← Retour vers "Arrêté ministériel portant désignation, au sein du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, des supérieurs hiérarchiques compétents pour faire des propositions provisoires en matière de peines disciplinaires "
| Arrêté ministériel portant désignation, au sein du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, des supérieurs hiérarchiques compétents pour faire des propositions provisoires en matière de peines disciplinaires | Ministerieel besluit houdende aanduiding binnen de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE 8 MARS 2013. - Arrêté ministériel portant désignation, au sein du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, des supérieurs hiérarchiques compétents pour faire des propositions provisoires en matière de peines disciplinaires | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 8 MAART 2013. - Ministerieel besluit houdende aanduiding binnen de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen |
| ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu les lois sur l'emploi des langues en matière administrative, | Gelet op de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken, |
| coordonnées le 18 juillet 1966, telles que modifiées à ce jour; | gecoördineerd op 18 juli 1966, zoals tot op heden gewijzigd; |
| Vu l'arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de | Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het |
| l'Etat, notamment l'article 6 et l'article 78, § 5; | statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 6 en artikel |
| Vu l'arrêté royal du 3 février 2002 portant création du Service public | 78, § 5; Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2002 houdende |
| fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale; | oprichting van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en |
| Vu l'avis du Comité de direction du Service public fédéral Emploi, | Sociaal overleg; Gelet op het advies van het Directiecomité van de Federale |
| Travail et Concertation sociale; | Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg; |
| Vu l'avis du secrétaire d'Etat à la Fonction publique et à la | Gelet op het advies van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en |
| modernisation des services publics, donné le 13 mars 2012 | modernisering van de Openbare Diensten, van 13 maart 2012 |
| Vu l'avis du Ministre du Budget, donné le 19 juin 2012; | Gelet op het advies van de Minister van Begroting, van 19 juni 2012; |
| Vu le protocole de la négociation du Comité de Secteur XI; Emploi et | Gelet op het Protocol van de onderhandeling van het Sectorcomité XI; |
| Travail, du 4 février 2013; | Werkgelegenheid en Arbeid, van 4 februari 2013; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
| Vu l'urgence; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Considérant qu'il y a lieu de désigner sans délai les responsables | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| habilités à émettre les propositions provisoires de peines | Overwegende dat het zonder verwijl noodzakelijk is de |
| verantwoordelijken aan te duiden die gemachtigd zijn een voorlopig | |
| disciplinaires au sein du service public, | voorstel van tuchtstraf uit te brengen binnen de overheidsdienst, |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Sont désignés comme supérieurs hiérarchiques compétents |
Artikel 1.Worden aangewezen als bevoegde hiërarchische meerderen die |
| habilités à émettre une proposition provisoire en matière | gemachtigd zijn om een voorlopig voorstel uit te brengen inzake |
| disciplinaire : | tuchtzaken : |
| . Le Président du Comité de direction pour les agents des services du | . De Voorzitter van het Directiecomité voor de ambtenaren van de |
| président, ainsi que pour les autres mandataires. | Diensten van de voorzitter, alsmede voor de andere mandatarissen. |
| . Chaque directeur général, titulaire d'une fonction de management | . Elke directeur-generaal, titularis van een managementfunctie N-1, |
| N-1, pour les agents de sa direction générale. | voor de ambtenaren van zijn algemene directie. |
| . Chaque directeur d'un service d'encadrement pour les agents de son | . Elke stafdirecteur voor de ambtenaren van zijn stafdienst. |
| service d'encadrement. | |
Art. 2.En cas d'absence ou empêchement des fonctionnaires précités |
Art. 2.Bij afwezigheid of verhindering van de in artikel 1 bedoelde |
| visés à l'article 1er, la proposition provisoire est émise par un | ambtenaar wordt het voorlopig voorstel gedaan door een rijksambtenaar |
| agent de l'Etat de niveau A qui appartient à la classe la plus élevée | van niveau A die tot de hoogste klasse van de betrokken directie |
| au sein de la direction concernée. | behoort. |
Art. 3.L'arrêté ministériel du 7 décembre 1987 portant désignation |
Art. 3.Het ministerieel besluit van 7 december 1987 houdende |
| des supérieurs hiérarchiques en matière de régime disciplinaire est | aanwijzing van de hiërarchische meerderen inzake tuchtregeling wordt |
| abrogé. | opgeheven. |
Art. 4.Le présent arrêté entre en vigueur le |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op |
| Donné à Bruxelles, le 8 mars 2013. | Gegeven te Brussel, 8 maart 2013. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
| Mme M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |