← Retour vers "Arrêté ministériel désignant les supérieurs hiérarchiques habilités à émettre une proposition provisoire de peine disciplinaire "
Arrêté ministériel désignant les supérieurs hiérarchiques habilités à émettre une proposition provisoire de peine disciplinaire | Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel tot tuchtstraf op te maken |
---|---|
MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES 13 DECEMBRE 1999. - Arrêté ministériel désignant les supérieurs hiérarchiques habilités à émettre une proposition provisoire de peine disciplinaire Le Vice-Premier Ministre et Ministre de la Mobilité et des Transports, Le Ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, Le Secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, adjoint | MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 13 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel tot tuchtstraf op te maken De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd |
au Ministre de la Mobilité et des Transports, | aan de Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
Vu l'arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de | Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
l'Etat, notamment l'article 78, modifié par les arrêtés royaux des 15 | statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 78, gewijzigd |
mars 1993, 26 septembre 1994 et 31 mars 1995; | bij de koninklijke besluiten van 15 maart 1993, 26 september 1994 en 31 maart 1995; |
Vu l'avis du Conseil de direction, donné le 23 mars 1999; | Gelet op het advies van de Directieraad, gegeven op 23 maart 1999; |
Vu le protocole CS IV/P n° 54 du 17 novembre 1999 du Comité de secteur | Gelet op het protocol SC IV/P nr. 54 van 17 november 1999 van het |
IV; | Sectorcomité IV; |
Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
notamment l'article 3, §1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Considérant que dans l'intérêt de la sécurité juridique des membres du | Overwegende dat in het belang van de rechtszekerheid van de |
personnel d'une part et du bon fonctionnement de l'administration | personeelsleden enerzijds en de goede werking van de administratie |
d'autre part, les dispositions du présent arrêté doivent entrer en | anderzijds, de in dit besluit voorkomende bepalingen dringend van |
vigueur d'urgence, | kracht moeten worden, |
Arrêtent : | Besluiten : |
Article 1er.Les fonctionnaires du Ministère des Affaires économiques, |
Artikel 1.De ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken, |
mentionnés dans la colonne 2 de la liste annexée au présent arrêté, | vermeld in kolom 2 van de als bijlage bij dit besluit gevoegde lijst, |
sont désignés, par rapport aux agents mentionnés en regard, dans la | worden met betrekking tot de tegenover hen in kolom 1 vermelde |
colonne 1, en qualité de supérieurs hiérarchiques habilités à | ambtenaren aangewezen als bevoegde hiërarchische meerderen om een |
présenter une proposition provisoire de peine disciplinaire. | voorlopig voorstel tot tuchtstraf op te maken. |
Art. 2.L'arrêté ministériel du 8 juillet 1996 désignant les |
Art. 2.Het ministerieel besluit van 8 juli 1996 tot aanwijzing van de |
supérieurs hiérarchiques habilités à émettre une proposition | hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel tot |
provisoire de peine disciplinaire est abrogé. | tuchtstraf op te maken wordt opgeheven. |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
au Moniteur belge. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Bruxelles, le 13 décembre 1999. | Brussel, 13 december 1999. |
Le Vice-Premier Ministre | De Vice- Eerste Minister |
et Ministre de la Mobilité et des Transports, | en Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
Mme I. DURANT | Mevr. I. DURANT |
Le Ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, | De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
Le Secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, | De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, |
adjoint au Ministre de la Mobilité et des Transports, | toegevoegd aan de Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
O. DELEUZE | O. DELEUZE |
Annexe à l'arrêté ministériel du 13 décembre 1999 désignant les | Bijlage bij het ministerieel besluit van 13 december 1999 tot |
supérieurs hiérarchiques | aanwijzing van de hiërarchische |
habilités à émettre une proposition provisoire de peine disciplinaire | meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel tot tuchtstraf op te maken |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Vu pour être annexé à l'arrêté ministériel du 13 décembre 1999. | Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 13 |
Le Vice-Premier Ministre et Ministre de la Mobilité et des Transports, | december 1999. De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
Mme I. DURANT | Mme I. DURANT |
Le Ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, | De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
Le Secrétaire d'Etat à l'Energie et au Développement durable, | De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, |
adjoint au Ministre de la Mobilité et des Transports, | toegevoegd aan de Minister van Mobiliteit en Vervoer, |
O. DELEUZE | O. DELEUZE |