Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l'aide financière aux études et aux services aux étudiants dans l'enseignement supérieur de la Communauté flamande | Besluit van de Vlaamse regering betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE 28 MAI 2004. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l'aide financière aux études et aux services aux étudiants dans l'enseignement supérieur de la Communauté flamande Le Gouvernement flamand, | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 28 MEI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap De Vlaamse regering, Gelet op artikel 22, § 4, artikel 23, § 3, artikel 27, artikel 32, § |
Vu les articles 22, § 4, 23, § 3, 27, 32, § 2, 36, 40, 50 et 51 du | 2, artikel 36, artikel 40, artikel 50 en artikel 51 van het decreet |
décret du 30 avril 2004 du Gouvernement flamand relatif à l'aide | van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en |
financière aux études et aux services aux étudiants dans | |
l'enseignement supérieur de la Communauté flamande; | studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse |
Vu la décision du Gouvernement flamand du 6 février 2004 relative au | gemeenschap; Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering van 6 februari 2004 |
contrôle budgétaire; | inzake de begrotingscontrole; |
Vu l'avis 36.965/1 du Conseil d'Etat, donné le 6 mai 2004, en | Gelet op het advies 36.965/1 van de Raad van State, gegeven op 6 mei |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois | 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de |
coordonnées sur le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Sur la proposition de la Ministre flamande de l'Enseignement et de la Formation; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
TITRE Ier. - Dispositions générales | TITEL I. - Algemene bepalingen |
Article 1er.Dans le présent arrêté on entend par : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
1° décret : le décret du 30 avril 2004 relatif à l'aide financière aux | 1° decreet : het decreet van 30 april 2004 betreffende de |
études et aux services aux étudiants dans l'enseignement supérieur de | studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs |
la Communauté flamande; | van de Vlaamse Gemeenschap; |
2° personnes non apparentées : les personnes physiques qui ne sont ni | 2° niet-verwanten : natuurlijke personen die noch bloedverwanten zijn |
des ascendants ou descendants en ligne directe ou en ligne collatérale | in de rechte opgaande en nederdalende lijn, of in de zijlijn tot de |
jusqu'au quatrième degré, ni des alliés dans la même ligne et du même | vierde graad, noch aanverwanten zijn in dezelfde lijn en dezelfde |
degré. | graad. |
TITRE II. - Aide financière aux études | TITEL II. - studiefinanciering |
CHAPITRE Ier. - Conditions pedagogiques | HOOFDSTUK I. - Pedagogische voorwaarden |
Art. 2.Au plus tard lors de l'inscription de l'étudiant, |
Art. 2.Ten laatste bij de inschrijving van de student levert de |
l'institution d'enseignement concernée fournit les différents | betrokken onderwijsinstelling de verschillende documenten af met de in |
documents renfermant les données visées à l'article 22 du décret. | artikel 22 van het decreet vermelde gegevens. |
CHAPITRE II. - Catégories d'unités de vie | HOOFDSTUK II. - Categorieèn van leefeenheden |
Section 1re. - Dispositions générales | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 3.§ 1er. Sans préjudice de l'application des articles 5 et 6, le |
Art. 3.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 5 en |
calcul du revenu de référence s'opère sur la base de l'unité de vie | artikel 6 wordt voor de berekening van het referentie-inkomen |
dans laquelle l'étudiant a sa résidence principale, c.-à-d. chez un des deux ou les deux parents dont la filiation est établie ou chez une autre personne physique dont il est à charge. § 2. Si l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée des deux parents dont la filiation est établie, nonobstant s'ils sont mariés ou non, le revenu de référence des deux parents sert de base. Si l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée d'un parent dont la filiation est établie, le revenu de référence de ce parent sert de base. Si l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée d'un parent dont la filiation est établie et qui est marié, le revenu de référence du parent et du partenaire sert de base. Si l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée d'un parent dont la filiation est établie et une personne non apparentée de qui l'étudiant est fiscalement à charge, sans qu'ils sont mariés, le revenu de référence des deux personnes sert de base. | uitgegaan van de leefeenheid waar de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij één of beide ouders van wie zijn afstamming vaststaat of bij een andere natuurlijke persoon van wie hij ten laste is. § 2. Indien de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid bestaande uit beide ouders van wie zijn afstamming vaststaat, ongeacht of zij gehuwd zijn, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van beide ouders. Indien de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid bestaande uit één ouder van wie zijn afstamming vaststaat, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze ouder. Indien de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid bestaande uit één ouder van wie zijn afstamming vaststaat en die gehuwd is, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van de ouder en van de partner. Indien de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid bestaande uit één ouder van wie zijn afstamming vaststaat en een niet-verwant waarvan de student fiscaal ten laste is, zonder dat deze gehuwd zijn, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van beide. |
Si l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée | Indien de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid |
d'un parent dont la filiation est établie et une ou plusieurs | bestaande uit één ouder van wie zijn afstamming vaststaat en één of |
personnes non apparentées de qui l'étudiant n'est pas fiscalement à | meerdere niet-verwanten waarvan hij niet fiscaal ten laste is, wordt |
charge, le revenu de référence du parent sert de base, et les revenus | uitgegaan van het referentie-inkomen van de ouder, waarbij de |
minimum et maximum applicables dans l'unité de vie, fixés à l'article | toepasselijke maximum- en minimum inkomensgrens binnen de leefeenheid, |
14, sont diminués d'un point, à moins que les personnes non | bepaald in artikel 14, met één punt wordt verminderd, tenzij de |
apparentées ne disposent pas de moyens financiers tels que visés à | niet-verwanten niet beschikken over financiële middelen zoals bedoeld |
l'article 25, 1°, 2°, 3°, 4° et 8°, du décret. | in artikel 25, 1°, 2°, 3°, 4° en 8°, van het decreet. |
§ 3. Si l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie | § 3. Indien de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een |
composée de deux personnes non apparentées, un ou plusieurs enfants | leefeenheid bestaande uit twee niet-verwanten, één of meerdere |
communs et éventuellement un ou plusieurs enfants non communs au | gemeenschappelijke kinderen en eventueel één of meerdere |
couple, et, au moins une des deux personnes non apparentées est le | niet-gemeenschappelijke kinderen, waarbij minstens één van beide |
parent de l'étudiant dont la filiation est établie, le revenu de | niet-verwanten de ouder van de student is van wie zijn afstamming |
référence des deux personnes non apparentées sert de base par | vaststaat, wordt in afwijking van § 2 uitgegaan van het |
dérogation au § 2. | referentie-inkomen van beide niet-verwanten. |
§ 4. Si l'étudiant, par suite à un arrêt judiciaire ou à une | § 4. Indien de student ingevolge een gerechtelijke uitspraak, een |
intervention d'un comité d'aide spéciale à la jeunesse ou d'une autre | tussenkomst van een comité voor bijzondere jeugdzorg of van een andere |
autorité ou institution de droit public, est fiscalement à charge | publiekrechtelijke overheid of instelling, fiscaal ten laste is van |
d'une personne physique autre que les parents ou un des parents dont | een andere natuurlijke persoon dan de ouders of één van de ouders van |
la filiation est établie, ou est fiscalement à charge pendant au moins | wie zijn afstamming vaststaat, of al minstens drie jaar fiscaal ten |
trois ans d'une personne physique autre que les parents dont la | laste is van een andere natuurlijke persoon dan de ouders van wie de |
filiation est établie, le calcul de l'aide financière s'opère sur la | afstamming vaststaat, wordt voor de berekening van de |
base de l'unité de vie de cette autre personne physique. | studiefinanciering uitgegaan van de leefeenheid van deze andere |
natuurlijke persoon. | |
Si l'étudiant a sa résidence principale pendant au moins trois ans | Indien de student al minstens drie jaar hoofdverblijfplaats heeft bij |
dans une unité de vie d'une personne physique autre que les parents | de leefeenheid van een andere natuurlijke persoon dan de ouders van |
dont la filiation est établie, et si la prise à charge est agréée par | wie zijn afstamming vaststaat, en waarbij de tenlasteneming als |
une mutuelle ou une caisse d'allocations familiale, l'unité de vie de | dusdanig erkend is door een ziekenfonds of kinderbijslagfonds, wordt |
cette autre personne physique sert de base pour le calcul de l'aide | voor de berekening van de studiefinanciering uitgegaan van de |
financière aux études. | leefeenheid van deze andere natuurlijke persoon. |
Si dans les cas définis aux premier et deuxième alinéas : 1° l'étudiant a sa résidence principale chez la personne physique visée au premier ou deuxième alinéa, le revenu de référence de cette personne physique sert de base; 2° l'étudiant a sa résidence principale chez la personne physique visée au premier ou deuxième alinéa qui est mariée, le revenu de référence de cette personne physique et de son partenaire sert de base; 3° l'étudiant a sa résidence principale chez une personne physique visée au premier ou deuxième alinéa et une ou plusieurs personnes non apparentées de cette personne physique, le revenu de référence de | Indien in de gevallen bepaald in het eerste en tweede lid : 1° de student hoofdverblijfplaats heeft bij de in het eerste of tweede lid bedoelde natuurlijke persoon, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze natuurlijke persoon; 2° de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de in het eerste of tweede lid bedoelde natuurlijke persoon die gehuwd is, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze natuurlijke persoon en zijn partner; 3° de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de in het eerste of tweede lid bedoelde natuurlijke persoon en één of meerdere niet-verwanten van deze natuurlijke persoon, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze natuurlijke persoon, waarbij de |
cette personne physique sert de base, les revenus minimum et maximum | toepasselijke maximum- en minimum inkomensgrens binnen de leefeenheid, |
applicables dans l'unité de vie, fixés à l'article 14, étant diminués | bepaald in artikel 14, met één punt wordt verminderd, tenzij deze |
d'un point, à moins que ces personnes non apparentées ne disposent pas | niet-verwanten niet beschikken over financièle middelen zoals bedoeld |
des moyens financiers tels que visés à l'article 25, 1°, 2°, 3°, 4° et 8°, du décret. | in artikel 25, 1°, 2°, 3°, 4° en 8° van het decreet. |
4° l'étudiant a sa résidence principale chez une personne physique | 4° de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de in het eerste of |
visée au premier ou deuxième alinéa qui est une des deux personnes non | tweede lid bedoelde natuurlijke persoon die één van beide |
apparentées, visées au § 3, le revenu de référence des deux personnes | niet-verwanten is, bedoeld in § 3, wordt uitgegaan van het |
non apparentées visées au § 3 sert de base. | referentie-inkomen van beide in § 3 bedoelde niet-verwanten. |
Art. 4.Lors d'un divorce de fait dans les cas visés à l'article 3, § |
Art. 4.In geval van feitelijke scheiding in de gevallen bedoeld in |
2, premier et troisième alinéas et § 4, troisième alinéa, 2°, seul le | artikel 3, § 2, eerste en derde lid en § 4, derde lid, 2°, wordt enkel |
revenu de référence de la personne de qui l'étudiant est à charge sert | uitgegaan van het referentie-inkomen van de persoon van wie de student |
de base, pour autant qu'une imposition distincte ait été opérée.. | ten laste is, voorzover een aparte aanslag werd gevestigd. |
Section 2. - L'étudiant marié | Afdeling 2. - Gehuwde student |
Art. 5.§ 1er. Si l'étudiant s'est marié le 31 décembre au plus tard |
Art. 5.§ 1. Indien de student uiterlijk op 31 december van het |
de l'année académique concernée, est pris en compte dans le calcul de | betrokken academiejaar gehuwd is, wordt voor de berekening van de |
l'aide financière aux études, le revenu de référence des deux époux, à | studiefinanciering uitgegaan van het referentie-inkomen van beide |
la condition qu'ils ont obtenus mensuellement pendant douze mois à | echtgenoten, op voorwaarde dat zij gedurende twaalf maanden vanaf het |
partir du mariage jusqu'au 31 décembre inclus de l'année calendaire | ogenblik van het huwelijk tot en met 31 december van het kalenderjaar |
qui suit le début de l'année académique, des moyens financiers dont le | dat volgt op de aanvang van het betrokken academiejaar, maandelijks |
total correspond au revenu d'intégration sociale qui est versé | financiële middelen hebben verworven waarvan het totaal overeenkomt |
annuellement au 31 décembre de l'année calendaire précédant l'année | met het leefloon dat op 31 december van het kalenderjaar voorafgaand |
académique concernée, conformément aux articles 14, § 1er, 1° et 15, | aan het betrokken academiejaar overeenkomstig het artikel 14, § 1, 1°, |
de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale, | en het artikel 15 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op |
de maatschappelijke integratie jaarlijks wordt uitgekeerd aan de | |
à la personne qui cohabite avec une ou plusieurs personnes. | persoon die met één of meerdere personen samenwoont. |
Le statut d'étudiant marié est acquis à compter du moment où il est | Het statuut van gehuwd student is verworven vanaf het ogenblik dat |
satisfait à ces conditions. | wordt voldaan aan deze voorwaarden. |
§ 2. Si l'étudiant marié est également une des deux personnes dont le | § 2. Indien de gehuwde student tevens één van de beide personen is van |
revenu de référence est pris en compte sur la base de l'article 3 dans | wie het referentie-inkomen op basis van artikel 3 in aanmerking wordt |
le calcul de l'aide financière d'un autre étudiant, cet étudiant marié | genomen voor de berekening van de studiefinanciering van een andere |
est considéré comme appartenant à l'unité de vie, fixée à l'article | student, wordt deze gehuwde student beschouwd als behorende tot de |
23, 1° et 2° du décret, à laquelle appartient l'autre étudiant et le | leefeenheid bepaald in artikel 23, 1° en 2°, van het decreet waartoe |
revenu minimum et maximum applicable est majoré au maximum d'un point | die andere student behoort, en wordt voor de berekening van de |
pour le calcul de l'aide financière aux études de cet autre étudiant, | studiefinanciering van die andere student, onverminderd het bepaalde |
nonobstant les dispositions de l'article 3. | in artikel 3, de toepasselijke minimum- en maximumgrens maximum met |
één punt vermeerderd. | |
§ 3. Les moyens financiers visés au § 1er peuvent se composer : | § 3. De in § 1 bedoelde financiële middelen kunnen bestaan uit : |
1° d'un revenu professionnel. Par ce revenu professionnel, il faut | 1° een beroepsinkomen, waarbij onder beroepsinkomen moet worden |
entendre le montant composé des revenus professionnels après déduction | verstaan het samengestelde bedrag van de beroepsinkomsten na aftrek |
des dépenses professionnelles et des pertes professionnelles; | van de beroepsuitgaven en de beroepsverliezen; |
2° d'une allocation de chômage, montant brut imposable; | 2° een bruto belastbare werkloosheidsuitkering; |
3° d'une indemnité ou allocation d'incapacité de travail, montant brut | 3° een bruto belastbare arbeidsongeschiktheidsuitkering of |
imposable; | -vergoeding; |
4° d'un autre revenu de remplacement obtenu par son activité | 4° een bruto belastbaar ander vervangingsinkomen verkregen uit eigen |
professionnelle, montant brut imposable; | beroepsactiviteit; |
5° d'une allocation de remplacement de revenus, attribuée en vertu de | 5° een inkomensvervangende tegemoetkoming, toegekend in het raam van |
la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés; | de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan |
6° d'une pension de retraite ou de survie, montant brut imposable; | gehandicapten; 6° een bruto belastbaar rust- of overlevingspensioen; |
7° du revenu d'intégration sociale attribué en vertu de la loi du 26 | 7° het leefloon toegekend in het raam van de wet van 26 mei 2002 |
mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale; | betreffende het recht op maatschappelijke integratie; |
8° du minimum de moyens d'existence attribué en vertu de la loi du 7 | 8° het bestaansminimum toegekend in het raam van de wet van 7 augustus |
août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence; | 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; |
9° d'une bourse non imposable telle que énumérée à l'article 53 de | 9° een niet-belastbare beurs zoals opgesomd in artikel 53 van het |
l'arrêté royal du 27 août 1993 d'exécution de l'article 90, 2°, | koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van artikel 90, |
deuxième alinéa, du Code des impôts sur les revenus 1992, pour autant | 2°, tweede lid, van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, |
qu'elle soit soumise à la sécurité sociale. | voorzover onderworpen aan de sociale zekerheid. |
§ 3. Dans le cas d'un divorce de fait, le revenu de référence de | § 3. In geval van feitelijke scheiding, wordt enkel uitgegaan van het |
l'étudiant sert de base, pour autant qu'une imposition distincte ait | referentie-inkomen van de student, voorzover een aparte aanslag werd |
été opérée. | gevestigd. |
Section 3. - L'étudiant autonome | Afdeling 3. - Zelfstandige student |
Art. 6.§ 1er. Est réputé être un étudiant autonome qui forme sa |
Art. 6.§ 1. Wordt beschouwd als zelfstandig student die een eigen |
propre unité de vie, l'étudiant qui n'appartient pas aux catégories | leefeenheid vormt, de student die niet behoort tot de categorieèn |
décrites aux articles 3 et 5 et qui pendant douze mois a acquis des | omschreven in artikel 3 en artikel 5 en die gedurende twaalf maanden |
moyens financiers dont le total correspond au revenu d'intégration | maandelijks financiële middelen heeft verworven waarvan het totaal |
sociale qui, au 31 décembre de l'année calendaire précédant l'année | overeenkomt met het leefloon dat op 31 december van het kalenderjaar |
académique concernée et ce conformément à l'article 14, § 1er, 1°, et | voorafgaand aan het betrokken academiejaar overeenkomstig het artikel |
l'article 15 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à | 14, § 1, 1°, en het artikel 15 van de wet van 26 mei 2002 betreffende |
l'intégration sociale, est attribué annuellement à la personne qui | het recht op maatschappelijk integratie jaarlijks wordt uitgekeerd aan |
cohabite avec une ou plusieurs personnes. | de persoon die met één of meerdere personen samenwoont. |
Si l'étudiant fournit pour la première fois la preuve de son statut | Indien de student voor de eerste keer zijn statuut van zelfstandig |
d'étudiant autonome, la période de douze mois visée au premier alinéa | student aantoont, dient de in het eerste lid bedoelde periode van |
doit se situer dans une période de deux années calendaires | twaalf maanden zich te situeren tijdens een periode van twee |
consécutives se terminant le 31 décembre de l'année calendaire dans | aaneensluitende kalenderjaren eindigend op 31 december van het |
laquelle débute l'année académique, de l'année académique dans | kalenderjaar waarin het betrokken academiejaar start, van het |
laquelle tombe la reprise ou le début des études ou dans laquelle est | academiejaar waarin de hervatting of aanvatting van de studies valt of |
demandée l'aide financière aux études. | de studiefinanciering wordt aangevraagd. |
§ 2. Les moyens financiers visés au § 1er peuvent se composer : | § 2. De in § 1 bedoelde financiële middelen kunnen bestaan uit : |
1° d'un revenu professionnel. Par ce revenu professionnel, il faut | 1° een beroepsinkomen, waarbij onder beroepsinkomen moet worden |
entendre le montant composé des revenus professionnels après déduction | verstaan het samengestelde bedrag van de beroepsinkomsten na aftrek |
des dépenses professionnelles et des pertes professionnelles; | van de beroepsuitgaven en de beroepsverliezen; |
2° d'une allocation de chômage, montant brut imposable; | 2° een bruto belastbare werkloosheidsuitkering; |
3° d'une indemnité ou allocation d'incapacité de travail, montant brut | 3° een bruto belastbare arbeidsongeschiktheidsuitkering of |
imposable; | -vergoeding; |
4° d'un autre revenu de remplacement obtenu par son activité | 4° een bruto belastbaar ander vervangingsinkomen verkregen uit eigen |
professionnelle, montant brut imposable; | beroepsactiviteit; |
5° d'une allocation de remplacement de revenus, attribuée en vertu de | 5° een inkomensvervangende tegemoetkoming, toegekend in het raam van |
la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés; | de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan |
6° d'une pension de retraite ou de survie, montant brut imposable; | gehandicapten; 6° een bruto belastbaar rust- of overlevingspensioen; |
7° du revenu d'intégration sociale attribué en vertu de la loi du 26 | 7° het leefloon toegekend in het raam van de wet van 26 mei 2002 |
mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale; | betreffende het recht op maatschappelijke integratie; |
8° du minimum de moyens d'existence attribué en vertu de la loi du 7 | 8° het bestaansminimum toegekend in het raam van de wet van 7 augustus |
août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence; | 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; |
9° d'une bourse non imposable telle que énumérée à l'article 53 de | 9° een niet belastbare beurs zoals opgesomd in artikel 53 van het |
l'arrêté royal du 27 août 1993 d'exécution de l'article 90, 2°, | koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van artikel 90, |
deuxième alinéa, du Code des impôts sur les revenus 1992, pour autant | 2°, tweede lid van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, |
qu'elle soit soumise à la sécurité sociale. | voorzover onderworpen aan de sociale zekerheid. |
Section 4. - L'étudiant isolé | Afdeling 4. - Alleenstaande student |
Art. 7.Est réputé être un étudiant isolé avec sa propre unité de vie, |
Art. 7.Wordt beschouwd als alleenstaand student met eigen |
l'étudiant qui n'appartient pas aux catégories fixées aux articles, 3, | leefeenheid, de student die niet behoort tot de categorieën bepaald in |
5, 6, 8 et 9, mais qui appartient à une des catégories suivantes : | artikel 3, artikel 5, artikel 6, artikel 8 en artikel 9, maar die |
behoort tot één van de volgende categorieën : | |
1° l'orphelin dont sont décédés les deux parents dont la filiation est | 1° de wees van wie beide ouders waarvan zijn afstamming vaststaat |
établie, l'orphelin qui avait sa résidence principale chez un parent | overleden zijn, de wees die hoofdverblijfplaats had bij een overleden |
décédé dont la filiation est établie et dont le parent survivant et | ouder waarvan de afstamming vaststaat en waarvan de uit de echt |
divorcé dont la filiation est établie a une autre résidence principale | gescheiden en overlevende ouder waarvan de afstamming vaststaat een |
que l'étudiant, et l'orphelin abandonné reconnu par l'allocation | andere hoofdverblijfplaats heeft dan de student, en de door de |
familiale dont le parent survivant dont la filiation est établie | kinderbijslag erkende verlaten wees waarvan de overlevende ouder |
n'entretient plus de relations et n'intervient financièrement dans les | waarvan de afstamming vaststaat geen betrekkingen meer onderhoudt en |
frais d'entretien de l'étudiant. | niet geldelijk tussenkomt in de onderhoudskosten van de student; |
2° celui dont le parent survivant ou les deux parents ont été déchus | 2° diegene van wie de langstlevende ouder of beide ouders ontzet is of |
de leur pouvoir parental; | zijn uit het ouderlijke gezag; |
3° celui qui dans le passé était hébergé dans une institution reconnue | 3° diegene die in het verleden opgenomen werd in een erkende |
des catégories 1, 2 ou 7, telles que fixées à l'article 3 de l'arrêté | voorziening van categorie 1, 2 of 7, zoals bepaald in het artikel 3 |
du Gouvernement flamand du 13 juillet 1994 relatif à l'agrément et à | van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1994, inzake de |
l'octroi de subventions aux institutions de l'assistance spéciale à la | erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van |
jeunesse et qui : | de bijzondere jeugdbijstand en die : |
a) par suite de leur majorité ne ressortissent plus à la compétence | a) ingevolge hun meerderjarigheid ophield onder de bevoegdheid te |
d'un comité d'aide spéciale à la jeunesse ou d'un tribunal de la | vallen van een comité voor bijzondere jeugdzorg of een jeugdrechtbank, |
jeunesse, ou | of |
b) ceux qui étaient assujettis dans le passé à une mesure d'aide | b) in het verleden het voorwerp was van voortgezette hulpverlening na |
continuée après la majorité conformément à l'article 30 des lois | meerderjarigheid ingevolge van artikel 30 van de gecoördineerde |
coordonnées du 4 avril 1990 relatives à l'assistance spéciale à la | decreten van 4 april 1990 inzake bijzondere jeugdbijstand; en |
jeunesse; et 3° celui qui habite de façon autonome et est accompagné par une | diegene die zelfstandig woont en begeleid wordt door een erkende |
institution reconnue des catégories 1, 2 ou 6, telles que fixées à | voorziening van categorie 1, 2 of 6, zoals bepaald in artikel 3 van |
l'article 3 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 1994 | het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1994 inzake de |
relatif à l'agrément et à l'octroi de subventions aux institutions de | erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van |
l'assistance spéciale à la jeunesse; | de bijzondere jeugdbijstand; |
4° celui qui est considéré comme réfugié au sens de la loi du 15 | 4° diegene die beschouwd wordt als vluchteling in de zin van de wet |
décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et | van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het |
l'éloignement des étrangers; | verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; |
5° le candidat réfugié dont la demande d'asile est déclarée | 5° de kandidaat-vluchteling van wie de asielaanvraag ontvankelijk is |
admissible, et ses enfants; | verklaard, en zijn kinderen; |
6° celui qui, le 31 décembre de l'année académique au plus tard, | 6° diegene die uiterlijk op 31 december van het betrokken academiejaar |
relève du projet d'intégration sociale visé à l'article 11, § 2, a), | valt onder het project voor maatschappelijke integratie bedoeld in |
et reçoit un revenu d'intégration sociale conformément à l'article 14, | artikel 11, § 2, a), en leefloon ontvangt overeenkomstig artikel 14, § |
§ 1er, 2°, 3° et 4° de la loi du 26 mai 2002 relative au droit à | 1, 2°, 3° en 4°, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op |
l'intégration sociale. | maatschappelijke integratie. |
Section 5. - Dispositions finales | Afdeling 5. - Slotbepalingen |
Art. 8.§ 1er. L'étudiant qui, avant l'entrée en vigueur du présent |
Art. 8.§ 1. De student die vóór de inwerkingtreding van dit decreet |
décret, a bénéficié d'une allocation d'études sur la base des | een studietoelage heeft genoten op grond van de voorwaarden bepaald in |
conditions fixées respectivement à l'article 6 ou 7 de l'arrêté du | artikel 6, respectievelijk artikel 7 van het besluit van de Vlaamse |
Gouvernement flamand du 31 août 2001 relatif aux allocations d'études | regering van 31 augustus 2001 houdende regeling van de studietoelagen |
voor het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap wordt eveneens | |
supérieures est également censé être respectivement marié ou autonome, | beschouwd als gehuwd, respectievelijk zelfstandig student, indien een |
s'il est satisfait à une des conditions suivantes :. | van de volgende voorwaarden is vervuld : |
1° l'étudiant et/ou son partenaire, respectivement l'étudiant a acquis | 1° de student en/of zijn partner, respectievelijk de student heeft |
pendant l'année calendaire dans laquelle commence l'année académique | tijdens het kalenderjaar waarbinnen de start van het academiejaar valt |
plus de moyens financiers, visés respectivement à l'article 5 ou à | meer financiële middelen, zoals bepaald in artikel 5, respectievelijk |
l'article 6 que le montant net fixé à l'article 136 du Code de l'impôt | artikel 6, verworven dan het in artikel 136 van het Wetboek van |
sur les revenus; | inkomstenbelasting bepaald nettobedrag; |
2° il ne satisfait pas aux conditions d'une autre unité de vie, | 2° hij voldoet niet aan de voorwaarden van een andere leefeenheid, |
énumérée à l'article 3 et l'article 6, respectivement à l'article 5. | opgesomd in artikel 3 en artikel 6, respectievelijk artikel 5. |
§ 2. L'étudiant qui, conformément aux conditions du présent arrêté, a | § 2. De student die conform de voorwaarden van dit besluit het statuut |
fourni la preuve du statut respectivement d'étudiant marié ou | van gehuwd, respectievelijk zelfstandig student, heeft aangetoond, |
d'étudiant autonome garde le statut respectivement d'étudiant marié ou | behoudt het statuut van gehuwd, respectievelijk zelfstandig student, |
d'étudiant autonome, si une des conditions suivantes est remplie : | indien een van de volgende voorwaarden is vervuld : |
1° l'étudiant et/ou son partenaire, respectivement l'étudiant a acquis | 1° de student en/of zijn partner, respectievelijk de student heeft |
pendant l'année calendaire dans laquelle commence l'année académique | tijdens het kalenderjaar waarbinnen de start van het academiejaar valt |
plus de moyens financiers, visés respectivement à l'article 5 et à | meer financiële middelen, zoals bepaald in artikel 5, respectievelijk |
l'article 6 que le montant net fixé à l'article 136 du Code de l'impôt | artikel 6, verworven dan het in artikel 136 van het Wetboek van |
sur les revenus; | inkomstenbelasting bepaald nettobedrag; |
2° il ne satisfait pas aux conditions d'une autre unité de vie, | 2° hij voldoet niet aan de voorwaarden van een andere leefeenheid, |
énumérée à l'article 3 et l'article 6, respectivement à l'article 5. | opgesomd in artikel 3 en artikel 6, respectievelijk artikel 5. |
§ 3. Si l'étudiant a déjà fourni la preuve auparavant de son statut | § 3. Indien de student reeds eerder conform het besluit van de Vlaamse |
conformément à l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 août 2001 | regering van 31 augustus 2001 betreffende de studietoelagen voor hoger |
relatif aux allocations d'études supérieures ou au présent arrêté sur | onderwijs of conform dit besluit zijn statuut heeft aangetoond op |
la base des conditions pour un étudiant respectivement marié ou | grond van de voorwaarden voor gehuwd, respectievelijk zelfstandig |
autonome, et qui ne remplit pas les conditions pour conserver le | student, en die niet aan de voorwaarden voldoet om het statuut te |
statut, tel que fixé aux §§ 1er et 2, peut acquérir de nouveau le | behouden, zoals bepaald in § 1 en § 2, kan het statuut opnieuw |
statut si respectivement l'étudiant et/ou son partenaire ou l'étudiant | verwerven indien de student en/of zijn partner, respectievelijk de |
lui-même a acquis mensuellement pendant douze mois des moyens | |
financiers dont le total correspond au revenu d'intégration sociale | student, gedurende twaalf maanden maandelijks financièle middelen |
qui est attribué annuellement à la personne qui cohabite avec une ou | heeft verworven waarvan het totaal overeenkomt met het leefloon dat op |
plusieurs personnes au 31 décembre de l'année calendaire précédant | 31 december van het kalenderjaar voorafgaand aan het betrokken |
l'année académique concernée conformément à l'article 14, § 1er, 1°, | academiejaar, overeenkomstig het artikel 14, § 1, 1°, en het artikel |
et l'article 15 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à | 15 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op |
maatschappelijke integratie jaarlijks wordt uitgekeerd aan de persoon | |
l'intégration sociale. | die met één of meerdere personen samenwoont. |
La période visée de douze mois doit se situer dans une période de deux | De bedoelde periode van twaalf maanden dient zich te situeren tijdens |
années calendaires consécutives se terminant le 31 décembre de l'année | een periode van twee aaneensluitende kalenderjaren eindigend op 31 |
calendaire dans laquelle débute l'année académique. | december van het kalenderjaar waarin het betrokken academiejaar start. |
Art. 9.Si l'étudiant ne satisfait pas aux conditions de la catégorie |
Art. 9.Indien de student niet voldoet aan de voorwaarden van de |
d'étudiant isolé, il est vérifié pour le calcul du revenu à prendre en | categorie van alleenstaand student, wordt voor de berekening van het |
in aanmerking te nemen inkomen eerst nagegaan of de student voldoet | |
compte si l'étudiant satisfait aux conditions de l'article 5, ou aux | aan de voorwaarden bepaald in artikel 5, zoniet of aan de voorwaarden |
conditions de l'article 6 et finalement aux conditions des unités de | bepaald in artikel 6 en tenslotte of aan de voorwaarden van de in |
artikel 3 bepaalde leefeenheden wordt voldaan, waarbij desgevallend | |
vie de l'article 3, tout en se basant, le cas échéant, sur la | wordt uitgegaan van de vorige hoofdverblijfplaats van de student. |
résidence principale précédente de l'étudiant. | Indien de student niet voldoet aan de voorwaarden van de categorie van |
Si l'étudiant ne satisfait pas aux conditions de la catégorie | gehuwd student, wordt voor de berekening van het in aanmerking te |
d'étudiant marié, il est vérifié pour le calcul du revenu à prendre en | nemen inkomen eerst nagegaan of de student voldoet aan de voorwaarden |
compte si l'étudiant satisfait aux conditions de l'article 6, ou aux | bepaald in artikel 6, zoniet of aan de voorwaarden van de in artikel 3 |
conditions des unités de vie de l'article 3, tout en se basant, le cas | bepaalde leefeenheden wordt voldaan, waarbij desgevallend wordt |
échéant, sur la résidence principale précédente de l'étudiant. | uitgegaan van de vorige hoofdverblijfplaats van de student. |
Si l'étudiant ne satisfait pas aux conditions de la catégorie | Indien de student niet voldoet aan de voorwaarden van de categorie van |
d'étudiant autonome, il est vérifié pour le calcul du revenu à prendre | zelfstandig student, wordt voor de berekening van het in aanmerking te |
en compte si l'étudiant satisfait aux conditions des unités de vie de | nemen inkomen uitgegaan van de onder artikel 3 opgesomde leefeenheden, |
l'article 3, tout en se basant, le cas échéant, sur la résidence | waarbij desgevallend wordt uitgegaan van de vorige hoofdverblijfplaats |
principale précédente de l'étudiant. | van de student. |
Art. 10.Pour l'étudiant qui introduit une demande d'aide financière |
Art. 10.Voor de student die een aanvraag tot studiefinanciering |
aux études sur la base de la catégorie d'étudiant marié ou autonome, | indient op basis van de categorie van gehuwd of zelfstandig student, |
fixée à l'article 5 et l'article 6, et pour lequel il est tenu compte | bepaald in artikel 5 en artikel 6, waarbij voorlopig rekening werd |
provisoirement des attestations d'employeurs, de services ou | gehouden met attesten van werkgevers, diensten of instellingen, kan |
d'institutions, une vérification ultérieure sur la base de la feuille | een latere verificatie op basis van het aanslagbiljet van de betrokken |
d'imposition des années calendaires peut donner lieu au retrait du | kalenderjaren aanleiding geven tot het intrekken van het statuut. De |
statut. L'aide financière aux études est ensuite révisée et recalculée | studiefinanciering wordt vervolgens conform artikel 9 herbekeken en |
conformément à l'article 9. | herberekend. |
CHAPITRE III. - Calcul du revenu de reference | HOOFDSTUK III. - Berekening van het referentie-inkomen |
Section 1re. - Dispositions générales | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 11.§ 1er. Le revenu et le revenu cadastral dont il est question |
Art. 11.§ 1. Het inkomen en kadastraal inkomen waarvan sprake is in |
aux articles 24, 25 et 28 du décret est le revenu et le revenu | artikelen 24, 25 en 28 van het decreet, is het inkomen en kadastraal |
cadastral qui ressort de la situation fiscale de la deuxième année | inkomen dat blijkt uit de belastingtoestand van het tweede |
calendaire qui précède l'année dans laquelle commence l'année | kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin het betrokken academiejaar |
académique concernée. | begint. |
Par situation fiscale, il faut entendre la situation qui apparaît de | Onder belastingtoestand wordt die toestand verstaan, die blijkt uit |
la feuille d'imposition relative à l'imposition de l'année en | het aanslagbiljet met betrekking tot de aanslag van dat jaar, |
question, délivrée par l'Administration des Contributions directes. | afgeleverd door de administratie der directe belastingen. |
§ 2. Lorsqu'à cause d'une vérification ultérieure, l'imposition visée | § 2. Wanneer naar aanleiding van de latere verificatie de aanslag, |
au § 1er est révisée, il faut tenir compte de l'imposition revue. | bedoeld in § 1, herzien wordt, moet met de herziene aanslag rekening |
worden gehouden. | |
§ 3. Les revenus non imposables sont fixés à l'aide d'attestations | § 3. Niet-belastbare inkomsten worden vastgesteld aan de hand van |
d'employeurs, de services ou d'institutions. | attesten van werkgevers, diensten of instellingen. |
Art. 12.Le revenu acquis à l'étranger ou chez une institution |
Art. 12.Het inkomen dat in het buitenland of bij een Europese of |
européenne ou une autre institution internationale est fixé tant pour | andere internationale instelling verworven wordt, wordt zowel voor de |
ce qui est de l'admissibilité que du calcul définitif ou provisoire de | toelaatbaarheid als voor de voorlopige en de definitieve berekening |
van de studiefinanciering, vastgesteld op basis van attesten | |
l'aide financière aux études sur la base d'attestations délivrées par | uitgereikt door de buitenlandse belastingdienst of, wanneer die |
un service des impôts étranger ou, à défaut de ceux-ci, par les | ontbreken, door de werkgevers, diensten of instellingen. |
employeurs, services ou institutions. | Voor de omrekening naar het referentie-inkomen in de zin van artikel |
Pour la reconversion au revenu de référence au sens de l'article 25 du | 25 van het decreet, worden de in het Wetboek van de |
décret, les dispositions du Codes des impôts sur les revenus sont appliquées. | inkomstenbelastingen geldende regels gevolgd. |
Section 2. - Dérogation à l'année de référence | Afdeling 2. - Afwijking van het referentiejaar |
Art. 13.§ 1er. Il peut être dérogé de l'année à prendre en compte |
Art. 13.§ 1. Van het in aanmerking te nemen jaar waarin inkomsten |
dans laquelle des revenus étaient acquis, fixée à l'article 11, § 1er, | worden verworven, bepaald in artikel 11, § 1, kan worden afgeweken |
si le revenu de l'année calendaire dans laquelle commence l'année | indien het inkomen van het kalenderjaar waarin het betrokken |
académique est probablement inférieur au revenu de l'année à prendre | academiejaar begint, vermoedelijk lager ligt dan het inkomen in het |
en compte visée à l'article 11, § 1er. Dans ce cas, il peut être tenu | artikel 11, § 1, bedoelde in aanmerking te nemen jaar. In dat geval |
compte du revenu probable de l'année calendaire dans laquelle l'année | kan worden rekening gehouden met het vermoedelijk inkomen van het |
académique concernée commence. | kalenderjaar waarin het betrokken academiejaar begint. |
Il peut être dérogé de l'année à prendre en compte dans laquelle des | Van het in aanmerking te nemen jaar waarin inkomsten worden verworven, |
revenus ont été acquis, fixée à l'article 11, § 1er, si ce n'est | bepaald in artikel 11, § 1, moet worden afgeweken indien de student |
qu'après l'année à prendre en compte visée à l'article 11 § 1er que | slechts na het in artikel 11, § 1, bedoelde in aanmerking te nemen |
l'étudiant : | jaar : |
a) ou bien satisfait aux conditions d'une autre unité de vie qui | a) hetzij voldoet aan de voorwaarden van een andere leefeenheid die |
relève de l'article 3, tout en tenant compte du revenu de référence de | ressorteert onder artikel 3, waarbij rekening wordt gehouden met het |
l'année calendaire dans laquelle il est satisfait aux conditions de | referentie-inkomen van het kalenderjaar waarin aan de voorwaarden van |
l'unité de vie concernée visée à l'article 3; | de betrokken leefeenheid gesteld onder artikel 3 wordt voldaan; |
b) ou bien satisfait aux conditions des articles 5 et 6, tout en | b) hetzij voldoet aan de voorwaarden gesteld onder artikel 5 en |
tenant compte du revenu de référence de l'année calendaire dans | artikel 6, waarbij rekening wordt gehouden met het referentie-inkomen |
laquelle tombe le douzième mois visé aux articles 5 et 6; | van het kalenderjaar waarin de in artikel 5 en artikel 6 bedoelde |
twaalfde maand valt; | |
c) ou bien relève de l'article 7, tout en tenant compte du revenu de | c) hetzij ressorteert onder artikel 7, waarbij rekening wordt gehouden |
référence de l'année calendaire dans laquelle il est satisfait aux | met het referentie-inkomen van het kalenderjaar waarin aan de |
conditions de l'article 7. | voorwaarden van artikel 7 wordt voldaan. |
§ 2. Pour les cas visés au § 1er, dans lesquels il faut tenir compte | § 2. Voor de gevallen bepaald in § 1 waarbij rekening wordt gehouden |
d'un revenu probable, il est provisoirement tenu compte du revenu de | met een vermoedelijk inkomen, wordt er voorlopig rekening gehouden met |
l'unité de vie qui apparaît des attestations des employeurs, services | het inkomen van de leefeenheid zoals dit blijkt uit attesten van |
ou institutions. | werkgevers, diensten of instellingen. |
§ 3. Le montant définitif de l'aide financière aux études qui par | § 3. Het definitieve bedrag van de studiefinanciering dat bij |
application des possibilités du § 1er est calculé provisoirement, est | toepassing van de mogelijkheden van § 1 voorlopig berekend wordt, |
fixé par moyen de la feuille d'imposition visée à l'article 11, § 1er, | wordt vastgesteld door middel van het aanslagbiljet vermeld onder |
deuxième alinéa et § 3. | artikel 11, § 1, tweede lid en § 3. |
Section 3. - Montant de l'aide financière aux études | Afdeling 3. -- Bedrag van de studiefinanciering |
Art. 14.§ 1er. Les revenus minimums sont : |
Art. 14.§ 1. De minimuminkomensgrenzen zijn : |
1° 6.200,56 EUR pour une unité de vie ayant zéro points; | 1° 6.200,56 euro voor een leefeenheid met nul punten; |
2° 11.205,50 EUR pour une unité de vie ayant un point; | 2° 11.205,50 euro voor een leefeenheid met één punt; |
3° 12.957,25 EUR pour une unité de vie ayant deux points; | 3° 12.957,25 euro voor een leefeenheid met twee punten; |
4° 14.430,90 EUR pour une unité de vie ayant trois points; | 4° 14.430,90 euro voor een leefeenheid met drie punten; |
5° 15.320 EUR pour une unité de vie ayant quatre points; | 5° 15.320, 69 euro voor een leefeenheid met vier punten; |
6° 16.201,22 EUR pour une unité de vie ayant cinq points; | 6° 16.201,22 euro voor een leefeenheid met vijf punten.; |
7° 17.081,70 EUR pour une unité de vie ayant six points; | 7° 17.081,70 euro voor een leefeenheid met zes punten; |
8° 17.962,19 EUR pour une unité de vie ayant sept points; | 8° 17.962,19 euro voor een leefeenheid met zeven punten; |
9° 18.842,69 EUR pour une unité de vie ayant huit points; | 9° 18.842,69 euro voor een leefeenheid met acht punten; |
10° 19.723,19 EUR pour une unité de vie ayant neuf points; | 10° 19.723,19 euro voor een leefeenheid met negen punten; |
11° 20.603,68 EUR pour une unité de vie ayant dix points; | 11° 20.603,68 euro voor een leefeenheid met tien punten; |
12° 21.484,22 EUR pour une unité de vie ayant onze points; | 12° 21.484,22 euro voor een leefeenheid met elf punten; |
13° 22.364,69 EUR pour une unité de vie ayant douze points; | 13° 22.364,69 euro voor een leefeenheid met twaalf punten; |
14° 23.245,19 EUR pour une unité de vie ayant treize points; | 14° 23.245,19 euro voor een leefeenheid met dertien punten; |
15° 24.125,72 EUR pour une unité de vie ayant quatorze points; | 15° 24.125,72 euro voor een leefeenheid met veertien punten; |
16° 25.006,19 EUR pour une unité de vie ayant quinze points; | 16° 25.006,19 euro voor een leefeenheid met vijftien punten; |
17° 25.886,71 EUR pour une unité de vie ayant seize points; | 17° 25.886,71 euro voor een leefeenheid met zestien punten; |
18° 26.767,23 EUR pour une unité de vie ayant dix-sept points; | 18° 26.767,23 euro voor een leefeenheid met zeventien punten; |
19° 27.647,71 EUR pour une unité de vie ayant dix-huit points; | 19° 27.647,71 euro voor een leefeenheid met achttien punten; |
20° 28.528,22 EUR pour une unité de vie ayant dix-neuf points; | 20° 28.528,22 euro voor een leefeenheid met negentien punten |
21° 29.408,72 EUR pour une unité de vie ayant vingt points. | 21° 29.408,72 euro voor een leefeenheid met twintig punten. |
§ 2. Les revenus maximums sont : | § 2. De maximuminkomensgrenzen zijn : |
1° 13.667,62 EUR pour une unité de vie ayant zéro points; | 1° 13.667,62 euro voor een leefeenheid met nul punten; |
2° 20.185,63 EUR pour une unité de vie ayant un point; | 2° 20.185,63 euro voor een leefeenheid met één punt; |
3° 25.288,49 EUR pour une unité de vie ayant deux points; | 3° 25.288,49,euro voor een leefeenheid met twee punten; |
4° 29.362,26 EUR pour une unité de vie ayant trois points; | 4° 29.362,26 euro voor een leefeenheid met drie punten; |
5° 33.779,08 EUR pour une unité de vie ayant quatre points; | 5° 33.779,08 euro voor een leefeenheid met vier punten; |
6° 39.225,02 EUR pour une unité de vie ayant cinq points; | 6° 39.225,02 euro voor een leefeenheid met vijf punten; |
7° 42.912,83 EUR pour une unité de vie ayant six points; | 7° 42.912,83 euro voor een leefeenheid met zes punten; |
8° 44.885,42 EUR pour une unité de vie ayant sept points; | 8° 44.885,42 euro voor een leefeenheid met zeven punten; |
9° 46.857,96 EUR pour une unité de vie ayant huit points; | 9° 46.857,96 euro voor een leefeenheid met acht punten; |
10° 48.873,36 EUR pour une unité de vie ayant neuf points; | 10° 48.873,36 euro voor een leefeenheid met negen punten; |
11° 51.017,45 EUR pour une unité de vie ayant dix points; | 11° 51.017,45 euro voor een leefeenheid met tien punten; |
12° 52.904,27 EUR pour une unité de vie ayant onze points; | 12° 52.904,27 euro voor een leefeenheid met elf punten; |
13° 55.005,44 EUR pour une unité de vie ayant douze points; | 13° 55.005,44 euro voor een leefeenheid met twaalf punten; |
14° 56.978,02 EUR pour une unité de vie ayant treize points; | 14° 56.978,02 euro voor een leefeenheid met dertien punten; |
15° 58.993,47 EUR pour une unité de vie ayant quatorze points; | 15° 58.993,47 euro voor een leefeenheid met veertien punten; |
16° 61.008,84 EUR pour une unité de vie ayant quinze points; | 16° 61.008,84 euro voor een leefeenheid met vijftien punten; |
17° 63.024,33 EUR pour une unité de vie ayant seize points; | 17° 63.024,33 euro voor een leefeenheid met zestien punten; |
18° 65.039,73 EUR pour une unité de vie ayant dix-sept points; | 18° 65.039,73 euro voor een leefeenheid met zeventien punten; |
19° 67.055,14 EUR pour une unité de vie ayant dix-huit points; | 19° 67.055,14 euro voor een leefeenheid met achttien punten; |
20° 69.070,63 EUR pour une unité de vie ayant dix-neuf points; | 20° 69.070,63 euro voor een leefeenheid met negentien punten; |
21° 71.086,03 EUR pour une unité de vie ayant vingt points. | 21°. 71.086,03 euro voor een leefeenheid met twintig punten. |
Art. 15.Par application de l'article 36 du décret, les montants visés |
Art. 15.In uitvoering van artikel 36 van het decreet worden de |
aux articles 32 et 34 sont ajustés conformément à l'augmentation en | bedragen genoemd in artikelen 32 en 34 van het decreet aangepast |
overeenkomstig de procentuele stijging van het indexcijfer bedoeld in | |
pourcentage de l'indice visé à l'arrêté royal du 24 décembre 1993 | het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet |
portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la | van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's Lands concurrentievermogen |
compétitivité du pays, pour le mois de décembre (base 1996) de la | voor de maand december (basis 1996) van het tweede kalenderjaar dat |
deuxième année calendaire précédant l'année au cours de laquelle | het jaar voorafgaat waarin het betrokken academiejaar begint, ten |
l'année académique en question commence, par rapport à l'indice pour | |
le mois de décembre (base 1996) de la troisième année calendaire | opzichte van het indexcijfer voor de maand december (basis 1996) van |
précédant l'année au cours de laquelle l'année académique en question | het derde kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin het betrokken |
commence. Cette augmentation est arrondie au dixième supérieur. | academiejaar begint. Deze stijging wordt afgerond naar het hogere |
Le résultat de l'indexation des montants mentionnés aux articles 32 et | tiende. Het resultaat van de indexatie van de bedragen genoemd in artikelen 32 |
34 est arrondi jusqu'à la seconde décimale. | en 34 van het decreet wordt afgerond tot op de tweede decimaal. |
CHAPITRE IV. - Procédure | HOOFDSTUK IV. - Procedure |
Section 1re. - Demande | Afdeling 1. - Aanvraag |
Art. 16.La demande d'aide financière aux études est déposée par la |
Art. 16.De aanvraag voor studiefinanciering wordt ingediend door |
voie d'un formulaire mis à la disposition par le service. | |
Si la demande est envoyée par la poste, c'est la date d'oblitération | middel van een formulier dat ter beschikking wordt gesteld door de dienst. |
postale qui fait foi de date de dépôt de la demande. | Indien de aanvraag per post werd verzonden, geldt de poststempel als |
Si la demande est envoyée par la voie électronique, c'est la | bewijs van datum van indiening. |
notification de bonne réception qui fait foi de date de dépôt de la | Indien de aanvraag digitaal werd verzonden, geldt de ontvangstmelding |
demande. | als bewijs van datum van indiening. |
