← Retour vers "Arrêté ministériel fixant le taux d'intérêt maximum de référence pour les opérations d'assurance-vie de longue durée "
Arrêté ministériel fixant le taux d'intérêt maximum de référence pour les opérations d'assurance-vie de longue durée | Ministerieel besluit tot vaststelling van de maximale referentierentevoet voor levensverzekeringsverrichtingen van lange duur |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE 2 SEPTEMBRE 2020. - Arrêté ministériel fixant le taux d'intérêt maximum de référence pour les opérations d'assurance-vie de longue durée La Ministre de l'Economie et des Consommateurs, | FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE 2 SEPTEMBER 2020. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de maximale referentierentevoet voor levensverzekeringsverrichtingen van lange duur De Minister van Economie en Consumenten, |
Vu l'article 216, § 1, de la loi du 13 mars 2016 relative au statut et | Gelet op artikel 216, § 1, van de wet van 13 maart 2016 op het statuut |
au contrôle des entreprises d'assurance ou de réassurance; | van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekerings-ondernemingen; |
Vu la proposition de la Banque Nationale de Belgique du 29 juillet | Gelet op het voorstel van de Nationale Bank van België van 29 juli |
2020 visant, en application des critères repris aux alinéas 2 et 3 | 2020, om met toepassing van de criteria opgenomen in lid 2 en 3 van |
dudit article, à fixer à 0,75 % le taux d'intérêt maximum pour les | voormeld artikel de maximale rentevoet voor |
contrats d'assurance sur la vie; | levensverzekeringsovereenkomsten vast te stellen op 0,75 %; |
Vu l'avis transmis par la FSMA à la Banque Nationale de Belgique le 8 | Gelet op het advies dat de FSMA op 8 juli 2020 heeft overgemaakt aan |
juillet 2020 et joint à la proposition de la Banque Nationale de | de Nationale Bank van België en dat werd toegevoegd aan het voorstel |
Belgique du 29 juillet 2020; | van de Nationale Bank van 29 juli 2020; |
Considérant que la proposition de la Banque Nationale de Belgique doit | Gezien het voorstel van de Nationale Bank van België getoetst dient te |
être examinée sur la base de différents principes, dont les règles en | worden aan verschillende principes, waaronder de regels inzake |
matière de concurrence; | mededinging; |
Vu l'avis de l'Autorité belge de la Concurrence, dont il résulte que, | Gezien het advies van de Belgische Mededingingsautoriteit waaruit |
pour des raisons prudentielles, la BNB peut limiter les règles de | blijkt dat de NBB op basis van prudentiële redenen kan overgaan tot |
concurrence, pour autant qu'il n'y ait pas d'autres mesures entraînant | het beperken van de mededingingsregels voor zo ver er geen andere |
moins de distorsions de la concurrence et pouvant aboutir au même | minder concurrentieverstorende maatregelen zijn die tot een zelfde |
résultat; | resultaat kunnen komen; |
Considérant que ces autres mesures se limitent de facto à imposer des | Gezien deze andere maatregelen zich de facto beperken tot het opleggen |
mesures de redressement en cas de déficits de solvabilité, le résultat | van herstelmaatregelen in geval van solvabiliteits-tekorten, waarbij |
de ces mesures étant de plus fort incertain; | de uitkomst van deze maatregelen zeer onzeker is; |
Vu, d'autre part, l'impact qu'une réduction du taux d'intérêt maximum | Gezien, daarnaast, de impact die een verlaging van de maximale |
a sur les pensions complémentaires; | rentevoet heeft op de aanvullende pensioenen; |
Considérant qu'aux termes de l'article 2 de la loi du 18 décembre 2015 | Gezien ingevolge artikel 2 van de wet van 18 december 2015 tot |
visant à garantir la pérennité et le caractère social des pensions | waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de |
complémentaires et visant à renforcer le caractère complémentaire par | aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter |
rapport aux pensions de retraite, l'article 24 de la loi du 28 avril | ten opzichte van de rustpensioenen, artikel 24 van de wet van 28 april |
2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de | 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van |
celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de | die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale |
sécurité sociale est adapté; que le nouvel article 24 de cette loi | zekerheid wordt aangepast; dat het nieuwe artikel 24 van deze wet |
prévoit un nouveau calcul pour déterminer le taux d'intérêt minimum | voorziet in een nieuwe berekening voor het bepalen van de minimale |
auquel les contributions prévues dans l'engagement de pension doivent | rentevoet waartegen de bijdragen voorzien in de pensioentoezegging |
être capitalisées; que ce nouveau règlement prévoit une garantie de | gekapitaliseerd moeten worden; dat deze nieuwe regeling voorziet in |
rendement minimum de 1,75 %; | een minimum rendementsgarantie van 1,75 %; |
Considérant que, dans le cas des pensions complémentaires conclues via | Gezien bij de aanvullende pensioenen die via een groepsverzekering bij |
une assurance de groupe auprès d'une entreprise d'assurance, les | een verzekering-onderneming worden afgesloten, de bijdragen voor een |
groot aantal worden belegd in tak 21 levensverzekeringen; dat er | |
cotisations sont en grande partie investies en assurances-vie de la | hierdoor sprake is van een duidelijke band tussen de minimum |
branche 21; qu'il est de ce fait question d'un lien évident entre la | rendementsgarantie voorzien voor de aanvullende pensioenen, in casu |
garantie de rendement minimum, en l'occurrence 1,75 %, et le taux | 1,75 %, en de maximale rentevoet voorzien voor tak |
d'intérêt maximum prévu pour les assurances-vie de la branche 21; | 21-levensverzekeringen; dat een maximale rente voor de |
qu'un taux d'intérêt maximum pour les contrats d'assurance sur la vie de 0,75 % mettrait les entreprises d'assurance dans l'impossibilité d'assurer, pour l'investissement des cotisations des pensions complémentaires dans une assurance-vie de longue durée, un rendement minimum de 1,75 %; Considérant que, dans son avis relatif à ladite loi du 18 décembre 2015, le Conseil d'Etat a souligné ce problème et a soulevé que « la fourchette dans laquelle le taux minimum garanti doit se situer en vertu du dispositif en projet (entre 1,75 et 3,75 %) ne correspond pas à la fourchette dans laquelle doit se situer le taux maximum en vertu | levensverzekeringsovereenkomsten van 0,75 % de verzekeringsondernemingen in de onmogelijkheid zou brengen om voor de belegging van de bijdragen van de aanvullende pensioenen in een levensverzekering van lange duur een minimaal rendement van 1,75 % te verzekeren; Gezien ook de Raad van State in haar advies bij de voormelde wet van 18 december 2015 gewezen heeft op dit probleem en stelt dat "de vork waarbinnen de minimaal gewaarborgde rentevoet op grond van de ontworpen regeling zich dient te bevinden (tussen 1,75 en 3,75 %) niet overeenstemt met de vork waarbinnen de maximale rentevoet op grond van de ontworpen prudentiële reglementering zich dient te bevinden (tussen |
de la réglementation prudentielle en projet (entre 0,75 et 3,75 %, ce | 0,75 en 3,75 %); dat dit ertoe kan leiden dat voor eenzelfde |
qui peut impliquer que pour une même convention, le taux minimum | overeenkomst de gewaarborgde minimale rentevoet hoger ligt dan de op |
garanti soit supérieur au taux maximum garanti autorisé en vertu de la | grond van de prudentiële wetgeving toegelaten maximale gewaarborgde |
législation prudentielle. » | rentevoet." |
Vu le risque que, dans le cas d'un taux d'intérêt maximum de 0,75 %, | Gezien het risico dat, bij een maximale rentevoet van 0,75 %, |
les employeurs ne soient plus motivés à élaborer pour leurs | werkgevers niet langer gemotiveerd zullen zijn om voor hun werknemers |
travailleurs un régime de pension complémentaire via le système des | een aanvullende pensioenregeling uit te werken via het systeem van de |
assurances de groupe; | groepsverzekeringen; |
Vu l'importance, pour les entreprises d'assurance, de pouvoir | Gelet op het belang, voor de verzekeringsondernemingen, om een |
conserver une marge minimale entre le taux d'intérêt qu'elles doivent | minimale marge te kunnen behouden tussen de rente die zij minimaal |
proposer au minimum sur les assurances pension complémentaire, d'une | moeten aanbieden op de aanvullende pensioensverzekeringen, enerzijds, |
part, et le taux d'intérêt maximum qu'elles peuvent proposer sur les | en de maximale rente die zij mogen aanbieden op de levensverzekeringen |
assurances-vie de longue durée, d'autre part, | van lange duur, anderzijds, |
Arrête : | Besluit : |
Article unique. Le taux d'intérêt technique maximum pour les contrats | Enig artikel. De maximale technische rentevoet voor |
d'assurance sur la vie, visé à l'article 216, § 1, de la loi du 13 | levensverzekeringsovereenkomsten bedoeld in artikel 216, § 1, van de |
mars 2016 relative au statut et au contrôle des entreprises | wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de |
d'assurance ou de réassurance, est maintenu à 2 %. | verzekerings- of herverzekerings-ondernemingen, wordt behouden op 2 %. |
Bruxelles, le 2 septembre 2020. | Brussel, 2 september 2020. |
La Ministre de l'Economie et des Consommateurs, | De Minister van Economie en Consumenten, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |