Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 26 avril 2001, conclue au sein de la Commission paritaire des employés de la transformation du papier et du carton, relative à la prépension | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende het brugpensioen |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
4 SEPTEMBRE 2002. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 4 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 26 avril 2001, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, |
Commission paritaire des employés de la transformation du papier et du | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en |
carton, relative à la prépension (1) | kartonbewerking, betreffende het brugpensioen (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la demande de la Commission paritaire des employés de la | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de |
transformation du papier et du carton; | papier- en kartonbewerking; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 26 avril 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001, |
Commission paritaire des employés de la transformation du papier et du | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en |
carton, relative à la prépension. | kartonbewerking, betreffende het brugpensioen. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 4 septembre 2002. | Gegeven te Brussel, 4 september 2002. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire des employés | Paritair Comité voor de bedienden |
de la transformation du papier et du carton | van de papier- en kartonbewerking |
Convention collective de travail du 26 avril 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 2001 |
Prépension | Het brugpensioen |
(Convention enregistrée le 29 juin 2001 | (Overeenkomst geregistreerd op 29 juni 2001 |
sous le numéro 57700/CO/222) | onder het nummer 57700/CO/222) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail est |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
applicable aux employeurs et aux employé(e)s occupés dans les | de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die onder de |
entreprises relevant de la Commission paritaire de la transformation | bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de |
du papier et du carton. | papier- en kartonbewerking. |
CHAPITRE II. - Prépension à temps plein | HOOFDSTUK II. - Voltijds brugpensioen |
Art. 2.L'âge de la prépension pour les employé(e)s avec un passé |
Art. 2.De leeftijd van het brugpensioen voor de bedienden met een |
professionnel de 25 ans, est fixé à 58 ans en cas de licenciement par | beroepsverleden van 25 jaar wordt, in geval van ontslag door de |
l'employeur, sauf pour motif grave. | werkgever, uitgezonderd voor dringende redenen, vastgesteld op 58 jaar. |
Les autres modalités d'application sont celles fixées par la | De andere toepassingsmodaliteiten zijn deze bepaald door de |
convention n° 17 du Conseil national du travail concernant | overeenkomst nr 17 van de Nationale Arbeidsraad betreffende de |
l'institution d'un régime d'indemnité complémentaire pour certains | invoering van een stelsel van bijkomende uitkeringen voor sommige |
travailleurs âgés, en cas de licenciement. | oudere werknemers, in geval van ontslag. |
Art. 3.L'âge de la prépension est réduit à 56 ans pour les |
Art. 3.De leeftijd van het brugpensioen wordt, voor de bedienden met |
employé(e)s qui peuvent se prévaloir d'un passé professionnel de | |
minimum 33 ans, dont au moins 20 ans dans un régime de travail tel que | een beroepsverleden van minimum 33 jaar, waarvan minstens 20 jaar in |
een arbeidsstelsel zoals voorzien in artikel 1 van de collectieve | |
prévu à l'article 1er de la convention collective de travail n° 46 du | arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad van 23 maart |
Conseil national du travail du 23 mars 1990 et rendue obligatoire par | 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 |
l'arrêté royal du 10 mai 1990. | mei 1990, verlaagd tot 56 jaar. |
CHAPITRE III. - Prépension à mi-temps | HOOFDSTUK III. - Halftijds brugpensioen |
Art. 4.L'âge de la prépension à mi-temps est fixé à 55 ans. |
Art. 4.De leeftijd van het halftijds brugpensioen wordt vastgesteld op 55 jaar. |
Les autres modalités d'application pour la prépension à mi-temps sont | De andere toepassingsmodaliteiten voor het halftijds brugpensioen zijn |
celles fixées par la convention collective de travail n° 55 conclue le | deze vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 |
13 juillet 1993 au Conseil national du travail et rendue obligatoire | afgesloten op 13 juli 1993 in de Nationale Arbeidsraad en algemeen |
par l'arrêté royal du 17 novembre 1993. | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993. |
CHAPITRE IV. - Dispositions finales | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 5.Les dispositions concernant la prépension à temps plein à |
|
l'âge de 56 ans, prévues par l'article 3, et celles concernant la | Art. 5.De bepalingen betreffende het voltijds brugpensioen op 56 |
jaar, voorzien in artikel 3, en deze betreffende het halftijds | |
prépension à mi-temps, prévues par l'article 4, sont d'application à | brugpensioen, voorzien in artikel 4, hebben uitwerking met ingang van |
partir du 1er janvier 2001 jusqu'au 31 décembre 2002. | 1 januari 2001 tot 31 december 2002. |
Les dispositions concernant la prépension à temps plein à l'âge de 58 | De bepalingen betreffende het voltijds brugpensioen vanaf 58 jaar, |
ans, prévues par l'article 2, sont d'application à partir du 1er | voorzien in artikel 2, treedt in werking op 1 juli 2001 tot 30 juni |
juillet 2001 jusqu'au 30 juin 2004. | 2004. |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 4 septembre 2002. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 september 2002. |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |