Arrêté ministériel relatif à l'émission du Bon d'Etat à 5 ans, extensible à 7 ans - 4 juin 1998 - 2003 - 2005, et du Bon d'Etat 3/5/7 - à taux d'intérêt révisable et minimum garanti, 4 juin 1998-2001-2003-2005 | Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 juni 1998 - 2003 - 2005, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet, 4 juni 1998-2001-2003-2005 |
---|---|
MINISTERE DES FINANCES | MINISTERIE VAN FINANCIEN |
20 MAI 1998. - Arrêté ministériel relatif à l'émission du Bon d'Etat à | 20 MEI 1998. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de |
5 ans, extensible à 7 ans - 4 juin 1998 - 2003 - 2005, et du Bon | Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 juni 1998 - 2003 - |
d'Etat 3/5/7 - à taux d'intérêt révisable et minimum garanti, 4 juin 1998-2001-2003-2005 | 2005, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet, 4 juni 1998-2001-2003-2005 |
Le Ministre des Finances, | De Minister van Financiën, |
Vu l'arrêté royal du 10 juin 1996 relatif à l'émission des Bons | Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1996 betreffende de |
d'Etat, notamment les articles 6, 10 et 21, modifié par l'arrêté royal | uitgifte van de Staatsbons, inzonderheid de artikelen 6, 10 en 21, |
du 2 juin 1997. | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juni 1997. |
Vu l'arrêté royal du 21 janvier 1998 autorisant le Ministre des | Gelet op het koninklijk besluit van 21 januari 1998 dat de Minister |
Finances à poursuivre, en 1998, l'émission des emprunts dénommés « | van Financiën machtigt tot de voortzetting in 1998, van de uitgifte |
Obligations linéaires » et l'émission des emprunts dénommés « Bons | van de leningen genaamd « Lineaire obligaties » en van de uitgifte van |
d'Etat », notamment l'article 1er, 2°, | de leningen genaamd « Staatsbons », inzonderheid het artikel 1, 2°, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Il est émis deux emprunts dénommés respectivement : « Bon |
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen |
d'Etat à 5 ans extensible à 7 ans » et « Bon d'Etat 3/5/7 à taux | respectievelijk genaamd : « Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar |
d'intérêt révisable et minimum garanti ». | » en « Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet ». |
Art. 2.Le bon d'Etat à 5 ans extensible à 7 ans - 4 juin 1998-2003- |
Art. 2.De Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 juni 1998 - |
2005- porte intérêt au taux de 4,60 p.c. l'an du 4 juin 1998 au 3 juin | 2003 - 2005 - rent 4,60 pct. 's jaars vanaf 4 juni 1998 tot 3 juni |
2003. Ce taux est maintenu en cas d'exercice de l'option de | 2003. Deze rente blijft behouden ingeval de optie tot verlenging wordt |
prolongation, soit pour la période du 4 juin 2003 au 3 juin 2005. | uitgeoefend, hetzij voor de periode van 4 juni 2003 tot 3 juni 2005. |
Art. 3.Le bon d'Etat 3/5/7 à taux d'intérêt révisable et minimum |
Art. 3.De Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde |
garanti - 4 juin 1998-2001-2003-2005 - porte intérêt au taux de 4,20 | minimumrentevoet - 4 juni 1998 - 2001 - 2003 - 2005 - rent 4,20 pct. |
p.c. l'an du 4 juin 1998 au 3 juin 2001. | 's jaars vanaf 4 juni 1998 tot 3 juni 2001. |
Pour la période allant du 4 juin 2001 au 3 juin 2003, le taux | Voor de periode gaande van 4 juni 2001 tot 3 juni 2003, is de faciale |
d'intérêt facial de ce bon d'Etat est égal au taux d'intérêt des | rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de lineaire |
obligations linéaires émises par l'Etat dont la durée résiduelle est | obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele looptijd twee |
de deux ans, sans pouvoir être inférieur à 4,60 p.c. | jaar is, zonder dat hij mag lager zijn dan 4,60 pct. |
Pour la période allant du 4 juin 2003 au 3 juin 2005, le taux | Voor de periode gaande van 4 juni 2003 tot 3 juni 2005, is de faciale |
d'intérêt facial de ce bon d'Etat est égal au taux d'intérêt des | rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de lineaire |
obligations linéaires émises par l'Etat dont la durée résiduelle est | obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele looptijd twee |
de deux ans, sans pouvoir être inférieur à 5,00 p.c. | jaar is, zonder dat hij mag lager zijn dan 5,00 pct. |
Art. 4.La souscription publique à ces deux bons d'Etat telle que |
Art. 4.De openbare inschrijving op deze twee Staatsbons zoals bedoeld |
visée à l'article 12 de l'arrêté royal du 10 juin 1996, est ouverte le | in artikel 12 van het koninklijk besluit van 10 juni 1996, wordt |
25 mai 1998; elle est close le 3 juin 1998. La date de paiement est | opengesteld op 25 mei 1998; zij wordt afgesloten op 3 juni 1998. De |
fixée au 4 juin 1998. Le paiement est effectué intégralement en | datum van betaling is vastgesteld op 4 juni 1998. De betaling is |
espèces. | volledig in speciën. |
Art. 5.Le prix d'émission du bon d'Etat à 5 ans extensible à 7 ans - |
Art. 5.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 |
4 juin 1998-2003-2005 - est fixé au pair de la valeur nominale. | jaar - 4 juni 1998-2003-2005- is vastgesteld op het pari van de |
Le prix d'émission du bon d'Etat 3/5/7 à taux d'intérêt révisable et | nominale waarde. De uitgifteprijs van de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en |
minimum garanti- 4 juin 1998-2001-2003-2005 - est fixé au pair de la | gewaarborgde minimumrentevoet- 4 juni 1998-2001-2003-2005- is |
valeur nominale. | vastgesteld op het pari van de nominale waarde. |
Art. 6.Le présent arrêté produit ses effets le 25 mai 1998. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 mei 1998. |
Bruxelles, le 20 mai 1998. | Brussel, 20 mei 1998. |
Ph. MAYSTADT | Ph. MAYSTADT |