Arrêté ministériel établissant les rendements de référence pour l'application des conditions auxquelles les installations de cogénération de qualité doivent répondre | Ministerieel besluit inzake de vastlegging van referentierendementen voor de toepassing van de voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
Environnement, Nature et Energie | Leefmilieu, Natuur en Energie |
26 MAI 2016. - Arrêté ministériel établissant les rendements de | 26 MEI 2016. - Ministerieel besluit inzake de vastlegging van |
référence pour l'application des conditions auxquelles les | referentierendementen voor de toepassing van de voorwaarden voor |
installations de cogénération de qualité doivent répondre | kwalitatieve warmte-krachtinstallaties |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
Vu le décret sur l'Energie du 8 mai 2009, les articles 7.1.2 et 7.1.3, | Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.1.2 en artikel |
modifiés en dernier lieu par le décret du 14 mars 2014 ; | 7.1.3, laatst gewijzigd bij decreet van 14 maart 2014; |
Vu l'arrête relatif à l'Energie du 19 novembre 2010, l'article 6.2.3, | Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 6.2.3, |
alinéa premier, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 mai | eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 |
2014 et l'article 6.2.10, § 7 à § 9, modifié en dernier lieu par | mei 2014 en artikel 6.2.10, § 7 tot en met § 9, het laatst gewijzigd |
l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 mai 2014 ; | bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014; |
Vu l'arrêté ministériel du 1 juin 2012 fixant le rendement de | Gelet op het ministerieel besluit van 1 juni 2012 inzake de |
référence pour l'application des conditions pour une unité | vastlegging van referentierendementen voor toepassing van de |
cogénération ; | voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties; |
Vu l'avis de la " Vlaams Energieagentschap " du 10 décembre 2015 ; | Gelet op het advies van het Vlaams Energieagentschap van 10 december 2015; |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances du 15 mars 2016 ; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 15 maart 2016; |
Vu l'avis n° 58.953/3 du Conseil d'Etat, donné le 29 février 2016, en | Gelet op het advies nr. 58.953/3 van de Raad van State, gegeven op 29 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; | |
Considérant que la Commission européenne a défini de nouvelles valeurs | |
de rendements de référence pour la période à partir de 2016 à travers | februari 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
le Règlement délégué (UE) 2015/2402 de la Commission du 12 octobre | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
2015 révisant les valeurs harmonisées de rendement de référence pour | Overwegende dat de Europese Commissie door middel van de gedelegeerde |
la production séparée d'électricité et de chaleur en application de la directive 2012/27/UE du Parlement européen et du Conseil et abrogeant la décision d'exécution 2011/877/UE de la Commission, Arrête : CHAPITRE 1er. - Rendement de référence thermique pour une installation de cogénération répandant sa chaleur sous forme de vapeur
Article 1er.Pour les installations ayant une date de début et une |
verordening (EU) 2015/2402 van de Commissie van 12 oktober 2015 tot herziening van geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie van elektriciteit en warmte overeenkomstig Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2011/877/EU van de Commissie voor de periode vanaf 2016 nieuwe rendementsreferentiewaarden heeft vastgelegd, Besluit : HOOFDSTUK
1. - Thermisch referentierendement voor een warmte-krachtinstallatie die haar warmte afstaat onder de vorm van stoom Artikel 1.In afwijking van artikel 6.2.10, § 7 van het Energiebesluit van 19 november 2010, wordt voor installaties met startdatum en datum |
date de mise en service à partir du 18 juin 2012, le rendement | van indienstneming vanaf 18 juni 2012 het thermisch rendement van de |
thermique de l'installation de référence est assimilé à 90 % au cas où | referentie-installatie gelijkgesteld aan 90 % in geval van een |
une installation de cogénération répand sa chaleur sous forme de | warmte-krachtinstallatie die haar warmte afstaat in de vorm van stoom. |
HOOFDSTUK 2. - Elektrische referentierendementen voor een | |
warmte-krachtinstallatie | |
vapeur et ce, par dérogation à l'article 6.2.10, § 7 de l'arrêté | Art. 2.In afwijking van artikel 6.2.10, § 8 van het Energiebesluit |
relatif à l'énergie du 19 novembre 2010. CHAPITRE 2. - Rendements de référence électriques pour une | van 19 november 2010, wordt voor installaties met startdatum vanaf de |
installation de cogénération | |
Art. 2.Pour les installations ayant une date de début à partir de |
|
l'entrée en vigueur du présent arrêté, le rendement électrique de | inwerkingtreding van dit besluit het elektrisch rendement van de |
l'installation de référence est assimilé à 44,2 % en cas de | referentie-installatie gelijkgesteld aan 44,2 % bij de toepassing van |
l'application de bioliquide, à 44,2 % en cas d'application de gaz de | vloeibare biomassa, 44,2 % bij de toepassing van synthesegas uit |
synthèse en provenance de biomasse, à 37 % en cas d'application de | biomassa, 37 % bij de toepassing van hout of houtafval, 25 % bij de |
bois ou de déchets de bois, à 25 % en cas d'application de déchets | |
résiduels et à 30 % en cas d'application d'autres flux de biomasse | toepassing van restafval en 30 % bij de toepassing van andere vaste |
solide et ce, par dérogation à l'article 6.2.10, § 8 de l'arrêté | |
relatif à l'énergie du 19 novembre 2010. | biomassastromen. |
CHAPITRE 3. - Rendements de référence pour l'application des | HOOFDSTUK 3. - Referentierendementen voor de toepassing van de |
conditions auxquelles les installations de cogénération de qualité | voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties in uitvoering |
doivent répondre en exécution de l'article 6.2.3, alinéa premier | van artikel 6.2.3, eerste lid |
Art. 3.Les rendements de référence à appliquer pour la production |
Art. 3.De toe te passen referentierendementen voor gescheiden |
séparée d'électricité et de chaleur ont été repris dans l'annexe Ière | opwekking van elektriciteit en warmte zijn opgenomen in |
pour ce qui est de la production séparée d'électricité et dans | respectievelijk bijlage I voor gescheiden opwekking van elektriciteit |
l'annexe II pour ce qui est de la production séparée de chaleur. | en bijlage II voor gescheiden opwekking van warmte. |
Art. 4.§ 1er. Les facteurs de correction pour les circonstances |
Art. 4.§ 1. De correctiefactoren voor de klimaatomstandigheden |
climatiques repris dans l'annexe III, sont appliqués aux rendements de | opgenomen in bijlage III worden toegepast op de referentierendementen |
référence applicables à la production séparée d'électricité, repris à l'annexe Ière. | voor gescheiden opwekking van elektriciteit opgenomen in bijlage I. |
Par dérogation à l'alinéa premier, les facteurs de correction repris à | In afwijking van het eerste lid blijven voor installaties waarbij alle |
l'annexe V continuent à s'appliquer aux installations dont tous les | |
moteurs et turbines ont une année de construction jusqu'en 2015 | motoren en turbines een constructiejaar tot en met 2015 hebben, de |
inclus, pour le calcul du facteur X, conformément à l'article 12.3.3 | correctiefactoren gelden opgenomen in bijlage V voor de berekening van |
de l'arrêté relatif à l'Energie. | de factor X volgens artikel 12.3.3 van het Energiebesluit. |
§ 2. Les facteurs de correction pour les pertes de réseau évitées | § 2. De correctiefactoren voor vermeden netverliezen opgenomen in |
repris à l'annexe IV, sont appliqués aux rendements de référence | bijlage IV worden toegepast op de referentierendementen voor |
applicables à la production séparée d'électricité, repris à l'annexe | gescheiden opwekking van elektriciteit opgenomen in bijlage I. |
Ière. Par dérogation à l'alinéa premier, les facteurs de correction repris à | In afwijking van het eerste lid blijven voor installaties waarbij alle |
l'annexe VI continuent à s'appliquer aux installations dont tous les | |
moteurs et turbines ont une année de construction jusqu'en 2015 | motoren en turbines een constructiejaar tot en met 2015 hebben, de |
inclus, pour le calcul du facteur X, conformément à l'article 12.3.3 | correctiefactoren gelden opgenomen in bijlage VI voor de berekening |
de l'arrêté relatif à l'Energie. | van de factor X volgens artikel 12.3.3 van het Energiebesluit. |
§ 3. Lorsque tant les facteurs de correction repris à l'annexe III ou | § 3. Indien zowel de correctiefactoren opgenomen in bijlage III of V |
V que les facteurs de correction repris à l'annexe IV ou VI sont | als de correctiefactoren opgenomen in bijlage IV of VI worden |
appliqués, les facteurs de correction de l'annexe III ou V sont | toegepast, worden eerst de correctiefactoren van bijlage III of V |
appliqués en premier et ensuite les facteurs de correction de l'annexe | toegepast en vervolgens de correctiefactoren van bijlage IV of VI. |
IV ou VI. Art. 5.Les rendements de référence repris à l'annexe Ière sont |
Art. 5.De referentierendementen opgenomen in bijlage I worden |
appliqués en fonction de l'année de construction de l'installation de | toegepast overeenkomstig het constructiejaar van de |
cogénération. Ces rendements de référence continuent à s'appliquer | warmte-krachtinstallatie. Deze referentierendementen blijven van |
pendant une période de dix ans après la construction de l'installation | toepassing gedurende 10 jaar na de constructie van de |
de cogénération. | warmte-krachtinstallatie. |
A partir de l'onzième année après la construction de l'installation de | Vanaf het elfde jaar na de constructie van de warmte-krachtinstallatie |
cogénération, les rendements de référence applicables à une | gelden de referentierendementen die overeenkomstig het vorige lid |
installation de 10 ans conformément à l'alinéa précédent, | gelden voor een installatie met een ouderdom van 10 jaar. Deze |
s'appliquent. Ces rendements de référence s'appliquent pendant 1 an. | referentierendementen gelden gedurende 1 jaar. |
Pour l'application du présent article, on entend par ' année de | Voor toepassing van dit artikel betekent het jaar van constructie het |
construction ' l'année calendaire au cours de laquelle la première | kalenderjaar waarin de eerste elektriciteitsproductie plaatsvindt. |
production d'électricité a lieu. | |
Art. 6.Dans le cas où une installation de cogénération existante est |
Art. 6.Als een bestaande warmte-krachtinstallatie wordt gerenoveerd |
rénovée et que les frais de rénovation se montent à plus de 50 % du | en de renovatiekost bedraagt meer dan 50 % van de investeringskost |
coût d'investissement pour une nouvelle installation de cogénération | voor een vergelijkbare nieuwe warmte-krachtinstallatie, of als de |
comparable ou lorsque l'installation est profondément altérée, l'année | |
calendaire au cours de laquelle la première production d'électricité a | installatie ingrijpend wordt gewijzigd, zal het kalenderjaar van de |
été réalisée par l'installation de cogénération rénovée, sera | eerste elektriciteitsproductie door de gerenoveerde |
considérée comme l'année de construction pour l'application de | warmte-krachtinstallatie beschouwd worden als het constructiejaar voor |
l'article 5. | de toepassing van artikel 5. |
Art. 7.Si une installation de cogénération utilise différents |
Art. 7.Als een warmte-krachtinstallatie gebruik maakt van |
combustibles, les rendements de référence basés sur la moyenne | verschillende brandstoffen gelden de referentierendementen |
pondérée de l'input d'énérgie des différents combustibles | overeenkomstig het gewogen gemiddelde van de energie-input van de |
s'appliquent. | verschillende brandstoffen. |
Art. 8.Le rendement de référence pour la production séparée d'énergie |
Art. 8.Het referentierendement voor gescheiden opwekking van |
mécanique est assimilé à 52 %. | mechanische energie wordt gelijkgesteld aan 52 %. |
Le rendement de référence pour la production séparée de chaleur est | Het referentierendement voor gescheiden opwekking van warmte wordt |
assimilé à 93 % pour une installation de cogénération répandant sa | gelijkgesteld aan 93 % voor een warmte-krachtinstallatie die haar |
chaleur sous forme d'air chaud pour procédés de séchage à une | warmte afstaat onder de vorm van hete lucht voor droogtoepassingen op |
température de moins de 250 ° C et à 85 % pour une installation de | een temperatuur van minder dan 250 ° C, en 85 % voor een |
cogénération répandant sa chaleur sous forme de médias non encore | warmte-krachtinstallatie die haar warmte afstaat in de vorm van nog |
mentionnés. | niet vermelde media. |
Le coefficient de performance de référence pour la production séparée | De referentieperformantiecoëfficiënt voor gescheiden productie van |
de froid est assimilé à 500 %. | koude wordt gelijkgesteld aan 500 %. |
CHAPITRE 4. - Dispositions finales | HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen |
Art. 9.L'arrêté ministériel du 1 juin 2012 fixant le rendement de |
Art. 9.Het ministerieel besluit van 1 juni 2012 inzake de vastlegging |
référence pour l'application des conditions pour une unité | van referentierendementen voor toepassing van de voorwaarden voor |
cogénération est abrogé. | kwalitatieve warmte-krachtinstallaties wordt opgeheven. |
Art. 10.L'article 8 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet |
Art. 10.Artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli |
2015 modifiant l'arrêté relatif à l'énergie du 19 novembre 2010, en ce | 2015, houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 |
qui concerne diverses dispositions en matière d'énergie, entre en vigueur. | wat betreft diverse bepalingen inzake energie, treedt in werking. |
Bruxelles, le 26 mai 2016. | Brussel, 26 mei 2016. |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |
ANNEXE Ire | BIJLAGE I |
Valeurs harmonisées de rendement de référence pour la production | Geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden |
séparée d'électricité | productie van elektriciteit |
Dans le tableau ci-dessous, les valeurs harmonisées de rendement de | In de onderstaande tabel zijn de geharmoniseerde |
référence pour la production séparée d'électricité sont fondées sur le | rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie van |
pouvoir calorifique net et les conditions normalisées ISO (température | elektriciteit gebaseerd op de netto calorische waarde en atmosferische |
ambiante de 15 ° C, pression de 1,013 bar, humidité relative de 60 %). | standaard ISO-omstandigheden (een omgevingstemperatuur van 15 ° C, een |
druk van 1,013 bar en een relatieve vochtigheid van 60 %). | |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Vu pour être jointe à l'arrêté ministériel établissant les rendements | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit inzake de |
de référence pour l'application des conditions auxquelles les | vastlegging van referentierendementen voor de toepassing van de |
installations de cogénération de qualité doivent répondre | voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties. |
Bruxelles, le 26 mai 2016. | Brussel, 26 mei 2016. |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |
ANNEXE II | BIJLAGE II |
Valeurs harmonisées de rendement de référence pour la production | Geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden |
séparée de chaleur | productie van warmte |
Dans le tableau ci-dessous, les valeurs harmonisées de rendement de | In de onderstaande tabel zijn de geharmoniseerde |
référence pour la production séparée de chaleur sont fondées sur le | rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie van warmte |
pouvoir calorifique net et les conditions normalisées ISO (température | gebaseerd op de netto calorische waarde en atmosferische standaard |
ambiante de 15 ° C, pression de 1,013 bar, humidité relative de 60 %). | ISO-omstandigheden (omgevingstemperatuur van 15 ° C, druk 1,013 bar, |
60 % relatieve vochtigheid). | |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
(*) Si, pour les installations de production de vapeur, le retour du | (*) Wanneer voor stoominstallaties geen rekening wordt gehouden met |
condensat n'est pas pris en compte dans les calculs de rendement des | het retourcondensaat bij de berekening van het warmterendement van |
installations de production de chaleur par cogénération, il convient | warmtekrachtkoppeling, moeten de in bovenstaande tabel getoonde |
d'ajouter 5 points de pourcentage aux valeurs de rendement vapeur | stoomefficiënties met 5 procentpunten worden verhoogd. |
figurant dans le tableau ci-dessus. | |
(**) Il convient d'utiliser les valeurs relatives à l'utilisation | (**) De waarden voor direct gebruik van uitlaatgassen moeten worden |
directe de gaz d'échappement si la température est égale ou supérieure à 250 ° C. | gebruikt als de temperatuur 250 ° C of hoger is. |
Vu pour être jointe à l'arrêté ministériel établissant les rendements | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit inzake de |
de référence pour l'application des conditions auxquelles les | vastlegging van referentierendementen voor de toepassing van de |
installations de cogénération de qualité doivent répondre. | voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties. |
Bruxelles, le 26 mai 2016. | Brussel, 26 mei 2016. |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |
ANNEXE III | BIJLAGE III |
Facteurs de correction au titre de la situation climatique moyenne et | Correctiefactoren voor de gemiddelde klimatologische omstandigheden en |
méthode de détermination des zones climatiques en vue de l'application | methode voor de afbakening van klimaatzones voor de toepassing van de |
des valeurs harmonisées de rendement de référence pour la production | geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden |
séparée d'électricité | productie van elektriciteit |
(a) Facteurs de correction au titre de la situation climatique moyenne | (a) Correctiefactoren in verband met de gemiddelde klimatologische omstandigheden |
La correction en fonction de la température ambiante est basée sur la | De correctiefactor voor de omgevingstemperatuur is gebaseerd op het |
différence entre la température moyenne annuelle dans un Etat membre | verschil tussen de jaarlijkse gemiddelde temperatuur in een lidstaat |
et les conditions normalisées ISO (15 ° C). | en de atmosferische standaard ISO-omstandigheden (15 ° C). |
La correction s'effectuera de la manière suivante : | De correctiefactor is als volgt : |
perte de rendement de 0,1 point de pourcentage par degré au-dessus de 15 ° C; | 0,1 %-punt rendementsverlies voor elke graad boven 15 ° C; |
gain de rendement de 0,1 point de pourcentage par degré au-dessous de 15 ° C. | 0,1 %-punt rendementswinst voor elke graad onder 15 ° C. |
(b) La correction en fonction de la température ambiante ne s'applique | (b) De correctiefactor voor de omgevingstemperatuur is alleen van |
qu'aux combustibles gazeux (G10, G11, G12, G13). | toepassing op gasvormige brandstoffen (G10, G11, G12, G13). |
(c) Méthode de détermination des zones climatiques : | (c) Methode voor de afbakening van klimaatzones : |
Les limites de chaque zone climatique seront déterminées par les | De grenzen van elke klimaatzone worden gevormd door isothermen (in |
isothermes (en degrés Celsius entiers) de la température ambiante | volledige graden Celsius) van de jaarlijkse gemiddelde |
moyenne annuelle, séparées d'un intervalle minimal de 4 ° C. La | omgevingstemperatuur die ten minste 4 ° C van elkaar verschillen. Het |
différence de température entre les températures ambiantes moyennes | temperatuurverschil tussen de jaarlijkse gemiddelde |
annuelles appliquées dans les zones climatiques adjacentes sera d'au | omgevingstemperatuur in aangrenzende klimaatzones bedraagt ten minste |
moins 4 ° C. | 4 ° C. |
Vu pour être jointe à l'arrêté ministériel établissant les rendements | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit inzake de |
de référence pour l'application des conditions auxquelles les | vastlegging van referentierendementen voor de toepassing van de |
installations de cogénération de qualité doivent répondre. | voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties. |
Bruxelles, le 26 mai 2016. | Brussel, 26 mei 2016. |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |
ANNEXE IV | BIJLAGE IV |
Facteurs de correction au titre des pertes évitées sur le réseau en | Correctiefactoren voor vermeden netverliezen voor de toepassing van de |
vue de l'application des valeurs harmonisées de rendement de référence | geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden |
pour la production séparée d'électricité | productie van elektriciteit |
Niveau de tension de raccordement au réseau | Aansluitspannings-niveau |
Facteur de correction (hors site) | Correctiefactor (geleverd aan het net) |
Facteur de correction (sur site) | Correctiefactor (ter plaatse gebruikt) |
? 345 kV | ? 345 kV |
1 | 1 |
0,976 | 0,976 |
? 200 - < 345 kV | ? 200 - < 345 kV |
0,972 | 0,972 |
0,963 | 0,963 |
? 100 - < 200 kV | ? 100 - < 200 kV |
0,963 | 0,963 |
0,951 | 0,951 |
? 50 - < 100 kV | ? 50 - < 100 kV |
0,952 | 0,952 |
0,936 | 0,936 |
? 12 - < 50 kV | ? 12 - < 50 kV |
0,935 | 0,935 |
0,914 | 0,914 |
? 0,45 - < 12 kV | ? 0,45 - < 12 kV |
0,918 | 0,918 |
0,891 | 0,891 |
< 0,45kV | < 0,45kV |
0,888 | 0,888 |
0,851 | 0,851 |
Vu pour être jointe à l'arrêté ministériel établissant les rendements | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit inzake de |
de référence pour l'application des conditions auxquelles les | vastlegging van referentierendementen voor de toepassing van de |
installations de cogénération de qualité doivent répondre. | voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties. |
Bruxelles, le 26 mai 2016. | Brussel, 26 mei 2016. |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |
ANNEXE V | BIJLAGE V |
Facteurs de correction au titre des circonstances climatiques en vue | Correctiefactoren voor de klimaatomstandigheden voor de toepassing van |
de l'application des rendements de référence pour la production | de referentierendementen voor de gescheiden opwekking van |
séparée d'électricité | elektriciteit |
La correction en fonction de la température ambiante est basée sur la | De correctie voor de omgevingstemperatuur is gebaseerd op het verschil |
différence entre la température moyenne annuelle et les conditions | tussen de gemiddelde jaartemperatuur en standaard ISO omstandigheden |
normalisées ISO (15 ° C). La correction s'effectue comme suit : | (15 ° C). De correctie gebeurt als volgt : |
1° l'abaissement du rendement de référence de 0,1 % (points de | 1° verlaging van het referentierendement met 0,1 % (absolute |
pourcentage absolus) par degré dont la température annuelle moyenne | procentpunten) voor elke graad waarmee de gemiddelde jaartemperatuur |
dépasse les 15 ° C ; | 15 ° C overstijgt; |
2° hausse du rendement de référence de 0,1 % (points de pourcentage | 2° verhoging van het referentierendement met 0,1 % (absolute |
absolus) par degré dont la température annuelle moyenne reste sous les | procentpunten) voor elke graad waarmee de gemiddelde jaartemperatuur |
15 ° C. | onder 15 ° C blijft. |
Vu pour être jointe à l'arrêté ministériel établissant les rendements | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit inzake de |
de référence pour l'application des conditions auxquelles les | vastlegging van referentierendementen voor de toepassing van de |
installations de cogénération de qualité doivent répondre. | voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties. |
Bruxelles, le 26 mai 2016. | Brussel, 26 mei 2016. |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |
ANNEXE VI | BIJLAGE VI |
Facteurs de correction pour les pertes de réseau évitées en vue de | Correctiefactoren voor vermeden netverliezen voor de toepassing van |
l'application des rendements de référence pour la production séparée d'électricité | referentierendementen voor de gescheiden opwekking van elektriciteit |
Tension : | Spanning : |
Pour l'électricité hors site | Voor elektriciteit geleverd aan het net |
Pour l'éléectricité sur site | Voor elektriciteit ter plaatse verbruikt |
> 200 kV | > 200 kV |
1 | 1 |
0.985 | 0.985 |
100-200 kV | 100-200 kV |
0.985 | 0.985 |
0.965 | 0.965 |
50-100 kV | 50-100 kV |
0.965 | 0.965 |
0.945 | 0.945 |
0.4-50 kV | 0.4-50 kV |
0.945 | 0.945 |
0.925 | 0.925 |
< 0.4 kV | < 0.4 kV |
0.925 | 0.925 |
0.860 | 0.860 |
La correction est effectuée par la multiplication du rendement de | De correctie gebeurt door het referentierendement voor gescheiden |
référence pour la production séparée d'électricité, repris à l'annexe | opwekking van elektriciteit, vermeld in bijlage I, te vermenigvuldigen |
Ière, avec le facteur de correction. | met de correctiefactor. |
Vu pour être jointe à l'arrêté ministériel établissant les rendements | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit inzake de |
de référence pour l'application des conditions auxquelles les | vastlegging van referentierendementen voor de toepassing van de |
installations de cogénération de qualité doivent répondre. | voorwaarden voor kwalitatieve warmte-krachtinstallaties. |
Bruxelles, le 26 mai 2016. | Brussel, 26 mei 2016. |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |