Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Ministériel du 26/05/2009
← Retour vers "Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 18 novembre 2005 fixant le montant et les conditions dans lesquelles une intervention peut être accordée pour les prestations définies à l'article 34, alinéa 1er, 13°, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 "
Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 18 novembre 2005 fixant le montant et les conditions dans lesquelles une intervention peut être accordée pour les prestations définies à l'article 34, alinéa 1er, 13°, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen, omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE 26 MAI 2009. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 18 novembre 2005 fixant le montant et les conditions dans lesquelles une intervention peut être accordée pour les prestations définies à l'article 34, alinéa 1er, 13°, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Vu la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID 26 MEI 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen, omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor
indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, article 34, alinéa 1er, 13°, geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli
1994, artikel 34, eerste lid, 13°, vervangen bij de wet van 10
remplacé par la loi du 10 août 2001 et l'article 37, § 12, modifié par augustus 2001 en artikel 37, § 12, gewijzigd bij de wetten van 20
les lois du 20 décembre 1995, du 24 décembre 1999 et du 19 décembre december 1995, 24 december 1999 en 19 december 2008;
2008; Vu l'arrêté ministériel du 18 novembre 2005 fixant le montant et les Gelet op het ministerieel besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden waaronder een
conditions dans lesquelles une intervention peut être accordée pour tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen, omschreven
les prestations définies à l'article 34, alinéa 1er, 13°, de la loi in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de verplichte
relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen,
coordonnée le 14 juillet 1994; gecoördineerd op 14 juli 1994;
Vu l'avis de la Commission de Contrôle Budgétaire, donné le 1er Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, gegeven
octobre 2008; op 1 oktober 2008;
Vu l'avis du Comité de l'assurance soins de santé de l'Institut Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor
geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en
national d'assurance maladie invalidité, donné le 6 octobre 2008; invaliditeitsverzekering, gegeven op 6 oktober 2008;
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 14 novembre 2008; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 november 2008;
Vu l'accord du Secrétaire d'Etat au Budget, donné le 7 janvier 2009; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 7 januari 2009;
Vu l'avis 45.889/1 du Conseil d'Etat, donné le 12 février 2009, en Gelet op advies 45.889/1 van de Raad van State, gegeven op 12 februari
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973,
Arrête : Besluit :

Article 1er.A l'article 4ter de l'arrêté ministériel du 18 novembre

Artikel 1.In artikel 4ter van het ministerieel besluit van 18

2005 fixant le montant et les conditions dans lesquelles une november 2005 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden waarin
intervention peut être accordée pour les prestations définies à een tegemoetkoming kan worden toegekend voor de verstrekkingen
l'article 34, alinéa 1er, 13°, de la loi relative à l'assurance omschreven in artikel 34, eerste lid, 13°, van de wet betreffende de
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen,
obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij het ministerieel besluit
1994, introduit par l'arrêté ministériel du 24 octobre 2006, sont van 24 oktober 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
apportées les modifications suivantes :
1° le § 1er est remplacé comme suit : 1° § 1 wordt vervangen als volgt :
« L'intervention forfaitaire pour la concertation multidisciplinaire « De forfaitaire tegemoetkoming voor het multidisciplinaire overleg,
décrite dans l'article 3bis de l'arrêté royal précité du 14 mai 2003, peut être portée en compte au maximum quatre fois par patient au cours de la première année de sa prise en charge dans le projet thérapeutique, maximum trois fois par année au cours de la période suivante, et pas plus d'une fois par trimestre. L'année de la prise en charge commence le jour de la première prise en charge du patient. En dérogation à l'alinéa précédent, une deuxième concertation peut être attestée au cours du premier trimestre de prise en charge du patient pour autant qu'une première concertation associant l'ensemble des partenaires ait été suivie par une deuxième concertation avec trois partenaires au minimum au cours du même trimestre et que les deux concertations n'aient pas lieu le même jour. Dans ce cas, l'intervention peut être portée en compte au maximum cinq fois par patient au cours de la première année de sa prise en charge. Cette intervention peut être portée en compte comme suit : 1° la concertation a eu lieu et les documents décrits à l'article 4bis ont été transmis au service intégré de soins à domicile; zoals omschreven in artikel 3bis van het bovenvermeld koninklijk besluit van 14 mei 2003, mag maximaal vier keer per patiënt in de loop van het eerste jaar van tenlasteneming in het kader van het therapeutische project, maximaal drie keer per jaar in loop van de volgende periode en niet meer dan eenmaal per trimester worden aangerekend. Het jaar van tenlasteneming begint op de dag waarop de patiënt voor het eerst wordt ten laste genomen. In afwijking van het vorige lid kan een tweede overleg worden aangerekend in het eerste trimester van tenlasteneming van de patiënt voor zover dat een eerste overleg met alle partners van het project gevolgd werd door een tweede overleg met minstens drie partners in de loop van datzelfde trimester en beide niet op dezelfde dag plaatsvonden. In dat geval kan maximaal vijf keer per patiënt in de loop van het eerste jaar van tenlasteneming de tegemoetkoming worden aangerekend. Die tegemoetkoming mag worden aangerekend als : 1° het overleg heeft plaatsgevonden en de documenten die omschreven worden in artikel 4bis, aan de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging zijn bezorgd;
2° pour le patient, au moins une concertation par trimestre a lieu au 2° voor de patiënt minstens een overleg per trimester heeft
cours de la première année de prise en charge et au moins trois concertations par an au cours de la période suivante; 3° tous les partenaires du projet thérapeutique ont été associés à cette concertation et au moins trois d'entre eux y ont effectivement participé; 4° le service intégré de soins à domicile a été officiellement désigné comme coordinateur administratif dans le cadre du projet thérapeutique. »; 2° le § 3, est remplacé comme suit : « Une intervention forfaitaire pour l'enregistrement décrite dans l'article 3bis de l'arrêté royal du 14 mai 2003 précité, est portée en compte par le service intégré des soins à domicile. Cette intervention peut être portée en compte au maximum quatre fois par patient au cours de la première année de sa prise en charge dans le projet thérapeutique et maximum trois fois par année au cours de la période suivante, et pas plus d'une fois par trimestre. En dérogation à l'alinéa précédent, une deuxième concertation peut être attestée au cours du premier trimestre de prise en charge du patient pour autant qu'une première concertation associant l'ensemble des partenaires ait été suivie par une deuxième concertation avec trois partenaires au minimum au cours du même trimestre et que les deux concertations n'aient pas lieu le même jour. Dans ce cas, l'intervention peut être portée en compte au maximum cinq fois par patient au cours de la première année de sa prise en charge. Cette intervention forfaitaire peut être portée en compte par concertation multidisciplinaire, telle que visée ci-dessus, si une concertation multidisciplinaire a eu lieu et si les documents, décrits dans l'article 4bis, ont été transmis au service intégré des soins à domicile. Cette intervention est portée en compte mensuellement par le service intégré des soins à domicile à l'organisme assureur. »

Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du deuxième mois qui suit la publication au Moniteur belge. Bruxelles, le 26 mai 2009.

plaatsgevonden in de loop van het eerste behandelingsjaar en minstens drie overlegvergaderingen per jaar in de loop van de volgende periode; 3° alle partners van het therapeutische project bij dat overleg betrokken werden en minstens drie van hen daaraan effectief hebben deelgenomen; 4° de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging officieel is aangewezen als administratief coördinator in het raam van het therapeutische project. »; 2° § 3 wordt vervangen als volgt : « Een forfaitaire tegemoetkoming voor de registratie, zoals omschreven in artikel 3bis van het bovenvermeld koninklijk besluit van 14 mei 2003, wordt aangerekend door de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging. Dit mag maximaal vier keer per patiënt worden aangerekend in de loop van het eerste behandelingsjaar en maximaal drie keer jaar in de loop van de volgende periode en niet meer dan eenmaal per trimester. In afwijking van het vorige lid kan een tweede overleg worden aangerekend in het eerste trimester van tenlasteneming van de patiënt voor zover dat een eerste overleg met alle partners van het project gevolgd werd door een tweede overleg met minstens drie partners in de loop van datzelfde trimester en beide niet op dezelfde dag plaatsvonden. In dat geval kan maximaal vijf keer per patiënt in de loop van het eerste jaar van tenlasteneming de tegemoetkoming worden aangerekend. Die forfaitaire tegemoetkoming mag worden aangerekend per multidisciplinair overleg, zoals hierboven bedoeld, als een multidisciplinair overleg heeft plaatsgevonden en als de documenten, omschreven in artikel 4bis, aan de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging zijn bezorgd. Die tegemoetkoming wordt elke maand door de geïntegreerde dienst voor thuisverzorging aan de verzekeringsinstelling aangerekend. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Brussel, 26 mei 2009.

Mme L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^