Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Ministériel du 15/05/2000
← Retour vers "Arrêté ministériel relatif à la gestion de la qualité dans les centres pour troubles du développement "
Arrêté ministériel relatif à la gestion de la qualité dans les centres pour troubles du développement Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de centra voor ontwikkelingsstoornissen
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE 15 MAI 2000. - Arrêté ministériel relatif à la gestion de la qualité dans les centres pour troubles du développement Département de l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Culture Le Ministre flamand de l'Aide sociale, de la Santé et de l'Egalité des Chances, MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur 15 MEI 2000. - Ministerieel besluit inzake de kwaliteitszorg in de centra voor ontwikkelingsstoornissen De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,
Vu le décret du 29 avril 1997 relatif à la gestion de la qualité dans Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de
les établissements d'aide sociale; welzijnsvoorzieningen;
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 juin 1998 réglant l'agrément Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1998 tot
regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor
et le subventionnement des centres pour troubles du développement, ontwikkelingsstoornissen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse
modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 25 février 2000; regering van 25 februari 2000.
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 1999 fixant les Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot
attributions des membres du Gouvernement flamand, modifié par l'arrêté bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering,
du Gouvernement flamand du 15 octobre 1999; gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999;
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 1er décembre 1999; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 december 1999;
Arrête : Besluit :

Artikel 1.De sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen, zoals bepaald

Article 1er.Conformément à l'article 4 du décret relatif à la gestion

in artikel 4 van het decreet inzake de kwaliteitszorg in de
de la qualité dans les établissements d'aide sociale, les exigences welzijnsvoorzieningen worden voor de centra voor
minimales de qualité spécifiques au secteur des centres pour troubles ontwikkelingsstoornissen vastgesteld zoals bepaald in de bijlage
du développement sont arrêtées telles que fixées à l'annexe 1 jointe
au présent arrêté. gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Le manuel de la qualité, tel que visé à l'article 6 du même

Art. 2.Het kwaliteitshandboek, zoals bepaald in artikel 6 van

décret, doit contenir au moins les éléments suivants : hetzelfde decreet moet minimaal de volgende elementen bevatten :
1°une introduction, comprenant la présentation de la structure ainsi 1° een inleiding, met daarin de voorstelling van de voorziening
que le développement et la structure de la documentation; alsmede de opbouw en de structuur van de documentatie;
2° une description de la politique de qualité contenant la mission, 2° een weergave van het kwaliteitsbeleid waarin de visie, de missie,
les objectifs et les valeurs, l'énumération des exigences minimales de de doelstellingen en de waarden, de opgave van de sectorspecifieke
qualité spécifiques au secteur prévues à l'article 1er du présent minimale kwaliteitseisen, bepaald in artikel 1, en de verlening van
arrêté, et l'autorisation accordée aux autorités de vérifier et een machtiging aan de overheid tot verificatie van het gevoerde
d'évaluer la politique de qualité menée; kwaliteitsbeleid zijn opgenomen;
3° une description du système de la qualité. 3° een weergave van het kwaliteitssysteem.

Art. 3.Le système de la qualité visé à l'article 2, 3° doit contenir

Art. 3.Het in artikeL 2, 3° bedoelde kwaliteitssysteem moet minimaal

au moins les éléments suivants : de volgende elementen bevatten :
1° la description de la structure organisationnelle, comprenant 1° de beschrijving van de organisatiestructuur, met daarin opgenomen
l'organigramme et une définition des responsabilités et compétences; het organigram en een omschrijving van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden;
2° la désignation d'un responsable chargé de la gestion de la qualité; 2° de aanwijzing van de verantwoordelijke die met het kwaliteitsbeleid
3° un aperçu des structures internes de concertation et la description is belast; 3° het overzicht van de interne overlegstructuren en de beschrijving
de leur fonctionnement; van hun werking;
4° un aperçu de la participation à des organes extérieurs de concertation; 4° het overzicht van de deelname aan externe overlegorganen;
5° une description des procédures. 5° een beschrijving van de procedures.

