de 51 à 99 travailleurs, 3 | - in ondernemingen van 51 tot en met 99 werknemers hebben 3 werklieden |
ouvriers ont droit à une interruption de carrière. | recht op loopbaanonderbreking. |
Art. 5.Les périodes d'interruption peuvent être prises avec un |
Art. 5.De onderbrekingsperioden mogen worden genomen met een minimum |
minimum de 3 mois et un maximum de 1 an. La durée minimum de 3 mois | van 3 maanden en een maximum van 1 jaar. De minimale duur van 3 |
n'est pas requise lorsqu'il s'agit d'une prolongation. | maanden is niet vereist wanneer het om een verlenging gaat. |
Sur la totalité de la carrière professionnelle, les périodes | De betrokken onderbrekingsperioden mogen over het geheel van de |
d'interruption de carrière ne peuvent dépasser 5 ans (60 mois) au total. | loopbaan in totaal niet meer bedragen dan 5 jaar (60 maanden). |
CHAPITRE IV. - Formes spécifiques d'interruption de carrière | HOOFDSTUK IV. - Specifieke vormen van loopbaanonderbreking |
Art. 6.Les dispositions spécifiques en matière d'interruption de |
Art. 6.De specifieke regelingen inzake loopbaanonderbreking, met name |
carrière, à savoir : | : |
- le droit à l'interruption de carrière pour assister ou soigner un | - recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een |
membre du ménage ou de la famille gravement malade, inscrit dans | zwaar ziek gezins- of familielid, opgenomen in het koninklijk besluit |
l'arrêté royal du 10 août 1998 (Moniteur belge du 8 septembre 1998); | van 10 augustus 1998 (Belgisch Staatsblad van 8 september 1998); |
- le droit à un congé parental dans le cadre de l'interruption de | - recht op ouderschapsverlof in het kader van loopbaanonderbreking, |
carrière, inscrit dans l'arrêté royal du 10 août 1998 modifiant | opgenomen in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot wijziging |
l'arrêté royal du 29 octobre 1997; | van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997; |
- le droit à l'interruption de carrière dans le cadre du congé | - recht op loopbaanonderbreking in het kader van palliatief verlof, |
palliatif, inscrit dans l'arrêté royal du 22 mars 1995 (Moniteur belge | opgenomen in het koninklijk besluit van 22 maart 1995 (Belgisch |
du 5 mai 1995), instaurent un droit à part à l'interruption de | Staatsblad van 5 mei 1995), installeren een apart recht op |
carrière et tombent ainsi entièrement en dehors du présent droit | loopbaanonderbreking en vallen hierdoor volledig buiten het recht van |
instauré pour 4 p.c. des travailleurs. | 4 pct. van de werknemers. |
Ceci signifie que ces formes d'interruption de carrière ne peuvent pas | Dit betekent dat deze vormen van loopbaanonderbreking in de |
être prises en compte pour effectuer le calcul des 4 p.c. | onderneming niet mee kunnen worden geteld in de berekening van de 4 pct. |
CHAPITRE V. - Passage à la prépension à temps plein | HOOFDSTUK V. - Overgang naar voltijds brugpensioen |
Art. 7.En cas de passage à la prépension à temps plein après une |
Art. 7.Bij overgang naar voltijds brugpensioen na vermindering van de |
diminution des prestations de travail dans le cadre de l'interruption | arbeidsprestaties in het kader van loopbaanonderbreking wordt de |
de carrière, l'indemnité complémentaire prépension est calculée sur | aanvullende vergoeding brugpensioen berekend op grond van het |
base du régime de travail et sur base de la rémunération que recevait | arbeidsregime en de bezoldiging die de werkman voor de vermindering |
l'ouvrier avant la diminution de ses prestations. | van zijn prestaties genoot. |
CHAPITRE VI. - Dispositions générales | HOOFDSTUK VI. - Algemene beschikkingen |
Art. 8.La présente convention collective de travail remplace la |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
convention collective de travail sur le droit à l'interruption de | arbeidsovereenkomst betreffende het recht op |
carrière du 22 mai 1995, rendue obligatoire par arrêté royal du 13 | beroepsloopbaanonderbreking van 22 mei 1995, algemeen verbindend |
février 1996 (Moniteur belge du 29 mai 1996). CHAPITRE VII. - Durée
Art. 9.La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999, et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par une des parties moyennant un préavis de trois mois, signifié par une lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal et aux organisations représentées à cette sous-commission paritaire. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 5 septembre 2001. La Ministre de l'Emploi, |
verklaard bij koninklijk besluit van 13 februari 1996 (Belgisch Staatsblad van 29 mei 1996). HOOFDSTUK VII. - Duurtijd
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend met een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de in dat paritair subcomité vertegenwoordigde organisaties. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2001. De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |