Arrêté ministériel portant délégation de la compétence de rejeter une demande de consultation ou de communication sous forme de copie d'un document administratif en possession du Service public fédéral Intérieur | Ministerieel besluit tot delegatie van de bevoegdheid een verzoek tot inzage of een afschrift van een bestuursdocument dat de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken onder zich heeft, af te wijzen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR 1er OCTOBRE 2006. - Arrêté ministériel portant délégation de la compétence de rejeter une demande de consultation ou de communication sous forme de copie d'un document administratif en possession du Service public fédéral Intérieur Le Ministre de l'Intérieur, Vu la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN 1 OKTOBER 2006. - Ministerieel besluit tot delegatie van de bevoegdheid een verzoek tot inzage of een afschrift van een bestuursdocument dat de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken onder zich heeft, af te wijzen De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van |
l'administration, notamment l'article 6, modifié par la loi du 26 juin 2000; Considérant que dans son arrêt n° 83.494 du 16 novembre 1999 (Antoun contre l'Etat belge), le Conseil d'Etat déclare que le Ministre est l'autorité compétente pour rejeter une demande de consultation ou de communication sous forme de copie d'un document administratif, que rien ne lui interdit de déléguer cette compétence, mais que la délégation doit, le cas échéant, être prise et résulter sans équivoque du texte qui l'attribue, Arrête : Article 1er.La compétence de rejeter une demande de consultation ou de communication sous forme de copie d'un document administratif en possession du Service public fédéral Intérieur, est déléguée au président du comité de direction. A défaut ou en cas de congé, d'absence ou d'empêchement du président du comté de direction, la compétence visée au premier alinéa est exercée par le titulaire présent d'une fonction à mandat ayant la plus grande ancienneté dans une telle fonction, et à ancienneté égale, le plus âgé. Art. 2.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er octobre 2006. Bruxelles, le 1er octobre 2006. |
bestuur, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000; Overwegende dat de Raad van State in zijn arrest nr. 83.494 d.d. 16 november 1999 (Antoun tegen de Belgische Staat) stelt dat de Minister de bevoegde overheid is om een verzoek tot inzage of een afschrift van een bestuursdocument af te wijzen, dat niets Hem belet die bevoegdheid te delegeren, dat die delegatie dan nauwkeurig moet omschreven zijn en ondubbelzinnig moet blijken uit de regeling waarbij de delegatie geschiedt, Besluit : Artikel 1.De bevoegdheid een verzoek tot inzage of een afschrift van een bestuursdocument dat de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken onder zich heeft, af te wijzen, wordt gedelegeerd aan de voorzitter van het directiecomité. Bij ontstentenis, verlof, afwezigheid of verhindering van de voorzitter van het directiecomité wordt de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid uitgeoefend door de aanwezige houder van een mandaatfunctie met de grootste anciënniteit in een dergelijke functie, en bij gelijke anciënniteit de oudste. Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2006. Brussel, 1 oktober 2006. |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |