Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 16 mars 2001 relatif aux congés et aux absences accordés à certains membres du personnel des services qui assistent le Pouvoir judicaire | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 2 JUIN 2010. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 16 mars 2001 relatif aux congés et aux absences accordés à certains membres du personnel des services qui assistent le Pouvoir judicaire ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu le Code judiciaire, l'article 353bis, inséré par la loi du 6 mai 1997, et modifié par les lois des 24 mars 1999, 12 avril 1999 et 25 avril 2007 et l'article 354, alinéa 1er, remplacé par la loi du 25 avril 2007; | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 2 JUNI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 353bis, ingevoegd bij de wet van 6 mei 1997, en gewijzigd bij de wetten van 24 maart 1999, 12 april 1999 en 25 april 2007 en artikel 354, eerste lid, vervangen bij de wet van 25 april 2007; |
Vu la loi sur le travail du 16 mars 1971, l'article 39, alinéa 3, | Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 39, derde lid, |
remplacé par la loi du 9 juillet 2004 et modifié par la loi du 22 | vervangen bij de wet van 9 juli 2004 en gewijzigd bij de wet van 22 |
décembre 2008; | december 2008; |
Vu l'arrêté royal du 16 mars 2001 relatif aux congés et aux absences | Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de |
accordés à certains membres du personnel des services qui assistent le | verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van |
Pouvoir judiciaire; | de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 25 septembre 2009; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 25 september 2009; |
Vu l'accord du Secrétaire d'Etat au Budget, donné le 2 décembre 2009; | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 2 december 2009; |
Vu l'accord du Ministre de la Fonction publique, donné le 16 décembre 2009; | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 16 december 2009; |
Vu le protocole n° 349 consignant les conclusions de la négociation au | Gelet op het protocol nr. 349 houdende de besluiten van de |
sein du Comité de secteur III Justice, en date du 19 février 2010; | onderhandelingen van het Sectorcomité III Justitie, op datum van 19 |
februari 2010; | |
Vu le protocole n° 5 du Comité de négociation des greffiers, | Gelet op het protocol nr. 5 van het onderhandelingscomité van de |
référendaires et juristes de parquet de l'Ordre judicaire, conclu le | griffiers, referendarissen en parketjuristen van de Rechterlijke Orde, |
19 février 2010; | afgesloten op 19 februari 2010; |
Vu l'avis n° 48.078/2 du Conseil d'Etat, donné le 3 mai 2010, en | Gelet op het advies nr. 48.078/2 van de Raad van State, gegeven op 3 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le | mei 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre de la Justice; | Op de voordracht van de Minister van Justitie; |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.L'article 7 de l'arrêté royal du 16 mars 2001 relatif aux |
Artikel 1.Artikel 7 van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 |
congés et aux absences accordés à certains membres du personnel des | betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan sommige |
services qui assistent le Pouvoir judiciaire est remplacé par ce qui | personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde |
suit : | staan wordt vervangen als volgt : |
« Art. 7.Le membre du personnel a droit à un congé annuel de vacances |
« Art. 7.Het personeelslid heeft recht op een jaarlijks |
dont la durée est fixée comme suit selon l'âge : | vakantieverlof waarvan de duur naargelang de leeftijd als volgt is bepaald : |
- moins de 45 ans : 26 jours ouvrables; | - minder dan 45 jaar : 26 werkdagen; |
- de 45 à 49 ans : 27 jours ouvrables; | - van 45 tot 49 jaar : 27 werkdagen; |
- de 50 à 54 ans : 28 jours ouvrables; | - van 50 tot 54 jaar : 28 werkdagen; |
- de 55 à 59 ans : 29 jours ouvrables; | - van 55 tot 59 jaar : 29 werkdagen; |
- de 60 à 61 ans : 30 jours ouvrables; | - van 60 tot 61 jaar : 30 werkdagen; |
- à 62 ans : 31 jours ouvrables; | - op 62 jaar : 31 werkdagen; |
- à 63 ans : 32 jours ouvrables; | - op 63 jaar : 32 werkdagen; |
- de 64 à 65 ans : 33 jours ouvrables. » | - van 64 tot 65 jaar : 33 werkdagen. » |
Art. 2.L'article 9, § 1er, alinéa 5, du même arrêté est complété par |
Art. 2.Artikel 9, § 1, vijfde lid, van hetzelfde besluit wordt |
la phrase suivante : | aangevuld met de volgende zin : |
« Par « congé annuel de vacances supplémentaire », il convient | « Onder « bijkomend jaarlijks vakantieverlof » dient te worden |
d'entendre le nombre de jours de congé annuel de vacances supérieur à 29 jours ouvrables. » | verstaan het aantal dagen jaarlijks vakantieverlof hoger dan 29 werkdagen. » |
Art. 3.Dans le même arrêté, il est inseré un article 25bis, rédigé |
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 25bis ingevoegd, |
comme suit : | luidende : |
« Art.25bis. Lorsque le membre du personnel féminin peut prolonger la | « Art.25bis. Wanneer het vrouwelijke personeelslid de |
période d'interruption de travail d'au moins deux semaines après la | arbeidsonderbreking na de negende week met ten minste twee weken kan |
neuvième semaine, les deux dernières semaines de la période de repos | verlengen, kunnen de laatste twee weken van de postnatale rustperiode |
postnatal peuvent être converties, à sa demande, en jours de congé de | op haar verzoek worden omgezet in verlofdagen van postnatale rust, in |
repos postnatal, en application de l'article 39, alinéa 3, de la loi sur le travail du 16 mars 1971. | toepassing van artikel 39, derde lid, van de Arbeidswet van 16 maart 1971. |
Au plus tard quatre semaines avant la fin de la période obligatoire de | Ten laatste vier weken voor het einde van de verplichte periode van |
repos postnatal, le membre du personnel féminin informe par écrit | postnatale rust, brengt het vrouwelijke personeelslid de overheid |
l'autorité dont elle relève de la conversion et du planning visés à | waaronder ze ressorteert schriftelijk op de hoogte van de omzetting en |
l'article 39, alinéa 3, de la loi sur le travail du 16 mars 1971. | de planning bedoeld in artikel 39, derde lid, van de Arbeidswet van 16 |
Les jours de congé de repos postnatal doivent être pris dans les huit | maart 1971. De verlofdagen van postnatale rust moeten worden opgenomen binnen acht |
semaines à compter de la fin de la période ininterrompue de repos | weken te rekenen vanaf het einde van de ononderbroken periode van |
postnatal. | postnatale rust. |
Les jours de congé de repos postnatal sont assimilés à une activité de | De verlofdagen van postnatale rust worden gelijkgesteld met |
service. » | dienstactiviteit. » |
Art. 4.Les articles 1er et 2 produisent leurs effets le 1er janvier |
Art. 4.De artikelen 1 en 2 hebben uitwerking met ingang van 1 januari |
2008. | 2008. |
Art. 5.Le Ministre qui a la Justice dans ses attributions est chargé |
Art. 5.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering |
de l'exécution du présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Nice, le 2 juin 2010. | Gegeven te Nice, 2 juni 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de la Justice, | De Minister van Justitie, |
S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |