← Retour vers "Arrêté ministériel désignant le vice-président du Conseil supérieur de l'Emploi "
| Arrêté ministériel désignant le vice-président du Conseil supérieur de l'Emploi | Ministerieel besluit tot aanduiding van de vice-voorzitter van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 16 MAI 2019. - Arrêté ministériel désignant le vice-président du | 16 MEI 2019. - Ministerieel besluit tot aanduiding van de |
| Conseil supérieur de l'Emploi | vice-voorzitter van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid |
| Le Ministre de l'Emploi | De Minister van Werk |
| Vu la loi du 22 décembre 1995 portant des mesures visant à exécuter le | Gelet op de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot |
| plan pluriannuel pour l'emploi, l'article 42; | uitvoering van het meerjarenplan, artikel 42; |
| Vu l'arrêté royal du 24 septembre 1996 relatif au Conseil supérieur de | Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1996 betreffende de |
| l'Emploi, l'article 4 modifié par l'arrêté royal du 10 novembre 2009; | Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, artikel 4 gewijzigd bij koninklijk besluit van 10 november 2009; |
| Vu l'arrêté royal du 29 mai 2015 portant nomination des membres du | Gelet op het koninklijk besluit van 29 mei 2015 houdende benoeming van |
| Conseil supérieur de l'Emploi; | de leden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid; |
| Vu l'arrêté royal du 26 avril 2019 portant démission, remplacement et | Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 2019 houdende ontslag, |
| nomination d'un membre du Conseil supérieur de l'Emploi, | vervanging en benoeming van een lid van de Hoge Raad voor |
| Werkgelegenheid, | |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Monsieur Steven Vanackere est désigné vice-président du |
Artikel 1.De heer Steven Vanackere wordt tot vice-voorzitter van de |
| Conseil supérieur de l'Emploi. | Hoge Raad voor de Werkgelegenheid aangeduid. |
Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 8 mai 2019. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 mei 2019. |
| Bruxelles, le 16 mai 2019. | Brussel, 16 mei 2019. |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| _______ | _______ |
| Note | Nota |
| Références au Moniteur belge : | Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: |
| Loi du 22 décembre 1995, | Wet van 22 december 1995, |
| Moniteur belge du 30 décembre 1995. | Belgisch Staatsblad van 30 december 1995. |
| Arrêté royal du 24 septembre 1996, | Koninklijk besluit van 24 september 1996, |
| Moniteur belge du 4 octobre 1996. | Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1996. |
| Arrêté royal du 10 novembre 2009, | Koninklijk besluit van 10 november 2009, |
| Moniteur belge du 1er décembre 2009. | Belgisch Staatsblad van 1 december 2009. |
| Arrêté royal du 29 mai 2015, | Koninklijk besluit van 29 mei 2015, |
| Moniteur belge du 9 juin 2015. | Belgisch Staatsblad van 9 juin 2015. |
| Arrêté royal du 26 avril 2019, | Koninklijk besluit van 26 april 2019, |
| Moniteur belge du 8 mai 2019. | Belgisch Staatsblad van 8 mei 2019. |