← Retour vers "Arrêté ministériel dérogeant à l'obligation d'occuper des jeunes travailleurs pour les entreprises qui, pour leurs ouvriers, relèvent de la compétence de la Commission paritaire de l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois "
Arrêté ministériel dérogeant à l'obligation d'occuper des jeunes travailleurs pour les entreprises qui, pour leurs ouvriers, relèvent de la compétence de la Commission paritaire de l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois | Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de ondernemingen die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking vallen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
13 DECEMBRE 2006. - Arrêté ministériel dérogeant à l'obligation | 13 DECEMBER 2006. - Ministerieel besluit tot vrijstelling van de |
d'occuper des jeunes travailleurs pour les entreprises qui, pour leurs | verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de |
ouvriers, relèvent de la compétence de la Commission paritaire de | ondernemingen die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het |
l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois (1) | Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking vallen (1) |
Le Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
Vu la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, | Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de |
notamment l'article 42, modifié par la loi-programme du 22 décembre | werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 42, gewijzigd bij de |
2003 et la loi du 3 juillet 2005; | programmawet van 22 december 2003 en de wet van 3 juli 2005; |
Vu l'arrêté royal du 30 mars 2000 d'exécution des articles 32, § 2, | Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van |
alinéa 1er, 33, § 2, alinéa 3, 34, 39, § 4, alinéa 2 et § 5, alinéa 2, | de artikelen 32, § 2, eerste lid, 33, § 2, derde lid, 34, 39, § 4, |
42, § 2, 46, alinéa 1er, 47, § 4, alinéas 1er et 4 de la loi du 24 | tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 46, eerste lid, 47, § 4, |
décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, notamment l'article | eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering |
van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij de | |
10, modifié par les arrêtés royaux du 21 janvier 2002 et du 21 janvier | koninklijke besluiten van 21 januari 2002 en van 21 januari 2004; |
2004; Vu la convention collective de travail du 27 avril 2005 relative à la | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 |
formation permanente des ouvriers et des initiatives de formation en | betreffende de permanente vorming van de arbeiders en |
faveur des groupes à risques, conclue au sein de la Commission | opleidingsinitiatieven ten voordele van de risicogroepen gesloten in |
paritaire de l'ameublement et de l'industrie transformatrice du bois; | het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking; |
Vu la demande et l'avis de la Commission paritaire de l'ameublement et | Gelet op de aanvraag en het advies van het Paritair Comité voor de |
de l'industrie transformatrice du bois du 26 avril 2006; | stoffering en de houtbewerking van 26 april 2006; |
Vu la proposition du Comité de gestion de l'Office national de | Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
l'Emploi faite le 7 septembre 2006, | Arbeidsvoorziening, gedaan op 7 september 2006, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Les entreprises qui, pour leurs ouvriers, relèvent de la |
Artikel 1.De ondernemingen die voor hun werklieden onder de |
compétence de la Commission paritaire de l'ameublement et de | bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de |
l'industrie transformatrice du bois sont entièrement exemptées de | houtbewerking vallen worden, voor de periode van 1 januari 2006 tot 31 |
december 2007, volledig vrijgesteld van de verplichting om nieuwe | |
l'obligation d'occuper des nouveaux travailleurs visés à l'article 39, | werknemers in dienst te nemen, zoals bedoeld in artikel 39, § 4, van |
§ 4, de la loi du 24 décembre 1999 en vue de la promotion de l'emploi, | de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid. |
et ce pour la période du 1er janvier 2006 au 31 décembre 2007. | |
Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2006. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006. |
Bruxelles, le 13 décembre 2006. | Brussel, 13 december 2006. |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 24 décembre 1999, Moniteur belge du 27 janvier 2000; | Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000; |
Loi du 7 juillet 2005, Moniteur belge du 19 juillet 2005; | Wet van 7 juli 2005, Belgisch Staatsblad van 19 juli 2005; |
Arrêté royal du 30 mars 2000, Moniteur belge du 31 mars 2000; | Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2000; |
Arrêté royal du 21 janvier 2002, Moniteur belge du 7 février 2002; | Koninklijk besluit van 21 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 7 |
februari 2002; | |
Arrêté royal du 21 janvier 2004, Moniteur belge du 3 février 2004. | Koninklijk besluit van 21 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 3 |
februari 2004. |