Arrêté du Gouvernement wallon organisant l'examen de chasse en Région wallonne | Besluit van de Waalse Regering tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest |
---|---|
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE 2 AVRIL 1998. Arrêté du Gouvernement wallon organisant l'examen de chasse en Région wallonne Le Gouvernement wallon, | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST 2 APRIL 1998. Besluit van de Waalse Regering tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest De Waalse Regering, Gelet op de beschikking M(83)3 van het Comité van Ministers van de |
Vu la décision M(83)3 du 27 avril 1983 du Comité de Ministres de | Economische Unie der Beneluxlanden van 27 april 1983 strekkende tot |
l'Union économique Benelux concernant la reconnaissance réciproque des examens de chasse; | onderlinge erkenning van de jachtexamens; |
Vu la loi du 28 février 1882 sur la chasse, notamment l'article 14, § | Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op artikel 14, |
2, alinéa 3, tel que modifié par le décret du 14 juillet 1994; | § 2, derde lid, zoals gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1994; |
Vu l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 7 juillet 1989 organisant | Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 7 juli 1989 |
l'examen de chasse en Région wallonne; | tot inrichting van het jachtexamen in het Waalse Gewest; |
Vu l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 7 juillet 1989 fixant le | Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 7 juli 1989 |
tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de commissies | |
voor het jachtexamen; | |
règlement d'ordre intérieur des commissions d'examen de chasse; | Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" |
Vu l'avis du Conseil supérieur wallon de la Chasse du 25 novembre | (Waalse Hoge Jachtraad) van 25 november 1997; |
1997; Vu l'urgence motivée par la proximité de l'examen de chasse, la | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat |
het jachtexamen nadert, dat het praktische gedeelte ervan | |
difficulté d'organiser une telle épreuve pratique, la nécessité d'une | organisatieproblemen met zich meebrengt, dat het bestuur een snelle |
décision rapide pour l'administration et celle de répondre à la | beslissing behoeft en dat moet worden ingespeeld op de beslissing van |
décision du Conseil des Ministres de l'Union économique Benelux | de Raad van Ministers van de Economische Unie der Beneluxlanden |
concernant la reconnaissance réciproque des examens de chasse; | betreffende de onderlinge erkenning van de jachtexamens; |
Vu l'avis du Conseil d'Etat, donné le 16 mars 1998, en application de | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 maart 1998, |
l'article 84, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat; | overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
Sur la proposition du Ministre de l'Environnement, des Ressources | wetten op de Raad van State; |
naturelles et de l'Agriculture, | Op voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, on entend par : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° le Ministre : le Ministre ayant la Chasse dans ses attributions; | 1° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheden de Jacht behoort; |
2° l'Administration compétente : l'Administration du Ministère de la | 2° het bevoegde Bestuur : het Bestuur van het Ministerie van het |
Région wallonne ayant la Chasse dans ses compétences. | |
Art. 2.§ 1er. A partir de 1998, le certificat attestant la réussite |
Waalse Gewest dat voor de Jacht bevoegd is. |
de l'examen de chasse visé à l'article 4, § 1er, 2°, de l'arrêté du | Art. 2.§ 1. Het in artikel 4, § 1, 2°, van het besluit van de Waalse |
Gouvernement wallon du 4 mai 1995 relatif aux permis et licences de | Regering van 4 mei 1995 betreffende de jachtverloven en -vergunningen |
chasse est délivré par l'Administration compétente aux candidats ayant | bedoelde getuigschrift waarbij een kandidaat kan aantonen dat hij voor |
het jachtexamen geslaagd is, wordt vanaf 1998 door het bevoegde | |
satisfait aux deux épreuves de cet examen, à savoir l'épreuve | Bestuur afgegeven aan de kandidaten die geslaagd zijn voor het |
théorique et l'épreuve pratique. | theoretische en voor het praktische examen. |
Les certificats délivrés avant 1998 qui ne concernent que l'épreuve | De vóór 1998 afgegeven getuigschriften die slechts op het theoretische |
théorique restent suffisants à eux seuls pour l'obtention d'un permis | examen slaan, zijn voldoende om een jachtverlof en -vergunning in het |
et d'une licence de chasse en Région wallonne sans préjudice des | Waalse Gewest te verkrijgen, onverminderd de bepalingen van artikel 4, |
dispositions de l'article 4, § 1er, 2°, a et b, de cet arrêté. | § 1, 2°, a en b, van dit besluit. |
§ 2. A l'exception des personnes visées à l'article 5, § 1er, 2e | § 2. Met uitzondering van de in artikel 5, § 1, tweede lid, 1°, van |
alinéa, 1°, du présent arrêté, tout candidat se présentant à l'épreuve | dit besluit bedoelde personen, moeten de kandidaten die het praktische |
pratique doit obligatoirement avoir présenté et réussi l'épreuve | examen willen afleggen, slagen voor het theoretische examen dat vanaf |
théorique organisée en Région wallonne à partir de 1998. | 1998 in het Waalse Gewest wordt georganiseerd. |
CHAPITRE II. - Dispositions communes aux épreuves constituant l'examen | HOOFDSTUK II. - Bepalingen gemeen aan de onderdelen van het |
de chasse | jachtexamen |
Section 1re. - Des modalités et des conditions d'inscription | Afdeling I. - De wijze en voorwaarden van inschrijving |
Art. 3.Pour pouvoir participer à l'examen de chasse, il faut avoir au |
Art. 3.Om het jachtexamen af te leggen moet de kandidaat minstens 16 |
moins seize ans à la date de l'examen. | jaar zijn op de dag van het examen. |
Art. 4.La date de l'épreuve théorique et celles de l'épreuve pratique sont portées à la connaissance du public par un avis inséré au Moniteur belge. Sauf le cas d'annulation par le Ministre pour manquements graves lors du déroulement d'une épreuve, un seul examen de chasse est organisé par année civile, au cours du premier semestre. L'épreuve pratique a lieu après l'épreuve théorique. Art. 5.§ 1er. L'inscription à l'examen est adressée par le candidat auprès de l'Administration compétente, au moyen du formulaire prévu à l'annexe I du présent arrêté, dûment rempli et signé, par lettre recommandée à la poste, avant le 1er février de l'année correspondante. Le cachet de la poste détermine la date d'envoi. |
Art. 4.De datums van het theoretische en het praktische examen worden aangekondigd d.m.v. een bericht in het Belgisch Staatsblad. Er wordt slechts één enkel jachtexamen per kalenderjaar georganiseerd, in de loop van het eerste semester, behalve nietigverklaring door de Minister wegens ernstige nalatigheden tijdens het verloop ervan. Het praktische examen vindt plaats na het theoretische. Art. 5.§ 1. Om te kunnen deelnemen aan het examen moeten de kandidaten het in bijlage I bij dit besluit bedoelde inschrijvingsformulier behoorlijk ingevuld en ondertekend vóór 1 februari van het betrokken jaar bij ter post aangetekende brief naar het bevoegde Bestuur zenden. De poststempel geldt als indieningsdatum. |
Peuvent s'inscrire à la seule épreuve pratique : | Het praktische examen mag afgelegd worden : |
1° les personnes ayant réussi l'examen de chasse organisé en Région | 1° door personen die geslaagd zijn voor het jachtexamen dat in 1995, |
wallonne en 1995, 1996 et 1997, mais seulement à partir de 1999; | 1996 en 1997 werd georganiseerd in het Waalse Gewest, doch pas vanaf |
2° les personnes qui, à partir de 1998, n'ont satisfait qu'à la seule | 1999; 2° door personen die vanaf 1998 slechts voor het in het Waalse Gewest |
épreuve théorique organisée en Région wallonne et sont en possession | georganiseerde theoretische examen slagen en die in het bezit zijn van |
d'une attestation valable visée à l'article 15. | het geldige getuigschrift bedoeld in artikel 15. |
Le formulaire d'inscription visé au premier alinéa est disponible | Het in het eerste lid bedoelde inschrijvingsformulier is verkrijgbaar |
auprès de l'Administration compétente. | bij het bevoegde Bestuur. |
Au plus tard dix jours avant la date de l'épreuve, les candidats | De behoorlijk ingeschreven kandidaten worden hoogstens tien dagen vóór |
régulièrement inscrits sont convoqués. | de datum van het examen opgeroepen. |
§ 2. Un candidat ayant échoué trois années consécutives à une épreuve ne peut s'inscrire à nouveau à celle-ci qu'à partir de la deuxième année suivant ce troisième échec. Art. 6.L'examen de chasse est organisé exclusivement en langue française et en langue allemande, sans recours à la traduction simultanée. Le candidat doit être en mesure de prendre connaissance des questions posées et de comprendre les instructions communiquées au cours des épreuves par ses propres moyens sans l'aide d'une personne qui l'accompagnerait. Art. 7.Pour être admis aux épreuves théorique et pratique, le candidat doit être porteur d'une pièce établissant son identité et en possession de sa convocation.Section 2. - Des commissions d'examen |
§ 2. Een kandidaat die drie jaar na elkaar zakt voor een examen, mag zich pas opnieuw inschrijven vanaf het tweede jaar nadat hij voor de derde keer gezakt is. Art. 6.Het jachtexamen wordt uitsluitend in het Frans en in het Duits georganiseerd, zonder simultaanvertaling. De kandidaat moet zonder hulp kennis kunnen nemen van de gestelde vragen en de in de loop van het examen gegeven instructies vatten. Art. 7.Om deel te nemen aan het praktische en aan het theoretische examen moeten de kandidaten in het bezit zijn van een identiteitsbewijs en van hun oproepingsbrief.Afdeling II. - De examencommissies |
Art. 8.§ 1er. Il y a une commission de langue française et une |
Art. 8.§ 1. Voor elk examen is er een franstalige en een |
commission de langue allemande pour chaque épreuve. | nederlandstalige commissie. |
§ 2. Les deux commissions d'examen pour l'épreuve théorique sont | § 2. Beide examencommissies voor het theoretische examen bestaan uit |
composées chacune de cinq membres désignés par le Ministre, à savoir : | vijf leden die de Minister aanwijst, met name : |
- deux fonctionnaires de l'Administration compétente. Un de ces | - twee ambtenaren van het bevoegde Bestuur. Eén van deze ambtenaren |
fonctionnaires fait fonction de président; | neemt het voorzitterschap waar; |
- un représentant des chasseurs, choisi sur une liste de trois | - een vertegenwoordiger van de jagers, gekozen uit een lijst van drie |
candidats présentés par le Conseil supérieur wallon de la Chasse; | kandidaten die door de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" worden |
voorgedragen; | |
- deux experts : un expert en matière de biologie du gibier et un | - twee deskundigen : een deskundige inzake wildbiologie en een |
expert en matière de législation sur la chasse. | deskundige inzake jachtwetgeving. |
Pour chaque membre, le Ministre désigne un suppléant, de la même | Voor elk lid wordt door de Minister een plaatsvervangend lid |
manière que celle prescrite pour la désignation des membres. | aangewezen op dezelfde wijze als de leden. |
Le Ministre désigne pour chaque commission deux secrétaires, sans voix | Voor elke commissie wijst de Minister twee secretarissen aan die hij |
délibérative, chargés de tous les travaux d'écriture de la commission, | belast met alle geschriften van de commissie, namelijk met de notulen |
notamment de la rédaction des procès-verbaux des réunions. La durée du mandat des membres et secrétaires dont question ci-dessus est de cinq ans. Le mandat est renouvelable. § 3. Les deux commissions pour l'épreuve pratique sont composées chacune de trois membres. Le président est désigné au sein de l'Administration compétente par le directeur général de cette administration. Le président désigne chaque jour les deux autres membres parmi des volontaires qui sont issus des observateurs visés à l'article 17. Le président désigne également un secrétaire sans voix délibérative parmi les fonctionnaires présents de l'Administration compétente. Art. 9.Les membres des commissions ne sont pas rétribués. Toutefois, les membres des commissions qui ne font pas partie de |
van de vergaderingen. Deze secretarissen zijn niet stemgerechtigd. Het mandaat van bovenvermelde leden en secretarissen loopt vijf jaar. Het is hernieuwbaar. § 3. Beide commissies voor het praktische examen bestaan uit drie leden. De voorzitter wordt binnen het bevoegde Bestuur aangewezen door de directeur-generaal van datzelfde Bestuur. De voorzitter wijst dagelijks de twee andere vrijwillige leden aan onder de in artikel 17 van dit besluit bedoelde waarnemers. De voorzitter wijst ook een secretaris aan onder de aanwezige ambtenaren van het bevoegde Bestuur. Deze secretaris is niet stemgerechtigd. Art. 9.De leden van de commissies worden niet bezoldigd. De leden van de commissies die niet tot het bevoegde Bestuur behoren, |
l'Administration compétente ont droit à l'indemnité pour frais de | kunnen echter aanspraak maken op de reis- en verblijfkostenvergoeding |
parcours et de séjour prévue pour les agents de la Région, titulaires | die toegekend wordt aan de ambtenaren van het Gewest met een graad van |
d'un grade des rangs A6 à A4. | rang A6 tot A4. |
Art. 10.§ 1er. Les commissions de l'épreuve théorique se réunissent |
Art. 10.§ 1. De commissies voor het theoretische examen komen op |
valablement lorsque la majorité des membres est présente. | geldige wijze bijeen als de meerderheid van de leden aanwezig is. |
Ces commissions décident à la majorité simple des voix. En cas de | Deze commissies beslissen bij gewone meerderheid. Bij staking van |
parité, la voix du président est prépondérante. | stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. |
Les différentes opérations relatives à l'épreuve théorique de l'examen | De verschillende handelingen van de commissies i.v.m. het theoretische |
de chasse au sein des commissions sont réglées conformément aux | jachtexamen worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van de |
dispositions des articles 2 à 6 de l'arrêté de l'Exécutif régional | artikelen 2 tot 6 van de Waalse Gewestexecutieve van 7 juli 1989 tot |
wallon du 7 juillet 1989 fixant le règlement d'ordre intérieur des | vaststelling van het huishoudelijk reglement van de commissies voor |
commissions d'examen de chasse, sans préjudice des dispositions de | het jachtexamen in het Waalse Gewest, onverminderd de bepalingen van |
l'article 12, § 1er, du présent arrêté. | artikel 12, § 1, van dit besluit. |
§ 2. Les commissions de l'épreuve pratique procèdent, sans règlement d'ordre intérieur, à la vérification de l'application du règlement d'ordre technique relatif au déroulement de l'épreuve, établi par l'Administration compétente, et tranchent directement les litiges qui pourraient survenir. Ces commissions décident à la majorité simple des voix. En cas de parité, la voix du président est prépondérante. Art. 11.Après délibération des commissions, les candidats sont informés de leur résultat. CHAPITRE III. - Dispositions propres à l'épreuve théorique de l'examen de chasse Art. 12.§ 1er. L'épreuve théorique se compose de trois branches et comporte au total quatre-vingt questions valant chacune un point, |
§ 2. De commissies voor het praktische examen gaan zonder huishoudelijk reglement na of het technisch reglement van het examenverloop, dat door het bevoegde Bestuur is opgemaakt, toegepast wordt en beslechten onmiddellijk de mogelijke geschillen. Deze commissies beslissen bij gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Art. 11.Na beraadslaging van de commissies worden de uitslagen aan de kandidaten meegedeeld. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende het theoretische jachtexamen Art. 12.§ 1. Het theoretische examen bestaat uit drie vakken en |
selon la répartition suivante : | tachtig vragen (één punt per vraag), met name : |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Le programme de l'épreuve théorique par branche est repris à l'annexe | Het programma van de vakken van het theoretische examen staat in |
II du présent arrêté. | bijlage II bij dit besluit. |
§ 2. Chaque branche peut présenter une partie composée de simples | § 2. Elk vak kan bestaan uit een gedeelte met gewone vragen en uit een |
questions et une partie portant sur des diapositives, des photos ou tout autre support possible. La branche II comprend nécessairement au moins dix questions reposant sur des diapositives, photos ou autres supports. § 3. L'Administration compétente établit chaque année et détient seule, à l'exclusion de toute autre autorité, la liste des questions. Elle procède seule à la sélection des diapositives, photos et supports à soumettre aux candidats. Art. 13.Aux jour et heure fixés pour l'épreuve théorique, les plis cachetés renfermant les questions sont ouverts en présence des candidats et les questions leur sont distribuées. Dès ce moment, les candidats disposent de trois heures pour répondre aux questions posées. Toute tentative de fraude entraîne l'exclusion immédiate du candidat et l'annulation de son épreuve théorique par l'Administration compétente. |
gedeelte met dia's, foto's of elk ander medium. Vak II moet minstens tien vragen bevatten op basis van dia's, foto's of andere media. § 3. Het bevoegde Bestuur maakt jaarlijks een vragenlijst op die in zijn bezit moet blijven, met uitsluiting van elke andere overheid. Alleen het bevoegde Bestuur mag een selectie maken van de aan de kandidaten voor te leggen dia's, foto's en overige media. Art. 13.De verzegelde brieven met de vragen worden in aanwezigheid van de kandidaten geopend op de dag en het uur die voor het theoretische examen zijn vastgesteld. De vragen worden vervolgens uitgedeeld. De kandidaten beschikken over drie uur om de vragen te beantwoorden. Frauderen betekent de onmiddellijke uitsluiting van de kandidaat en de nietigverklaring van zijn theoretische examen door het bevoegde Bestuur. |
Art. 14.Pour réussir l'épreuve théorique, le candidat doit obtenir au |
Art. 14.Om te slagen voor het theoretische examen moet de kandidaat |
moins la moitié des points dans chaque branche et 60 % au total. | ten minste de helft van de punten in elk vak behalen en 60 % voor het |
Une bonne réponse rapporte un point. Une mauvaise réponse entraîne la | geheel. Elk juist antwoord levert één punt op. Per foutief antwoord wordt één |
soustraction d'un point. L'absence de réponse n'est pas sanctionnée. | punt afgetrokken. Niet beantwoorde vragen worden niet gesanctioneerd. |
Art. 15.Les candidats qui ont réussi l'épreuve théorique reçoivent |
Art. 15.Het bevoegde Bestuur geeft een getuigschrift af aan de |
une attestation délivrée par l'Administration compétente. Cette | kandidaten die voor het theoretische examen geslaagd zijn. Het |
attestation mentionne que le candidat a réussi l'épreuve théorique de | getuigschrift bevestigt dat de kandidaat geslaagd is en vermeldt het |
l'examen de chasse et en indique l'année. | jaar van dat theoretische jachtexamen. |
La validité de cette attestation est de dix années cynégétiques | Het getuigschrift geldt voor tien opeenvolgende jachtjaren. |
consécutives. CHAPITRE IV. - Dispositions propres à l'épreuve pratique de chasse | HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende het praktische jachtexamen |
Art. 16.§ 1er. L'épreuve pratique se compose de trois matières |
Art. 16.§ 1. Het praktische examen bestaat uit de volgende drie |
réparties comme suit en points de cotation : | vakken : |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Le programme de l'épreuve pratique par matière est repris à l'annexe | Het programma van de vakken van het praktische examen staat in bijlage |
II du présent arrêté. | II bij dit besluit. |
§ 2. L'épreuve pratique se déroule en deux sous-épreuves, séparées | § 2. Het praktische examen bestaat uit twee delen, waarbij het tweede |
chacune de dix jours maximum et réparties comme suit : | hoogstens tien dagen na het eerste wordt afgelegd, met name : |
1re sous-épreuve : matières I et II; | 1e deel : vakken I en II; |
2e sous-épreuve : matière III. | 2e deel : vak III. |
Art. 17.L'épreuve pratique est organisée par l'Administration |
Art. 17.Het praktische deel wordt door het bevoegde Bestuur |
compétente. | georganiseerd. |
Op elke examendag nodigt het bevoegde Bestuur minstens acht waarnemers | |
Celle-ci invite chaque jour du déroulement de cette épreuve au moins | uit. Deze worden gekozen uit de lijsten die voorgedragen worden door |
huit observateurs parmi les listes proposées par les associations de | de jagersverenigingen met een vertegenwoordiging binnen de "Conseil |
chasseurs représentées au sein du Conseil supérieur wallon de la Chasse. | supérieur wallon de la Chasse". |
Art. 18.§ 1er. Pour réussir l'épreuve pratique, le candidat doit |
Art. 18.§ 1. Om te slagen voor het praktische examen moet de |
obtenir au moins la moitié des points dans chaque matière et 60 % au | kandidaat minstens de helft van de punten in elk vak behalen en 60 % |
total. | voor het geheel. |
§ 2. Pour pouvoir présenter la deuxième sous-épreuve, le candidat doit | § 2. Om te mogen deelnemen aan het tweede gedeelte, moet de kandidaat |
avoir satisfait à la première sous-épreuve, c'est-à-dire avoir obtenu | voor het eerste gedeelte slagen, m.a.w. de helft van de punten behalen |
au moins la moitié des points dans chacune des matières I et II. | in vak I en in vak II. |
§ 3. Pour la matière III, le candidat doit réaliser au moins 10 points | § 3. In vak III moet de kandidaat voor alle schietproeven minstens 10 |
sur 20, tous tirs confondus. | punten op 20 behalen. |
Il est attribué un point pour chaque pigeon d'argile brisé et deux | Elke gebroken kleiduif levert een punt op en er worden twee punten |
points pour chaque impact sur cible-silhouette. | toegekend per inslag op het silhouetvormig doel. |
Art. 19.§ 1er. Pour la matière III, les candidats peuvent faire usage d'armes et de munitions personnelles pour autant qu'elles fassent partie des armes légalement autorisées en matière de chasse. Dans ce cas, les armes sont obligatoirement transportées et maintenues déchargées avant et après utilisation dans un étui de transport. A défaut, il sera fait usage de la faculté d'exclusion visée à l'article suivant. § 2. Pour la matière III, des armes et des munitions sont mises à la disposition des candidats qui ne souhaitent pas utiliser d'armes et de munitions personnelles. |
Art. 19.§ 1. Voor vak III mogen de kandidaten hun eigen wapens en munitie gebruiken voor zover deze door de wet geoorloofd zijn voor de jacht. In dit geval moeten de wapens vóór en na gebruik ongeladen vervoerd worden in een holster. Bij gebreke daarvan wordt de in het volgende artikel bedoelde uitsluitingsbevoegdheid toegepast. § 2. Voor vak III worden wapens en munitie ter beschikking gesteld van de kandidaten die hun eigen wapens en munitie niet wensen te gebruiken. |
§ 3. Pour le tir à l'arme rayée, la munition développera à 100 m de la | § 3. Voor het schieten met getrokken wapens moet de munitie op 100 m |
bouche du canon une énergie égale ou supérieure à 2200 joules et pour | afstand van de loopopening een energie ontwikkelen van 2200 Joule of |
meer, en voor het schieten met gladde wapens worden alleen hagels met | |
le tir à l'arme lisse, seuls des plombs de numérotation belge 6 ou | de Belgische nummering 6 of hoger toegelaten. |
supérieure sont autorisés. | |
§ 4. Les dispositifs optiques légalement autorisés peuvent être | § 4. De geoorloofde richtmechanismen mogen worden gebruikt om met |
utilisés pour les tirs à arme rayée à 100 m. | getrokken wapens te schieten op een afstand van 100 m. |
Art. 20.Durant le déroulement de l'épreuve pratique, toute faute |
Art. 20.Als een kandidaat tijdens het praktische examen de veiligheid |
grave en relation avec la sécurité des personnes ou des biens entraîne | van personen of goederen in gevaar brengt, wordt hij van rechtswege |
de plein droit l'élimination du candidat par l'Administration compétente. | door het bevoegde Bestuur uitgesloten. |
CHAPITRE V. - Dispositions finales | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 21.L'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 7 juillet 1989 |
Art. 21.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 7 juli 1989 |
organisant l'examen de chasse en Région wallonne est abrogé. | tot inrichting van het jachtexamen in het Waalse Gewest wordt |
Toutefois en 1998, à titre transitoire, l'épreuve théorique aura | opgeheven. In 1998 zal het theoretische examen echter bij wijze van |
encore lieu suivant les dispositions de cet arrêté et tous les | overgangsmaatregel nog overeenkomstig de bepalingen van voormeld |
candidats ayant réussi cette épreuve seront automatiquement convoqués | besluit plaatsvinden en zullen alle geslaagde kandidaten automatisch |
à l'épreuve pratique. | opgeroepen worden voor het praktische examen. |
Art. 22.Le Ministre ayant la Chasse dans ses attributions est chargé |
Art. 22.De Minister tot wiens bevoegdheden de Jacht behoort, is |
de l'exécution du présent arrêté. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Namur, le 2 avril 1998. | Namen, 2 april 1998. |
Le Ministre-Président du Gouvernement wallon, chargé de l'Economie, du | De Minister-President van de Waalse Regering, |
