Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 12 juillet 2000, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, modifiant la convention collective de travail du 2 juin 1994 concernant l'allocation complémentaire de sécurité d'existence | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende bestaanszekerheid |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
5 SEPTEMBRE 2001. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 12 juillet 2000, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2000, |
Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
de la confection, modifiant la convention collective de travail du 2 | confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst |
juin 1994 concernant l'allocation complémentaire de sécurité d'existence (1) | van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende bestaanszekerheid (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la convention collective de travail du 2 juin 1994, conclue au sein | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994, gesloten |
de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de | in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection, relative à l'allocation | confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor |
complémentaire de sécurité d'existence, rendue obligatoire par | bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
l'arrêté royal du 10 juin 1997, notamment l'article 3; | besluit van 10 juni 1997, inzonderheid op artikel 3; |
Vu la demande de la Commission paritaire pour employés de l'industrie | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het |
de l'habillement et de la confection; | kleding- en confectiebedrijf; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 12 juillet 2000, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2000, gesloten |
Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et | in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
de la confection, modifiant la convention collective de travail du 2 | confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst |
juin 1994 concernant l'allocation complémentaire de sécurité | van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende bestaanszekerheid. |
d'existence. Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 5 septembre 2001. | Gegeven te Brussel, 5 september 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Arrêté royal du 10 juin 1997, Moniteur belge du 11 septembre 1997. | Koninklijk besluit van 10 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 11 september 1997. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et | Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- |
de la confection | en confectiebedrijf |
Convention collective de travail du 12 juillet 2000 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2000 |
Modification de la convention collective de travail du 2 juin 1994 | Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 |
concernant l'allocation complémentaire de sécurité d'existence | betreffende de bijkomende bestaanszekerheid |
(Convention enregistrée le 31 juillet 2000 sous le numéro | (Overeenkomst geregistreerd op 31 juli 2000 onder het nummer |
55403/CO/215) | 55403/CO/215) |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs et aux employés des entreprises ressortissant à la | de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren |
Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et | onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
de la confection. | confectiebedrijf. |
Art. 2.Le texte du § 1er de l'article 3 de la convention collective |
Art. 2.In artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni |
de travail du 2 juin 1994, conclue au sein de la Commission paritaire | 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het |
pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, | kleding- en confectiebedrijf betreffende de bijkomende uitkering voor |
relative à l'allocation complémentaire de sécurité d'existence, rendu | bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
obligatoire par arrêté royal du 10 juin 1997, est modifié comme suit : | besluit van 10 juni 1997, wordt de tekst van § 1 als volgt gewijzigd : |
« Art. 3.§ 1er. L'allocation complémentaire de sécurité d'existence |
« Art. 3.§ 1. De bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid wordt |
n'est octroyée que lorsqu'il est prouvé que l'ayant-droit, | slechts uitbetaald, indien bewezen wordt dat de rechthebbende |
conformément à l'article 2, a été chômeur indemnisé pendant une | overeenkomstig artikel 2 minimum één maand ononderbroken |
période ininterrompue d'un mois au moins. » | uitkeringsgerechtigd werkloos is. » |
Art. 3.Le texte de l'article 3, § 5 de la convention précitée, est modifié comme suit : |
Art. 3.In artikel 3 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt de tekst van § 5 als volgt gewijzigd : |
« Art. 3.§ 5. Le montant forfaitaire par paiement s'élève à 3 333 BEF |
« Art. 3.§ 5. Het forfaitaire bedrag per uitbetaling bedraagt 3 333 |
par mois durant les trois premiers mois de chômage indemnisé | BEF per maand gedurende de eerste drie maanden van ononderbroken |
ininterrompu. | uitkeringsgerechtigde werkloosheid. |
Per bewezen bijkomende periode van drie maanden ononderbroken | |
uitkeringsgerechtigde werkloosheid wordt een forfaitaire uitbetaling | |
Il est octroyé un paiement forfaitaire de 10 000 BEF par période | van 10 000 BEF toegekend tot het recht uitgeput is. |
supplémentaire prouvée de 3 mois de chômage indemnisé ininterrompu, | Er wordt geen andere dan de forfaitaire bedragen van 3 333 BEF en van |
jusqu'à ce que le droit soit épuisé. | |
Il n'est pas octroyé de montants autres que les montants forfaitaires | |
de 3 333 BEF et de 10 000 BEF; c'est-à-dire qu'un employé licencié qui | 10 000 BEF toegekend; dit wil zeggen dat een ontslagen bediende die |
peut justifier d'une période d'inactivité excédant la durée minimum | een langere werkloosheidsperiode dan de vereiste minimumduur kan |
mais non d'une période suffisamment longue pour un montant supérieur, | bewijzen doch een niet voldoende lange periode voor een hoger bedrag, |
n'aura pas droit à un montant supplémentaire. » | geen recht zal hebben op een bijkomend bedrag. » |
Art. 4.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
le 1er janvier 2000 et cesse de produire ses effets le 31 décembre | januari 2000 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. |
2000. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 5 septembre 2001. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2001. |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |