Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 1er décembre 1999, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la Flandre orientale, relative aux avantages supplémentaires | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende bijkomende voordelen |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
4 JUILLET 2001. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 4 JULI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
collective de travail du 1er décembre 1999, conclue au sein de la | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, |
Sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la | gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van |
Flandre orientale, relative aux avantages supplémentaires (1) | Oost-Vlaanderen, betreffende bijkomende voordelen (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour le commerce de | 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de handel in |
combustibles de la Flandre orientale; | brandstoffen van Oost-Vlaanderen; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 1er décembre 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, |
Sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la | gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van |
Flandre orientale, relative aux avantages supplémentaires. | Oost-Vlaanderen, betreffende bijkomende voordelen. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 4 juillet 2001. | Gegeven te Brussel, 4 juli 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la Flandre orientale | Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen |
Convention collective de travail du 1er décembre 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999 |
Avantages supplémentaires (Convention enregistrée le 5 avril 2000 sous | Bijkomende voordelen (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder |
le numéro 54561/CO/127.02) | het nummer 54561/CO/127.02) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs et aux ouvriers des entreprises qui ressortissent à la | de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren |
Sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la | onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van |
Flandre orientale. | Oost-Vlaanderen. |
Par "ouvriers", on entend les ouvriers et ouvrières. | Worden als "arbeiders" beschouwd de werklieden en werksters. |
CHAPITRE II. - Indemnité en cas de fermeture d'entreprises | HOOFDSTUK II. - Vergoeding bij sluiting van onderneming |
Art. 2.Les ouvriers visés à l'article 1er de la présente convention |
Art. 2.De in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
collective de travail ont droit à une indemnité en cas de fermeture | bedoelde arbeiders hebben recht op een vergoeding in geval van |
d'entreprises. | sluiting van onderneming. |
CHAPITRE III. - Intervention dans les frais occasionnés par un décès | HOOFDSTUK III. - Tussenkomst in de kosten bij overlijden |
Art. 3.Une intervention dans les frais occasionnés par un décès est |
Art. 3.Aan de rechtverkrijgende van een overleden arbeider, zoals |
payée aux ayants droit d'un ouvrier décédé, visé à l'article 1er de la | bepaald in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt |
présente convention collective de travail. | een tussenkomst in de kosten bij overlijden bepaald. |
Modalités d'octroi | Toekenningsmodaliteiten |
Art. 4.Cette intervention dans les frais occasionnés par un décès est |
Art. 4.Deze tussenkomst in de kosten bij overlijden wordt betaald |
payée par le "K.A.B.O.V.", le "Kompensatiefonds voor de Arbeiders uit | door "K.A.B.O.V." het Kompensatiefonds voor de Arbeiders uit de |
de Brandstoffenhandel van de provincie Oost-Vlaanderen". | Brandstoffenhandel van de provincie Oost-Vlaanderen. |
La personne qui apporte la preuve qu'elle a supporté les frais | De persoon die het bewijs levert dat hij de begrafeniskosten heeft |
funéraires pour un ouvrier visé à l'article 1er qui est décédé dans le | gedragen van een in de loop van het jaar overleden arbeider bedoeld in |
courant de l'année a droit à une allocation de décès, à condition que | artikel 1 heeft recht op een tussenkomst in de kosten bij overlijden, |
l'ouvrier décédé ait été en possession pendant au moins cinq ans d'un | op voorwaarde dat de overleden arbeider gedurende tenminste 5 jaar in |
carnet de salaire délivré par la Sous-commission paritaire pour le | het bezit is geweest van een loonboek uitgereikt door het Paritair |
commerce de combustibles de la Flandre orientale et qu'il le fût | Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen en het |
encore au moment du décès. | nog steeds was op het ogenblik van het overlijden. |
Montant | Bedrag |
Art. 5.Le montant de l'allocation de décès s'élève à 5 000 BEF. |
Art. 5.Het bedrag van de tussenkomst in de kosten bij overlijden bedraagt 5 000 BEF. |
Modalités de liquidation | Uitkeringsmodaliteiten |
Art. 6.Ce montant est liquidé par le "Kompensatiefonds voor de |
Art. 6.Dit bedrag wordt uitgekeerd door het Kompensatiefonds voor de |
Arbeiders uit de Brandstoffenhandel van de provincie Oost-Vlaanderen | Arbeiders uit de Brandstoffenhandel van de provincie Oost-Vlaanderen |
(K.A.B.O.V.)" le jour où est apportée la preuve visée à l'article 4. | (K.A.B.O.V.) op de dag van voorlegging van het bewijs bedoeld in artikel 4. |
