Arrêté royal modifiant les articles 36 et 94 et insérant un article 94bis à l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage dans le cadre de l'engagement volontaire militaire | Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 36 en 94 en tot invoeging van een artikel 94bis in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het kader van de vrijwillige militaire inzet |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
2 AVRIL 2014. - Arrêté royal modifiant les articles 36 et 94 et | 2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 36 |
en 94 en tot invoeging van een artikel 94bis in het koninklijk besluit | |
insérant un article 94bis à l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant | van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het |
réglementation du chômage dans le cadre de l'engagement volontaire militaire | kader van de vrijwillige militaire inzet |
PHILIPPE, Roi des Belges, | FILIP, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des | Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
travailleurs, notamment l'article 7, § 1er, alinéa 3, i, remplacé par | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § |
la loi du 14 février 1961; | 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961; |
Vu l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du | Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
chômage; | werkloosheidsreglementering; |
Vu l'avis du comité de gestion de l'Office national de l'Emploi, donné | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
le 3 octobre 2013; | Arbeidsvoorziening, gegeven op 3 oktober 2013; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 11 octobre 2013; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 |
Vu l'accord du Ministre au Budget, donné le 20 décembre 2013; | oktober 2013; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 20 december 2013; |
Vu l'examen préalable de la nécessité de réaliser une évaluation | Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om |
d'incidence concernant le développement durable, concluant qu'une | een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, |
évaluation d'incidence n'est pas requise; | waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is; |
Vu l'avis 54.956/1 du Conseil d'Etat, donné le 20 février 2014, en | Gelet op advies 54.956/1 van de Raad van State, gegeven op 20 februari |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le | 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition de la Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.- A l'article 36, § 2, 9°, de l'arrêté royal du 25 |
Artikel 1.- In artikel 36, § 2, 9°, van het koninklijk besluit van 25 |
novembre 1991 portant réglementation du chômage, inséré par l'arrêté | november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij |
royal du 3 septembre 2010, les mots « du cinquième mois calendrier qui | het koninklijk besluit van 3 september 2010, worden de woorden "van de |
suit le mois au cours duquel » sont remplacés par les mots « de la | vijfde kalendermaand die volgt op de maand" vervangen door de woorden |
septième semaine calendrier qui suit la semaine au cours de laquelle ». | "van de zevende kalenderweek die volgt op de week". |
Art. 2.- L'article 94, § 6, du même arrêté, inséré par l'arrêté royal |
Art. 2.- Artikel 94, § 6, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
du 3 septembre 2010, est abrogé. | koninklijk besluit van 3 september 2010, wordt opgeheven. |
Art. 3.- Au même arrêté, il est inséré un article 94bis, rédigé comme |
Art. 3.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 94bis ingevoegd, |
suit : | luidende als volgt : |
" Art. 94bis.Le chômeur complet qui effectue un engagement volontaire |
"Art.94bis. De volledig werkloze die een vrijwillige militaire inzet |
militaire au sens de la loi du 10 janvier 2010 instituant l'engagement | vervult in de zin van de wet van 10 januari 2010 tot instelling van de |
volontaire militaire et modifiant diverses lois applicables au personnel militaire peut pendant la période qui débute le jour où il souscrit l'engagement et qui prend fin le dernier jour de la septième semaine calendrier qui suit la semaine au cours de laquelle il a souscrit cet engagement, être dispensé à sa demande de l'application des articles 51, § 1er, alinéa 2, 3° à 6°, 56 et 58. La dispense est accordée au maximum pour la durée de la période visée à l'alinéa 1er. La demande de dispense doit parvenir au bureau du chômage dans les délais fixés en vertu de l'article 138, alinéa 1er, 4°, pour la déclaration d'un événement modificatif. La demande de dispense doit contenir une déclaration du chef de corps dont il ressort que le chômeur a souscrit l'engagement visé à l'alinéa 1er et que les avantages matériels ou financiers octroyés sont fixés conformément à la loi du 10 janvier 2010 précitée. Le chômeur peut uniquement bénéficier des allocations pendant la période de la dispense pour les mois pendant lesquels il joint une attestation mensuelle, délivrée par son chef de corps, à sa carte de contrôle, dont il ressort qu'il suit régulièrement les activités imposées par l'engagement visé à l'alinéa 1er. Le chômeur et son chef de corps doivent immédiatement avertir le bureau du chômage s'il est, pendant la période visée à l'alinéa 1er, mis fin prématurément à l'engagement visé à l'alinéa 1er. Pour l'application des alinéas précédents, il est fait usage des formulaires établis par l'Office et approuvés par le Comité de gestion. La dispense n'empêche pas que les articles mentionnés à l'alinéa 1er peuvent être appliqués, si cette application est basée sur des faits qui se sont produits avant la date de début de la dispense.". Art. 4.- Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014. Art. 5.- Le ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 2 avril 2014. PHILIPPE Par le Roi : La Ministre de l'Emploi, |
vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van de verschillende wetten van toepassing op het militair personeel, kan tijdens de periode die begint de dag waarop hij een dienstneming aangaat en die eindigt de laatste dag van de zevende kalenderweek die volgt op de week tijdens dewelke hij deze dienstneming is aangegaan, op zijn vraag worden vrijgesteld van de toepassing van de artikelen 51, § 1, tweede lid, 3° tot 6°, 56 en 58. De vrijstelling wordt toegekend voor maximaal de duur van de periode bedoeld in het eerste lid. De vraag om vrijstelling moet op het werkloosheidsbureau toekomen binnen de termijnen vastgelegd krachtens artikel 138, eerste lid, 4°, voor de aangifte van een wijzigende gebeurtenis. De aanvraag om vrijstelling moet een verklaring bevatten van de korpscommandant waaruit blijkt dat de werkloze de dienstneming bedoeld in het eerste lid is aangegaan en dat de toegekende materiële of financiële voordelen zijn bepaald conform de voormelde wet van 10 januari 2010. De werkloze kan tijdens de periode van vrijstelling enkel uitkeringen genieten voor de maanden waarin hij bij zijn controlekaart een maandelijks attest toevoegt, afgeleverd door zijn korpscommandant, waaruit blijkt dat hij op regelmatige wijze de activiteiten uitvoert, opgelegd door de dienstneming bedoeld in het eerste lid. De werkloze en zijn korpscommandant moeten het werkloosheidsbureau onmiddellijk verwittigen indien de dienstneming bedoeld in het eerste lid vroegtijdig wordt stopgezet tijdens de periode bedoeld in het eerste lid. Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt gebruik gemaakt van de formulieren opgesteld door de Rijksdienst en goedgekeurd door het Beheerscomité. De vrijstelling belet niet dat de in het eerste lid vermelde artikelen toegepast kunnen worden, indien deze toepassing steunt op feiten die zich voordeden vóór de aanvangsdatum van de vrijstelling. ». Art. 4.- Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014. Art. 5.- De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 2 april 2014. FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, |
Mme M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |