Arrêté du Gouvernement wallon déterminant les conditions intégrales relatives aux commerces de détail de viandes et de produits à base de viandes couplés à la préparation de produits à base de viandes | Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende kleinhandel in vlees en vleeswaren gekoppeld aan de bereiding van vleeswaren |
---|---|
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE 21 DECEMBRE 2006. - Arrêté du Gouvernement wallon déterminant les conditions intégrales relatives aux commerces de détail de viandes et de produits à base de viandes couplés à la préparation de produits à base de viandes Le Gouvernement wallon, | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST 21 DECEMBER 2006. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de integrale voorwaarden betreffende kleinhandel in vlees en vleeswaren gekoppeld aan de bereiding van vleeswaren De Waalse Regering, |
Vu le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement, | Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
notamment les articles 4, 5, 6, 7, 8 et 9; | milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 6, 7, 8 en 9; |
Vu l'avis 37.457/2/V du Conseil d'Etat, donné le 19 juillet 2004 en | Gelet op het advies 37.457/2/V van de Raad van State, gegeven op 19 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois | juli 2004, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
coordonnées sur le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Sur la proposition du Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de | Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke |
l'Environnement et du Tourisme; | Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application et définitions | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving |
Article 1er.Les présentes conditions intégrales s'appliquent aux |
Artikel 1.Deze integrale voorwaarden zijn van toepassing op |
commerces de détail de viandes et de produits à base de viandes | kleinhandel in vlees en vleeswaren gekoppeld aan de bereiding van |
couplés à la préparation de produits à base de viandes visés par la | vleeswaren bedoeld in rubriek 52.22 van bijlage I bij het besluit van |
rubrique 52.22 de l'annexe Ire de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 | de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de |
juillet 2002 arrêtant la liste des projets soumis à étude d'incidences | aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde |
et des installations et activités classées. | installaties en activiteiten. |
Art. 2.Pour l'application des présentes prescriptions, on entend par |
Art. 2.Voor de toepassing van deze voorschriften wordt verstaan onder |
: | : |
1° préparation de produits à base de viande : la préparation ou la | 1° bereiding van vleeswaren : de bereiding of conservering van |
conservation de produits à base de viandes par découpage, cuisson, | vleeswaren door snijding, koken, appertisatie, diepvriezen, |
appertisation, surgélation, congélation, lyophilisation, | bevriezing, vriesdroging, ontwatering, zouting, droging, pekelen en |
déshydratation, salage, séchage, saurage et fumage, à l'exclusion des | roken, met uitzondering van melkproducten en vette stoffen maar met |
produits issus du lait et des corps gras mais y compris les aliments | inbegrip van voedermiddelen voor huisdieren; |
pour animaux de compagnie; | |
2° sous-produits animaux : les carcasses, les parties d'animaux, de | 2° dierlijke bijproducten : karkassen, delen van dieren, van vissen of |
poissons ou les produits d'origine animale non destinés à la | producten van dierlijke oorsprong die niet voor menselijke consumptie |
consommation humaine directe tels que décrit aux articles 2 et | bestemd zijn zoals omschreven in de artikelen 2 en volgende van |
suivants du Règlement (CE) n° 1774/2002 du Parlement européen et du | Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad |
Conseil du 3 octobre 2002 établissant des règles sanitaires | van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften |
applicables aux sous-produits animaux non destinés à la consommation | inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke |
humaine; | bijproducten; |
3° découpage : la première opération de transformation ayant lieu sur | 3° versnijding : de eerste verwerkingshandeling verricht op karkassen, |
les carcasses, demi- carcasses, quartiers de viandes et permettant de | halve karkassen, vleeshompen waarbij ze in verschillende aangesneden |
les diviser en plusieurs morceaux de coupe (cuisse, train de côtes...); | stukken opgedeeld kunnen worden (bovenbeen, ribstukken...); |
4° surgélation : le processus approprié de congélation permettant de | 4° diepvriezen : het gepaste bevriezingsproces waardoor zo snel als |
franchir aussi rapidement que nécessaire, en fonction de la nature du | |
produit, la zone de cristallisation maximale ayant pour effet que la | nodig is en afhankelijk van de aard van het product de maximale |
température du produit dans tous ses points - après stabilisation | kristallisatiezone wordt overschreden, met het gevolg dat na |
thermique - est maintenue sans interruption à des valeurs égales ou | thermische stabilisatie de temperatuur overal in het product zonder |
inférieures à - 18 °C; | onderbreking gehandhaafd blijft op - 18 °C of lager; |
5° congélation : la technique de conservation des aliments par le | 5° bevriezing : techniek voor de bewaring van voedingsmiddelen door |
froid à long terme consistant en la transformation de l'eau, contenue | koeling op lange termijn waarbij het water in de voedingsmiddelen in |
dans les aliments, en cristaux de glace. Le produit congelé est | ijskristallen omgezet wordt. Het ingevroren product wordt bewaard bij |
conservé aux températures égales ou inférieures à - 12 °C; | temperaturen van - 12 °C of lager; |
6° déshydratation : l'opération qui consiste à réduire la quantité | 6° ontwatering : handeling tot vermindering van de hoeveelheid water |
d'eau d'un produit; | van een product; |
7° appertisation : le procédé alliant un traitement thermique visant à détruire tous les micro-organismes jusqu'à un seuil de stérilité commerciale et un conditionnement étanche aux liquides, gaz et micro-organismes; 8° lyophilisation : le traitement par le froid sous basse pression ayant pour conséquence une forte diminution de la teneur en eau par sublimation; 9° salage : le traitement à l'aide de sel de cuisine, comme tel ou sous forme de saumurage, ayant pour conséquence une augmentation de la teneur en chlorure de sodium du produit et une diminution de la teneur en eau; 10° saurage : la technique de conservation impliquant le séchage à la | 7° appertisatie : proces waarbij een thermische behandeling tot vernietiging van alle micro-organismen tot een commerciële steriliteitsdrempel gecombineerd wordt met een verpakking die lekkages van vloeistoffen, gassen en micro-organismen voorkomt; 8° vriesdroging : koelbehandeling bij lage druk met als gevolg een sterke vermindering van het watergehalte door vervluchtiging; 9° zouting : behandeling met keukenzout, als dusdanig of door pekelen met als gevolg een verhoging van het keukenzoutgehalte van het product en een vermindering van het watergehalte; 10° pekelen : bewaartechniek door het dampdrogen van een voedingsstof |
fumée d'une substance alimentaire après l'avoir soumis à l'action de | die aan de werking van de zoutoplossing (gezouten vloeibare bereiding) |
la saumure (préparation liquide salée); | is onderworpen; |
11° fumaison ou fumage : le traitement à l'aide de la fumée de bois | 11° roken : behandeling met houtrook met als gevolg het zich |
avec comme conséquence la fixation sur la denrée de produits de la | vastzetten op het voedingsmiddel van pyrolyseproducten met een |
pyrolyse ayant un effet conservateur; | bewaareffect; |
12° établissement existant : l'établissement dûment autorisé avant | 12° bestaande inrichting : inrichting die behoorlijk is vergund vóór |
l'entrée en vigueur du présent arrêté. | de inwerkingtreding van dit besluit. |
CHAPITRE II. - Implantation et construction | HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw |
Art. 3.L'établissement comporte au minimum : |
Art. 3.De inrichting beschikt op zijn minst over : |
1° un local de préparation des produits; | 1° een lokaal voor de bereiding van de producten; |
2° une chambre froide ou un frigo pour le stockage des produits; | 2° een koelkamer of een koelruimte voor de opslag van de producten; |
3° un emplacement réservé au lavage des ustensiles et des bacs et | 3° een plaats voor het schoonmaken van de bakken en recipiënten waarin |
récipients destinés à contenir des matières premières, produits | grondstoffen, halffabrikaten, afgewerkte producten en dierlijke |
semi-finis, produits finis et sous-produits animaux. | bijproducten opgeslagen worden. |
Art. 4.Les structures se trouvant à l'intérieur des établissements sont en matériaux durables et faciles à entretenir. Art. 5.Les sols des locaux ainsi que les murs des locaux de travail sur toute la hauteur pouvant être souillée sont pourvus d'un revêtement résistant, lisse, imperméable, imputrescible et facilement lavable. Art. 6.La pente du sol des locaux et des ouvrages d'évacuation des eaux usées permet l'écoulement des effluents liquides, dont les eaux de nettoyage, vers le système d'évacuation des eaux usées. Celui-ci est muni d'un siphon coupe-air avec une grille ou un autre dispositif servant à retenir les matières solides. Ce dispositif ne peut être enlevé et est régulièrement nettoyé. |
Art. 4.De structuren binnen de inrichtingen bestaan uit duurzame en makkelijk te onderhouden materialen. Art. 5.De vloeren van de lokalen, alsook de muren van de werklokalen, die over hun gezamenlijke hoogte bevuild kunnen worden, zijn voorzien van een harde, gladde, waterdichte, niet aan bederf onderhevige en vlot wasbare bedekking. Art. 6.De helling van de vloer van de lokalen en van de afvalwaterafvoerwerken zorgt ervoor dat de vloeibare dierlijke mest, waaronder het reinigingswater, langs dichte leidingen kan afvloeien naar het afvalwaterafvoersysteem. Het afvoersysteem is voorzien van een hevel-luchtafsluiter met rooster of met een andere uitrusting die vaste stoffen tegenhoudt. Deze uitrusting mag niet weggenomen worden en wordt regelmatig schoongemaakt. |
CHAPITRE III. - Exploitation | HOOFDSTUK III. - Exploitatie |
Art. 7.Des mesures sont prises pour éviter la pullulation d'insectes |
Art. 7.Er worden maatregelen genomen om het gekrioel van schadelijke |
et de rongeurs nuisibles telles que l'utilisation de pesticides | insecten en knaagdieren te voorkomen, zoals het gebruik van toegelaten |
autorisés et la protection des stocks de matières premières et de | pesticiden en de afscherming van de opgeslagen grondstoffen en |
sous-produits animaux en munissant les ouvertures de fins grillages. | dierlijke bijproducten door de openingen van dunne roosters te |
Art. 8.Des bacs et récipients étanches et lavables se trouvent dans |
voorzien. Art. 8.In het lokaal waar de producten bereid worden en in de |
le local de préparation des produits et dans les locaux de vente pour | verkooplokalen staan dichte en wasbare bakken en recipiënten voor de |
recevoir les sous-produits animaux issus de la fabrication. Ces | opslag van de dierlijke bijproducten die uit de fabricage voortkomen. |
sous-produits animaux sont stockés dans le local ou l'endroit réservé | Deze dierlijke bijproducten worden opgeslagen in het daartoe bestemde |
à cet usage visé à l'article 21. Les bacs et récipients sont nettoyés | lokaal of op de daartoe bestemde plaats bedoeld in artikel 21. De |
après chaque enlèvement des sous-produits animaux et le nettoyage des | bakken en recipiënten worden na elke verwijdering van de dierlijke |
bacs et des récipients ne peut être effectué sur la voie publique. | bijproducten schoongemaakt, maar niet op de openbare weg. |
CHAPITRE IV. - Prévention des accidents, des incendies et des pollutions | HOOFDSTUK IV. - Ongevallen-, brand- en verontreinigingenpreventie |
Art. 9.Avant la mise en service de l'établissement et avant chaque |
Art. 9.Vóór de tenuitvoerlegging van het project en vóór elke |
modification des lieux et/ou des circonstances d'exploitation | wijziging van de plaats en/of de exploitatieomstandigheden die de |
susceptibles de modifier les risques d'incendie ou de sa propagation, | risico's voor brand of voor de verspreiding ervan zouden kunnen |
l'exploitant informe le service territorialement compétent sur les | wijzigen, verstrekt de exploitant de territoriaal bevoegde |
mesures prises et les équipements mis en oeuvre en matière de | brandweerdienst informatie over de getroffen maatregelen en de |
prévention et de lutte contre les incendies et explosions, dans le | aangewende uitrustingen inzake de preventie en de bestrijding van |
respect de la protection du public et de l'environnement. | brand en ontploffingen, met inachtneming van de bescherming van de |
bevolking en het leefmilieu. | |
Art. 10.L'accès aux locaux visés à l'article 3 est interdit aux |
Art. 10.De toegang tot de lokalen is verboden voor personen die geen |
personnes non autorisées par l'exploitant. | toelating van de exploitant hebben. |
Art. 11.Les compresseurs dont la puissance des machines installées |
Art. 11.De compressoren waarvan het vermogen van de geïnstalleerde |
est inférieure à 10 kW sont pourvus de dispositifs arrêtant | machines kleiner is dan 10 kW zijn uitgerust met voorzieningen die de |
automatiquement la compression dès que la pression maximale de service | samendrukking automatisch stopzetten zodra de maximale dienstdruk |
est atteinte. | bereikt is. |
CHAPITRE V. - Eau | HOOFDSTUK V. - Water |
Section 1re. - Dispositions générales | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 12.Les dispositions de l'arrêté royal du 3 août 1976 portant le |
Art. 12.De bepalingen van het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 |
règlement général relatif aux déversements des eaux usées dans les | houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone |
eaux de surface ordinaires, dans les égouts publics et dans les voies | oppervlaktewateren, de openbare riolen en in de kunstmatige |
artificielles d'écoulement des eaux pluviales ne s'appliquent pas au | afvoerwegen voor regenwater zijn niet van toepassing op dit hoofdstuk. |
présent chapitre. | |
Art. 13.Les eaux de nettoyage des bacs et récipients destinés à |
Art. 13.Het water van de reiniging van de bakken en recipiënten |
contenir des matières premières, produits semi-finis, produits finis | waarin grondstoffen, halffabrikaten, afgewerkte producten en dierlijke |
et sous-produits animaux sont recueillies et évacuées avec les eaux | bijproducten worden opgeslagen, wordt met het afvalwater opgevangen en |
usées. | afgevoerd. |
Art. 14.L'exploitant des établissements déversant des eaux usées |
Art. 14.De exploitant van de inrichtingen die afvalwater lozen |
sépare les différents flux d'eaux usées industrielles et domestiques | scheidt de verschillende stromen industrieel en huishoudelijk |
des eaux pluviales. | afvalwater van het regenwater. |
Section 2. - Déversement des eaux usées | Afdeling 2. - Afvalwaterlozing |
Sous-section 1re. - Conditions de déversement en eaux de surface | Onderafdeling 1. - Voorwaarden voor het lozen in gewone |
ordinaire et voies artificielles d'écoulement | |
Art. 15.Les installations dont la charge polluante est inférieure à |
oppervlaktewateren en kunstmatige afwateringskanalen |
100 EH avant épuration et déversant leurs eaux usées en eau de | Art. 15.Installaties waarvan de vuilvracht kleiner is dan 100 IE vóór |
surface, en voie artificielle d'écoulement respectent les conditions | de zuivering en die afvalwater lozen in oppervlaktewateren of |
suivantes : | kunstmatige afwateringskanalen voldoen aan de volgende voorwaarden : |
1° le pH des eaux déversées est compris entre 6,5 et 9. Si les eaux | 1° de pH-waarde van het geloosde water ligt tussen 6,5 en 9. Als het |
déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface ordinaire | geloosde water voortkomt uit het gebruik van gewoon oppervlaktewater |
et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, s'il est | en/of van grondwater, kan de natuurlijke pH-waarde ervan als |
supérieur à 9 ou inférieur à 6,5 peut être admis comme valeur limite | grenswaarde van de pH aangenomen worden als ze hoger is dan 9 of lager |
du pH des eaux déversées; | dan 6,5; |
2° la température ne peut dépasser 30 °C; | 2° de temperatuur bedraagt hoogstens 30 oC; |
3° la DBO5 ne peut dépasser 50 mg d'oxygène par litre; | 3° het gehalte aan BZV5 mag niet hoger zijn dan 50 mg zuurstof per |
4° la DCO ne peut dépasser 350 mg d'oxygène par litre; | liter; 4° het gehalte aan CZV mag niet hoger zijn dan 350 mg zuurstof per liter; |
5° la teneur en MES ne peut dépasser 60 mg par litre; | 5° het gehalte aan zwevende stoffen bedraagt hoogstens 60 mg per |
6° la teneur en matières sédimentables ne peut dépasser 1,5 ml par | liter; 6° het gehalte aan bezinkbare stoffen bedraagt hoogstens 1,5 ml per |
litre (au cours d'une sédimentation statique de deux heures); | liter (tijdens een statische bezinking van twee uren); |
7° la teneur en hydrocarbures non polaires ne peut dépasser 5 mg par | 7° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 |
litre; | mg per liter; |
8° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non-ioniques ne | 8° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene |
peut dépasser 3 mg par litre; | wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; |
9° les eaux à déverser qui contiennent des organismes pathogènes dans | 9° het te lozen water wordt ontsmet als het zulke hoeveelheden |
des proportions telles qu'ils risquent de contaminer dangereusement l'eau réceptrice sont désinfectées; 10° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante puisse être constatée de manière non équivoque; 11° les eaux déversées ne peuvent contenir les substances dangereuses visées aux articles R.131 à R.141 du Livre II du Code de l'Environnement constituant le Code de l'Eau; 12° il est interdit de jeter ou déverser des déchets solides qui ont été préalablement soumis à un broyage mécanique ou des eaux contenant de telles matières. Sous-section 2. - Conditions de déversement en égouts publics Art. 16.Pour une installation dont la charge polluante est inférieure |
pathogene organismen bevat dat het ontvangende water ernstig besmet dreigt te worden; 10° het geloosde water is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; 11° het geloosde water bevat geen gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in de artikelen R.131 tot R.141 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt; 12° het is verboden mechanisch vermaalde vaste stoffen te storten of water te lozen dat zulke stoffen bevat. Onderafdeling 2. - Voorwaarden voor het lozen in openbare rioleringen |
à 100 EH avant épuration, les eaux usées transitent par un dégraisseur | Art. 16.Voor een installatie met een vuilvracht onder 100 IE vóór de |
zuivering, stroomt het afvalwater langs een ontvetter alvorens in de | |
avant rejet à l'égout. | riolering te worden geloosd. |
Art. 17.Le rejet d'eaux usées industrielles respectent les conditions |
Art. 17.Lozingen van industrieel afvalwater voldoen aan de volgende |
suivantes : | voorwaarden : |
1° le pH doit être compris entre 6 et 9,5. Si les eaux déversées | 1° de pH-waarde ligt tussen 6 en 9,5. Als het geloosde water voortkomt |
proviennent de l'utilisation d'une eau de surface ordinaire et/ou | uit het gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan |
d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, s'il est supérieur | de natuurlijke pH-waarde van het water als grenswaarde van de pH |
à 9 ou inférieur à 6,5 peut être admis comme valeur limite du pH des | aangenomen worden als ze hoger is dan 9 of lager dan 6,5; |
eaux déversées; 2° la teneur en MES ne peut dépasser 1 000 mg par litre; | 2° het gehalte aan zwevende stoffen bedraagt hoogstens 1 000 mg per liter; |
3° la teneur en matières sédimentables ne peut dépasser 200 ml (au | 3° het gehalte aan bezinkbare stoffen bedraagt hoogstens 200 ml per |
cours d'une sédimentation statique de deux heures); | liter (tijdens een statische bezinking van twee uren); |
4° la taille des MES ne peut dépasser 10 mm de diamètre; | 4° de diameter van de zwevende stoffen bedraagt hoogstens 10 mm; |
5° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non ioniques ne | 5° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene |
peut dépasser 15 mg par litre; | wasmiddelen is niet hoger dan 15 mg per liter; |
6° la teneur en chlorures ne peut dépasser 2 000 mg par litre; | 6° het gehalte aan chloriden is niet hoger dan 2 000 mg per liter; |
7° la teneur en sulfates ne peut dépasser 2 000 mg par litre; | 7° het gehalte aan sulfaten bedraagt hoogstens 2 000 mg per liter; |
8° la teneur en matières extractibles à l'éther de pétrole ne peut | 8° het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen is niet |
dépasser 500 mg par litre; 9° les eaux déversées ne peuvent contenir des gaz dissous inflammables ou explosifs ou des produits susceptibles de provoquer le dégagement de tels gaz; 10° il est interdit de jeter ou déverser des déchets solides qui ont été préalablement soumis à un broyage mécanique ou des eaux contenant de telles matières; 11° les eaux déversées ne peuvent contenir les substances dangereuses visées aux articles R.131 à R.141 du Livre II du Code de l'Environnement constituant le Code de l'Eau; 12° les eaux usées ne peuvent contenir des substances susceptibles de provoquer : | hoger dan 500 mg per liter; 9° het geloosde water bevat geen opgelost ontvlambaar of ontplofbaar gas, noch producten die het vrijmaken van dergelijke gassen kunnen veroorzaken; 10° het is verboden mechanisch vermaalde vaste stoffen te storten of water te lozen dat zulke stoffen bevat; 11° het geloosde water bevat geen gevaarlijke stoffen zoals bedoeld in de artikelen R.131 tot R.141 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt; 12° het afvalwater bevat geen stoffen die : |
a) un danger pour le personnel d'entretien des égouts et des | a) gevaar kunnen inhouden voor het onderhoudspersoneel van de |
installations; | rioleringen en installaties; |
b) une détérioration ou obstruction des canalisations; | b) de leidingen zouden kunnen beschadigen of verstoppen; |
c) une entrave au bon fonctionnement des installations de refoulement | c) de vlotte werking van de stuwings- en zuiveringsinstallaties zouden |
et d'épuration. | kunnen hinderen. |
Sous-section 3. - Méthodes d'analyse et d'échantillonnage | Onderafdeling 3. - Analyse- en bemonsteringsmethodes |
Art. 18.Les méthodes à suivre pour les échantillonnages ainsi que |
Art. 18.De methodes die aangewend worden voor de bemonsteringen |
alsook voor de analyse van alle parameters opgenomen in de artikelen | |
pour l'analyse de tous les paramètres repris aux articles 15 et 17 | 15 en 17 worden gebruikt of zijn goedgekeurd door het |
sont celles utilisées ou approuvées par le laboratoire de référence de | referentielaboratorium van het Waalse Gewest. |
la Région wallonne. | |
CHAPITRE VI. - Air | HOOFDSTUK VI. - Lucht |
Art. 19.Des mesures sont prises pour ne pas incommoder le voisinage |
Art. 19.Er worden maatregelen genomen om de buurt niet te hinderen |
par les poussières, les fumées, les suies, les gaz, les vapeurs, les | met stoffen, rook, roet, gassen, damp, geuren en andere uitwasemingen, |
odeurs et d'autres émanations, et notamment en sortie des fumoirs, des | o.a. aan de uitgang van rookkamers, kookkamers, frituurbaden en |
chambres de cuisson, de bains de friture et des extracteurs. | afzuiginstallaties. |
CHAPITRE VII. - Bruits et vibration | HOOFDSTUK VII. - Geluiden en trillingen |
Art. 20.Les mesures nécessaires sont prises pour que les bruits et |
Art. 20.De nodige maatregelen worden genomen opdat de geluiden of |
les vibrations qui pourraient être engendrés par les chaudières, les | trillingen veroorzaakt door stoomketels, compressoren, koelgroepen en |
compresseurs, les groupes frigorifiques et les extracteurs ou par les | extractoren of door de toegepaste arbeidsprocessen geen schade kunnen |
procédés de travail mis en oeuvre ne puissent nuire à la stabilité des | toebrengen aan de stabiliteit van de gebouwen. |
constructions. | |
CHAPITRE VIII. - Déchets | HOOFDSTUK VIII. - Afval |
Art. 21.Les sous-produits animaux sont conservés dans une enceinte |
Art. 21.Dierlijke bijproducten worden bewaard in een afgesloten |
fermée, facile à nettoyer et à désinfecter et strictement réservé à | ruimte die makkelijk te reinigen en te ontsmetten is en die |
leur stockage. Ils sont stockés dans des conteneurs étanches et | uitsluitend voor de opslag daarvan bestemd is. Ze worden opgeslagen in |
hermétiques qui sont identifiés et dédicacés en fonction de la | dichte, hermetische containers die al naar gelang van de categorie |
catégorie de sous-produits animaux. Ces conteneurs sont entreposés | dierlijke bijproducten ingedeeld zijn. Deze containers worden |
dans un espace qui est refroidi de telle façon que la température | opgeslagen in een afgekoelde ruimte waar de heersende temperatuur niet |
ambiante ne dépasse pas 10 °C. Ils sont nettoyés et désinfectés après | hoger is dan 10 °C. Ze worden gereinigd en ontsmet na elke lediging. |
chaque vidange. | |
Art. 22.Si l'établissement est autorisé par l'Agence fédérale pour la |
Art. 22.Als de inrichting de toestemming van het Federaal Agentschap |
Sécurité de la Chaîne alimentaire (AFSCA) à procéder au retrait de la | voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) heeft voor het weghalen |
colonne vertébrale de bovins visés par les dispositions de l'annexe | van de wervelkolom van de runderen bedoeld in de bepalingen van |
XI, partie A, point 1, a), i), du Règlement (CE) n° 999/2001 du | bijlage XI, deel A, punt 1, a), i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 |
Parlement européen et du Conseil du 22 mai 2001 fixant les règles pour | van het Europees Parlement en van de Raad van 22 mei 2001 houdende |
vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en | |
uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën, | |
la prévention, le contrôle et l'éradication de certaines | wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur van |
encéphalopathies spongiformes transmissibles, l'exploitant produit | overgangsmaatregelen, produceert de exploitant in dat geval |
dans ce cas des matériels à risque spécifiés au sens de l'article 4, § | gespecificeerd risicomateriaal in de zin van artikel 4, § 1, punt b), |
1er, point b), du Règlement (CE) n° 1774/2002 du Parlement européen et | van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de |
du Conseil du 3 octobre 2002 établissant des règles sanitaires | Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften |
applicables aux sous-produits animaux non destinés à la consommation | inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke |
humaine. | bijproducten. |
L'établissement est alors équipé d'un système de traitement primaire | De inrichting wordt dan uitgerust met een systeem voor primaire |
des eaux usées répondant aux exigences du § 2, point d), de l'annexe | afvalwaterbehandeling dat voldoet aan de vereisten van § 2, punt d), |
du Règlement (CE) n° 1774/2002. Les déchets issus de ce traitement | van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1774/2002. De afval uit die |
primaire des eaux usées sont considérés comme des sous-produits | primaire afvalwaterbehandeling wordt beschouwd als dierlijke |
animaux de catégorie 1 et gérés comme tels. | bijproducten van categorie 1 en als dusdanig behandeld. |
Pour les autres établissements, les déchets issus du prétraitement de | Wat de overige inrichtingen betreft, wordt de afval uit de |
l'épuration des eaux usées constituent des déchets et non des | voorbehandeling van de afvalwaterzuivering beschouwd als afval en niet |
sous-produits animaux. | als dierlijke bijproducten. |
Art. 23.En cas de besoin, les sous-produits animaux sont arrosés d'un |
Art. 23.Desnoods worden de dierlijke bijproducten met een vloeistof |
liquide permettant de neutraliser les mauvaises odeurs. | begoten om de slechte geuren te neutraliseren. |
CHAPITRE IX. - Contrôle et surveillance | HOOFDSTUK IX. - Controle en toezicht |
Art. 24.Le déversement accidentel en eau de surface est signalé au |
Art. 24.Accidentele lozingen in oppervlaktewater worden meegedeeld |
fonctionnaire chargé de la surveillance. Le déversement accidentel | aan de toezichthoudende ambtenaar. Accidentele lozingen in openbare |
dans les égouts publics est signalé au fonctionnaire chargé de la | rioleringen worden meegedeeld aan de toezichthoudende ambtenaar en aan |
surveillance et à l'organisme d'épuration agréé. | de erkende zuiveringsinstelling. |
Art. 25.Les eaux usées déversées sont évacuées par un dispositif de |
Art. 25.Het geloosde afvalwater wordt afgevoerd via een |
contrôle répondant aux exigences suivantes : | controlevoorziening die aan de volgende vereisten voldoet : |
1° permettre le prélèvement aisé d'échantillons des eaux déversées; | 1° een vlotte monsterneming van het geloosde water mogelijk maken; |
2° permettre, à la demande ou à l'initiative du fonctionnaire chargé | 2° op verzoek of op initiatief van de toezichthoudende ambtenaar het |
de la surveillance, le prélèvement d'échantillons des eaux déversées | nemen van monsters mogelijk maken naar verhouding van het gemeten |
et la conservation de ceux-ci; | debiet van het geloosde afwater, alsook het bewaren ervan; |
3° être facilement accessible sans formalité préalable; | 3° vlot toegankelijk zijn, zonder voorafgaande formaliteit; |
4° être placé à un endroit offrant toute garantie quant à la quantité | 4° geïnstalleerd zijn op een plek die alle garanties biedt inzake |
et la qualité des eaux. | waterkwantiteit en -kwaliteit. |
Art. 26.Les indications suivantes sont consignées dans le registre des déchets : |
Art. 26.De volgende gegevens worden opgenomen in het afvalregister : |
1° la nature et la quantité des sous-produits animaux collectés et | 1° het soort en de hoeveelheid opgehaalde dierlijke bijproducten, |
leur code d'identification; | alsook de identificatiecode ervan; |
2° la date d'enlèvement des sous-produits animaux; | 2° de datum waarop de dierlijke bijproducten zijn opgehaald; |
3° l'identité du transporteur agréé ou enregistré; | 3° de identiteit van de erkende of geregistreerde vervoerder; |
4° la méthode et le site d'élimination ou de valorisation des | 4° de methode en de site voor de verwijdering of de valorisatie van de |
sous-produits animaux ou l'identité du collecteur agréé ou enregistré | afval of de identiteit van de erkende of geregistreerde ophaler aan |
à qui ces sous-produits animaux ont été cédés. | wie deze afval is afgestaan. |
Art. 27.L'exploitant est tenu de fournir la preuve de l'enlèvement |
Art. 27.De exploitant levert het bewijs dat de dierlijke bijproducten |
des sous-produits animaux à toute demande du fonctionnaire chargé de | worden opgehaald op elk verzoek van de toezichthoudende ambtenaar. |
la surveillance. A cette fin, l'exploitant conserve, en annexe du | Daartoe bewaart de exploitant als bijlage bij het register het bewijs |
registre, la preuve de l'enlèvement des sous-produits animaux. | dat de dierlijke bijproducten zijn opgehaald. |
Art. 28.Dans le cadre de la gestion des sous-produits animaux issus |
Art. 28.In het kader van het beheer van de dierlijke bijproducten uit |
de l'établissement, l'exploitant utilise les documents adéquats | de inrichting, maakt de exploitant gebruik van de gepaste documenten |
définis en concertation entre l'Agence fédérale de la Sécurité de la | waarvan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen |
Chaîne alimentaire et les Régions aux fins de traçabilité. | en de Gewesten na overleg het model hebben vastgelegd met het oog op de traceerbaarheid. |
CHAPITRE X. - Dispositions transitoires et finales | HOOFDSTUK X. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 29.Le présent arrêté s'applique aux établissements existants dès |
Art. 29.Dit besluit is van toepassing op de bestaande inrichtingen |
son entrée en vigueur. | zodra het in werking treedt. |
Par dérogation à l'alinéa 1er : | In afwijking van het eerste lid : |
1° l'article 14 ne s'applique pas aux établissements existants; | 1° is artikel 14 niet van toepassing op de bestaande inrichtingen; |
2° l'article 25 s'applique aux établissements existants au plus tard | 2° is artikel 25 uiterlijk één jaar na de datum van inwerkingtreding |
un an après l'entrée en vigueur du présent arrêté. | van dit besluit van toepassing op de bestaande inrichtingen. |
Art. 30.Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du |
Art. 30.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
présent arrêté. | dit besluit. |
Namur, le 21 décembre 2006. | Namen, 21 december 2006. |
Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
Le Ministre de l'Agriculture, de la Ruralité, de l'Environnement et du | De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en |
Tourisme, | Toerisme, |
B. LUTGEN | B. LUTGEN |