← Retour vers "Arrêté ministériel relatif à l'émission par l'Etat belge d'un emprunt dénommé "Obligations linéaires 0,10% - 22 juin 2030" "
| Arrêté ministériel relatif à l'émission par l'Etat belge d'un emprunt dénommé "Obligations linéaires 0,10% - 22 juin 2030" | Ministerieel besluit betreffende de uitgifte door de Belgische staat van een lening genaamd "Lineaire obligaties 0,10% - 22 juni 2030" |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
| 20 JANVIER 2020. - Arrêté ministériel relatif à l'émission par l'Etat | 20 JANUARI 2020. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte door |
| belge d'un emprunt dénommé "Obligations linéaires 0,10% - 22 juin 2030" | de Belgische staat van een lening genaamd "Lineaire obligaties 0,10% - 22 juni 2030" |
| Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, |
| Vu la loi du 2 janvier 1991 relative au marché des titres de la dette | Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de |
| publique et aux instruments de la politique monétaire, modifiée par | effecten van de overheidsschuld en het monetair |
| les lois des 28 juillet 1992, 4 avril 1995, 15 juillet 1998, 28 | beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 4 |
| février 2002, 15 décembre 2004, 14 décembre 2005, 2 juin 2010, 25 | april 1995, 15 juli 1998, 28 februari 2002, 15 december 2004, 14 |
| avril 2014, 25 octobre 2016, 25 décembre 2016 et 30 juillet 2018 et | december 2005, 2 juni 2010, 25 april 2014, 25 oktober 2016, 25 |
| par l' arrêté royal du 3 mars 2011 ; | december 2016 en 30 juli 2018, en bij het koninklijk besluit van 3 |
| Vu la loi de finances du 20 décembre 2019 pour l'année budgétaire | maart 2011; Gelet op de financiewet van 20 december 2019 voor het begrotingsjaar |
| 2020, l'article 5, § 1er, 1° ; | 2020, artikel 5, § 1, 1° ; |
| Vu l'arrêté royal du 23 janvier 1991 relatif aux titres de la dette de | Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de |
| l'Etat, modifié par les arrêtés royaux des 22 juillet 1991, 10 février | effecten van de Staatsschuld, gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
| 1993, 26 novembre 1998, 11 juin 2001, 5 mars 2006, 26 avril 2007, 31 | van 22 juli 1991, 10 februari 1993, 26 november 1998, 11 juni 2001, 5 |
| mai 2009, 18 juin 2014 et 19 novembre 2015 ; | maart 2006, 26 april 2007, 31 mei 2009, 18 juni 2014 en 19 november |
| Vu l'arrêté royal du 16 octobre 1997 relatif aux obligations | 2015; Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de |
| linéaires, modifié par les arrêtés royaux des 6 décembre 2000, 19 mars | lineaire obligaties, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 |
| 2002, 26 mars 2004, 18 juillet 2008, 31 octobre 2008, 21 juin 2011 et | december 2000, 19 maart 2002, 26 maart 2004, 18 juli 2008, 31 oktober |
| 25 décembre 2016 ; | 2008, 21 juni 2011 en 25 december 2016; |
| Vu l'arrêté royal du 20 décembre 2020 autorisant le ministre des | Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2020 dat de minister |
| Finances à poursuivre, en 2020, l'émission des emprunts dénommés | van Financiën machtigt tot voortzetting, in 2020, van de uitgifte van |
| "Obligations linéaires", des emprunts dénommés "Bons d'Etat", ainsi | de leningen genaamd "Lineaire obligaties", van de leningen genaamd |
| que des "Euro Medium Term Notes", l'article 1er, 1° ; | "Staatsbons", alsook van "Euro Medium Term Notes", artikel 1,1° ; |
| Vu l'arrêté ministériel du 12 décembre 2000 relatif aux règles | Gelet op het ministerieel besluit van 12 december 2000 betreffende de |
| générales concernant les obligations linéaires, modifié par les | algemene regels inzake de lineaire obligaties, gewijzigd bij de |
| arrêtés ministériels des 22 mars 2002, 26 mars 2004, 21 juin 2011, 4 | ministeriële besluiten van 22 maart 2002, 26 maart 2004, 21 juni 2011, |
| septembre 2014 et 23 décembre 2016, | 4 september 2014 en 23 december 2016, |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.1° Il est émis, en 2020, un emprunt dénommé "Obligations |
Artikel 1.1° In 2020 wordt een lening genaamd "Lineaire obligaties |
| linéaires 0,10% - 22 juin 2030" ; | 0,10% - 22 juni 2030" uitgegeven; |
| 2° La date d'émission est le 15 janvier 2020 ; | 2° De uitgiftedatum is 15 januari 2020; |
| 3° Le prix d'émission est fixé à 99,865% de la valeur nominale ; | 3° De uitgifteprijs is vastgesteld op 99,865% van de nominale waarde; |
| 4° La première émission de l'emprunt a lieu par voie de syndication | 4° De eerste uitgifte van de lening gebeurt via syndicatie met vaste |
| avec prise ferme, conformément aux usages du marché ; | overname overeenkomstig de gebruiken van de markt; |
| 5° La date du paiement et de la livraison est le 22 janvier 2020. | 5° De betaal- en leveringsdatum is 22 januari 2020. |
Art. 2.Le capital émis porte intérêt au taux de 0,10% l'an à partir du 22 janvier 2020. |
Art. 2.Het uitgegeven kapitaal rent tegen 0,10% per jaar vanaf 22 januari 2020. |
| Les intérêts sont payables le 22 juin des années 2020 à 2030. | De intrest is betaalbaar op 22 juni van de jaren 2020 tot 2030. |
Art. 3.L'emprunt est entièrement remboursable au pair le 22 juin |
Art. 3.De lening is volledig terugbetaalbaar tegen pari op 22 juni |
| 2030. | 2030. |
Art. 4.La négociation du droit au capital et du droit à chacun des |
Art. 4.De verhandeling van het recht op het kapitaal en het recht op |
| paiements d'intérêts des "Obligations linéaires 0,10% - 22 juin 2030" | iedere intrestbetaling van de "Lineaire obligaties 0,10% - 22 juni |
| en tant que titres dématérialisés autonomes pourra être autorisée | 2030" als zelfstandige gedematerialiseerde effecten kan later |
| ultérieurement. | gemachtigd worden. |
Art. 5.Le présent arrêté produit ses effets le 22 janvier 2020. |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 22 januari 2020. |
| Bruxelles, le 20 janvier 2020. | Brussel, 20 januari 2020. |
| A. DE CROO | A. DE CROO |