Arrêté du Gouvernement wallon fixant les dates de l'ouverture, de la clôture et de la suspension de la chasse, du 1er juillet 2001 au 30 juin 2006 | Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de openings-, sluitings- en schorsingsdatums van de jacht, van 1 juli 2001 tot en met 30 juni 2006 |
---|---|
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
17 MAI 2001. - Arrêté du Gouvernement wallon fixant les dates de | 17 MEI 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de |
l'ouverture, de la clôture et de la suspension de la chasse, du 1er | openings-, sluitings- en schorsingsdatums van de jacht, van 1 juli |
juillet 2001 au 30 juin 2006 | 2001 tot en met 30 juni 2006 |
Le Gouvernement wallon, | De Waalse Regering, |
Vu la loi du 28 février 1882 sur la chasse, notamment les articles 1erter, | Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op de |
2, alinéa 2, 9, 2°, 9bis, § 1erter, 10, alinéa 5, et 12, alinéa 3, | artikelen 1ter, 2, tweede lid, 9, 2°, 9bis, § 1ter, 10, vijfde lid, en |
remplacés par le décret du 14 juillet 1994; | 12, derde lid, vervangen bij het decreet van 14 juli 1994; |
Vu l'avis du Conseil supérieur wallon de la Chasse du 25 janvier 2001; | Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" (Waalse Hoge Jachtraad) van 25 januari 2001; |
Vu la concertation des Gouvernements des Etats du Benelux du 14 février 2001; | Gelet op het overleg gepleegd door de Regeringen van de Beneluxstaten op 14 februari 2001; |
Vu l'avis du Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la | Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et |
Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en | |
Région wallonne, donné le 20 février 2001; | Provincies van het Waalse Gewest), uitgebracht op 20 februari 2001; |
Vu la concertation des Gouvernements régionaux concernés, en date du | Gelet op het overleg gepleegd door de betrokken Gewestregeringen, op |
22 février 2001; | 22 februari 2001; |
Vu la délibération du Gouvernement du 22 mars 2001 sur la demande | Gelet op de beraadslaging van de Regering op 22 maart 2001 over het |
d'avis à donner par le Conseil d'Etat dans un délai d'un mois; | verzoek tot adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van één maand; |
Vu l'avis 31.459/4 du Conseil d'Etat, donné le 2 mai 2001, en | Gelet op het advies 31.459/4 van de Raad van State, uitgebracht op 2 |
application de l'article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur | mei 2001, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de |
le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Sur la proposition du Ministre de l'Agriculture et de la Ruralité; | Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE Ier. - Généralités | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Article 1er.Le présent arrêté est applicable du 1er juillet 2001 au |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing van 1 juli 2001 tot en met 30 |
30 juin 2006 pour cinq années cynégétiques consécutives s'étendant | juni 2006 voor vijf opeenvolgende jachtjaren die telkens lopen van 1 |
chacune du 1er juillet au 30 juin de l'année suivante. | juli tot 30 juni van het daaropvolgende jaar. |
Par dérogation à l'alinéa 1er, l'article 10, alinéa 2, n'est | In afwijking van het eerste lid is artikel 10, tweede lid, pas van |
applicable qu'à partir de l'année cynégétique 2002 2003. | toepassing vanaf het jachtjaar 2002-2003. |
Art. 2.La chasse de tout gibier, non visé au présent arrêté, est |
Art. 2.De jacht op alle soorten wild die niet bedoeld zijn in dit |
interdite. | besluit, is verboden. |
Art. 3.Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par : |
Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : |
1° chasse à l'approche ou à l'affût : procédé de chasse pratiqué par | 1° bers- en loerjacht : soort jacht dat slechts door één enkele jager |
un seul chasseur, sans rabatteur ni chien; | beoefend wordt, zonder drijver of hond; |
2° chasse en battue : la méthode de chasse pratiquée par plusieurs | 2° drijfjacht : jachtmethode die door meerdere jagers beoefend wordt |
chasseurs attendant le gibier rabattu par plusieurs hommes s'aidant ou | waarbij gewacht wordt op het wild dat gedreven wordt door drijvers die |
non de chiens; | al dan geen honden met zich mee voeren; |
3° chasse au chien courant : la méthode de chasse pratiquée par un ou | 3° jacht met drijfhond : jachtmethode die door één of meerdere jagers |
plusieurs chasseurs se déplaçant, guidé par les abois des chiens qui | beoefend wordt, waarbij zij voor hun bewegingen afgaan op het blaffen |
ont levé le gibier et le poursuivent, afin de se poster sur la voie | van de honden die het wild opjagen en achtervolgen en waarbij zij op |
que l'animal chassé finira par emprunter; | de weg postvatten dat het opgejaagde dier onvermijdelijk op zal gaan; |
4° chasse au vol : la méthode de chasse permettant de capturer le | 4° jacht met roofvogel : jachtmethode waarbij het wild gevangen wordt |
gibier au moyen d'un oiseau de proie dressé à cet effet. | door middel van een daartoe afgerichte prooivogel. |
CHAPITRE II. - De la chasse à tir | HOOFDSTUK II. - Jacht met vuurwapens |
Section 1re. - Du grand gibier | Afdeling 1. - Grof wild |
Sous-section 1re. - De l'espèce cerf | Onderafdeling 1. - Het soort edelhert |
Art. 4.Les dates d'ouverture et de fermeture de la chasse à tir à |
Art. 4.De openings- en sluitingsdatums van de jacht met vuurwapens op |
l'espèce cerf sont fixées comme suit : | het soort edelhert worden als volgt vastgesteld : |
1° cerf boisé, uniquement sur les territoires associés en un conseil | 1° voor volwassen mannetjesherten op de gronden die deel uitmaken van |
cynégétique agréé et sur celui de la Chasse royale de Ciergnon : à | een erkende jachtraad en op het Koninklijk Jachtdomein van Ciergnon : |
l'approche, à l'affût et en battue : du 1er octobre au 31 décembre; | bersjacht, loerjacht, drijfjacht : van 1 oktober tot en met 31 december; |
2° biche et faon de l'un ou l'autre sexe : à l'approche, à l'affût et | 2° voor hinden en jongen beider geslachten : bersjacht, loerjacht, |
en battue : du 1er octobre au 31 décembre. | drijfjacht : van 1 oktober tot en met 31 december. |
La chasse à l'affût de l'espèce cerf peut être exercée depuis une | De loerjacht op het soort edelhert mag beoefend worden van één uur |
heure avant le lever officiel du soleil jusqu'à une heure après le | vóór de officiële zonsopgang tot één uur na de officiële |
coucher officiel de celui-ci. | zonsondergang. |
Sous-section 2. - De l'espèce chevreuil | Onderafdeling 2. - Het soort reebok |
Art. 5.Les dates d'ouverture et de fermeture de la chasse à tir à |
Art. 5.De openings- en sluitingsdatums van de jacht met vuurwapens op |
l'espèce chevreuil sont fixées comme suit : | het soort edelhert worden als volgt vastgesteld : |
1° brocard : | 1° voor reebokken : |
a) à l'approche et à l'affût, avec ou sans appeau : du 1er août au 30 novembre; | a) bers- en drijfjacht, met of zonder lokmiddel : van 1 augustus tot |
b) en battue : du 1eroctobre au 30 novembre; | en met 30 november; |
2° chèvre et chevrillard de l'un ou l'autre sexe : à l'approche, à | b) drijfjacht : van 1 oktober tot en met 30 november; |
l'affût et en battue : du 1er octobre au 30 novembre. | 2° voor reegeiten en -kalveren beider geslachten : bersjacht, |
La chasse à l'affût de l'espèce chevreuil peut être exercée depuis une | loerjacht, drijfjacht : van 1 oktober tot en met 30 november. |
heure avant le lever officiel du soleil jusqu'à une heure après le | De loerjacht op het soort reebok mag beoefend worden van één uur vóór |
coucher officiel de celui-ci. | de officiële zonsopgang tot één uur na de officiële zonsondergang. |
Art. 6.Du 1er août au 30 septembre, le transport du brocard jusqu'au |
Art. 6.Van 1 augustus tot en met 30 september is het vervoer van |
lieu de consommation ou de vente au détail n'est autorisé que si | reebokken naar de plaats van verbruik of verkoop in de kleinhandel |
l'animal porte d'une façon apparente ses bois ou les marques | slechts toegelaten indien de dieren op zichtbare wijze hun gewei en de |
extérieures de son sexe. | uiterlijke kenmerken van hun geslacht dragen. |
Sous-section 3. - De l'espèce daim | Onderafdeling 3. - Het soort damhert |
Art. 7.Les dates d'ouverture et de fermeture de la chasse à tir à |
Art. 7.De openings- en sluitingsdatums van de jacht met vuurwapens op |
l'espèce daim sont fixées du 1er octobre au 31 décembre. | het soort damhert worden vastgesteld van 1 oktober tot en met 31 |
La chasse à l'affût de l'espèce daim peut être exercée depuis une | december. |
heure avant le lever officiel du soleil jusqu'à une heure après le | De loerjacht op het soort damhert mag beoefend worden van één uur vóór |
coucher officiel de celui-ci. | de officiële zonsopgang tot één uur na de officiële zonsondergang. |
Sous-section 4. - De l'espèce mouflon | Onderafdeling 4. - Het soort moeflon |
Art. 8.Les dates d'ouverture et de fermeture de la chasse à tir à |
Art. 8.De openings- en sluitingsdatums van de jacht met vuurwapens op |
l'espèce mouflon sont fixées du 1er octobre au 31 décembre. | het soort moeflon worden vastgesteld van 1 oktober tot en met 31 |
La chasse à l'affût de l'espèce mouflon peut être exercée depuis une | december. De loerjacht op het soort damhert mag beoefend worden van één uur vóór |
heure avant le lever officiel du soleil jusqu'à une heure après le coucher officiel de celui-ci. | de officiële zonsopgang tot één uur na de officiële zonsondergang. |
Sous-section 5. - De l'espèce sanglier | Onderafdeling 5. - Het soort wild zwijn |
Art. 9.Les dates d'ouverture et de fermeture de la chasse à tir à |
Art. 9.De openings- en sluitingsdatums van de jacht met vuurwapens op |
l'espèce sanglier sont fixées comme suit : | het soort wild zwijn worden als volgt vastgesteld : |
1° à l'approche et à l'affût, uniquement en plaine : du 1er mai au 30 | 1° bers- en loerjacht, enkel in open veld : van 1 mei tot en met 30 |
septembre; | september; |
2° à l'approche, à l'affût et en battue : du 1er octobre au 31 décembre. | 2° bers-, loer- en drijfjacht : van 1 oktober tot en met 31 december. |
La chasse à l'affût de l'espèce sanglier peut être exercée depuis une | De loerjacht op het soort wild zwijn mag beoefend worden van één uur |
heure avant le lever officiel du soleil jusqu'à une heure après le | vóór de officiële zonsopgang tot één uur na de officiële |
coucher officiel de celui-ci. | zonsondergang. |
Section 2. - Du petit gibier | Afdeling 2. - Het klein wild |
Art. 10.Les dates d'ouverture et de fermeture de la chasse à tir au |
Art. 10.De openings- en sluitingsdatums van de jacht met vuurwapens |
petit gibier, avec ou sans appelants non mutilés et non aveuglés ou | op het klein wild met of zonder niet-verminkte en niet-blindgemaakte |
leurres, sont fixées comme suit : | lokvogels en kunstmatige lokvogels worden vastgesteld als volgt : |
1° perdrix grise : du 1er septembre au 30 novembre; | 1° patrijs : van 1 september tot en met 30 november; |
2° lièvre : du 15 octobre au 31 décembre; | 2° haas : van 15 oktober tot en met 31 december; |
3° coq faisan : du 15 octobre au 31 janvier; | 3° fazanthaan : van 15 oktober tot en met 31 januari; |
4° poule faisane : du 15 octobre au 31 décembre; | 4° fazanthen : van 15 oktober tot en met 31 december; |
5° bécasse des bois : du 15 octobre au 31 décembre. | 5° hartsnip : van 15 oktober tot en met 31 december. |
La chasse à la perdrix grise et la chasse au lièvre sont uniquement autorisées sur les territoires associés en un conseil cynégétique agréé. Art. 11.L'affût à la bécasse des bois est ouvert du 15 octobre au 15 novembre. Il peut être pratiqué pendant la demi-heure suivant le coucher du soleil et pendant la demi-heure précédant son lever. Art. 12.A l'époque où le tir et le transport du coq faisan sont seuls permis, ces faisans ne pourront être transportés, offerts en vente, vendus ou achetés que si leur tête au moins n'est pas déplumée. |
De jacht op de patrijs en op de haas is enkel toegelaten in jachtgebieden die deel uitmaken van een erkende jachtraad. Art. 11.De loerjacht op de hartsnip loopt van 15 oktober tot en met 15 november. De loerjacht mag beoefend worden tijdens het halfuur na zonsondergang en het halfuur vóór zonsopgang. Art. 12.Tijdens de periode waarin enkel het afschieten en het vervoer van de fazanthaan toegelaten zijn, mag hij vervoerd, te koop aangeboden en gekocht worden enkel en alleen indien minstens de veren op het hoofd van het dier niet geplukt zijn. |
Art. 13.Le titulaire du droit de chasse d'un bois, inclus dans un |
Art. 13.De houder van het jachtrecht in een bos dat ligt in een |
territoire répondant aux prescriptions de l'article 2bis de la loi du | gebied dat overeenstemt met de bepalingen van artikel 2bis van de |
28 février 1882 sur la chasse, peut, du 15 septembre au 30 novembre, | jachtwet van 28 februari 1882 mag van 15 september tot en met 30 |
employer des mues basculantes sous forme de panier à claires-voies, | november gebruik maken van kippende ruikooien onder de vorm van |
pour reprendre, dans ce bois, les coqs et poules faisanes destinés à | doorzichtige gevlochten manden voor het terugvangen in bedoeld bos van |
la conservation ou à l'élevage, s'il possède des installations | de fazanthanen en -hennen die voor het houden en de kweek zijn bestemd |
spéciales suffisantes pour la garde des oiseaux repris. | indien bedoelde houder in voldoende mate over de geschikte |
accommodatie voor het verzorgen van de teruggevangen vogels beschikt. | |
Les engins de capture ne pourront être placés à moins de 200 mètres de | De vangtuigen mogen niet worden geplaatst op minder dan 200 meter van |
la limite de tout terrain où le droit de chasse appartient à autrui. | de rand van het gebied waarvan het jachtrecht aan iemand anders toebehoort. |
Section 3. - Du gibier d'eau | Afdeling 3. - Het waterwild |
Sous-section 1re. - Des dates d'ouverture et de fermeture | Onderafdeling 1. - Openings- en sluitingsdatums |
Art. 14.Les dates d'ouverture et de fermeture de la chasse à tir au |
Art. 14.De openings- en sluitingsdatums van de jacht met vuurwapens |
gibier d'eau sont fixées comme suit : | op het waterwild zijn vastgesteld als volgt : |
1° canard colvert, avec ou sans appeau, appelants non aveuglés et non | 1° wilde eend, met of zonder lokmiddel, niet-blindgemaakte en |
mutilés, leurres : du 15 août au 31 janvier; | niet-verminkte lokvogels of kunstmatige lokvogels : van 15 augustus |
tot en met 31 januari; | |
2° canard siffleur : du 15 octobre au 31 janvier; | 2° smient : van 15 oktober tot en met 31 januari; |
3° sarcelle d'hiver : du 15 octobre au 31 janvier; | 3° wintertaling : van 15 oktober tot en met 31 januari; |
4° foulque macroule : du 15 octobre au 31 janvier. | 4° meerkoet : van 15 oktober tot en met 31 januari. |
