← Retour vers "Arrêté ministériel en exécution de l'article 4 de l'arrêté royal du 6 décembre 2001 accordant des avantages pécuniaires à certains militaires exerçant une fonction paramédicale "
Arrêté ministériel en exécution de l'article 4 de l'arrêté royal du 6 décembre 2001 accordant des avantages pécuniaires à certains militaires exerçant une fonction paramédicale | Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 4 van het koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische functie uitoefenen |
---|---|
MINISTERE DE LA DEFENSE | MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING |
14 MAI 2020. - Arrêté ministériel en exécution de l'article 4 de | 14 MEI 2020. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 4 van |
l'arrêté royal du 6 décembre 2001 accordant des avantages pécuniaires | het koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het verlenen |
à certains militaires exerçant une fonction paramédicale | van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische |
functie uitoefenen | |
Le Ministre de la Défense, | De Minister van Defensie, |
Vu l'arrêté royal du 6 décembre 2001 accordant des avantages | Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het |
verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een | |
pécuniaires à certains militaires exerçant une fonction paramédicale, | paramedische functie uitoefenen, artikel 4, § 1, vierde lid, gewijzigd |
l'article 4, § 1er, alinéa 4, modifié par l'arrêté royal du 12 mai | bij het koninklijk besluit van 12 mei 2020; |
2020; Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 19 mars 2019; | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 19 maart 2019; |
Vu l'accord de la Ministre de la Fonction publique, donné le 13 mai | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 13 mei 2019; |
2019; Vu l'accord de la Ministre du Budget, donné le 13 mai 2019; | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 13 |
Vu le protocole de négociation N-477 du Comité de négociation du | mei 2019; Gelet op het protocol van onderhandelingen N-477 van het |
personnel militaire, conclu le 24 mai 2019; | Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 24 mei 2019; |
Vu l'avis 67.045 du Conseil d'Etat, donné le 18 mars 2020, en | Gelet op advies 67.045 van de Raad van State, gegeven op 18 maart |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Pour l'application de l'article 4, § 1er, alinéa 4, de |
Artikel 1.Voor de toepassing van artikel 4, § 1, vierde lid, van het |
l'arrêté royal du 6 décembre 2001 accordant des avantages pécuniaires | koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het verlenen van |
à certains militaires exerçant une fonction paramédicale, les services | geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische |
suivants de l'hôpital militaire sont considérés comme services de | functie uitoefenen, worden de volgende diensten van het militair |
médecine critique : | hospitaal beschouwd als diensten van kritische geneeskunde: |
1° le centre des brûlés; | 1° het brandwondencentrum; |
2° le quartier opératoire; | 2° het operatiekwartier; |
3° le service mobile d'urgence et de réanimation (SMUR). | 3° de mobiele urgentiegroep (MUG). |
Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2020. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2020. |
Bruxelles, le 14 mai 2020. | Brussel, 14 mei 2020. |
Ph. GOFFIN | Ph. GOFFIN |