Section 2. - Récupération | Afdeling 2. - Terugvordering |
Art. 17.La récupération est adressée à l'étudiant par une lettre |
Art. 17.De terugvordering wordt aan de student gericht bij een ter |
recommandée à la poste dans laquelle sont mentionnés : | post aangetekende brief waarin worden vermeld : |
1° les paiements versés et les dates de ceux-ci; | 1° de uitgekeerde betalingen en de data ervan; |
2° la raison de la récupération; | 2° de reden waarop de terugvordering is gesteund; |
3° la somme totale de la récupération; | 3° het totaal van de teruggevraagde som; |
4° le plan de remboursement. | 4° het afbetalingsplan. |
Art. 18.Une aide financière aux études jusqu'à 50 EUR payée indûment |
Art. 18.Een ten onrechte uitbetaalde studiefinanciering tot en met 50 |
n'est pas récupérée. | euro wordt niet teruggevorderd. |
Les montants dépassant 50 EUR doivent être remboursés, ou bien en une | Bedragen hoger dan 50 euro dienen te worden terugbetaald, hetzij in |
fois dans les trois mois à compter de la date de récupération, ou bien | één geheel binnen de drie maanden te rekenen vanaf de datum van |
en paiements échelonnés mensuels consécutifs de 50 EUR. | terugvordering, hetzij in opeenvolgende maandelijkse afbetalingen van 50 euro. |
Art. 19.§ 1er. Si l'étudiant s'inscrit pour une année académique |
Art. 19.§ 1. Indien de student zich overeenkomstig zijn |
entière conformément à son contrat de diplôme et se désinscrit au plus | diplomacontract inschrijft voor een volledig academiejaar en zich |
tard le 30 novembre de l'année académique concernée d'une formation | uiterlijk op 30 november van het betrokken academiejaar uitschrijft |
qui servait de base pour sa demande d'aide financière aux études, la | voor de opleiding op basis waarvan de aanvraag tot studiefinanciering |
totalité de l'aide financière aux études est récupérée et les unités | werd behandeld, wordt de volledige studiefinanciering teruggevorderd |
d'études sont censées ne pas être engagées. | en worden de studiepunten als niet opgenomen beschouwd. |
§ 2. Si l'étudiant s'inscrit à une année académique entière | § 2. Indien de student zich overeenkomstig zijn diplomacontract |
conformément à son contrat de diplôme et se désinscrit, dans la | inschrijft voor een volledig academiejaar en zich in de periode van 1 |
période du 1er décembre au 28 février inclus, le cas écheant le 29 | december tot en met 28 februari, desgevallend 29 februari van het |
février, de l'année académique concernée, d'une formation qui servait | betrokken academiejaar uitschrijft voor de opleiding op basis waarvan |
de base pour sa demande d'aide financière aux études, 50 pour cent de | de aanvraag tot studiefinanciering werd behandeld, wordt 50 procent |
l'aide financière aux études est récupérée et les unités d'études sont | van de studiefinanciering teruggevorderd en worden de studiepunten als |
censées être engagées. | opgenomen beschouwd. |
§ 3. Si l'étudiant s'inscrit à une année académique entière | § 3. Indien de student zich overeenkomstig zijn diplomacontract |
conformément à son contrat de diplôme et se désinscrit, dans la | inschrijft voor een volledig academiejaar en zich in de periode van 1 |
période du 1er mars au 31 mai inclus de l'année académique concernée, | maart tot en met 31 mei van het betrokken academiejaar uitschrijft |
d'une formation qui servait de base pour sa demande d'aide financière | voor de opleiding op basis waarvan de aanvraag tot studiefinanciering |
aux études, 25 pour cent de l'aide financière aux études est récupérée | werd behandeld, wordt 25 procent van de studiefinanciering |
et les unités d'études sont censées être engagées. | teruggevorderd en worden de studiepunten als opgenomen beschouwd. |
Art. 20.§ 1er. Si l'étudiant se désinscrit, au plus tard le 31 |
Art. 20.§ 1. Indien de student zich uiterlijk op 31 oktober of 28 |
novembre ou le 28 février de l'année académique concernée selon qu'il | februari van het betrokken academiejaar, naargelang hij zich |
s'était s'inscrit pour le premier ou le second semestre conformément à | overeenkomstig zijn diplomacontract enkel heeft ingeschreven voor het |
son contrat de diplôme, d'une formation qui servait de base pour le | eerste, dan wel tweede semester, uitschrijft voor de opleiding op |
traitement de sa demande d'aide financière aux études, la totalité de | basis waarvan de aanvraag tot studiefinanciering werd behandeld, wordt |
l'aide financière aux études est récupérée et les unités d'études sont | de volledige studiefinanciering teruggevorderd en worden de |
censées ne pas être engagées. | studiepunten als niet opgenomen beschouwd. |
§ 2. Si l'étudiant se désinscrit, au plus tard le 31 novembre ou le 28 | § 2. Indien de student zich na 31 oktober of 28 februari van het |
février de l'année académique concernée selon qu'il s'était s'inscrit | betrokken academiejaar, naargelang hij zich overeenkomstig zijn |
pour le premier ou le second semestre conformément à son contrat de | diplomacontract enkel heeft ingeschreven voor het eerste, dan wel |
diplôme, d'une formation qui servait de base pour le traitement de sa | tweede semester, uitschrijft voor de opleiding op basis waarvan de |
demande d'aide financière aux études, 50 pour cent de l'aide | aanvraag tot studiefinanciering werd behandeld, wordt 50 procent van |
financière aux études est récupérée et les unités d'études sont | de studiefinanciering teruggevorderd en worden de studiepunten als |
censées être engagées. | opgenomen beschouwd. |
Lors d'une désinscription comme fixée aux articles 19 et 20, | Art. 21.Bij een uitschrijving zoals bepaald in artikel 19 en artikel |
l'institution d'enseignement délivre au service une attestation avec | 20 bezorgt de onderwijsinstelling aan de dienst een attest met de |
la date de désinscription. | datum waarop de uitschrijving plaatsvond. |
Si l'étudiant n'a pas encore reçu l'aide financière aux études et se | Art. 22.Indien de student de studiefinanciering nog niet ontvangen |
désinscrit d'une formation qui servait de base pour le traitement de | heeft en zich uitschrijft voor de opleiding op basis waarvan de |
sa demande d'aide financière aux études, le montant auquel l'étudiant | aanvraag tot studiefinanciering werd behandeld, wordt, overeenkomstig |
a éventuellement droit, conformément aux conditions des articles 19 et | de voorwaarden bepaald in artikel 19 en artikel 20, het bedrag waarop |
20, réduit du pourcentage qui doit être récupérée, est versé et les | de student eventueel recht heeft, verminderd met het percentage dat |
moet worden teruggevorderd, uitbetaald, en worden de studiepunten in | |
unités d'études sont déduites. | mindering gebracht. |
TITRE III. - Entrée en vigueur | TITEL III. - Inwerkingstreding |
Art. 23.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2004. |
Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2004. |
Art. 24.La Ministre flamande ayant l'Enseignement dans ses |
Art. 24.De Vlaamse minister, bevoegd voor Onderwijs, is belast met de |
attributions est chargée de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 28 mai 2004. | Brussel, 28 mei 2004. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
B. SOMERS | B. SOMERS |
La Ministre flamande de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, |
M. VANDERPOORTEN | M. VANDERPOORTEN |