← Retour vers "Arrêté ministériel portant adaptation des montants annuels visés à l'article 107, § § 2 et 3 de l'arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants "
| Arrêté ministériel portant adaptation des montants annuels visés à l'article 107, § § 2 et 3 de l'arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants | Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 107, § § 2 en 3 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
| 27 MARS 2023. - Arrêté ministériel portant adaptation des montants | 27 MAART 2023. - Ministerieel besluit tot aanpassing van de |
| annuels visés à l'article 107, § § 2 et 3 de l'arrêté royal du 22 | jaarbedragen bedoeld in artikel 107, § § 2 en 3 van het koninklijk |
| décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de | besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende |
| retraite et de survie des travailleurs indépendants | het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen |
| Le Ministre des Indépendants et la Ministre des Pensions, | De Minister van Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, |
| Vu l'arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967 relatif à la pension de | Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 |
| retraite et de survie des travailleurs indépendants, l'article 30bis, | betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, |
| modifié en dernier lieu par la loi du 5 mai 2022; | artikel 30bis, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 mei 2022; |
| Vu l'arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général | Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen |
| relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs | reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der |
| indépendants, l'article 107 modifié en dernier lieu par l'arrêté royal | zelfstandigen, artikel 107, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk |
| du 29 janvier 2023; | besluit van 29 januari 2023; |
| Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 12 décembre 2022; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 december 2022; |
| Vu l'accord de la Secrétaire d'Etat au Budget, donné le 25 janvier 2023, | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 25 januari 2023; |
| Arrêtent : | Besluiten : |
Article 1er.En application de l'article 107, § 5, de l'arrêté royal |
Artikel 1.In toepassing van artikel 107, § 5, van het koninklijk |
| du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de | besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende |
| retraite et de survie des travailleurs indépendants modifié en dernier | het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk |
| lieu par l'arrêté ministériel du 24 décembre 2021, les montants | gewijzigd bij het ministerieel besluit van 24 december 2021, worden de |
| annuels visés à l'article 107, § § 2 et 3, A et B, alinéa 1 à 3, de | in artikel 107, § § 2 en 3, A en B, eerste tot derde lid, van het |
| l'arrêté royal du 22 décembre 1967 précité, sont, à partir du 1er | voormeld koninklijk besluit van 22 december 1967 bedoelde |
| janvier 2023, adaptés comme suit : | jaarbedragen, met ingang van 1 januari 2023, aangepast als volgt: |
| 1° les montants de 24.937,00 euros et 19.950,00 euros, visés au | 1° de bedragen van 24.937,00 euro en 19.950,00 euro, bedoeld in |
| paragraphe 2, A, sont respectivement portés à 26.678,00 euros et à | paragraaf 2, A, worden respectievelijk gebracht op 26.678,00 euro en |
| 21.342,00 euros; | op 21.342,00 euro; |
| 2° les montants de 8.634,00 euros et 6.907,00 euros, visés au | 2° de bedragen van 8.634,000 euro en 6.907,00 euro, bedoeld in |
| paragraphe 2, C, sont respectivement portés à 9.236 euros et à 7.389 | paragraaf 2, C, worden respectievelijk gebracht op 9.236 euro en op |
| euros; | 7.389 euro; |
| 3° les montants de 20.102,00 euros et 16.082,00 euros visés au | 3° de bedragen van 20.102,00 euro en 16.082,00 euro bedoeld in |
| paragraphe 2, D et E, sont respectivement portés à 21.505,00 euros et | paragraaf 2, D en E, worden respectievelijk gebracht op 21.505,00 euro |
| à 17.204,00 euros; | en op 17.204,00 euro; |
| 4° les montants de 19.950,00 euros, 6.907,00 euros, 16.082,00 euros, | 4° de bedragen van 19.950,00 euro, 6.907,00 euro, 16.082,00 euro, |
| 4.317,00 euros, 3.453,00 euros, 5.396,00 euros et 4.317,00 euros, | 4.317,00 euro, 3.453,00 euro, 5.396,00 euro en 4.317,00 euro, bedoeld |
| visés au paragraphe 3, A et B, alinéa 1 à 3, sont respectivement | in paragraaf 3, A en B, eerste tot derde lid, worden respectievelijk |
| portés à 21.342,00 euros, 7.389,00 euros, 17.204,00 euros, 4.618,00 | gebracht op 21.342,00 euro, op 7.389,00 euro, op 17.204,00 euro, op |
| euros, 3.694,00 euros, 5.773,00 euros et 4.618,00 euros. | 4.618,00 euro, op 3.694,00 euro, op 5.773,00 euro en op 4.618,00 euro. |
Art. 2.In toepassing van artikel 107, § 5, van het vermeld koninklijk |
|
Art. 2.En application de l'article 107, § 5, de l'arrêté royal du 22 |
besluit van 22 december 1967, worden de in artikel 107, § 3, B, vierde |
| décembre 1967 précité, les montants annuels de 4.406,40 euros, | |
| 3.525,12 euros, 8.812,80 euros et 7.050,24 euros visés à l'article | |
| 107, § 3, B, alinéa 4, de l'arrêté royal du 22 décembre 1967 précité | lid, van het voormeld koninklijk besluit van 22 december 1967 bedoelde |
| jaarbedragen van 4.406,40 euro, 3.525,12 euro, 8.812,80 euro en | |
| sont respectivement portés à 5.376,00 euros, 4.301,00 euros, 10.752,00 | 7.050,24 euro, respectievelijk gebracht op 5.376,00 euro, op 4.301,00 |
| euros et 8.602,00 euros, à partir du 1er janvier 2023. | euro, op 10.752,00 euro en op 8.602,00 euro vanaf 1 januari 2023. |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2023. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023. |
| Bruxelles, le 27 mars 2023. | Brussel, 27 maart 2023. |
| Le Ministre des Indépendants, | De Minister van Zelfstandigen, |
| D. CLARINVAL | D. CLARINVAL |
| La Ministre des Pensions, | De Minister van Pensioenen, |
| K. LALIEUX | K. LALIEUX |