CHAPITRE IV. - Prime de fidélité en cas de mise à la retraite | HOOFDSTUK IV. - Getrouwheidspremie bij pensionering |
Art. 7.Les ouvriers visés à l'article 1er de la présente convention |
Art. 7.De in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
collective de travail ont droit à une prime de fidélité en cas de mise | bedoelde arbeiders hebben recht op een getrouwheidspremie bij |
à la retraite. | pensionering. |
Art. 8.La prime de fidélité en cas de mise à la retraite est liquidée |
Art. 8.De getrouwheidspremie bij pensionering wordt uitgekeerd |
au plus tard le jour de la mise à la retraite par l'employeur | uiterlijk op de dag van de pensionering, door de individuele |
individuel qui a occupé l'ouvrier en dernier lieu. | werkgever, die de arbeider als laatste heeft tewerkgesteld. |
Modalités d'octroi | Toekenningsmodaliteiten |
Art. 9.Les ouvriers visés à l'article 1er qui sont mis à la retraite, |
Art. 9.De in artikel 1 bedoelde arbeiders die op pensioen gaan, het |
la retraite anticipée et la prépension incluses, ont droit à une prime | vervroegd pensioen of brugpensioen inbegrepen, hebben recht op een |
de fidélité en cas de mise à la retraite, à condition qu'ils | getrouwheidspremie bij pensionering mits zij de volgende voorwaarden |
remplissent les conditions suivantes : | vervullen : |
1° être âgés d'au moins 58 ans; | 1° minimum 58 jaar zijn; |
2° avoir été en possession d'un carnet de salaire les dix dernières | 2° de laatste tien jaar voor de pensionering of brugpensionering in |
années précédant la mise à la retraite ou la prépension; | het bezit geweest zijn van een loonboek; |
3° compter les dix dernières années précédant la mise à la retraite ou | |
la prépension une moyenne de cent dix jours de prestations sur une | 3° in de laatste tien jaar voor de pensionering of brugpensionering |
base annuelle, compte tenu des journées d'absence résultant d'un | gemiddeld honderd en tien gepresteerde dagen hebben op jaarbasis, |
accident de travail. | inclusief dagen van een arbeidsongeval. |
Modalités de liquidation | Uitkeringsmodaliteiten |
Art. 10.Le montant de cette prime de fidélité en cas de mise à la |
Art. 10.Het bedrag van de getrouwheidspremie bij pensionering |
retraite comporte quatre semaines de salaire, calculé sur base du | bedraagt vier weken loon berekend op het uurloon van de laatst |
salaire horaire du dernier jour des prestations. | gepresteerde dag. |
CHAPITRE V. - Disposition finale | HOOFDSTUK V. - Slotbepaling |
Art. 11.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
le 1er janvier 2000 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle | januari 2000 en is gesloten voor onbepaalde duur. Ze vervangt de |
remplace les articles 16, 17 et 18 de la convention collective de | bepalingen van de artikelen 16, 17 en 18 van de collectieve |
travail du 18 décembre 1996, conclue au sein de la Sous-commission | arbeidsovereenkomst van 18 december 1996, gesloten in het Paritair |
paritaire pour le commerce de combustibles de la Flandre orientale, | Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot |
fixant les conditions de travail et de rémunération, rendue | vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend |
obligatoire par arrêté royal du 23 juin 1998 (Moniteur belge du 27 | verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1998 (Belgisch Staatsblad |
août 1998) et la convention collective de travail du 18 décembre 1996, | van 27 augustus 1998) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 |
conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce de | december 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in |
combustibles de la Flandre orientale, relative à l'allocation de | brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende de tussenkomst bij |
décès, rendue obligatoire par arrêté royal du 22 décembre 1997 | overlijden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van |
(Moniteur belge du 27 août 1998) et la convention collective de | 22 december 1997 (Belgisch Staatsblad van 27 augustus 1998) en de |
travail du 18 décembre 1996, conclue au sein de la Sous-commission | collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996, gesloten in het |
paritaire pour le commerce de combustibles de la Flandre orientale, | Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, |
relative à la prime de fidélité en cas de mise à la retraite, rendue | betreffende de getrouwheidspremie bij pensionering, algemeen |
obligatoire par arrêté royal du 23 décembre 1997 (Moniteur belge du 13 mai 1998). Elle peut être dénoncée par chacune des parties moyennant le respect d'un préavis de trois (3) mois, à dater du premier jour du mois suivant la date d'envoi de la dénonciation. Cette dénonciation se fait par lettre recommandée à la poste adressée au président de la Sous-commission paritaire pour le commerce de combustibles de la Flandre orientale. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 4 juillet 2001. La Ministre de l'Emploi, | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 december 1997 (Belgisch Staatsblad van 13 mei 1998). Ze kan door elk van de partijen worden opgezegd mits naleving van een opzegtermijn van drie (3) maanden te rekenen vanaf de datum van de verzending van de opzegging. Deze opzegging geschiedt bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2001. De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |