← Retour vers "Arrêté ministériel octroyant une allocation forfaitaire au fonctionnaire chargé, en sa qualité de conseiller en prévention au Ministère des Finances, de la direction du Service interne pour la Prévention et la Protection au Travail "
| Arrêté ministériel octroyant une allocation forfaitaire au fonctionnaire chargé, en sa qualité de conseiller en prévention au Ministère des Finances, de la direction du Service interne pour la Prévention et la Protection au Travail | Ministerieel besluit tot toekenning van een forfaitaire toelage aan de ambtenaar die in de hoedanigheid van preventieadviseur bij het Ministerie van Financiën, belast is met de leiding van de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het werk |
|---|---|
| MINISTERE DES FINANCES | MINISTERIE VAN FINANCIEN |
| 9 MAI 2001. - Arrêté ministériel octroyant une allocation forfaitaire | 9 MEI 2001. - Ministerieel besluit tot toekenning van een forfaitaire |
| au fonctionnaire chargé, en sa qualité de conseiller en prévention au | toelage aan de ambtenaar die in de hoedanigheid van preventieadviseur |
| Ministère des Finances, de la direction du Service interne pour la | bij het Ministerie van Financiën, belast is met de leiding van de |
| Prévention et la Protection au Travail | Interne Dienst voor preventie en bescherming op het werk |
| Le Ministre du Budget, | De Minister van Begroting, |
| Le Ministre des Finances, | De Minister van Financiën, |
| Vu l'article 107, alinéa 2, de la Constitution; | Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet; |
| Vu la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors | Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de |
| de l'exécution de leur travail, notamment les articles 33, § 3, 39, | werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op de |
| alinéa 1er et 41; | artikelen 33, § 3, 39, eerste lid, en 41; |
| Vu l'arrêté royal du 26 mars 1965 portant réglementation générale des | Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene |
| indemnités et allocations quelconques accordées au personnel des | regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan |
| ministères, notamment l'article 7; | het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 7; |
| Vu l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif au Service interne pour la | Gelet op het koniklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de |
| Prévention et la Protection au Travail, notamment les articles 15 et 16; | Interne Dienst voor preventie en bescherming op het werk inzonderheid op de artikelen 15 en 16; |
| Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 27 avril 1999; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 |
| Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 7 mars 2000; | april 1999; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 7 maart 2000; |
| Vu l'accord du Ministre de la Fonction publique, donné le 20 décembre | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 20 december 1999; |
| 1999; Vu le protocole de négociation du 27 septembre 2000 du Comité de | Gelet op het overlegprotocol van 27september 2000 van het Sectorcomité |
| secteur II-Finances; | II-Financiën; |
| Vu l'avis du Conseil d'Etat, | Gelet op het advies van de Raad van State, |
| Arrête : | Besluit : |
Artikel 1.Aan de ambtenaar die in de hoedanigheid van |
|
| preventieadviseur bij het Ministerie van Financiën belast is met de | |
Article 1er.Une allocation annuelle forfaitaire de 142 815 francs est accordée au fonctionnaire chargé, en sa qualité de conseiller en prévention au Ministère des Finances, de la direction du Service Interne pour la Prévention et la Protection au Travail. Le montant visé à l'alinéa 1er est converti en 3 540,30 euros à partir du 1er janvier 2002. Art. 2.Le régime de mobilité applicable aux traitements du personnel des ministères est applicable à l'allocation visée à l'article 1er. Elle est rattachée à l'indice-pivot 138,01. Art. 3.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2000. |
leiding van de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het werk, wordt een jaarlijkse forfaitaire toelage van 142 815 frank toegekend. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt met ingang van 1 januari 2002 omgezet in 3 540,30 euro. Art. 2.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries is van toepassing op de in artikel 1 bedoelde toelage. Zij wordt aan het spilindexcijfer 138,01 gekoppeld. Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000. |
| Bruxelles, le 9 mai 2001. | Brussel, 9 mei 2001. |
| Le Ministre du Budget, | De Minister van Begroting, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
| Le Ministre des Finances, | De Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |