Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Ministériel du 19/03/2020
← Retour vers "Arrêté ministériel relatif aux activités à caractère privé ou public, de nature culturelle, sociale, festive, folklorique, sportive et récréative "
Arrêté ministériel relatif aux activités à caractère privé ou public, de nature culturelle, sociale, festive, folklorique, sportive et récréative Ministerieel besluit betreffende de privé- en publieke activiteiten van culturele, maatschappelijke, festieve, folkloristische, sportieve en recreatieve aard
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE 19 MARS 2020. - Arrêté ministériel relatif aux activités à caractère privé ou public, de nature culturelle, sociale, festive, folklorique, sportive et récréative La Ministre de l'Economie, Vu le Code de droit économique, l'article XVIII.1, inséré par la loi FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE 19 MAART 2020. - Ministerieel besluit betreffende de privé- en publieke activiteiten van culturele, maatschappelijke, festieve, folkloristische, sportieve en recreatieve aard De Minister van Economie, Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel XVIII.1, ingevoegd
du 27 mars 2014; bij de wet van 27 maart 2014;
Vu l'avis de l'Inspecteur des finances, donné le 17 mars 2020; Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 17
Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, maart 2020; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
l'article 3, § 1er; 1973, artikel 3, § 1;
Vu l'urgence; Considérant la déclaration de l'Organisation mondiale de la Santé Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
(OMS) de l'urgence de santé publique de portée internationale (USPPI) Overwegende de afkondiging van de internationale noodsituatie voor de
volksgezondheid (PHEIC) door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op
en date du 30 janvier 2020; 30 januari 2020;
Considérant la qualification par l'OMS du coronavirus COVID-19 comme Overwegende de kwalificatie van het coronavirus COVID-19 als een
une pandémie en date du 11 mars 2020; Considérant que la propagation rapide du virus du SRAS-CoV-2 a conduit à une pandémie qui n'était pas prévisible; Considérant l'apparition en décembre 2019 d'un nouveau virus de type corona (le coronavirus covid-19) en Chine, dont la rapide propagation dans le monde impose de prendre des mesures de prévention en vue de protéger la santé publique; Considérant que ces mesures contribuent à lutter contre une propagation générale du coronavirus, ainsi qu'à la sauvegarde du potentiel de main d'oeuvre et de production; Considérant qu'une propagation générale du coronavirus peut mener à une désorganisation de l'économie dans son ensemble, suite au fait que certains secteurs économiques peuvent être touché financièrement de façon grave, ce qui peut, à son tour conduire à une désorganisation d'autres secteurs; Considérant que l'absence de mesures qui accompagnent les mesures en vue de la protection de la santé publique, peut mettre en péril le bon fonctionnement de l'économie; Considérant que le secteur des événements, tant public que privé, est particulièrement touché par la crise du coronavirus suite à l'interdiction décrétée le 13 mars 2020, laquelle a été confirmée par l'arrêté ministériel du 18 mars 2020 portant des mesures d'urgence pour limiter la propagation du coronavirus COVID-19; Considérant que, sans mesures d'accompagnement spécifiques, la situation financière de nombreuses entreprises et organisations qui organisent des activités de nature culturelle, sociale, festive, folklorique, sportive et récréative, risque de devenir intenable; Considérant qu'il convient de limiter ces mesures à la durée nécessaire pour gérer cette crise, Arrête :

Article 1er.§ 1er. Lorsqu'une activité de nature culturelle, sociale, festive, folklorique, sportive ou récréative ne peut avoir lieu en raison de la crise du coronavirus, la personne qui organise cette activité est en droit de délivrer au détenteur d'un titre d'accès payant pour cette activité, au lieu d'un remboursement, un bon à valoir correspondant à la valeur du montant payé. Ce bon à valoir peut être délivré lorsque les conditions suivantes sont remplies : 1° la même activité est organisée ultérieurement au même endroit ou à proximité de celui-ci; 2° l'activité est réorganisée dans l'année qui suit la délivrance du bon à valoir; 3° le bon à valoir représente la valeur totale du montant payé pour le titre d'accès original; 4° aucun coût ne sera mis en compte au détenteur du titre d'accès pour la délivrance du bon à valoir; 5° le bon à valoir indique explicitement qu'il a été délivré à la suite de la crise du coronavirus. § 2. Par dérogation au paragraphe 1er, le détenteur du titre d'accès a droit au remboursement lorsqu'il prouve qu'il est empêché d'assister à l'activité à la nouvelle date.

Art. 2.Lorsque l'activité n'est pas réorganisée dans les conditions visées à l'article 1er, le détenteur du titre d'accès ou du bon à valoir a droit au remboursement du prix du titre d'accès original. Dans ce cas, la personne qui organise l'activité dispose d'un délai de trois mois à compter de la date à laquelle le présent arrêté cesse d'être en vigueur pour rembourser le détenteur du titre d'accès.

Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge et cesse d'être en vigueur trois mois après son entrée en vigueur. Bruxelles, le 19 mars 2020.

pandemie door de WHO op 11 maart 2020; Overwegende dat de snelle uitbreiding van het SARS-CoV-2 virus tot een pandemie heeft geleid die niet voorzienbaar was; Overwegende het uitbreken in december 2019 van een nieuw type coronavirus (coronavirus covid-19) in China, waarvan de snelle verspreiding over de hele wereld het noodzakelijk maakt om preventieve maatregelen te nemen ter bescherming van de volksgezondheid; Overwegende dat deze maatregelen ertoe bijdragen om een algemene uitbraak van coronavirus te bestrijden, mede ter vrijwaring van het arbeids- en productiepotentieel; Overwegende dat een algemene uitbraak van het coronavirus kan leiden tot een ontwrichting van de economie in haar geheel, doordat bepaalde economische sectoren zeer zwaar financieel kunnen worden getroffen, wat op zijn beurt kan leiden tot ontwrichting van andere sectoren; Overwegende dat het ontbreken van begeleidende maatregelen die aansluiten bij deze ter bescherming van de volksgezondheid, de goede werking van de economie in gevaar brengt; Overwegende dat de evenementensector, zowel de publieke als de private, bijzonder zwaar wordt getroffen door de coronacrisis als gevolg van het verbod dat op 13 maart 2020 werd uitgevaardigd en dat werd bevestigd door het ministerieel besluit van 18 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; Overwegende dat zonder specifieke, begeleidende maatregelen de financiële situatie van veel ondernemingen en organisaties die activiteiten van culturele, maatschappelijke, festieve, folkloristische, sportieve en recreatieve aard organiseren, onhoudbaar dreigt te worden; Overwegende dat deze begeleidende maatregelen moeten worden beperkt tot de duur die nodig is om deze crisis te beheren, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Wanneer een activiteit van culturele, maatschappelijke, festieve, folkloristische, sportieve en recreatieve aard geen doorgang kan vinden om reden van de coronacrisis, is de persoon die deze activiteit organiseert, gerechtigd aan de houder van een betalend toegangsticket tot deze activiteit een tegoedbon ter waarde van het betaalde bedrag te verstrekken in plaats van een terugbetaling. Deze tegoedbon mag worden afgeleverd wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° dezelfde activiteit wordt op een latere datum georganiseerd op dezelfde of een nabijgelegen locatie; 2° de activiteit wordt opnieuw georganiseerd binnen het jaar na uitreiking van de tegoedbon; 3° de tegoedbon vertegenwoordigt de volledige waarde van het bedrag dat voor het oorspronkelijke toegangsbewijs is betaald; 4° aan de houder van het toegangsbewijs wordt geen enkele kost in rekening gebracht voor het afleveren van de tegoedbon; 5° de tegoedbon vermeldt uitdrukkelijk dat hij werd afgeleverd als gevolg van de coronacrisis. § 2. In afwijking van paragraaf 1 heeft de houder van het toegangsbewijs het recht op terugbetaling, wanneer hij het bewijs levert dat hij verhinderd is om de activiteit bij te wonen op de nieuwe datum.

Art. 2.Wanneer de activiteit niet opnieuw wordt georganiseerd onder de voorwaarden bedoeld in artikel 1, heeft de houder van het toegangsbewijs of van de vervangende tegoedbon recht op de terugbetaling van de prijs van het oorspronkelijke toegangsbewijs. In dit geval beschikt de persoon die de activiteit organiseert, over een termijn van drie maanden na de buitenwerkingtreding van dit besluit om de houder van het toegangsbewijs terug te betalen.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking drie maanden na zijn inwerkingtreding. Brussel, 19 maart 2020.

N. MUYLLE N. MUYLLE
^