Arrêté royal portant approbation du règlement de la Commission bancaire, financière et des Assurances concernant les fonds propres des établissements de paiement | Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen op het eigen vermogen van de betalingsinstellingen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
5 FEVRIER 2010. - Arrêté royal portant approbation du règlement de la | 5 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het |
Commission bancaire, financière et des Assurances concernant les fonds | reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
propres des établissements de paiement | Assurantiewezen op het eigen vermogen van de betalingsinstellingen |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 21 décembre 2009 relative au statut des établissements de | Gelet op de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de |
paiement, à l'accès à l'activité de prestataire de services de | betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van |
paiement et à l'accès aux systèmes de paiement, notamment l'article | betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, |
17; | inzonderheid op artikel 17; |
Sur la proposition de Notre Ministre des Finances, | Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Le règlement de la Commission bancaire, financière et des |
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Commissie |
Assurances du 19 janvier 2010 concernant les fonds propres des | voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 19 januari 2010 op |
établissements de paiement, est approuvé. | het eigen vermogen van de betalingsinstellingen wordt goedgekeurd. |
Art. 2.Notre Ministre des Finances est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van |
présent arrêté. | dit besluit. |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 31 mars 2010. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 31 maart 2010. |
Donné à Bruxelles, le 5 février 2010. | Gegeven te Brussel, 5 februari 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre des Finances, | De Minister van Financiën, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |
Annexe à l'arrêté royal du 5 février 2010 | Bijlage bij het koninklijk besluit van 5 februari 2010 |
Règlement de la Commission bancaire, financière et des Assurances du | Reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
19 janvier 2010 concernant les fonds propres des établissements de | Assurantiewezen van 19 januari 2010 op het eigen vermogen van de |
paiement | betalingsinstellingen |
La Commission bancaire, financière et des Assurances, | De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, |
Vu la loi du 21 décembre 2009 relative au statut des établissements de | Gelet op de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de |
paiement, à l'accès à l'activité de prestataire de services de | betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van |
paiement et à l'accès aux systèmes de paiement, notamment l'article | betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, |
17; | inzonderheid op artikel 17; |
Vu la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur | Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de |
financier et aux services financiers, notamment l'article 64, modifié | financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid artikel 64, |
par l'arrêté royal du 25 mars 2003; | gewijzigd bij koninklijk besluit van 25 maart 2003; |
Vu l'avis du conseil de surveillance de la Commission bancaire, | Gelet op het advies van de raad van toezicht van de Commissie voor het |
financière et des Assurances; | Bank-, Financie- en Assurantiewezen, |
Vu l'avis de la Banque Nationale de Belgique, | Gelet op het advies van de Nationale Bank van België, |
Arrête : | Besluit : |
Section 1re. - Disposition générale, définitions et champ d'application | Afdeling 1. - Algemene bepaling, definities en toepassingsgebied |
Article 1er.Le présent règlement assure la transposition partielle de |
Artikel 1.Dit reglement heeft de gedeeltelijke omzetting tot doel van |
la Directive 2007/64/CE du Parlement européen et du Conseil du 13 | Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 |
novembre 2007 concernant les services de paiement dans le marché | november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot |
intérieur, modifiant les Directives 97/7/CE, 2002/65/CE, 2005/60/CE | wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en |
ainsi que 2006/48/CE et abrogeant la Directive 97/5/CE. | 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG. |
Art. 2.Pour l'application du présent règlement, il y a lieu d'entendre par : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : |
1° « la loi » : la loi du 21 décembre 2009 relative au statut des | 1° « de wet » : de wet van 21 december 2009 op het statuut van de |
établissements de paiement, à l'accès à l'activité de prestataire de | betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van |
services de paiement et à l'accès aux systèmes de paiement; | betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen; |
2° « la CBFA » : la Commission bancaire, financière et des Assurances; | 2° « CBFA » : de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen; |
3° « le règlement relatif aux fonds propres des établissements de | 3° « reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de |
crédit et des entreprises d'investissement » : l'arrêté de la | beleggingsondernemingen » : het besluit van de Commissie voor het |
Commission bancaire, financière et des assurances du 17 octobre 2006 | Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober 2006 over het |
concernant le règlement relatif aux fonds propres des établissements | reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de |
de crédit et des entreprises d'investissement. | beleggingsondernemingen. |
Art. 3.Les dispositions du présent règlement s'appliquent aux |
Art. 3.De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op de |
établissements de paiement de droit belge. | betalingsinstellingen naar Belgisch recht. |
Section 2. - Fonds propres | Afdeling 2. - Eigen vermogen |
Art. 4.Les fonds propres de l'établissement de paiement doivent en |
Art. 4.Het eigen vermogen van de betalingsinstelling moet steeds |
permanence être au moins égaux au montant du capital initial fixé | minstens gelijk zijn aan het bedrag van het aanvangskapitaal dat is |
conformément à l'article 11 de la loi. | vastgesteld overeenkomstig artikel 11 van de wet. |
Art. 5.Sont pris en considération comme éléments des fonds propres, |
Art. 5.Als eigenvermogensbestanddelen worden de bestanddelen in |
aanmerking genomen die als dusdanig zijn gedefinieerd in artikelen | |
les éléments définis comme tels dans les articles II.1 et II.2 du | II.1 en II.2 van het reglement op het eigen vermogen van de |
règlement relatif aux fonds propres des établissements de crédit et | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen. |
des entreprises d'investissement. | |
Pour la détermination des fonds propres des établissements de | Hierbij wordt voor de bepaling van het eigen vermogen van de |
paiement, l'application de l'article II.1, § 4, 1° à 4°bis, 5°bis et | betalingsinstellingen de toepassing van artikel II.1, § 4, 1° tot |
6°, du règlement relatif aux fonds propres des établissements de | 4°bis, 5°bis en 6° van het reglement op het eigen vermogen van de |
crédit et des entreprises d'investissement est étendue aux instruments | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen uitgebreid met de |
et créances y visés qui portent sur des établissements de paiement. | aldaar vermelde instrumenten en vorderingen die betrekking hebben op |
betalingsinstellingen. | |
Si un établissement de paiement exerce des activités autres que celles | Indien een betalingsinstelling andere activiteiten heeft dan deze |
mentionnées dans l'annexe Ire de la loi (caractère hybride), les | zoals in Bijlage I van de wet (hybride karakter) worden de |
éléments correspondants afférents à ces activités ne sont pas compris | overeenkomstige elementen voor deze activiteiten niet in het eigen |
dans les fonds propres. | vermogen opgenomen. |
Dans le cas d'un établissement de paiement auquel la CBFA a décidé | Indien de CBFA voor een instelling overgaat tot het toepassen van een |
d'appliquer un contrôle consolidé, les articles II.4 et II.5 du | geconsolideerd toezicht, worden de artikelen II.4 en II.5 van het |
règlement relatif aux fonds propres des établissements de crédit et | reglement eigen vermogen van de kredietinstellingen en de |
des entreprises d'investissement sont applicables par analogie. | beleggingsondernemingen overeenkomstig van toepassing. |
Section 3. - Coefficients et normes de solvabilité | Afdeling 3. - Solvabiliteitscoëfficiënten en -normen |
Art. 6.§ 1er. Les fonds propres de l'établissement de paiement |
Art. 6.§ 1. Het eigen vermogen van de betalingsinstelling moet steeds |
doivent en permanence être au moins égaux au montant des exigences de | minstens gelijk zijn aan de solvabiliteitsvereisten zoals berekend |
solvabilité calculées selon l'une des méthodes définies au § 2. La | volgens een van de in § 2 bepaalde methodes. De CBFA bepaalt de |
CBFA détermine la méthode qui peut être appliquée par un établissement | methode die door een betalingsinstelling mag worden toegepast na |
de paiement après s'être concertée à ce sujet avec l'établissement de | hierover overleg gepleegd te hebben met de betrokken |
paiement concerné. | betalingsinstelling. |
§ 2. | § 2. |
Méthode A | Methode A |
Le montant des fonds propres de l'établissement de paiement est au | Het eigen vermogen van de betalingsinstelling is een bedrag van ten |
moins égal à 10 % de ses frais généraux de l'année précédente. La CBFA | minste 10 % van de algemene kosten van het voorgaande jaar. De CBFA |
peut ajuster cette exigence en cas de modification significative de | mag deze vereiste aanpassen in geval van aanzienlijke wijzigingen in |
l'activité de l'établissement de paiement par rapport à l'année précédente. | de werkzaamheden van de betalingsinstelling sinds het voorgaande jaar. |
Lorsque l'établissement de paiement n'a pas enregistré une année | Wanneer de betalingsinstelling op de dag van de berekening haar |
complète d'activité à la date du calcul, l'exigence en fonds propres | werkzaamheden niet gedurende een volledig boekjaar heeft uitgeoefend |
est égale à 10 % du montant des frais généraux prévu dans son plan | bedraagt het vereiste eigen vermogen 10 % van de algemene kosten |
d'affaires, à moins que la CBFA n'exige un ajustement de ce plan. | waarin het bedrijfsplan voorziet, tenzij de CBFA een aanpassing van |
dit plan verlangt. | |
Pour l'application de cette méthode, les frais généraux pris en | Voor de toepassing van deze methode omvatten de algemene kosten die |
considération sont constitués : | aanmerking genomen worden : |
1° des biens et services divers; | 1° diverse goederen en diensten; |
2° des rémunérations, charges sociales et pensions; | 2° de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen; |
3° des amortissements, réductions de valeur et provisions pour risques | 3° de afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor |
et charges; | risico's en kosten; |
4° des autres charges d'exploitation, à l'exception des montants dont | 4° de andere bedrijfskosten, met uitzonderingen van de bedragen |
l'établissement de paiement établit qu'ils sont directement liés au | waarvan de betalingsinstelling aantoont dat zij rechtstreeks verband |
volume d'activité. | houden met het bedrijfsvolume. |
Pour les établissements de paiement à caractère hybride, seuls les | Voor betalingsinstellingen met een hybride karakter worden enkel de |
frais ayant trait aux services de paiement sont pris en considération. | kosten die verband houden met de betalingsdiensten in aanmerking genomen. |
Méthode B | Methode B |
Le montant des fonds propres de l'établissement de paiement est au | Het eigen vermogen van de betalingsinstelling is een bedrag dat |
moins égal à la somme des éléments suivants, multipliée par le facteur | minstens gelijk is aan de som van volgende elementen, vermenigvuldigd |
d'échelle k déterminé au § 3, où le volume des paiements (VP) | met een schaalfactor k, als omschreven in paragraaf 3, waarbij het |
représente un douzième du montant total des opérations de paiement | betalingsvolume een twaalfde is van het totale bedrag van de |
exécutées par l'établissement de paiement au cours de l'année | betalingstransacties die de betalingsinstelling het voorgaande jaar |
précédente : | heeft verricht : |
a) 4,0 % de la tranche du VP allant jusqu'à 5 millions EUR, plus | a) 4,0 % van het deel van het betalingsvolume tot 5 miljoen EUR, plus |
b) 2,5 % de la tranche du VP comprise entre 5 millions EUR et 10 | b) 2,5 % van het deel van het betalingsvolume boven 5 miljoen EUR tot |
millions EUR, | 10 miljoen EUR, |
plus | plus |
c) 1 % de la tranche du VP comprise entre 10 millions EUR et 100 | c) 1 % van het deel van het betalingsvolume boven 10 miljoen EUR tot |
millions EUR, | 100 miljoen EUR, |
plus | plus |
d) 0,5 % de la tranche du VP comprise entre 100 millions EUR et 250 | d) 0,5 % van het deel van het betalingsvolume boven 100 miljoen EUR |
millions EUR, | tot 250 miljoen EUR, |
plus | plus |
e) 0,25 % de la tranche du VP supérieure à 250 millions EUR. | e) 0,25 % van het deel van het betalingsvolume boven 250 miljoen EUR. |
Lorsque l'établissement de paiement n'a pas enregistré une année | Wanneer de betalingsinstelling op de dag van haar berekening haar |
werkzaamheden niet gedurende een volledig boekjaar heeft uitgeoefend, | |
complète d'activité à la date du calcul, il tient compte dans son | wordt er in de berekening rekening gehouden met het totaal bedrag van |
calcul du montant total des opérations de paiement prévues dans son | de betalingstransacties waarin het bedrijfsplan voorziet, tenzij de |
plan d'affaires, à moins que la CBFA n'exige un ajustement de ce plan. | CBFA een aanpassing van dit plan verlangt. |
Méthode C | Methode C |
Le montant des fonds propres de l'établissement de paiement est au | Het eigen vermogen van de betalingsinstelling is een bedrag dat ten |
moins égal à l'indicateur applicable défini au point a), après | minste gelijk is aan de relevante indicator als omschreven onder a), |
application du facteur de multiplication déterminé au point b), puis | vermenigvuldigd met een multiplicator als omschreven onder b), |
du facteur d'échelle k déterminé au § 3. | nogmaals vermenigvuldigd met een schaalfactor k, als omschreven in paragraaf 3. |
a) L'indicateur applicable est la somme des éléments suivants : | a) De relevante indicator is de som van het volgende : |
- produits d'intérêts, | - rente-inkomsten; |
- charges d'intérêts, | - rente-uitgaven; |
- commissions et frais perçus, et | - ontvangen provisies en vergoedingen, en |
- autres produits d'exploitation. | - overige bedrijfsopbrengsten. |
Chaque élément est inclus dans la somme avec son signe, positif ou négatif. Les produits exceptionnels ou inhabituels ne peuvent pas être utilisés pour calculer l'indicateur applicable. Les dépenses liées à l'externalisation de services fournis par des tiers peuvent minorer l'indicateur applicable si elles sont engagées par une entreprise faisant l'objet d'un contrôle au titre de la loi. L'indicateur applicable est calculé sur la base de l'observation de douze mois effectuée à la fin de l'exercice précédent. Il est calculé sur l'exercice précédent. Cependant, les fonds propres | Elk bestanddeel wordt meegeteld met het bijbehorende positieve of negatieve teken. Inkomsten uit buitengewone of ongewone posten mogen niet worden meegeteld bij de berekening van de relevante indicator. De uitgaven aan de uitbesteding van diensten die door een derde partij worden verricht, kunnen de relevante indicator verlagen als de uitgaven voor rekening komen van een onderneming die onder het toezicht van de wet valt. De relevante indicator wordt berekend op basis van de laatste twaalf-maandelijkse waarneming aan het einde van het boekjaar. De relevante indicator wordt berekend over het laatste boekjaar. Desalniettemin mag het overeenkomstig methode C berekend eigen |
calculés selon la méthode C ne peuvent pas être inférieurs à 80 % de | vermogen niet onder 80 % van het gemiddelde van de laatste drie |
la moyenne des trois exercices précédents pour l'indicateur | boekjaren voor de relevante indicator dalen. Wanneer geen |
applicable. Lorsque des chiffres audités ne sont pas disponibles, des | gecontroleerde cijfers beschikbaar zijn, mogen bedrijfsramingen worden |
estimations peuvent être utilisées. | gebruikt. |
Lorsque l'établissement de paiement n'a pas enregistré une année | Wanneer de betalingsinstelling op de dag van haar berekening haar |
complète d'activité à la date du calcul, il tient compte dans son | werkzaamheden niet gedurende een volledig boekjaar heeft uitgeoefend, |
calcul de l'indicateur applicable prévu dans son plan d'affaires, à | wordt er in de berekening rekening gehouden met de relevante indicator |
moins que la CBFA n'exige un ajustement de ce plan. | waarin het bedrijfsplan voorziet, tenzij de CBFA een aanpassing van |
b) Le facteur de multiplication est égal à : | dit plan verlangt. b) De multiplicator is : |
i) 10 % de la tranche de l'indicateur applicable allant jusqu'à 2,5 | i) 10 % van het deel van de relevante indicator tot 2,5 miljoen EUR, |
millions EUR, | |
ii) 8 % de la tranche de l'indicateur applicable comprise entre 2,5 | ii) 8 % van het deel van de relevante indicator boven 2,5 miljoen EUR |
millions EUR et 5 millions EUR, | tot 5 miljoen EUR, |
iii) 6 % de la tranche de l'indicateur applicable comprise entre 5 | iii) 6 % van het deel van de relevante indicator boven 5 miljoen EUR |
millions EUR et 25 millions EUR, | tot 25 miljoen EUR, |
iv) 3 % de la tranche de l'indicateur applicable comprise entre 25 | iv) 3 % van het deel van de relevante indicator boven 25 miljoen EUR |
millions EUR et 50 millions EUR, | tot 50 miljoen EUR, |
v) 1,5 % de la tranche de l'indicateur applicable supérieure à 50 | v) 1,5 % boven 50 miljoen EUR. |
millions EUR. | |
§ 3. Le facteur d'échelle k à utiliser pour appliquer les méthodes B | § 3. De schaalfactor k die in methode B en methode C wordt gebruikt, |
et C est égal à : | is : |
a) 0,5 lorsque l'établissement de paiement ne fournit que le service | |
de paiement mentionné au point 6 de l'annexe Ire de la loi; | a) 0,5 wanneer de betalingsinstelling alleen de in punt 6 van de in |
b) 0,8 lorsque l'établissement de paiement fournit le service de | Bijlage I van de wet vermelde betalingsdienst verricht; |
paiement mentionné au point 7 de l'annexe Ire de la loi; | b) 0,8 wanneer de betalingsinstelling een in punt 7 van de in Bijlage |
c) 1,0 lorsque l'établissement de paiement fournit l'un des services | I van de wet vermelde betalingsdienst verricht; |
de paiement mentionnés aux points 1 à 5 de l'annexe Ire de la loi. | c) 1,0 wanneer de betalingsinstelling een in de punten 1 tot en met 5 |
van de in Bijlage I van de wet vermelde betalingsdienst verricht. | |
Art. 7.La CBFA peut, sur la base d'une évaluation des processus de |
Art. 7.De CBFA kan, op basis van een evaluatie van de |
gestion des risques, de bases de données concernant les risques de | risicobeheersingsprocessen, het verzamelen en vastleggen van de |
pertes et des dispositifs de contrôle interne de l'établissement de | risicoverliesgegevens en het internecontrolesysteem van de |
paiement, exiger que l'établissement de paiement détienne un montant | betalingsinstelling, verlangen dat de betalingsinstelling een eigen |
de fonds propres pouvant être jusqu'à 20 % supérieur à l'exigence en | vermogen aanhoudt dat tot 20 % hoger is dan het vereiste eigen |
fonds propres déterminée à l'article 6, ou autoriser l'établissement | |
de paiement à détenir un montant de fonds propres pouvant être jusqu'à | vermogen zoals bepaald in artikel 6, of de betalingsinstelling |
20 % inférieur à l'exigence en fonds propres déterminée à l'article 6. | toestaan een eigen vermogen aan te houden dat tot 20 % lager is dan |
het vereiste eigen vermogen zoals bepaald in artikel 6. | |
Section 4. - Autres dispositions | Afdeling 4. - Overige bepalingen |
Art. 8.Le présent règlement entre en vigueur le 31 mars 2010. |
Art. 8.Dit reglement treedt in werking op 31 maart 2010. |
Bruxelles, le 19 janvier 2010. | Brussel, 19 januari 2010. |
Le Président, | De Voorzitter, |
J.-P. SERVAIS | J.-P. SERVAIS |
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 5 février 2010. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 februari 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre des Finances, | De Minister van Financiën, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |