← Retour vers "Arrêté ministériel fixant le tableau concernant la quantité de gaz naturel dont le client résidentiel a besoin afin de disposer d'un chauffage minimal de l'habitation jusqu'à la fin de la période hivernale "
Arrêté ministériel fixant le tableau concernant la quantité de gaz naturel dont le client résidentiel a besoin afin de disposer d'un chauffage minimal de l'habitation jusqu'à la fin de la période hivernale | Ministerieel besluit houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE Environnement et Aménagement du Territoire 5 OCTOBRE 2018. - Arrêté ministériel fixant le tableau concernant la quantité de gaz naturel dont le client résidentiel a besoin afin de disposer d'un chauffage minimal de l'habitation jusqu'à la fin de la période hivernale | VLAAMSE OVERHEID Omgeving 5 OKTOBER 2018. - Ministerieel besluit houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning |
LE MINISTRE FLAMAND DU BUDGET, DES FINANCES ET DE L'ENERGIE, | DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE, |
Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de |
notamment l'article 20 ; | instellingen, artikel 20; |
Vu le décret sur l'Energie du 8 mai 2009, les articles 4.1.22, 6.1.1 | Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 4.1.22, 6.1.1 en |
et 6.1.2 ; | 6.1.2; |
Vu l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010, l'article 5.4.7, | Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 5.4.7, derde |
alinéa trois ; | lid; |
Vu l'arrêté ministériel du 21 octobre 2015 fixant le tableau | Gelet op het ministerieel besluit van 21 oktober 2015 houdende |
concernant la quantité de gaz naturel dont le client domestique a | vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de |
besoin afin de disposer d'un chauffage minimal de l'habitation jusqu'à | huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de |
la fin de la période hivernale ; | winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 25 juillet 2014 fixant les | woning; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot |
attributions des membres du Gouvernement flamand, modifié en dernier | bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, |
lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 avril 2018 ; | laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 20 april |
Vu l'avis n° 48.952/3 du Conseil d'Etat, donné le 26 novembre 2010, en | 2018; Gelet op het advies nr. 48.952/3 van de Raad van State, gegeven op 26 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | november 2010 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Le tableau visé à l'article 5.4.7, alinéa trois, de |
Artikel 1.De tabel, vermeld in artikel 5.4.7, derde lid van het |
l'arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010 est joint en annexe 1re | Energiebesluit van 19 november 2010 gaat als bijlage 1 bij dit |
au présent arrêté. | besluit. |
Art. 2.L'arrêté ministériel du 16 septembre 2016 fixant le tableau |
Art. 2.Het ministerieel besluit van 16 september 2016 houdende |
concernant la quantité de gaz naturel dont le client résidentiel a | vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de |
besoin afin de disposer d'un chauffage minimal de l'habitation jusqu'à | huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de |
la fin de la période hivernale, est abrogé. | winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 19 octobre 2018. |
wordt opgeheven. Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 19 oktober 2018. |
Bruxelles, le 5 octobre 2018. | Brussel, 5 oktober 2018. |
Le Ministre flamand du Budget, des Finances et de l'Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
B. TOMMELEIN | B. TOMMELEIN |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |