← Retour vers "Arrêté ministériel modifiant l'annexe II à l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 octobre 2003 portant réglementation du commerce et du contrôle des semences de plantes oléagineuses et à fibres "
Arrêté ministériel modifiant l'annexe II à l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 octobre 2003 portant réglementation du commerce et du contrôle des semences de plantes oléagineuses et à fibres | Ministerieel besluit tot wijziging van bijlage II bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
Agriculture et Pêche | Landbouw en Visserij |
3 JUIN 2016. - Arrêté ministériel modifiant l'annexe II à l'arrêté du | 3 JUNI 2016. - Ministerieel besluit tot wijziging van bijlage II bij |
Gouvernement flamand du 3 octobre 2003 portant réglementation du | het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende de |
commerce et du contrôle des semences de plantes oléagineuses et à | reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van |
fibres | oliehoudende planten en vezelgewassen |
La Ministre flamande de l'Environnement, de la Nature et de | De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, |
l'Agriculture, | |
Vu le décret du 28 juin 2013 relatif à la politique de l'agriculture | Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en |
et de la pêche, l'article 4, 2°, b) ; | visserijbeleid, artikel 4, 2°, b); |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 octobre 2003 portant | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 |
réglementation du commerce et du contrôle des semences de plantes | houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad |
oléagineuses et à fibres, l'article 16 ; | van oliehoudende planten en vezelgewassen, artikel 16; |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 19 février 2016 ; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 |
Vu la concertation entre les gouvernements régionaux et l'autorité | februari 2016; Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale |
fédérale du 18 février 2016, sanctionnée par la Conférence | overheid op 18 februari 2016, bekrachtigd door de Interministeriële |
interministérielle de Politique agricole du 10 mars 2016 ; | Conferentie voor het Landbouwbeleid op 10 maart 2016; |
Vu l'avis n° 59.270/3 du Conseil d'Etat, donné le 11 mai 2016, en | Gelet op advies nr. 59.270/3 van de Raad van State, gegeven op 11 mei |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Le présent arrêté transpose la directive d'exécution (UE) |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van |
2016/11 de la Commission du 5 janvier 2016 modifiant l'annexe II de la | uitvoeringsrichtlijn (EU) 2016/11 van de Commissie van 5 januari 2016 |
directive 2002/57/CE du Conseil concernant la commercialisation des | tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2002/57/EG van de Raad |
semences de plantes oléagineuses et à fibres. | betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende |
planten en vezelgewassen. | |
Art. 2.Dans l'annexe II, I, 2, à l'arrêté du Gouvernement flamand du |
Art. 2.In bijlage II, I, 2, bij het besluit van de Vlaamse Regering |
3 octobre 2003 portant réglementation du commerce et du contrôle des | van 3 oktober 2003 houdende de reglementering van de handel in en de |
semences de plantes oléagineuses et à fibres, remplacée par l'arrêté | keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, |
du Gouvernement flamand du 21 mai 2010, le point b) est remplacé par | vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 |
ce qui suit : | wordt punt b) vervangen door wat volgt: |
« b) La pureté variétale minimale des semences doit être la suivante: | "b) De minimale raszuiverheid van het zaaizaad moet als volgt zijn: |
1) semences de base, composant femelle : 99,0 % ; | 1) basiszaad, vrouwelijke kruisingspartner: 99,0 %; |
2) semences de base, composant mâle : 99,9 % ; | 2) basiszaad, mannelijke kruisingspartner: 99,9 %; |
3) semences certifiées des variétés de colza d'hiver : 90,0 % ; | 3) gecertificeerd zaad van winterkoolzaadrassen: 90,0 %; |
4) semences certifiées des variétés de colza de printemps : 85,0 %. ». | 4) gecertificeerd zaad van zomerkoolzaadrassen: 85,0 %.". |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2017. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017. |
Bruxelles, le 3 juin 2016. | Brussel, 3 juni 2016. |
La Ministre flamande de l'Environnement, de la Nature et de | De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, |
l'Agriculture, | |
J. SCHAUVLIEGE | J. SCHAUVLIEGE |