← Retour vers "Arrêté ministériel déterminant les conditions et les modalités selon lesquelles le carnet individuel de présence dans certaines entreprises horticoles qui ressortissent à la Commission paritaire des entreprises horticoles, doit être validé "
| Arrêté ministériel déterminant les conditions et les modalités selon lesquelles le carnet individuel de présence dans certaines entreprises horticoles qui ressortissent à la Commission paritaire des entreprises horticoles, doit être validé | Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het individueel aanwezigheidsboekje in sommige ondernemingen uit de tuinbouwsector die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren, moet gewaarmerkt worden |
|---|---|
| MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL ET MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L'ENVIRONNEMENT 29 DECEMBRE 1997. Arrêté ministériel déterminant les conditions et les modalités selon lesquelles le carnet individuel de présence dans certaines entreprises horticoles qui ressortissent à la Commission paritaire des entreprises horticoles, doit être validé (1) La Ministre de l'Emploi et du Travail, La Ministre des Affaires sociales, Vu l'arrêté royal du 17 juin 1994 relatif à la tenue d'un registre de présence, notamment l'article 4, alinéa dernier; | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID EN MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 29 DECEMBER 1997. Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het individueel aanwezigheidsboekje in sommige ondernemingen uit de tuinbouwsector die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren, moet gewaarmerkt worden (1) De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, De Minister van Sociale Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 17 juni 1994 betreffende het bijhouden van een aanwezigheidsregister, inzonderheid op artikel 4, laatste lid; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| notamment l'article 3, § 1er, modifié par les lois des 4 juillet 1989 et 4 août 1996; Vu l'urgence; Considérant qu'il est nécessaire que les employeurs dans certaines entreprises horticoles qui ressortissent à la Commission paritaire des entreprises horticoles, soient immédiatement informés des conditions et des modalités selon lesquelles le carnet individuel de présence dans le secteur horticole doit être validé, Arrêtent : Article 1er.Le carnet individuel de présence dans les entreprises |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat het noodzakelijk is onverwijld de werkgevers in sommige ondernemingen uit de tuinbouwsector die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren, op de hoogte te brengen van de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke het individueel aanwezigheidsboekje in de tuinbouwsector moet gewaarmerkt worden, Besluiten : Artikel 1.Het individueel aanwezigheidsboekje in de ondernemingen uit de tuinbouwsector die onder het Paritair Comité voor het |
| horticoles qui ressortissent à la Commission paritaire des entreprises | tuinbouwbedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen |
| horticoles, à l'exception des entreprises pour l'implantation et/ou | voor het aanleggen en/of onderhouden van parken, tuinen, |
| l'entretien des parcs, jardins, plaines de sports, domaines de | sportterreinen, recreatieparken, groene zones, begraafplaatsen met |
| récréation, zones vertes, cimetières, y compris les cimetières de | inbegrip van begraafplaatsen van vreemde militairen in België, wordt |
| militaires étrangers en Belgique, est validé et délivré par le Fonds | gewaarmerkt en afgeleverd door het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het |
| social et de garantie pour les entreprises horticoles. | tuinbouwbedrijf. |
Art. 2.Le Fonds social et de garantie pour les entreprises horticoles |
Art. 2.Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf deelt, |
| communique à l'Inspection sociale du Ministère des Affaires sociales, | bij de aflevering, de naam, de voornaam en de woonplaats of de |
| de la Santé publique et de l'Environnement et à l'Inspection des lois | maatschappelijke benaming en de maatschappelijke zetel, het |
| sociales du Ministère de l'Emploi et du Travail, au moment de la | R.S.Z.-nummer van de werkgever, het nummer van het hem toegewezen |
| délivrance, le nom, le prénom et le domicile ou la dénomination | individueel aanwezigheidsboekje mee aan de Sociale Inspectie van het |
| sociale et le siège social, le numéro O.N.S.S. de l'employeur, le | Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en aan de |
| numéro du carnet individuel de présence qui lui a été attribué. | Inspectie van de sociale wetten van het Ministerie van Tewerkstelling |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 1998. |
en Arbeid. Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998. |
| Bruxelles, le 29 décembre 1997. | Brussel, 29 december 1997. |
| La Ministre de l'Emploi et du Travail, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mme M. SMET | Mevr. M. SMET |
| La Ministre des Affaires sociales, | De Minister van Sociale Zaken, |
| Mme M. DE GALAN | Mevr. M. DE GALAN |
| Pour la consultation de la note de bas de page, voir image | Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld |