Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 3 octobre 2019, conclue au sein de la Sous-commission paritaire des tuileries, concernant l'octroi d'un régime de chômage avec complément d'entreprise conventionnel sectoriel pour la période 2021-2022 en faveur des travailleurs ayant une carrière longue (1) | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, betreffende de toekenning van een sectoraal conventioneel stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor de periode 2021-2022 voor arbeiders met een lange loopbaan (1) |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
4 FEVRIER 2020. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 4 FEBRUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 3 octobre 2019, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, |
Sous-commission paritaire des tuileries, concernant l'octroi d'un | gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, |
régime de chômage avec complément d'entreprise (RCC) conventionnel | betreffende de toekenning van een sectoraal conventioneel stelsel van |
sectoriel pour la période 2021-2022 en faveur des travailleurs ayant | werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) voor de periode 2021-2022 voor |
une carrière longue (1) | arbeiders met een lange loopbaan (1) |
PHILIPPE, Roi des Belges, | FILIP, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
Vu la demande de la Sous-commission paritaire des tuileries; | 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de |
Sur la proposition de la Ministre de l'Emploi, | pannenbakkerijen; Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 3 octobre 2019, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, |
Sous-commission paritaire des tuileries, concernant l'octroi d'un | gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, |
régime de chômage avec complément d'entreprise (RCC) conventionnel | betreffende de toekenning van een sectoraal conventioneel stelsel van |
sectoriel pour la période 2021-2022 en faveur des travailleurs ayant | werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) voor de periode 2021-2022 voor |
une carrière longue. | arbeiders met een lange loopbaan. |
Art. 2.Le ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
l'exécution du présent arrêté. | dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 4 février 2020. | Gegeven te Brussel, 4 februari 2020. |
PHILIPPE | FILIP |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Sous-commission paritaire des tuileries | Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen |
Convention collective de travail du 3 octobre 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019 |
Octroi d'un régime de chômage avec complément d'entreprise (RCC) | Toekenning van een sectoraal conventioneel stelsel van werkloosheid |
conventionnel sectoriel pour la période 2021-2022 en faveur des | met bedrijfstoeslag (SWT) voor de periode 2021-2022 voor arbeiders met |
travailleurs ayant une carrière longue (Convention enregistrée le 14 | een lange loopbaan (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2019 |
novembre 2019 sous le numéro 155191/CO/113.04) | onder het nummer 155191/CO/113.04) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant à la | de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder |
Sous-commission paritaire des tuileries. | het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen. |
Les termes "ouvrier", "il", "ils",... réfèrent aux ouvriers et | De termen "arbeider", "hij", "zij",... verwijzen naar arbeiders en |
ouvrières. | arbeidsters. |
Art. 2.La présente convention collective de travail est conclue en |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter |
exécution de l'arrêté royal du 3 mai 2007 réglant le régime de chômage | uitvoering van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van |
avec complément d'entreprise (ci-après AR du 3 mai 2007). | het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (hierna KB van 3 mei |
La présente convention collective de travail est également conclue en | 2007). Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt tevens gesloten ter |
exécution des conventions collectives de travail suivantes conclues au | uitvoering van de volgende collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten |
Conseil national du travail (CNT) : | in de Nationale Arbeidsraad (NAR) : |
- n° 141 du 23 avril 2019 instituant, pour la période allant du 1er | - nr. 141 van 23 april 2019 tot invoering, voor de periode van 1 |
janvier 2021 au 30 juin 2021, un régime de complément d'entreprise | januari 2021 tot 30 juni 2021, van een stelsel van bedrijfstoeslag |
pour certains travailleurs âgés licenciés, ayant une carrière longue; | voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen; |
- n° 142 du 23 avril 2019 fixant à titre interprofessionnel, pour 2021 | - nr. 142 van 23 april 2019 tot vaststelling op interprofessioneel |
et 2022, l'âge à partir duquel régime de chômage avec complément | niveau, voor 2021 en 2022, van de leeftijd vanaf welke een stelsel van |
d'entreprise peut être octroyé à certains travailleurs âgés licenciés, | werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige |
ayant une carrière longue; | oudere werknemers met een lange loopbaan die ontslagen worden; |
- n° 17 du 19 décembre 1974 instituant un régime d'indemnité | - nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van |
complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement | aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers |
(ci-après CCT n° 17). | indien zij worden ontslagen (hierna CAO nr. 17). |
Bien que la présente convention collective de travail soit conclue | Niettegenstaande het feit dat deze collectieve arbeidsovereenkomst |
pour une période de 2 ans allant du 1er janvier 2021 au 31 décembre | gesloten is voor een periode van 2 jaar, gaande van 1 januari 2021 tot |
2022, son champ d'application est cependant strictement limité aux | en met 31 december 2022, is het toepassingsgebied uitdrukkelijk |
ouvriers ayant une carrière longue, et qui sont licenciés pendant la | beperkt tot de arbeiders met een lange loopbaan, die ontslagen worden |
période allant du 1er janvier 2021 au 30 juin 2021 et ont atteint | tijdens de periode gaande van 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 en de |
l'âge de 59 ans au plus tard le 30 juin 2021 et au moment de la fin du | leeftijd van 59 jaar bereikt hebben uiterlijk op 30 juni 2021 en op |
contrat de travail. | het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. |
CHAPITRE II. - RCC carrière longue | HOOFDSTUK II. - SWT lange loopbaan |
Art. 3.Conformément aux dispositions de l'article 3, § 7 de l'AR du 3 |
Art. 3.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 7 van het KB van |
mai 2007 et sous réserve d'éventuelles adaptations apportées à la | 3 mei 2007 en onder voorbehoud van eventuele aanpassingen aangebracht |
présente réglementation, il est octroyé un droit au complément | aan deze reglementering, wordt een recht op bedrijfstoeslag voor het |
d'entreprise pour le régime de chômage conventionnel (RCC) aux | conventioneel stelsel van werkloosheid (SWT) toegekend voor arbeiders |
ouvriers licenciés (sauf en cas de motif grave) qui répondent | die worden ontslagen (behalve in geval van dringende reden) en die |
cumulativement aux conditions suivantes : | cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen : |
- Avoir droit aux allocations de chômage légales; | - Recht hebben op een wettelijke werkloosheidsuitkering; |
- Les travailleurs licenciés entre le 1er janvier 2021 et le 30 juin | - De arbeiders ontslagen tussen 1 januari 2021 en 30 juni 2021, moeten |
2021 doivent avoir atteint l'âge de 59 ans au plus tard le 30 juin | de leeftijd van 59 jaar bereiken uiterlijk op 30 juni 2021 en op het |
2021 et au moment de la fin de leur contrat de travail; | ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; |
- Au moment de la fin du contrat de travail, pouvoir prouver une | - Op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een |
carrière professionnelle de 40 ans en qualité de salarié; | beroepsloopbaan van 40 jaar als loontrekkende kunnen bewijzen; |
- Pouvoir prouver une ancienneté sectorielle de 10 ans. Art. 4.La rémunération nette de référence est calculée sur la base des prestations à temps plein que l'ouvrier a prestées avant le début de ses prestations à temps partiel éventuelles dans le cadre du crédit-temps. Art. 5.Les parties s'accordent pour soutenir au niveau des entreprises les initiatives qui garantissent la disponibilité des collaborateurs à long terme. Concrètement il s'agit d'initiatives au niveau des formations, du management de compétences et du planning de carrière. De plus les partenaires s'engagent à promouvoir activement "la fixation" dans les systèmes où cela est possible. CHAPITRE III. - Dispense de disponibilité adaptée |
- Een sectoranciënniteit van 10 jaar kunnen aantonen. Art. 4.Het netto referteloon wordt berekend op basis van de voltijdse arbeidsprestaties die de arbeider uitoefende vóór de aanvang van eventuele deeltijdse prestaties in het kader van tijdskrediet. Art. 5.Partijen komen overeen om op bedrijfsvlak initiatieven te ondersteunen die de inzetbaarheid van de medewerkers op lange termijn verzekeren. Concreet kan het hier gaan over initiatieven op vlak van opleiding, competentiemanagement en loopbaanplanning. Tevens engageren de partners zich om het "vast klikken" voor de systemen waar dit mogelijk is, actief te promoten. HOOFDSTUK III. - Vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid |
Art. 6.En application de l'article 22, § 3 de l'AR du 3 mai 2007, les |
Art. 6.In toepassing van artikel 22, § 3 van het KB van 3 mei 2007 |
ouvriers peuvent être dispensés à leur demande de l'obligation de | kunnen arbeiders op hun vraag vrijgesteld worden van de verplichting |
disponibilité adaptée. | aangepast beschikbaar te zijn. |
CHAPITRE IV. - Validité | HOOFDSTUK IV. - Geldigheid |
Art. 7.La présente convention collective de travail est conclue pour |
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een |
une déterminée. Elle entre en vigueur le 1er janvier 2021 et prend fin | bepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 2021 en houdt op van |
le 31 décembre 2022. | kracht te zijn op 31 december 2022. |
Elle sera déposée au Greffe de la Direction Générale Relations | Zij zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie |
Collectives de Travail du Service Public Fédéral Emploi, Travail et | Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst |
Concertation sociale et la force obligatoire par arrêté royal est | Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende |
demandée. | kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd. |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 4 février 2020. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari |
La Ministre de l'Emploi, | 2020. De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |