← Retour vers "Arrêté ministériel portant précision des valeurs de rendement de référence pour la production séparée de chaleur et d'électricité visés à l'annexe III, partie 3, b), de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 6 mai 2004 relatif à la promotion de l'électricité verte et de la cogénération de qualité "
| Arrêté ministériel portant précision des valeurs de rendement de référence pour la production séparée de chaleur et d'électricité visés à l'annexe III, partie 3, b), de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 6 mai 2004 relatif à la promotion de l'électricité verte et de la cogénération de qualité | Ministerieel besluit houdende bepaling van de rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie van warmte en elektriciteit bedoeld in de bijlage III, deel 3, b), van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 mei 2004 betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling |
|---|---|
| MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
| 16 SEPTEMBRE 2008. - Arrêté ministériel portant précision des valeurs | 16 SEPTEMBER 2008. - Ministerieel besluit houdende bepaling van de |
| de rendement de référence pour la production séparée de chaleur et | rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie van warmte en |
| d'électricité visés à l'annexe III, partie 3, b), de l'arrêté du | elektriciteit bedoeld in de bijlage III, deel 3, b), van het besluit |
| Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 6 mai 2004 relatif | van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 mei 2004 |
| à la promotion de l'électricité verte et de la cogénération de qualité | betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling |
| La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargée | De Minister van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
| de l'Environnement, de l'Energie et de la Politique de l'Eau, | belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, |
| Vu la Directive européenne 2004/8/CE du 11 février 2004 concernant la | Gelet op de Europese Richtlijn 2004/8/EG van 11 februari 2004 inzake |
| promotion de la cogénération sur la base de la demande de chaleur | de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar |
| utile dans le marché intérieur de l'énergie et modifiant la Directive | nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van |
| 92/42/CEE; | Richtlijn 92/42/EEG; |
| Vu la décision 2007/74/CE de la Commission des Communautés européennes | Gelet op de beschikking 2007/74/EG van de Commissie van de Europese |
| du 21 décembre 2006 définissant des valeurs harmonisées de rendement | Gemeenschappen van 21 december 2006 tot vaststelling van |
| de référence pour la production séparée d'électricité et de chaleur en | geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden |
| application de la Directive européenne 2004/8/CE; | productie van elektriciteit en warmte in toepassing van Richtlijn |
| Vu l'ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l'organisation du marché | 2004/8/EG; Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie |
| van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, | |
| de l'électricité en Région de Bruxelles-Capitale, notamment l'article | inzonderheid artikel 27, § 2, eerste lid, hersteld bij de ordonnantie |
| 27, § 2, premier alinéa, rétabli par l'ordonnance du 14 décembre 2006; | van 14 december 2006; |
| Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 6 | Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk |
| mai 2004 relatif à la promotion de l'électricité verte et de la | Gewest van 6 mei 2004 betreffende de promotie van groene elektriciteit |
| cogénération de qualité, notamment l'article 11, § 1er, quatrième | en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, inzonderheid artikel 11, § 1, |
| alinéa, remplacé par l'arrêté du Gouvernement de la Région de | vierde lid, vervangen bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke |
| Bruxelles-Capitale du 19 juillet 2007; | Regering van 19 juli 2007; |
| Vu la proposition BRUGEL-20080128-13 de BRUGEL du 28 janvier 2008; | Gelet op het voorstel BRUGEL-20080128-13 van BRUGEL van 28 januari 2008; |
| Vu l'avis 44.582/3 du Conseil d'Etat, donné le 11 juin 2008 en | Gelet op het advies 44.582/3 van de Raad van State, gegeven op 11 juni |
| application de l'article 84, § 1er, premier alinéa, 1°, des lois | 2008 in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de |
| coordonnées sur le Conseil d'Etat, | gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
| Arrête : | Besluit : |
| CHAPITRE Ier. - Définitions | HOOFDSTUK I. - Definities |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° BRUGEL : la Commission de régulation pour l'énergie en Région de | 1° BRUGEL : de Reguleringscommissie voor energie in het Brussels |
| Bruxelles-Capitale instituée par l'article 30bis de l'ordonnance du 14 | Hoofdstedelijk Gewest, opgericht door artikel 30bis van de ordonnantie |
| décembre 2006 modifiant les ordonnances du 19 juillet 2001 et du 1er | van 14 december 2006 tot wijziging van de ordonnanties van 19 juli |
| avril 2004 relatives à l'organisation du marché de l'électricité et du | 2001 en van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de |
| gaz en Région de Bruxelles-Capitale; | elektriciteitsmarkt en de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; |
| 2° l'année de mise en service d'une unité de cogénération : l'année | 2° het jaar van indienststelling van een warmtekrachteenheid : het |
| civile au cours de laquelle a débuté la production d'électricité. | kalenderjaar waarin voor het eerst elektriciteit wordt opgewekt. |
| CHAPITRE II. - Valeurs de rendement de référence pour l'électricité | HOOFDSTUK II. - Rendementsreferentiewaarden voor elektriciteit |
Art. 2.Les valeurs de rendement de référence pour la production |
Art. 2.De rendementsreferentiewaarden voor de gescheiden productie |
| séparée de l'électricité sont établies sur base du PCI et pour des | van elektriciteit zijn gebaseerd op de netto calorische waarde en in |
| conditions standard ISO (15 °C, 1,013 bar, 60 % d'humidité relative). | standaard ISO-omstandigheden (15 °C, 1,013 bar, 60 % relatieve |
| Ces valeurs sont définies à l'annexe Ire. | vochtigheid). Deze waarden zijn opgenomen in bijlage I. |
Art. 3.§ 1er. Les valeurs de rendement de référence définies à |
Art. 3.§ 1. De rendementsreferentiewaarden die zijn opgenomen in |
| l'annexe Ire, sont les valeurs de référence de l'année de mise en | bijlage I, zijn de referentiewaarden van het jaar van indienststelling |
| service de l'unité de cogénération. Ces valeurs s'appliquent pour une | van de warmtekrachteenheid. Deze waarden gelden voor een periode van |
| durée de 10 ans à partir de l'année de mise en service de l'unité de | 10 jaar volgend op het jaar van indienststelling van de |
| cogénération. | warmtekrachteenheid. |
| § 2. Les valeurs de rendement de référence des unités ayant plus de 10 | § 2. De rendementsreferentiewaarden van eenheden die meer dan 10 jaar |
| ans d'âge, sont les valeurs de référence des installations de 10 ans | oud zijn, zijn de referentiewaarden van de installaties van 10 jaar |
| d'âge. | oud. |
| § 3. Dans le cas d'une installation composée de plusieurs unités dont | § 3. In het geval van een installatie die bestaat uit meerdere |
| les dates de mise en service sont différentes, l'économie d'énergie | eenheden waarvan de data van indienststelling verschillend zijn, wordt |
| primaire (PES) est évaluée par unité. | de besparing van primaire energie (BPE) per eenheid beoordeeld. |
Art. 4.Si une unité de cogénération existante fait l'objet d'une |
Art. 4.Wanneer een bestaande warmtekrachteenheid wordt gemoderniseerd |
| modernisation dont le coût d'investissement excède 50 % du coût | en de investeringskosten voor die modernisering overschrijden 50 % van |
| d'investissement d'une nouvelle unité de cogénération comparable, | de investeringskosten voor een vergelijkbare nieuwe |
| l'année civile au cours de laquelle débute la production d'électricité | warmtekrachteenheid, wordt het kalenderjaar waarin de gemoderniseerde |
| de l'unité de cogénération modernisée est considéré comme son année de | warmtekrachteenheid voor het eerst elektriciteit opwekt beschouwd als |
| mise en service. | het jaar van indienststelling. |
Art. 5.Dans le cas d'une unité utilisant plusieurs combustibles, la |
Art. 5.Wanneer in een warmtekrachteenheid meerdere brandstoffen |
| valeur de rendement de référence est calculée sur base d'une moyenne | worden gebruikt, wordt de rendementsreferentiewaarde berekend op basis |
| pondérée par leurs énergies entrantes respectives. | van een gewogen gemiddelde van de energie-input van de onderscheiden |
| brandstoffen. | |
Art. 6.§ 1er. Les valeurs de rendement de référence prévues à |
Art. 6.§ 1er. De rendementsreferentiewaarden bedoeld in bijlage I |
| l'annexe Ire sont multipliées par les facteurs de correction du | worden vermenigvuldigd met de correctiefactoren van de tabel in |
| tableau repris en annexe II en regard de la destination de | bijlage II in functie van de bestemming van de geproduceerde |