Sous-section 2. - Dispositions particulières Art. 15.Le tir des jeunes canards ne pouvant pas encore voler est interdit. Art. 16.La chasse à l'affût du canard colvert peut être pratiquée pendant une demi-heure après le coucher du soleil et pendant une demi-heure avant le lever du soleil, moyennant avertissement préalable par lettre recommandée au directeur de centre de la Division de la Nature et des Forêts du ressort. L'avertissement doit préciser le nombre et l'emplacement des postes d'affût. Ces postes ne peuvent être situés que sur et jusqu'à une distance |
Onderafdeling 2. - Bijzondere bepalingen Art. 15.Het schieten van niet vliegvlugge eenden is verboden. Art. 16.De loerjacht op de wilde eend mag beoefend worden tijdens het halfuur na zonsondergang en tijdens het halfuur vóór zonsopgang mits voorafgaande kennisgeving bij aangetekende brief aan de centrumdirecteur van Afdeling Natuur en Bossen van het gebied. In de kennisgeving moet melding worden gemaakt van het exacte aantal en de opstelling van de loerhutten. Deze hutten mogen enkel geplaatst worden op en binnen een maximale |
maximale de 50 mètres des étangs et des marais où le chasseur est | afstand van 50 meter van de vijvers en moerassen waar de jager het |
titulaire du droit de chasse. | jachtrecht bezit. |
Art. 17.En période de gel prolongé, le Ministre ayant la Chasse dans |
Art. 17.Indien de vorst lange tijd aanhoudt, kunnen de Minister |
ses attributions ou son délégué peut suspendre la chasse aux espèces | bevoegd voor de Jacht of diens afgevaardigde de jacht op de soorten |
visées à l'article 14, pour des périodes de quinze jours, | bedoeld in artikel 14 voor hernieuwbare periodes van telkens vijftien |
renouvelables. | dagen schorsen. |
L'arrêté de suspension entre en vigueur le jour de sa publication au | Het schorsingsbesluit treedt in kracht de dag van verschijning in het |
Moniteur belge. | Belgisch Staatsblad. |
Section 4. - Des autres gibiers | Afdeling 4. - Ander wild |
Art. 18.Les dates d'ouverture et de fermeture de la chasse à tir aux |
Art. 18.De openings- en sluitingsdatums van de jacht met vuurwapens |
autres gibiers, tant au bois qu'en plaine, sont fixées comme suit : | op ander wild in de bossen en de open velden worden vastgesteld als volgt : |
1° lapin : du 1er septembre au 28 février; | 1° konijn : van 1 september tot en met 28 februari; |
2° pigeon ramier, avec ou sans appeau, appelants non aveuglés et non | 2° houtduif, met of zonder lokmiddel, niet-blindgemaakte en |
mutilés : du 15 août au 28 février; | niet-verminkte lokdieren : van 15 augustus tot en met 28 februari; |
3° renard, avec ou sans appeau : toute l'année. La chasse à l'affût | 3° vos, met of zonder lokmiddel : het jaar door. De loerjacht mag |
peut être pratiquée depuis une heure avant le lever du soleil jusqu'à | beoefend worden vanaf het uur vóór zonsopgang tot het uur na |
une heure après le coucher du soleil; | zonsondergang; |
4° chat haret, avec ou sans appeau : toute l'année. La chasse à | 4° verwilderde kat, met of zonder lokmiddel : het jaar door. De |
l'affût peut être pratiquée depuis une heure avant le lever du soleil | loerjacht mag beoefend worden vanaf het uur vóór zonsopgang tot het |
jusqu'à une heure après le coucher du soleil. | uur na zonsondergang. |
Section 5. - Des interdictions de chasse à tir | Afdeling 5. - Verbodsbepalingen inzake de jacht met vuurwapens |
Sous-section 1re. - En temps de neige | Onderafdeling 1. - Bij sneeuw |
Art. 19.En temps de neige, toute chasse en plaine est interdite |
Art. 19.Bij sneeuw is de jacht in het open veld verboden ongeacht de |
quelle que soit la quantité de neige qui recouvre le sol. | hoeveelheid sneeuw op de bodem. |
Art. 20.En temps de neige, la chasse reste autorisée : |
Art. 20.Bij sneeuw blijft de jacht toegelaten : |
1° dans les talus incultes, oseraies, genêts et haies; | 1° op de braakliggende bermen, in grienden, brem, en heggen; |
2° pour le tir du gibier d'eau sur et jusqu'à une distance maximale de | 2° bij het schieten van waterwild, op en binnen een maximale afstand |
50 mètres des étangs et des marais où le chasseur est titulaire du | van 50 meter van de vijvers en moerassen waar de jager houder is van |
droit de chasse; | het jachtrecht; |
3° pour le tir d'un gibier sortant directement d'un bois, de talus | 3° bij het schieten van wild dat rechtstreeks uit het bos komt, uit de |
incultes, d'oseraies, de genêts ou de haies, lors d'une battue, pour | braakliggende bermen, de grienden, de bremstruiken of de heggen, |
un chasseur posté soit dans le bois, soit en plaine, le long et | tijdens een drijfjacht, voor een jager die in het bos, ofwel in open |
faisant face au bois. | veld, langs en tegenover het bos heeft plaatsgevat. |
Art. 21.En temps de neige, toute battue improvisée au sanglier, |
Art. 21.Bij sneeuw wordt elke geïmproviseerde drijfjacht op |
communément appelée « cernage », est interdite, tant au bois qu'en | everzwijnen, doorgaans « het afzetten van het bos » genoemd, verboden |
plaine, sauf autorisation du Ministre ayant la Chasse dans ses | zowel in de bossen als op de open velden behalve toelating door de |
attributions ou de son délégué. | Minister bevoegd voor de Jacht. |
Sous-section 2. - Des champs chargés de récoltes | Onderafdeling 2. - Ingezaaide velden |
Art. 22.Il est interdit de chasser de quelque façon que ce soit dans |
Art. 22.Het is verboden hoe dan ook te jagen in graanvelden, in |
les champs couverts de céréales, de plantes à grains, de plantes à | velden met graandragende planten, in velden met rijpe of rijpende |
graines mûres ou mûrissant, à l'exception des maïs et des tournesols. | zaaddragende planten met uitzondering van maïs- en zonnebloemenvelden. |
L'interdiction s'applique également si les plantes sont fauchées et | Het verbod geldt ook indien de planten afgemaaid zijn en op de grond |
couchées sur le sol. | liggen. |
Sous-section 3. - De la chasse à proximité des lieux de nourrissage | Onderafdeling 3. - Jacht in de nabijheid van plaatsen voor het |
Art. 23.La chasse à l'approche ou à l'affût est interdite à moins de |
bijbrengen van voedsel |
200 mètres d'un lieu de nourrissage artificiel du gibier. | Art. 23.De bers- en loerjacht zijn verboden op minder dan 200 meter |
van plaatsen voor het bijbrengen van voedsel. | |
Sous-section 4. - De la chasse à proximité des habitations | Onderafdeling 4. - Jacht in de nabijheid van woningen |
Art. 24.Lors de l'exercice de la chasse, il est interdit de tirer des |
Art. 24.Bij de jacht is het verboden in de richting van woningen te |
coups de feu vers les habitations, à moins de 200 mètres de celles-ci. | vuren op een afstand van minder dan 200 meter van bedoelde woningen. |
CHAPITRE III. - De la chasse en plaine | HOOFDSTUK III. - Jacht in open veld |
Art. 25.La chasse en plaine du grand gibier est interdite, sauf pour |
Art. 25.Jacht in open veld is verboden, behalve voor jagers die over |
le chasseur disposant du droit de chasse sur le territoire de plaine | het jachtrecht beschikken op het gebied dat het open veld en het bos |
et sur le territoire du bois jouxtant ce territoire de plaine. | bij dat open veld beslaat. |
CHAPITRE IV. - De la chasse au chien courant | HOOFDSTUK IV. - Jacht met drijfhond |
Art. 26.La chasse au chien courant est ouverte du 1er octobre au 31 |
Art. 26.De jacht met drijfhond is open van 1 oktober tot 31 december |
décembre, dans le respect des dates fixées pour la chasse à tir du | met inachtneming van de datums vastgelegd voor de de jacht met |
gibier concerné. | vuurwapens op het desbetreffende wild. |
Toutefois, la chasse au chien courant du lapin, du renard et du chat | De jacht met drijfhond op het konijn, de vos en de verwilderde kat is |
haret est ouverte du 1er octobre au 28 février. | evenwel open van 1 oktober tot en met 28 februari. |
CHAPITRE V. - De la chasse au vol | HOOFDSTUK V. - Jacht met roofvogel |
Art. 27.La chasse au vol de tout gibier visé au présent arrêté est |
Art. 27.De jacht met roofvogel op elk soort wild bedoeld in dit |
ouverte du 1er septembre au 31 janvier. | besluit is open van 1 september tot en met 31 januari. |
De jacht met roofvogel op de houtduif, het konijn, de vos en de | |
Toutefois, la chasse au vol du pigeon ramier, du lapin, du renard et | verwilderde kat is evenwel zowel in open veld als in het bos open van |
du chat haret est ouverte, en plaine comme au bois, du 15 août au 28 février. | 15 augustus tot en met 28 februari. |
CHAPITRE VI. - Dispositions diverses | HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen |
Art. 28.Durant les périodes où la chasse à l'approche et à l'affût |
Art. 28.Tijdens de periodes waarin enkel de bers- en de loerjacht op |
visées aux articles 5 et 9, pour le brocard et le sanglier, est seule | de reebok en het wild zwijn bedoeld in de artikelen 5 en 9 open is, is |
ouverte, l'usage d'un ou de plusieurs chiens est interdit pour la | het gebruik van één of meerdere honden bij de jacht op bedoelde |
chasse à ces deux espèces. | soorten verboden. |
Toutefois, l'usage d'un chien tenu en laisse est autorisé en vue de | Het gebruik van een aan de leiband gehouden hond is evenwel toegelaten |
rechercher et de suivre la piste d'un brocard ou d'un sanglier blessé. | met het oog op het zoeken en het volgen van het spoor van een gewonde |
reebok of een gewond wild zwijn. | |
Art. 29.L'usage du chien lévrier est interdit tant pour la chasse que |
Art. 29.Het gebruik van hazewinden is verboden zowel voor de jacht |
pour la recherche de tout gibier. | als voor het zoeken naar welk soort wild ook. |
Art. 30.La vente, le transport pour la vente et la détention pour la |
Art. 30.De verkoop, het vervoer voor de verkoop en het houden voor |
vente de tout gibier provenant de la chasse au vol, de canards | verkoop van welk soort wild ook dat afkomstig is van de jacht met |
siffleurs, de sarcelles d'hiver, de foulques macroules, de bécasses | roofvogel, van smient, wintertaling, meerkoet, houtsnippen die dood |
des bois morts ainsi que de toute partie ou de tout produit obtenu à | zijn en elk deel of elk product dat verkregen werd door middel van de |
partir de l'oiseau facilement identifiable, sont interdits toute | gemakkelijk herkenbare vogel, zijn het jaar door verboden. |
l'année. Art. 31.Le lâcher du petit gibier et du gibier d'eau peut être |
Art. 31.Het uitzetten van klein wild en waterwild mag bij alle |
effectué par tous moyens à l'exception des lâchers-lancers manuels ou | middelen gebeuren, met uitzondering van de manuele uitzettingen of van |
au moyen de tout dispositif ou procédé mécanique. | elk mechanisch tuig of middel. |
CHAPITRE VII. - Disposition finale | HOOFDSTUK VII. - Slotbepaling |
Art. 32.Le Ministre ayant la Chasse dans ses attributions est chargé |
Art. 32.De Minister bevoegd voor de Jacht is belast met de uitvoering |
de l'exécution du présent arrêté. | van dit besluit. |
Namur, le 17 mai 2001. | Namen, 17 mei 2001. |
Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
Le Ministre de l'Agriculture et de la Ruralité, | De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, |
J. HAPPART | J. HAPPART |