← Retour vers "Arrêté ministériel portant exécution de l'article 4, § 3, 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2011 relatif aux règles comptables et aux règles d'imputation applicables aux Ministères flamands et aux services à gestion séparée et relatif au contrôle des crédits d'engagement, pour ce qui est de la définition des conditions auxquelles une créance fiscale doit répondre pour pouvoir être imputée comme irrecouvrable "
Arrêté ministériel portant exécution de l'article 4, § 3, 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2011 relatif aux règles comptables et aux règles d'imputation applicables aux Ministères flamands et aux services à gestion séparée et relatif au contrôle des crédits d'engagement, pour ce qui est de la définition des conditions auxquelles une créance fiscale doit répondre pour pouvoir être imputée comme irrecouvrable | Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 4, § 3, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van toepassing zijn op de Vlaamse ministeries en de diensten met afzonderlijk beheer en betreffende de controle op de vastleggingskredieten, wat betreft de bepaling van de voorwaarden waaraan een fiscale vordering moet beantwoorden om als oninbaar afgeboekt te kunnen worden |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
Finances et Budget | Financiën en Begroting |
10 JUILLET 2015. - Arrêté ministériel portant exécution de l'article | 10 JULI 2015. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 4, § |
4, § 3, 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2011 relatif aux règles comptables et aux règles d'imputation applicables aux Ministères flamands et aux services à gestion séparée et relatif au contrôle des crédits d'engagement, pour ce qui est de la définition des conditions auxquelles une créance fiscale doit répondre pour pouvoir être imputée comme irrecouvrable La Ministre flamande du Budget, des Finances et de l'Energie, | 3, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van toepassing zijn op de Vlaamse ministeries en de diensten met afzonderlijk beheer en betreffende de controle op de vastleggingskredieten, wat betreft de bepaling van de voorwaarden waaraan een fiscale vordering moet beantwoorden om als oninbaar afgeboekt te kunnen worden De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
Vu le décret du 8 juillet 2011 réglant le budget, la comptabilité, | Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de |
l'attribution de subventions et le contrôle de leur utilisation, et le | begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle |
contrôle par la Cour des Comptes, notamment l'article 26, alinéa | op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 26, |
quatre ; | vierde lid; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 14 octobre 2011 relatif aux | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 |
règles comptables et aux règles d'imputation applicables aux | betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van |
Ministères flamands et aux services à gestion séparée, et relatif au | toepassing zijn op de Vlaamse ministeries en de diensten met |
contrôle des crédits d'engagement, notamment l'article 4, § 3, 2° ; | afzonderlijk beheer en betreffende de controle op de vastleggingskredieten, artikel 4, § 3, 2° ; |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 13 mai 2015 ; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 mei 2015; |
Vu l'avis 57.582/1 du Conseil d'Etat, donné le 25 juin 2015, en | Gelet op advies 57.582/1 van de Raad van State, gegeven op 25 juni |
application de l'article 84, § 1er, alinéa premier, 2°, des lois sur | 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Considérant que tant la Cour des Compte que Audit Vlaanderen | Overwegende dat zowel het Rekenhof als Audit Vlaanderen met betrekking |
constatent, pour ce qui est du « Vlaamse Belastingdienst » (Service | tot de Vlaamse Belastingdienst het ontbreken van uitvoeringsregels |
flamand des Impôts), le manque de règles d'exécution pour la | voor het bepalen van de voorwaarden waaraan een vordering moet |
définition des conditions auxquelles une créance doit répondre pour | beantwoorden om als oninbaar afgeboekt te kunnen worden, vaststelt, en |
pouvoir être imputée comme irrecouvrable, et que Audit Vlaanderen | Audit Vlaanderen aandringt op een regeling ter zake voor de fiscale |
demande instamment un règlement en la matière pour les créances | |
fiscales, | vorderingen, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Le membre du personnel compétent peut imputer comme |
Artikel 1.Het bevoegde personeelslid kan de vordering die betrekking |
irrecouvrable une créance portant sur un impôt et ses accessoires, | heeft op een belasting en het toebehoren ervan als oninbaar afboeken |
lorsque l'insolvabilité du contribuable concerné est prouvée avec une | wanneer de insolvabiliteit van de betrokken belastingplichtige met om |
pièce justificative quelconque et pour autant qu'il s'agit d'une | het even welk bewijsstuk is bewezen en voor zover het een fiscale |
créance fiscale dont le « Vlaamse Belastingdienst » a la gestion. | vordering in beheer van de Vlaamse Belastingdienst betreft. |
Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2015. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2015. |
Bruxelles, le 10 juillet 2015. | Brussel, 10 juli 2015. |
La Ministre flamande du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
A. TURTELBOOM | A. TURTELBOOM |