| l'électricité nette produite. | netto-elektriciteit. |
| § 2. Ces facteurs de correction ne sont pas applicables pour les | § 2. Deze correctiefactoren worden niet toegepast voor vaste |
| combustibles solides issus de la fraction organique biodégradable | brandstoffen die voortkomen uit de bioafbreekbare organische fractie |
| (biomasse) des produits, résidus et déchets provenant de la | (biomassa) van de producten, residuen en afval voortkomend van de |
| sylviculture et industries connexes ainsi que pour les combustibles | bosbouw en verwante industrieën en evenmin voor de gasbrandstoffen van |
| gazeux de type biogaz. | het type biogas. |
Art. 7.§ 1er. Des facteurs de correction des valeurs de rendement de |
Art. 7.§ 1er. De correctiefactoren van de rendementsreferentiewaarden |
| référence prévues à l'annexe Ire sont appliqués en fonction de l'écart | voorzien in bijlage I worden toegepast op basis van het verschil |
| entre la température moyenne annuelle de la Belgique et les conditions | tussen de jaarlijkse gemiddelde temperatuur in België en de standaard |
| standard ISO (15 °C). La température moyenne annuelle est celle | ISO-omstandigheden (15 °C). De jaarlijkse gemiddelde temperatuur is |
| établie par l'IRM sur la base des 5 dernières années civiles. | deze die door het KMI werd vastgesteld op basis van de 5 laatste |
| Ces facteurs de correction ne sont pas applicables pour les piles à | kalenderjaren. Deze correctiefactoren worden niet toegepast bij |
| combustible. | brandstofceltechnologie. |
| § 2. La correction sera la suivante : | § 2. De correctie is : |
| - 0,1 % de pourcentage de rendement pour chaque degré au-dessus de 15 | - 0,1 % van het rendementspercentage voor elke graad boven 15 graden; |
| degrés; + 0,1 % de pourcentage de rendement pour chaque degré en dessous de 15 degrés. | + 0,1 % van het rendementspercentage voor elke graad onder 15 graden. |
| § 3. Les corrections en fonction de la température visées aux | § 3. De correcties op basis van de temperatuur, bedoeld in de |
| paragraphes 1er et 2 de cet article sont appliquées avant les | paragrafen 1 en 2 van dit artikel, worden toegepast vóór de eventuele |
| éventuelles corrections visées à l'article 6 pour les pertes évitées sur le réseau. | in artikel 6 bedoelde correcties voor de vermeden netverliezen. |
| CHAPITRE III. - Valeurs de rendement de référence pour la chaleur | HOOFDSTUK III. - Rendementsreferentiewaarden voor warmte |
Art. 8.§ 1er. Les valeurs de rendement de référence pour la chaleur |
Art. 8.§ 1. De rendementsreferentiewaarden voor warmte zijn bepaald |
| sont définies à l'annexe III. | in bijlage III. |
| § 2. Dans le cas d'une unité utilisant plusieurs combustibles, la | § 2. Wanneer in een warmtekrachteenheid meerdere brandstoffen worden |
| valeur de rendement de référence est calculée sur base d'une moyenne | gebruikt, wordt de rendementsreferentiewaarde berekend op basis van |
| pondérée par leurs énergies entrantes respectives. | een gewogen gemiddelde van de energie-input van de onderscheiden |
| § 3. Dans le cas d'une unité valorisant plusieurs types de chaleur, la | brandstoffen. § 3. Wanneer in een eenheid verschillende types van warmte worden |
| valeur de rendement de référence est calculée sur base d'une moyenne | gevaloriseerd, wordt de rendementsreferentiewaarde berekend op basis |
| pondérée par leurs énergies thermiques respectives. | van een gewogen gemiddelde van hun respectievelijke thermische |
| § 4. Dans le cas d'applications non explicitement reprises dans | energieën. § 4. In het geval van toepassingen die niet uitdrukkelijk zijn |
| l'annexe III, le rendement de référence à utiliser est fixé par | opgenomen in bijlage III, wordt de te gebruiken |
| BRUGEL. | rendementsreferentiewaarde vastgesteld door BRUGEL. |
Art. 9.En application de l'article 11, § 1er, quatrième alinéa de |
Art. 9.In toepassing van artikel 11, § 1er, vierde lid van het |
| l'arrêté du 6 mai 2004 relatif à la promotion de l'électricité verte | besluit van 6 mei 2004 betreffende de promotie van groene |
| et de la cogénération de qualité, ajouté par l'article 5 de l'arrêté | elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, toegevoegd door |
| du 19 juillet 2007, le présent arrêté produit ses effets à partir du 1er | artikel 5 van het besluit van 19 juli 2007, heeft dit besluit |
| janvier 2007. | uitwerking met ingang van 1 januari 2007. |
| Bruxelles, le 16 septembre 2008. | Brussel, 16 september 2008. |
| Mme E. HUYTEBROECK | Mevr. E. HUYTEBROECK |
| Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |