← Retour vers "Arrêté ministériel portant adaptation des montants annuels visés à l'article 107, § § 2 et 3 de l'arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants "
Arrêté ministériel portant adaptation des montants annuels visés à l'article 107, § § 2 et 3 de l'arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants | Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 107, § § 2 en 3 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
30 JANVIER 2020. - Arrêté ministériel portant adaptation des montants | 30 JANUARI 2020. - Ministerieel besluit tot aanpassing van de |
annuels visés à l'article 107, § § 2 et 3 de l'arrêté royal du 22 | jaarbedragen bedoeld in artikel 107, § § 2 en 3 van het koninklijk |
décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de | besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende |
retraite et de survie des travailleurs indépendants | het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen |
Le Ministre des Indépendants et le Ministre des Pensions, | De Minister van Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, |
Vu l'arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967 relatif à la pension de | Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 |
retraite et de survie des travailleurs indépendants, l'article 30bis, | betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, |
modifié en dernier lieu par la loi du 18 mars 2016; | artikel 30bis, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2016; |
Vu l'arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général | Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen |
relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs | reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der |
indépendants, l'article 107, § 5, modifié en dernier lieu par l'arrêté | zelfstandigen, artikel 107, § 5, laatstelijk gewijzigd bij het |
royal du 18 janvier 2015; | koninklijk besluit van 18 januari 2015; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 28 novembre 2019; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 november 2019; |
Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 17 janvier 2020, | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 17 januari 2020, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.En application de l'article 107, § 5, de l'arrêté royal |
Artikel 1.In toepassing van artikel 107, § 5, van het koninklijk |
du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de | besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende |
retraite et de survie des travailleurs indépendants, les montants | het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, worden de in |
annuels visés à l'article 107, § § 2 et 3 de l'arrêté royal du 22 | artikel 107, § § 2 en 3 van het voormeld koninklijk besluit van 22 |
décembre 1967 précité, modifiés en dernier lieu par l'arrêté | december 1967 bedoelde jaarbedragen, laatst gewijzigd bij het |
ministériel du 20 décembre 2018 sont, à partir du 1er janvier 2020, | ministerieel besluit van 20 december 2018, met ingang van 1 januari |
adaptés comme suit : | 2020, aangepast als volgt : |
1° les montants de 23.604,00 euros et 18.883,00 euros, visés au | 1° de bedragen van 23.604,00 euro en 18.883,00 euro, bedoeld in |
paragraphe 2, A, sont respectivement portés à 24.243,00 euros et à | paragraaf 2, A, worden respectievelijk gebracht op 24.243,000 euro en |
19.394,00 euros; | 19.394,00 euro; |
2° les montants de 8.172,00 euros et 6.538,00 euros, visés au | 2° de bedragen van 8.172,00 euro en 6.538,00 euro, bedoeld in |
paragraphe 2, C, sont respectivement portés à 8.393,00 euros et à | paragraaf 2, C, worden respectievelijk gebracht op 8.393,00 euro en |
6.714,00 euros; | 6.714,00 euro; |
3° les montants de 19.027,00 euros et 15.222,00 euros visés au | 3° de bedragen van 19.027,00 euro en 15.222,00 euro bedoeld in |
paragraphe 2, D et E, sont respectivement portés à 19.542,00 euros et | paragraaf 2, D en E, worden respectievelijk gebracht op 19.542,00 euro |
à 15.634,00 euros; | en 15.634,00 euro; |
4° les montants de 18.883,00 euros, 6.538,00 euros, 15.222,00 euros, | 4° de bedragen van 18.883,00 euro, 6.538,00 euro, 15.222,00 euro, |
4.086,00 euros, 3.269,00 euros, 5.108,00 euros, 4.086,00 euros, | 4.086,00 euro, 3.269,00 euro, 5.108,00 euro, 4.086,00 euro, 4.757,00 |
4.757,00 euros et 3.805,00 euros, visés au paragraphe 3, A et B, sont | euro en 3.805,00 euro, bedoeld in paragraaf 3, A en B, worden |
respectivement portés à 19.394,00 euros, 6.714,00 euros, 15.634,00 | respectievelijk gebracht op 19.394,00 euro, 6.714,00 euro, 15.634,00 |
euros, 4.197,00 euros, 3.357,00 euros, 5.246,00 euros, 4.197,00 euros, | euro, 4.197,00 euro, 3.357,00 euro, 5.246,00 euro, 4.197,00 euro, |
4.886,00 euros et 3.908,00 euros. | 4.886,00 euro en 3.908,00 euro. |
Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2020. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020. |
Bruxelles, le 30 janvier 2020. | Brussel, 30 januari 2020. |
D. DUCARME | D. DUCARME |
D. BACQUELAINE | D. BACQUELAINE |