← Retour vers "Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 3 mars 2006 relatif à la prime à la vache allaitante "
Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 3 mars 2006 relatif à la prime à la vache allaitante | Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 3 maart 2006 betreffende de zoogkoeienpremie |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
Agriculture et Pêche | Landbouw en Visserij |
28 AVRIL 2008. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du | 28 APRIL 2008. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het |
3 mars 2006 relatif à la prime à la vache allaitante | ministerieel besluit van 3 maart 2006 betreffende de zoogkoeienpremie |
Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, des Ports, de | De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, |
l'Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité, | Zeevisserij en Plattelandsbeleid, |
Vu la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de | Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, |
l'agriculture, de l'horticulture et de la pêche maritime, notamment | tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, |
l'article 3, § 1er, 1°, remplacé par la loi du 29 décembre 1990; | vervangen bij de wet van 29 december 1990; |
Vu le Règlement (CE) n° 1782/2003 du Conseil du 29 septembre 2003 | Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september |
établissant des règles communes pour les régimes de soutien direct | 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor |
regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het | |
dans le cadre de la politique agricole commune et établissant certains | gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde |
régimes de soutien en faveur des agriculteurs et modifiant les | steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de |
Règlements (CEE) n° 2019/93, (CE) n° 1452/2001, (CE) n° 1453/2001, | Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. |
(CE) n° 1454/2001, (CE) n° 1868/94, (CE) n° 1251/1999, (CE) n° | 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, |
1254/1999, (CE) n° 1673/2000, (CEE) n° 2358/71 et (CE) n° 2529/2001, | (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. |
modifié en dernier lieu par le Règlement (CE) n° 146/2008 du Conseil | 2529/2001, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 146/2008 van |
du 14 février 2008; | de Raad van 14 februari 2008; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 janvier 2006 instaurant | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot |
certaines primes aux bovins, notamment l'article 4, alinéa deux; | instelling van bepaalde rundvleespremies, inzonderheid op artikel 4, tweede lid; |
Vu l'arrêté ministériel du 3 mars 2006 relatif à la prime à la vache | Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 2006 betreffende de |
allaitante; | zoogkoeienpremie; |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 21 janvier 2008; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 |
Vu l'avis 44.117/3 du Conseil d'Etat, donné le 28 février 2008, en | januari 2008; Gelet op het advies 44.117/3 van de Raad van State, gegeven op 28 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois | februari 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van |
coordonnées sur le Conseil d'Etat, | de gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.A l'article 5 de l'arrêté ministériel du 3 mars 2006 |
Artikel 1.In artikel 5 van het ministerieel besluit van 3 maart 2006 |
relatif à la prime à la vache allaitante, les modifications suivantes | betreffende de zoogkoeienpremie worden de volgende wijzigingen |
sont apportées : | aangebracht : |
1° au § 1er, les points 1°, 2° et 3° sont remplacés par la disposition suivante : | 1° in § 1 worden punt 1°, 2° en 3° vervangen door wat volgt : |
« 1° au 1er janvier de la campagne concernée, être âgé de moins de 40 | « 1° op 1 januari van de campagne in kwestie jonger zijn dan 40 jaar; |
ans; 2° être installé comme agriculteur à titre principal pour la première | 2° zich in de tijdspanne van vijf jaar voorafgaand aan de campagne in |
fois au cours de la période de cinq ans précédant la campagne | kwestie voor de eerste maal hebben gevestigd als landbouwer in |
concernée, et toujours l'être au moment de la demande. A partir du 1er | hoofdberoep, en dat op het ogenblik van de aanvraag nog steeds zijn. |
janvier 2008, sont considérées comme années de cette période, les | Met ingang van 1 januari 2008 worden als jaren van die tijdspanne |
périodes du 2 janvier de l'année précédente jusqu'au 1er janvier | beschouwd periodes van 2 januari van het vorige jaar tot en met 1 |
compris, avec comme dernier jour de cette période, le 1er janvier de | januari, met als laatste dag van de tijdspanne 1 januari van de |
la campagne en question; | campagne in kwestie; |
3° avoir disposé d'au moins un droit à la prime au cours de la | |
campagne précédant la campagne en question et avoir également | 3° in de campagne voorafgaand aan de campagne in kwestie over minstens |
introduit une demande de prime à la vache allaitante, ou avoir repris, | één premierecht hebben beschikt en er tevens een aanvraag voor de |
au cours de la campagne précédant la campagne en question, une | zoogkoeienpremie voor hebben ingediend, of in de campagne voorafgaand |
entreprise disposant de droits à la prime, pour lesquels le cédant a | aan de campagne in kwestie een bedrijf met premierechten hebben |
introduit une demande de prime à la vache allaitante au cours de cette | overgenomen, waarbij de overlater in diezelfde campagne nog de |
même campagne; »; | aanvraag voor de zoogkoeienpremie heeft ingediend; »; |
2° le § 2 est remplacé par la disposition suivante : | 2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : |
« § 2. Les droits à la prime sont octroyés aux agriculteurs dans la | « § 2. De premierechten worden aan de landbouwers toegekend binnen de |
limite du nombre de vaches allaitantes et de génisses visé au § 1er, | beperking van het aantal zoogkoeien en vaarzen, vermeld in § 1, 5°. |
5°. Si le nombre total des droits à la prime demandés dépasse le | Als het totale aantal van aangevraagde premierechten het aantal |
nombre de droits à la prime disponibles dans la réserve, la priorité | beschikbare premierechten in de reserve overschrijdt, wordt prioriteit |
sera donnée aux jeunes agriculteurs, visés au § 1er, qui se sont | gegeven aan de jonge landbouwers, vermeld in § 1, die zich in de |
installés comme agriculteur à titre principal pour la première fois au | |
cours de la période du 2 janvier précédant la campagne en question | periode van 2 januari voorafgaand aan de campagne in kwestie tot en |
jusqu'au 1er janvier de la campagne. Si nécessaire, l'octroi est | met 1 januari van de campagne voor de eerste maal hebben gevestigd als |
landbouwer in hoofdberoep. Zo nodig wordt de toekenning verder beperkt | |
limité davantage en proportion avec la demande individuelle de droits | in evenredigheid met de individuele aanvraag voor bijkomende |
à la prime complémentaires. »; | premierechten. »; |
3° il est ajouté un § 6, rédigé comme suit : | 3° een § 6 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : |
« § 6. En dérogation aux §§ 1er et 2, les droits à la prime disponibles dans la réserve pour la campagne 2008 sont octroyés aux jeunes agriculteurs, visés au § 1er, qui se sont installés comme agriculteur à titre principal pour la première fois au cours des années 2006 ou 2007 ou au 1er janvier 2008. Leur demande peut concerner huit droits à la prime complémentaires au maximum. Les droits à la prime sont octroyés de manière à ce que pour chaque jeune agriculteur, la somme des droits à la prime supplémentaires octroyés en 2007 et 2008, soit égale, à moins qu'elle serait inférieure en application de la condition, visée au § 1er, 5°. » Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2008. |
« § 6. In afwijking van § 1 en § 2 worden voor de campagne 2008 de beschikbare premierechten in de reserve toegekend aan de jonge landbouwers, vermeld in § 1, die zich in het jaar 2006 of 2007 of op 1 januari 2008 voor de eerste maal hebben gevestigd als landbouwer in hoofdberoep. Hun aanvraag mag hoogstens acht bijkomende premierechten bedragen. De premierechten worden zo toegekend dat voor elke in aanmerking komende jonge landbouwer de som van bijkomende premierechten die in 2007 en 2008 worden toegekend, gelijk is, tenzij dat minder zou zijn met toepassing van de voorwaarde, vermeld in § 1, 5°. » Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008. |
Bruxelles, le 28 avril 2008. | Brussel, 28 april 2008. |
Le Ministre flamand des Réformes institutionnelles, des Ports, de | De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, |
l'Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité, | Zeevisserij en Plattelandsbeleid, |
K. PEETERS | K. PEETERS |