| Arrêté du Gouvernement wallon déterminant les conditions sectorielles des ateliers de travail du bois et de fabrication d'articles en bois | Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden betreffende de werkplaatsen voor houtbewerking en vervaardiging van houtartikelen |
|---|---|
| MINISTERE DE LA REGION WALLONNE | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
| 3 AVRIL 2003. - Arrêté du Gouvernement wallon déterminant les | 3 APRIL 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de |
| conditions sectorielles des ateliers de travail du bois et de | sectorale voorwaarden betreffende de werkplaatsen voor houtbewerking |
| fabrication d'articles en bois | en vervaardiging van houtartikelen |
| Le Gouvernement wallon, | De Waalse Regering, |
| Vu le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement, | Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
| notamment les articles 4, 5, 7, 8 et 9; | milieuvergunning, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 7, 8 en 9; |
| Vu la délibération du Gouvernement sur la demande d'avis à donner par | Gelet de beraadslaging van de Regering over het verzoek om |
| le Conseil d'Etat dans un délai ne dépassant pas un mois; | adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens een maand; |
| Vu l'avis du Conseil d'Etat n° 34.294/4 donné le 4 février 2003 en | Gelet op het advies van de Raad van State nr. 34.294/4, uitgebracht op |
| application de l'article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur | 4 februari 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de |
| le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Sur la proposition du Ministre de l'Aménagement du Territoire, de | Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw |
| l'Urbanisme et de l'Environnement; | en Leefmilieu; |
| Après délibération, | Na beraadslaging, |
| Arrête : | Besluit : |
| CHAPITRE Ier. - Définitions et champ d'application | HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving en toepassingsgebied |
Article 1er.Les présentes conditions s'appliquent aux ateliers de |
Artikel 1.Deze voorwaarden zijn van toepassing op de werkplaatsen |
| travail du bois et de fabrication d'articles de bois visés par la | voor houtbewerking en vervaardiging van houtproducten bedoeld in de |
| rubrique 20 de l'annexe Ire de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 | rubriek 20 van bijlage I bij het besluit van 4 juli 2002 tot bepaling |
| juillet 2002 arrêtant la liste des projets soumis à étude d'incidences | van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten |
| et des installations et activités classées, à l'exclusion de la | en van de ingedeelde installaties en activiteiten, met uitzondering |
| rubrique 20.10.02 relative à l'imprégnation du bois. | van rubriek 20.10.02 betreffende houtimpregnatie. |
Art. 2.Pour l'application des présentes prescriptions, on entend par |
Art. 2.Voor de toepassing van deze voorwaarden wordt verstaan onder |
| établissement existant : tout établissement dûment autorisé avant | bestaande inrichting : elke inrichting die vóór de inwerkingtreding |
| l'entrée en vigueur du présent arrêté ou dont l'exploitation est | van dit besluit behoorlijk vergund is of voor de exploitatie waarvan |
| couverte par un permis délivré à la suite d'une demande introduite | een vergunning is afgeleverd na indiening van een aanvraag vóór de |
| avant l'entrée en vigueur du décret du 11 mars 1999 relatif au permis | inwerkingtreding van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
| d'environnement ainsi que l'établissement pour lequel une demande de | milieuvergunning en na indiening van een vergunningsaanvraag tussen de |
| permis a été introduite entre l'entrée en vigueur du décret du 11 mars | inwerkingtreding van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
| 1999 relatif au permis d'environnement et l'entrée en vigueur du | milieuvergunning en de inwerkingtreding van dit besluit. |
| présent arrêté. | |
| CHAPITRE II. - Implantation et construction | HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw |
Art. 3.§ 1er. Tout atelier situé dans un local fermé, contigu à un |
Art. 3.§ 1. Elke werkplaats die ingericht wordt in een gesloten |
| local servant de logement, est séparé de celui-ci par des murs, | lokaal naast een ruimte die als woning dient, wordt ervan gescheiden |
| plafonds, cloisons, présentant une résistance au feu d'au moins une heure. | door muren, plafonds, wanden die minstens één uur brandbestendig zijn. |
| § 2. Les portes entre les locaux habités et l'atelier ou l'entrepôt de | § 2. De deuren tussen de bewoonde lokalen en de werkplaats of de |
| bois se ferment automatiquement et ont un degré de résistance au feu | houtopslagplaats gaan automatisch dicht en zijn minstens een half uur |
| d'au moins une demi-heure. | brandbestendig. |
| § 3. Les locaux habités comportent un accès indépendant de l'atelier. | § 3. De bewoonde lokalen hebben een onafhankelijke toegang tot de werkplaats. |
Art. 4.Les installations de dépoussiérage et leurs abords sont |
Art. 4.De ontstoffingsinstallaties en de rechtstreekse omgeving ervan |
| accessibles. Elles sont maintenues en état de fonctionnement. | zijn toegankelijk. Ze worden in staat van werking gehouden. |
| CHAPITRE III. - Exploitation | HOOFDSTUK III. - Exploitatie |
| Section 1re. - Atelier | Afdeling 1. - Werkplaats |
Art. 5.§ 1er. Afin d'éviter que les riverains ne soient incommodés, |
Art. 5.§ 1. Om de aanwonenden niet te hinderen worden het zaagsel, de |
| les sciures, copeaux ou poussières résultant de l'activité sont : 1° soit aspirés à l'endroit de leur production, récoltés dans des sacs ou autres récipients et stockés dans un local fermé ou amenés directement dans un silo hermétique; 2° soit conduits à l'état humide vers des entrepôts. Le présent paragraphe ne s'applique pas aux ateliers installés à l'air libre. § 2. Les déchets combustibles et les chiffons de nettoyage sont entreposés dans un récipient prévu à cet effet, et régulièrement évacués, sans dispersions pour le voisinage. Art. 6.Les abords immédiats du lieu de stockage des sciures, copeaux |
schaafkrullen en de stofdeeltjes : 1° hetzij opgezogen op de plaats waar ze voortgebracht worden, verzameld in zakken of in andere recipiënten en opgeslagen in een gesloten lokaal of rechtstreeks afgevoerd naar een hermetische silo; 2° hetzij in vochtige staat naar opslagplaatsen gebracht. Deze paragraaf is niet van toepassing op werkplaatsen in de openlucht. § 2. Brandbare afval en poetsdoeken worden opgeslagen in een daartoe bestemde recipiënt en regelmatig afgevoerd zonder verspreiding in de buurt. Art. 6.De onmiddellijke omgeving van de plaats waar zaagsel, |
| ou poussières, ainsi que les chemins, les aires de chargement et de | schaafkrullen of stofdeeltjes worden opgeslagen, alsook de wegen, |
| déchargement, sont nettoyés régulièrement. | laad- en losruimten worden regelmatig gereinigd. |
| Section 2. - Dépôt de bois | Afdeling 2. - Houtopslagplaats |
Art. 7.Les dispositions de la présente section s'appliquent à tout |
Art. 7.De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op elke |
| dépôt de bois non visé par la rubrique 63.12.01 de l'annexe Ire de | houtopslagplaats die niet opgenomen is in rubriek 63.12.01 van bijlage |
| l'arrêté du Gouvernement wallon arrêtant la liste des projets soumis à étude d'incidences et des installations et activités classées. Art. 8.Si le dépôt de bois est situé à l'air libre, il est distant de deux mètres de toute propriété voisine. La distance est mesurée horizontalement. A défaut de pouvoir respecter cette distance, un dispositif de sécurité est prévu par le permis d'environnement. Les tas de bois situés à l'extérieur doivent être disposés de manière à éviter toute instabilité. Art. 9.Le local d'entreposage des bois ne peut se situer en-dessous ou à l'intérieur d'un bâtiment ou d'un local contenant un dépôt de substances inflammables. Le local d'entreposage des bois est séparé de tout bâtiment étranger à l'exploitation par une distance faisant éventuellement l'objet de conditions particulières. Cette distance peut être réduite par l'interposition d'un écran de sécurité. L'écran de sécurité est constitué en matériaux présentant une résistance au feu d'au moins une heure, destiné à ralentir la propagation du feu en cas d'incendie dans le dépôt de bois. L'écran de sécurité a une hauteur minimale de 2 mètres et dépasse d'au |
I bij het besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten. Art. 8.De houtopslagplaatsen in de openlucht bevinden zich op twee meter van elke aangrenzende eigendom. De afstand wordt horizontaal gemeten. Als die afstand niet in acht kan worden genomen, legt de milieuvergunning een veiligheidsvoorziening op. De buiten gelegen houtstapels worden stevig aangelegd. Art. 9.Het hout mag niet opgeslagen worden onder of in een gebouw of een lokaal waar zich ontvlambare brandstoffen bevinden. De afstand tussen het lokaal waar hout opgeslagen wordt en elk gebouw dat niet deel uitmaakt van de exploitatie, is eventueel het voorwerp van bijzondere voorwaarden. Die afstand kan verkleind worden d.m.v. een veiligheidsscherm. Het veiligheidsscherm bestaat uit materialen die minstens één uur brandbestendig zijn en brandverspreiding afremmen in geval van brand in de houtopslag. Het veiligheidsscherm is minstens twee meter hoog en steekt minstens |
| moins 50 centimètres la hauteur des piles de bois. | 50 centimeter boven de houtstapels uit. |
Art. 10.Toutes les mesures sont prises pour empêcher la pullulation |
Art. 10.Alle maatregelen worden genomen om de woekering van insecten |
| d'insectes et la prolifération des rongeurs. | en de proliferatie van knaagdieren te voorkomen. |
| CHAPITRE IV. - Prévention des accidents et incendies | HOOFDSTUK IV. - Preventie van ongevallen en brand |
Art. 11.Avant la mise en oeuvre du projet et avant chaque |
Art. 11.Vóór de uitvoering van het project en bij elke wijziging van |
| modification des lieux et/ou des circonstances d'exploitation | de plaats en/of de exploitatieomstandigheden die gevaar voor brand en |
| susceptibles de modifier les risques d'incendie ou de sa propagation, | brandverspreiding inhoudt, pleegt de uitbater via de burgemeester |
| l'exploitant consulte, par l'intermédiaire du bourgmestre, le service | |
| d'incendie territorialement compétent sur les mesures à prendre et les | overleg met de territoriaal bevoegde brandweerdienst over de te |
| équipements à mettre en oeuvre en matière de prévention et de lutte | treffen maatregelen inzake brand- en explosiepreventie en -bestrijding |
| contre les incendies et explosions, dans le respect de la protection | en over de uitrustingen waarin voorzien moet worden met het oog op de |
| du public et de l'environnement. | bescherming van de bevolking en het leefmilieu. |
Art. 12.Le matériel de lutte contre l'incendie doit être en bon état |
Art. 12.Het materiaal voor brandbestrijding is in goede staat van |
| de fonctionnement, protégé contre le gel, signalé, accessible et | werking, tegen vorst beschermd, toegankelijk en over de inrichting |
| réparti dans l'établissement. | verspreid. |
| Ce matériel est contrôlé annuellement et l'exploitant veille à la | Dat materiaal wordt jaarlijks gecontroleerd en de exploitant ziet toe |
| qualité des produits d'extinction d'incendie. | op de kwaliteit van de brandblusproducten. |
Art. 13.§ 1er. L'introduction de liquides inflammables dans l'atelier |
Art. 13.§ 1. In de werkplaats worden de ontvlambare vloeistoffen |
| doit éviter la proximité de foyers ou de sources de chaleur. | verwijderd van haarden of warmtebronnen. |
| § 2. Il est interdit de stocker des liquides inflammables dans le | § 2. Het is verboden ontvlambare vloeistoffen op te slaan in de |
| dépôt de bois. | houtopslagplaats. |
Art. 14.L'interdiction de feu nu et l'interdiction de fumer sont |
Art. 14.Het openvuurverbod en het rookverbod worden d.m.v. |
| signalées au moyen des pictogrammes réglementaires dans tous les locaux de l'établissement. | reglementaire pictogrammen aangegeven in de lokalen van de inrichting. |
| CHAPITRE V. - Eau | HOOFDSTUK V. - Water |
| Section 1re. - Champ d'application | Afdeling 1. - Toepassingsgebied |
Art. 15.Les dispositions de l'arrêté royal du 3 août 1976 portant le |
Art. 15.De bepalingen van het koninklijk besluit van 3 augustus 1976 |
| règlement général relatif aux déversements des eaux usées dans les | houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone |
| eaux de surface ordinaires, dans les égouts publics et dans les voies | oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige |
| artificielles d'écoulement des eaux pluviales ne s'appliquent pas au | afvoerwegen voor regenwater zijn niet van toepassing op dit hoofdstuk. |
| présent chapitre. | |
Art. 16.Le présent chapitre s'applique aux installations ou activités |
Art. 16.Dit hoofdstuk is van toepassing op de installaties of |
| reprises aux rubriques : | activiteiten opgenomen in de rubrieken : |
| 1° n° 20.20.01 : fabrication de panneaux de bois lorsque la puissance | 1° nr. 20.20.01 : Vervaardiging van houtpanelen als het geïnstalleerd |
| installée des machines est supérieure à 20 kW; | vermogen van de machines 20 kW overschrijdt; |
| 2° n° 20.20.02 : fabrication de panneaux de bois lorsque la capacité | 2° nr. 20.20.02 : Vervaardiging van houtpanelen als de |
| de production est supérieure à 1 000 T/jour, | productiecapaciteit 1 000 t/dag overschrijdt, en betreft slechts de |
| et concerne uniquement l'industrie du panneau de fibres. | nijverheid van vezelpanelen. |
Art. 17.L'échantillonnage des eaux pluviales recueillies à l'aval des |
Art. 17.Bij de monsterneming van regenwater stroomafwaarts van de |
| zones de stockage de matières premières de l'entreprise doit tenir | zones waar de grondstoffen van het bedrijf opgeslagen worden, wordt |
| compte des conditions climatiques exceptionnelles définies par l'IRM. | rekening gehouden met de buitengewone weersomstandigheden die het KMI |
| La période de retour de telles conditions est définie comme annuelle. | bepaalt. Die weersomstandigheden worden geacht jaarlijks terug te komen. |
| Dans ce cas, les dépassements de 50 % pour moins de vingt-quatre | In dat geval mogen de volgende parameters minder dan 24 uren met 50 % |
| heures des paramètres suivants sont autorisés : DBO5, DCO, MeS, MS. | overschreden worden : DBO5, DCO, MeS, MS. |
| Section 2. - Conditions de déversement | Afdeling 2. - Lozingsvoorwaarden |
| Sous-section 1re. - Conditions de déversement en eaux de surface | Onderafdeling 1. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon |
| ordinaire | oppervlaktewater |
Art. 18.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
Art. 18.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt |
| ordinaire respectent les conditions suivantes : | geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : |
| 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 5,5 et 8. Si les | 1° de pH-waarde ligt tussen 5,5 en 8. Als het voortkomt uit het |
| eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface | gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de |
| ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, | natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als |
| s'il est supérieur à 8 ou inférieur à 5.5 peut être admis comme valeur | ze hoger is dan 8 of lager dan 5,5; |
| limite du pH des eaux déversées; | |
| 2° la demande biochimique en oxygène en cinq jours à 20 °C et en | 2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij |
| présence d'allyl thio-urée des eaux déversées ne peut dépasser 50 mg | aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 50 mg per liter; |
| d'oxygène par litre; | |
| 3° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser 400 mg d'oxygène par litre; | 3° de chemische zuurstofbehoefte mag niet hoger zijn dan 400 mg per |
| 4° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut | liter. |
| dépasser 120 mg par litre; | 4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 120 mg per |
| 5° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut | liter; 5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per |
| dépasser 0,5 ml par litre (au cours d'une sédimentation statique de | liter (statische bezinking gedurende 2 uur); |
| deux heures); 6° la teneur en hydrocarbures apolaires extractibles en CCl4 ou par un | 6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen, extraheerbaar in CCl4 |
| autre solvant perhalogéné compatible avec l'analyse par IR ne peut | of met een andere perhalogeen oplosmiddel verenigbaar met de analyse |
| excéder 5 mg/l; | per IR, is niet hoger dan 5 mg per liter; |
| 7° la teneur en détergents totaux ne peut excéder 3 mg/l; | 7° het gehalte aan totale detergenten is niet hoger dan 3 mg per |
| 8° la température ne peut excéder 30 °C; 9° un échantillon représentatif des eaux déversées ne peut contenir des huiles, des graisses ou autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante puisse être constatée de manière non équivoque. En cas de doute cela peut être constaté en versant l'échantillon dans une ampoule à décanter et en vérifiant ensuite si les deux phases peuvent être considérées; 10° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE du Conseil, du 4 mai 1976, concernant la pollution causée par certaines substances dangereuses déversées dans le milieu aquatique de la Communauté, ainsi que toute autre substance en concentration pouvant être directement ou indirectement nuisible à la santé de l'homme, à la flore ou à la faune. Les exploitants sont tenus, le cas échéant, de fournir lors de leur demande de permis d'environnement, des données complètes à cet égard; 11° les eaux à déverser qui contiennent des organismes pathogènes dans des proportions telles qu'ils risquent de contaminer dangereusement l'eau réceptrice, doivent être désinfectées. | liter; 8° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; 9° representatieve monsters bevatten geen oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een drijflaag vormen. In geval van twijfel kan dat vastgesteld worden door het monster in een buikflesje te laten bezinken en door vervolgens na te gaan of beide fasen in aanmerking genomen kunnen worden; 10° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door bepaalde gevaarlijke stoffen. 11° het wordt ontsmet als de aanwezigheid van pathogene organismen besmettingsgevaar voor het ontvangende water oplevert. |
| Sous-section 2. - Conditions de déversement en égouts publics | Onderafdeling 2. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen |
Art. 19.Les eaux usées industrielles rejetées en égouts publics |
Art. 19.Industrieel afvalwater dat in openbare rioleringen geloosd |
| respectent les conditions suivantes : | wordt, voldoet aan de volgende voorwaarden : |
| 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6 et 9,5. Si les | 1° de pH-waarde ligt tussen 6 en 9,5. Als het voortkomt uit het |
| eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface | gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de |
| ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, | natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als |
| s'il est supérieur à 9,5 ou inférieur à 6 peut être admis comme valeur | |
| limite du pH des eaux déversées; | ze hoger is dan 9,5 of lager dan 6; |
| 2° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 1 000 mg par litre; | 2° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 1 000 mg per liter; |
| 3° la teneur en matières extractibles à l'éther de pétrole des eaux | 3° het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen is niet |
| déversées ne peut dépasser 500 mg par litre; | hoger dan 500 mg per liter; |
| 4° la température ne peut excéder 45 °C; | 4° de temperatuur is niet hoger dan 45 °C; |
| 5° la taille des matières en suspension ne peut excéder 10 mm; 6° un échantillon représentatif des eaux déversées ne peut contenir des huiles, des graisses ou autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante puisse être constatée de manière non équivoque. En cas de doute cela peut être constaté en versant l'échantillon dans une ampoule à décanter et en vérifiant ensuite si les deux phases peuvent être considérées; 7° les eaux déversées ne peuvent contenir des gaz dissous inflammables ou explosifs ou des produits susceptibles de provoquer le dégagement de tels gaz; 8° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE du Conseil, du 4 mai 1976, concernant la pollution causée par certaines substances dangereuses déversées dans le milieu aquatique de la Communauté, ainsi que toute autre substance en concentration pouvant être directement ou indirectement nuisible à la santé de l'homme, à la flore ou à la faune. Les exploitants sont tenus, le cas échéant, de fournir lors de leur demande de permis d'environnement, des données complètes à cet égard. | 5° de zwevende stoffen zijn niet groter dan 10 mm; 6° representatieve monsters bevatten geen oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een drijflaag vormen. In geval van twijfel kan dat vastgesteld worden door het monster in een buikflesje te laten bezinken en door vervolgens na te gaan of beide fasen in aanmerking genomen kunnen worden; 7° het bevat geen ontvlambaar of ontplofbaar opgelost gas, noch producten die het vrijmaken van dergelijke gassen kunnen veroorzaken; 8° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door bepaalde gevaarlijke stoffen. |
| Sous-section 3. - Volumes de référence | Onderafdeling 3. - Referentievolumes |
Art. 20.Le volume de référence est de : |
Art. 20.Het referentievolume is : |
| 1° 18 m3 par tonne de produit fabriqué (en circuit ouvert); | 1° 18 m3 per ton vervaardigd product (in open circuit); |
| 2° 0,1 m3 par tonne de produit fabriqué (en circuit fermé). | 2° 0,1 m3 per ton vervaardigd product (in gesloten circuit). |
| CHAPITRE VI. - Air | HOOFDSTUK VI. - Lucht |
| Section 1re. - Dispositions générales | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 21.Les chutes de bois non traités, c'est-à-dire des morceaux de |
Art. 21.Afval van onbehandeld hout, d.w.z. stukken natuurlijk hout - |
| bois naturel - y compris l'écorce - ou les briquettes comprimées de | schors inbegrepen - of samengeperste blokken van schaafkrullen en |
| copeaux et sciures, à l'exclusion de tout bois peint, vernis, | zaagsel, met uitsluiting van alle geverfd, gevernist, geperst of |
| aggloméré ou perfectionné, ou comportant des produits de conservation | verbeterd hout, of van hout dat bewaarproducten bevat (ook |
| (y compris ignifuge), peuvent être utilisés comme combustibles, | brandwerende), mag uitsluitend in het kader van de energetische |
| strictement dans un but de valorisation énergétique. | valorisatie als brandstof gebruikt worden. |
| L'alinéa précédent ne porte pas préjudice à la possibilité pour | Het vorige lid ontneemt de exploitant de mogelijkheid niet om over een |
| l'exploitant de disposer d'une installation permettant la combustion | installatie te beschikken voor de verbranding van bepaalde andere |
| de certains types de déchets autres que ceux autorisés à l'alinéa | soorten afval dan die bedoeld in het vorige lid, voorzover hij in het |
| précédent pour autant qu'il ait obtenu le permis requis pour ce type | bezit is van de vergunning die vereist wordt voor dat type |
| d'installation. | installatie. |
| La combustion de sciure et copeaux est interdite dans les tonneaux et | Het is verboden zaagsel en schaafkrullen te verbranden in vaten en |
| poêles à bois. | houtkachels. |
Art. 22.Les rejets dans l'atmosphère se font au moins 1 mètre |
Art. 22.Uitstoten in de lucht vinden plaats op minstens één meter |
| au-dessus du niveau du faîte du toit du bâtiment abritant l'atelier et | boven het niveau van de top van het dak van het gebouw waar de |
| 1 mètre au-dessus du niveau du plus haut faîte des toits des bâtiments | werkplaats zich bevindt, en op één meter boven het niveau van de |
| situés à moins de 15 mètres de la cheminée. | hoogste top van de daken van de gebouwen gelegen op 15 meter van de |
| Section 2. - Dispositions spécifiques à la fabrication de panneaux de | schoorsteen.Afdeling 2. - Specifieke bepalingen voor de vervaardiging van |
| bois | houtpanelen |
Art. 23.Les dispositions de la présente section s'appliquent aux |
Art. 23.De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de |
| établissements visés par les rubriques 20.20.01 et 20.20.02 de | inrichtingen bedoeld in de rubrieken 20.20.01 en 20.20.02 van bijlage |
| l'annexe Ire de l'arrêté du Gouvernement wallon arrêtant la liste des | I bij het besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van |
| projets soumis à étude d'incidences et des installations et activités | de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de |
| classées. | ingedeelde installaties en activiteiten. |
Art. 24.Avant d'être rejeté à l'extérieur, l'air d'aspiration des |
Art. 24.Vooraleer naar buiten te worden afgevoerd, wordt de opgezogen |
| sciures, copeaux ou poussières passe par un dispositif de | lucht van zaagsel, schaafkrullen of stofdeeltjes langs een |
| dépoussiérage conçu de telle sorte que la concentration en poussières | ontstoffingsvoorziening die ontworpen is zodat de concentratie van |
| totales dans les effluents gazeux rejetés à l'atmosphère ne dépasse | totale stoffen in de gaseffluenten die in de lucht worden uitgestoten, |
| pas 50 mg/Nm3. | niet hoger is dan 50 mg/Nm3. |
| Dans le cas des effluents en provenance des ponceuses, cette valeur est ramenée à 10 mg/Nm3. | Voor effluenten van schuurmachines wordt die waarde tot 10 mg/Nm3 teruggebracht. |
| Ces valeurs limites - ramenées aux conditions normales de l'article 16 | Die grenswaarden - teruggebracht tot de normale voorwaarden bedoeld in |
| de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 fixant les | artikel 16 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot |
| conditions générales d'exploitation des établissements visés par le | vastlegging van de algemene exploitatievoorwaarden voor de |
| décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement - doivent | inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de |
| être respectées sans dilution autre que celle nécessaire à la bonne marche des installations. CHAPITRE VII. - Bruit
Art. 25.Si l'établissement est situé en zone d'habitat ou en zone d'habitat à caractère rural, tout travail aux machines ainsi que toute activité de martelage ou de clouage sont interdits entre 19 heures et 7 heures, ainsi que les samedis après-midi, les dimanches et jours fériés. Les conditions particulières peuvent déroger à l'alinéa précédent, pour autant qu'elles permettent le respect des conditions générales en matière de bruit. CHAPITRE VIII. - Contrôle et auto-surveillance Art. 26.L'exploitant tient à la disposition du fonctionnaire chargé de la surveillance les rapports établis par les organismes ou les services qui ont effectué les contrôles prescrits par les articles 11 |
milieuvergunning - worden in acht genomen zonder andere dilutie dan die nodig is voor de vlotte werking van de installaties. HOOFDSTUK VII. - Lawaai
Art. 25.Als de inrichting gelegen is in een woongebied of in een woongebied met een landelijk karakter, is het verboden de machines te gebruiken, te hameren of te spijkeren tussen 19 en 7 uur, op zaterdag namiddag, zondag en feestdagen. HOOFDSTUK VIII. - Controle en zelftoezicht Art. 26.De rapporten van de instellingen of de diensten die de krachtens de artikelen 11 en 12 van dit besluit voorgeschreven controles hebben uitgevoerd, worden door de exploitanten ter inzage |
| et 12 des présentes conditions. | gelegd van de toezichthoudende ambtenaar. |
| CHAPITRE IX. - Dispositions transitoire et finale | HOOFDSTUK IX. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 27.L'arrêté royal du 4 septembre 1985 déterminant les conditions |
Art. 27.Het koninklijk besluit van 4 september 1985 tot bepaling van |
| sectorielles de déversement des eaux usées provenant du secteur de | de sectorale voorwaarden voor de lozing in gewoon oppervlaktewater van |
| l'industrie des panneaux en fibres de bois dans les eaux de surface ordinaires est abrogé. | afvalwater uit de industriesector van de vezelpanelen wordt opgeheven. |
Art. 28.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
Art. 28.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het bekendgemaakt |
| au Moniteur belge . | wordt in het Belgisch Staatsblad . |
| Par dérogation à l'alinéa précédent, les articles 3 et 4 s'appliquent | In afwijking van het vorige lid zijn de artikelen 3 en 4 van |
| aux établissements existants le 1er janvier 2007. | toepassing op de inrichtingen die vóór 1 januari 2007 bestaan. |
| Par dérogation à l'alinéa premier, l'autorité compétente peut | In afwijking van het eerste lid kan de bevoegde overheid de inrichting |
| soumettre l'établissement existant à des conditions moins sévères que | onderwerpen aan voorwaarden die niet zo streng zijn als deze |
| les présentes conditions pour autant que ces conditions atteignent | voorwaarden voorzover de doelstelling bedoeld in artikel 2 van het |
| l'objectif visé à l'article 2 du décret du 11 mars 1999 relatif au | decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning gehaald |
| permis d'environnement. | wordt. |
Art. 29.Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du |
Art. 29.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
| présent arrêté. | dit besluit. |
| Namur, le 3 avril 2003. | Namen, 3 april 2003. |
| Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
| J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
| Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de | De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, |
| l'Environnement, | |
| M. FORET | M. FORET |