Commerce extérieur, des PME, du Tourisme et du Patrimoine, | belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en |
Patrimonium, | |
R. COLLIGNON | R. COLLIGNON |
Le Ministre de l'Environnement, des Ressources naturelles et de l'Agriculture, | De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, |
G. LUTGEN | G. LUTGEN |
Annexe I | Bijlage I |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van | |
Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement wallon du 2 avril 1998 | 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest |
organisant l'examen de chasse en Région wallonne. | |
Namur, le 2 avril 1998. | Namen, 2 april 1998. |
Le Ministre-Président du Gouvernement wallon, chargé de l'Economie, du | De Minister-President van de Waalse Regering, |
Commerce extérieur, des PME, du Tourisme et du Patrimoine, | belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en |
Patrimonium, | |
R. COLLIGNON | R. COLLIGNON |
Le Ministre de l'Environnement, des Ressources naturelles et de l'Agriculture, | De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, |
G. LUTGEN | G. LUTGEN |
Annexe II | Bijlage II |
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
PROGRAMME DE L'EXAMEN DE CHASSE | Programma van het jachtexamen |
Epreuve théorique | Theoretisch examen |
Branche I : connaissance de la réglementation sur la chasse et la | Vak I : kennis van het reglement op de jacht en het natuurbehoud. |
conservation de la nature. | |
- Loi du 28 février 1882 sur la chasse et ses arrêtés d'application. | - Jachtwet van 28 februari 1882 en uitvoeringsbesluiten ervan. |
- Gardes-chasse. Agrément. Missions. | - Jachtwachters - Erkenning - Opdrachten. |
- Oiseaux et mammifères protégés vivant naturellement à l'état | - Beschermde vogels en zoogdieren die in het wild leven. |
sauvage. - Législation sur la conservation de la nature en rapport direct avec | - Wetgeving op het natuurbehoud in rechtstreeks verband met de jacht. |
l'exercice de la chasse. | |
Branche II : connaissance des espèces gibier et de la gestion de leurs | Vak II : kennis van de wildsoorten en van het beheer van hun |
populations, des dégâts causés par le gibier à l'agriculture et à la | |
sylviculture, des oiseaux et mammifères sauvages, des chiens de | bevolking, van de door het wild aan de land- en bosbouw aangerichte |
chasse, de l'aménagement et de la gestion des territoires de chasse en | schade, van de wilde vogels en zoogdieren, de jachthonden, de |
relation avec la biologie du gibier. - Reconnaissance et biologie des animaux classés comme gibier. - Reconnaissance des mammifères et oiseaux protégés vivant naturellement à l'état sauvage. - Principales races de chiens de chasse et leur utilisation. - Aménagement et gestion d'un territoire de chasse en plaine, en forêt, à gibier d'eau. - Reconnaissance des dégâts causés par le gibier en plaine, en forêt. Moyens d'y remédier. | inrichting en het beheer van de jachtgebieden i.v.m. de biologie van het wild. - Herkenning en biologie van de als wild gerangschikte dieren. - Herkenning van de beschermde zoogdieren en vogels die in het wild leven. - Voornaamste rassen van jachthonden en hun gebruik. - Inrichting en beheer van een jachtgebied op een vlakte, in bossen, met waterwild. - Vaststelling van de schade aangericht door het op een vlakte of in bossen levende wild. Preventiemiddelen. |
Branche III : connaissance des armes de chasse, des munitions et de | Vak III : kennis van de jachtwapens, -munitie, en -ethiek. |
l'éthique de la chasse. | |
- Caractéristiques et possibilités des armes suivantes et de leurs | - Kenmerken en mogelijkheden van de volgende wapens en van de |
munitions : | overeenstemmende munitie : |
- armes à canon(s) lisse(s); | - wapens met gladde loop (lopen); |
- cartouches à plomb; | - hagelpatronen; |
- armes à canon(s) rayé(s); | - wapens met getrokken loop (lopen); |
- cartouches à balle; | - kogelpatronen; |
- armes combinées. | - combinatiewapens. |
- Comportement du chasseur par rapport à la sécurité et à l'éthique. | - Gedrag van de jager inzake de veiligheid en de ethiek. |
Epreuve pratique | Praktisch examen |
Matière I : reconnaissance et manipulation des armes de chasse et des munitions. | Vak I : kennis van de jachtwapens en de munitie en hantering. |
L'épreuve consiste en une évaluation des connaissances de base du | |
candidat dans le domaine des armes de chasse, de leurs munitions et de | Het examen evalueert de basiskennis van de kandidaat op het gebied van |
leur manipulation sous l'angle de la sécurité. | jachtwapens en munitie, alsmede de veilige hantering ervan. |
Les tests se font sur la base d'un éventail d'armes et de munitions | Hun kennis wordt getest op grond van een waaier van wapens en munitie |
appartenant aux catégories suivantes : | die tot de volgende categorieën behoren : |
- armes à canon(s) lisse(s) : fusil superposé, juxtaposé, pliant, | - wapens met gladde loop (lopen) : geweer met boven/naast elkaar |
semi-automatique; | liggende lopen, vouwgeweer, halfautomatisch geweer; |
- armes à canon(s) rayé(s) : carabine express superposée, juxtaposée, | - wapens met getrokken loop (lopen) : expres karabijn met boven/naast |
carabine semi-automatique, carabine à répétition à verrou, à levier et | elkaar liggende lopen, halfautomatische karabijn, repeteerkarabijn met |
à pompe; | grendel, handel en pomp; |
- armes combinées : mixte, drilling. | - combinatiewapens : geweer van gemengd type, drieling. |
Matière II : manipulation des armes en action de chasse. | Vak II : hantering van wapens in jachtsituatie. |
L'épreuve consiste à évaluer la capacité du candidat à manipuler une | Dit gedeelte evalueert de bekwaamheid van de kandidaat om een |
arme de chasse dans les conditions de sécurité optimales et à juger | jachtwapen in veilige omstandigheden te hanteren, alsmede zijn gedrag |
son comportement par rapport aux personnes et aux biens. | t.o.v. personen en goederen. |
Le test porte sur la réalisation de trois parcours simulant des | De test bestaat erin jachthandelingen i.v.m. verschillende |
actions de chasse pour divers modes et procédés de chasse : | jachtmethodes en -procédés te simuleren op drie trajecten : |
- parcours A : épreuve en groupe - chasse devant soi - petit gibier - | - traject A : test in groepsverband - bersjacht - klein wild - |
progression en ligne; | rechtlijnige voortuitgang; |
- parcours B : épreuve individuelle - chasse en battue - petit et | - traject B : individuele test - drijfjacht - klein- en grofwild; |
grand gibiers; - parcours C : épreuve individuelle - approche et affût au mirador - grand gibier. | - traject C : individuele test - bers- en loerjacht vanaf een hoogzit |
Eléments-clés : franchissements d'obstacles, évaluation de distance, | - grofwild. Sleutelelementen : het nemen van hindernissen, het |
localisation de dangers, réaction sur gibier, simulation de tir avec | schatten van afstanden, bepalen waar gevaar schuilt, reactie op wild, |
cartouches à blanc. | schietsimulatie met losse patronen. |
Matière III : tir réel sur plateaux d'argile et sur silhouettes. | Vak III : echt schieten op kleiduiven en silhouetten. |
L'épreuve consiste à juger de l'aptitude lors de l'utilisation d'une | Dit gedeelte test de schietvaardigheid met een jachtwapen in |
arme de chasse en action de tir et à apprécier l'habileté au tir. | jachtsituatie. |
Le test est constitué par : | De test bestaat erin : |
- un tir à l'arme rayée : cinq cartouches sur cible-silhouette fixe à | - te schieten met een getrokken wapen : vijf patronen op een vast |
100 m, avec ou sans appui au choix du candidat; | silhouetvormig doel op 100 m afstand, met of zonder steun, naar keuze |
van de kandidaat; | |
- un tir à l'arme lisse : sur dix plateaux d'argile. | - met een glad wapen op tien kleiduiven schieten. |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van | |
Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement wallon du 2 avril 1998 | 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest. |
organisant l'examen de chasse en Région wallonne. | |
Namur, le 2 avril 1998. | Namen, 2 april 1998. |
Le Ministre-Président du Gouvernement wallon, chargé de l'Economie, du | De Minister-President van de Waalse Regering, |
Commerce extérieur, des PME, du Tourisme et du Patrimoine, | belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en |
Patrimonium, | |
R. COLLIGNON | R. COLLIGNON |
Le Ministre de l'Environnement, des Ressources naturelles et de l'Agriculture, | De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, |
G. LUTGEN | G. LUTGEN |