Art. 4.La description des procédures telle que visée à l'article 3,

Art. 4.Minimaal moeten de volgende, in artikel 3, 5° bedoelde

5° doit contenir au moins : procedures, worden beschreven :
1° la procédure d'admission; 1° de procedure voor het behandelen van de instroom;
2° la procédure de l'examen multidisciplinaire; 2° de procedure voor het multidisciplinaire onderzoek;
3° la procédure de fin de la prise en charge; 3° de procedure voor het behandelen van de uitstroom;
4° la procédure d'évaluation et de gestion des réclamations; 4° de procedure voor toetsing en klachtenbehandeling;
5° la procédure de la gestion des documents; 5° de procedure voor het beheer van documenten;
6° la procédure de l'organisation et de la planification; 6° de procedure voor de organisatie en de planning van de werking;
7° la procédure de formation des collaborateurs; 8° la procédure pour la gestion du personnel.

Art. 5.La planification de la qualité comprend au moins les éléments suivants : 1° une évaluation de la politique de qualité menée quant à ses point forts et faibles, et les choix opérés en conséquence des domaines prioritaires qui seront pris en charge dans l'avenir; 2° une énumération des domaines d'action prioritaires pour l'année à venir, en précisant, par domaine d'action, les éléments suivants : a) le domaine d'action, le projet ou le thème; b) l'objectif et le mode d'évaluation des résultats; c) la désignation d'un responsable; d) l'étalement dans le temps; e) les moments prévus pour les évaluations intérimaires.

Art. 6.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2000. Bruxelles, le 15 mai 2000. Le Ministre flamand de l'Aide sociale, de la Santé et de l'Egalité des Chances

7° de procedure voor de vorming van de medewerkers; 8° de procedure voor het personeelsbeleid.

Art. 5.De kwaliteitsplanning bestaat minimaal uit de volgende onderdelen : 1° een evaluatie van het gevoerde kwaliteitsbeleid op sterke en zwakke punten, en de op basis hiervan gemaakte keuzes van prioritaire gebieden waaraan in de toekomst zal worden gewerkt; 2° een opgave van prioritaire werkgebieden voor de toekomst, met per werkgebied de omschrijving van volgende elementen : a) het werkgebied, project of onderwerp; b) het streefdoel en de wijze waarop de resultaten zullen worden beoordeeld; c) de toewijzing van een verantwoordelijke; d) de fasering in de tijd; e) de voorziene tussentijdse evaluatiemomenten.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000. Brussel, 15 mei 2000. De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS Bijlage Sectorspecifieke minimale kwaliteitseisen voor de centra voor ontwikkelingsstoornissen 1. De hulp- en dienstverlening wordt gebruikersgericht verleend Een gebruikersgerichte hulp- en dienstverlening houdt in : 1° informatievoorziening aan de cliënt en zijn systeem; 2° inbreng van cliënt en cliëntsysteem; 3° klantvriendelijke dienstverlening. 1.1. Informatievoorziening Dit betekent : a) Duidelijke informatie verschaffen over de te volgen procedure; b) Een persoonlijk gesprek voorzien tussen één of meerdere leden van het cliëntsysteem en één of meer teamleden, waarin : - De resultaten van het onderzoek worden toegelicht; - Conclusies worden overlopen en toegelicht; - Adviezen worden gegeven. 1.2. Inbreng van cliënt en cliëntsysteem Dit betekent : a) Een geïndividualiseerd onderzoek, waarbij de teamleden zich inleven in de situatie van de cliënt; b) Het cliëntsysteem betrekken bij het onderzoek; c) Duidelijke afspraken maken m.b.t. klachten en hun behandeling; 1.3. Klantvriendelijke dienstverlening Dit betekent : a) Zorgen voor een kindvriendelijke accomodatie; b) Maximale toegankelijkheid, ook voor mensen met een handicap; c) Een minimale bereikbaarheid en beschikbaarheid voorzien; d) Het onderzoek in een « verstaanbare » taal voeren; e) Flexibiliteit in de dienstverlening. 2. De hulp- en dienstverlening wordt maatschappelijk aanvaardbaar verleend Een maatschappelijk aanvaardbare hulp- en dienstverlening houdt in : 1° respect voor de cliënt en zijn systeem; 2° aanvaardbare dienstverlening; 3° beleidsstimulerende dienstverlening. 2.1. Respect voor de cliënt en zijn systeem Dit betekent : a) Een dienstverlening conform de wetgeving op de privacy; b) Maximale openstelling van de dienstverlening voor alle lagen van de bevolking; c) Gelijke/gelijkwaardige behandeling van cliënten en hun systeem. 2.2. Aanvaardbare dienstverlening Dit betekent : a) Binnen een aanvaardbaar tijdsbestek diensten verlenen; b) Aan een aanvaardbare/haalbare prijs voor het cliëntsysteem; c) Een evenwicht creëren tussen een goede toegankelijkheid en keuzevrijheid. 2.3. Beleidsstimulerend Dit betekent : a) Advies formuleren naar preventie; b) Advies formuleren naar programmatie, planning en regelgeving; c) Als signaal- en doorgeeffunctie naar de eerstelijnscentra fungeren; d) Ondersteuning bieden naar hiaten in de zorg; e) Feedback leveren via wetenschappelijk onderzoek. 3. Doeltreffendheid Een doeltreffende hulp- en dienstverlening houdt in : 1° een effectieve diagnose; 2° een realistische en aanvaardbaar advies. 3.1. Effectieve diagnose Dit betekent : Schriftelijk formuleren van een coherente diagnose op basis van de verschillende bevindingen of multidisciplinaire gegevens. 3.2. Realistisch en aanvaardbaar advies Dit betekent : a) Zorgen dat de cliënt zich geholpen voelt; b) Inzicht scheppen bij de cliënt en zijn systeem m.b.t. de situatie van de cliënt; c) Terugkoppeling en opvolging voorzien. 4. Doelmatigheid Een doelmatige hulp- en dienstverlening houdt in : 1° communicatie en overleg; 2° zicht op het geheel; 3° een gestroomlijnd proces; 4° interne deskundigheid. 4.1. Communicatie en overleg Dit betekent : a) Duidelijke afspraken met de cliënt en zijn systeem; b) Een degelijke interne en externe communicatie. 4.2. Zicht op het geheel Dit betekent : a) Volledigheid in de verzamelde gegevens in het dossier nastreven; b) Kennis van de regio waarin men diensten verleent en van de aanwezige mogelijkheden naar ondersteuning; c) Inspelen op nieuwe evoluties en stromingen binnen de sector. 4.3. Een gestroomlijnd proces Dit betekent : a) Een aanvaardbare doorlooptijd tussen aanmelding en afronding/doorverwijzing; b) Een degelijke praktische organisatie; c) Filteren van de aanmeldingen en doorverwijzen van onterechte aanvragen; d) Coördinatie van activiteiten; e) Adequate taakverdeling; f) Een aangepast onderzoekspakket samenstellen. 4.4. Interne deskundigheid Dit betekent : a) Spreiding van knowhow binnen het team; b) Multidisciplinariteit van het team; c) Bijscholing en kennisuitwisseling. 5. Continuïteit Een continue hulp- en dienstverlening houdt in : 1° follow-up en terugkoppeling; 2° teamcoherentie/cohesie. 5.1. Follow-up en terugkoppeling Dit betekent : Opvolging en bijsturing van gegeven adviezen. 5.2. Teamcoherentie/cohesie Dit betekent : a) Door teamtevredenheid een continue dienstverlening garanderen; b) Een aanvaardbare werkdruk binnen het team realiseren. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 15 mei 2000 inzake de kwaliteitszorg in de centra voor ontwikkelingsstoornissen. Brussel, 15 mei 2000 De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen,

Mme M. VOGELS Mevr. M. VOGELS
^