← Retour vers "Arrêté du Gouvernement flamand portant agrément de la qualification professionnelle d'accompagnateur d'enfants en âge scolaire "
Arrêté du Gouvernement flamand portant agrément de la qualification professionnelle d'accompagnateur d'enfants en âge scolaire | Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie kinderbegeleider schoolgaande kinderen |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE 21 AVRIL 2017. - Arrêté du Gouvernement flamand portant agrément de la qualification professionnelle d'accompagnateur d'enfants en âge scolaire Le Gouvernement flamand, | VLAAMSE OVERHEID 21 APRIL 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie kinderbegeleider schoolgaande kinderen De Vlaamse Regering, |
Vu le décret du 30 avril 2009 relatif à la structure des | Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de |
certifications, article 12, remplacé par le décret du 1er juillet 2011 | kwalificatiestructuur, artikel 12, vervangen bij het decreet van 1 |
; | juli 2011; |
Vu l'avis de reconnaissance de l'« Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen » (Agence de l'Enseignement supérieur, de l'Education des Adultes, des Qualifications et des Allocations d'Etudes), rendu le 20 mars 2017 ; Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 30 mars 2017 ; Sur la proposition de la Ministre flamande de l'Enseignement et du Ministre flamand de l'Emploi, de l'Economie, de l'Innovation et des Sports ; Après délibération, Arrête : Article 1er.La qualification professionnelle d'accompagnateur |
Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen, gegeven op 20 maart 2017; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 maart 2017; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1.De beroepskwalificatie van kinderbegeleider schoolgaande |
d'enfants en âge scolaire, classée au niveau 4 de la structure | kinderen, ingeschaald op niveau 4 van de Vlaamse |
flamande des certifications, dont la description figure à l'annexe | kwalificatiestructuur, waarvan de beschrijving is opgenomen in de |
jointe au présent arrêté, est reconnue. | bijlage die bij dit besluit is gevoegd, wordt erkend. |
Art. 2.Le Ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions |
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse |
et le Ministre flamand qui a la politique de l'emploi dans ses | minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, zijn, ieder wat hem |
attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de | of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
l'exécution du présent arrêté. | |
Bruxelles, le 21 avril 2017. | Brussel, 21 april 2017. |
Le Ministre-président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
La Ministre flamande de l'Enseignement, | De Vlaamse minister van Onderwijs, |
H. CREVITS | H. CREVITS |
Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Economie, de l'Innovation et des Sports, | De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, |
Ph. MUYTERS | Ph. MUYTERS |
Annexe. | Bijlage |
Description de la qualification professionnelle d'accompagnateur | Beschrijving van de beroepskwalificatie van kinderbegeleider |
d'enfants en âge scolaire (0270) telle que mentionnée à l'article 1er. | schoolgaande kinderen (0270) als vermeld in artikel 1. |
1. AU NIVEAU GLOBAL | 1. GLOBAAL |
a. Titre | a. Titel |
Accompagnateur d'enfants en âge scolaire | Kinderbegeleider schoolgaande kinderen |
b. Définition | b. Definitie |
L'accompagnateur d'enfants en âge scolaire encadre les enfants qui | De kinderbegeleider schoolgaande kinderen begeleidt de kinderen van de |
fréquentent l'école primaire en dehors des heures d'école et contribue | basisschool buiten de schooltijd en draagt bij aan hun algemene |
à leur développement général, et ce en collaboration avec les parents, | ontwikkeling, dit in samenwerking met ouders, collega's en externen |
collègues et externes, compte tenu de la diversité au sein de la | rekening houdend met de diversiteit in de samenleving teneinde het |
société, afin de faire en sorte que l'enfant se sente bien et | |
d'assister les parents en leur qualité de premiers éducateurs. | kind zich goed te laten voelen en de ouders als eerste opvoeders te |
ondersteunen. | |
c. Niveau | c. Niveau |
4 | 4 |
d. Année | d. Jaartal |
2017 | 2017 |
2. COMPETENCES | 2. COMPETENTIES |
2.1 Enumération des compétences | 2.1 Opsomming competenties |
ACTIVITES DE BASE | BASISACTIVITEITEN |
- Adopte une attitude positive et constructive à l'égard de tous les | - Gaat op een positieve, opbouwende manier om met alle kinderen, |
enfants, parents, collègues et autrui (K130301 Id41350-c) | ouders, collega's en anderen (K130301 Id41350-c) |
- Respecte tout un chacun | - Respecteert elke persoon |
- Est ouvert à différentes opinions en rapport avec l'éducation | - Staat open voor verschillende meningen over opvoeding |
- Connaît la façon d'aborder les enfants, parents, collègues ou | - Kent de eigen manier van omgaan met kinderen, ouders, collega's of |
autrui. Accepte que sa façon d'agir puisse être différente de celle | anderen. Accepteert dat zijn manier verschillend kan zijn van deze van |
des autres. | anderen. |
- Aide les enfants à respecter les autres | - Helpt kinderen om respect te tonen voor anderen |
- Lors de l'accueil et pendant les activités, permet aux enfants de se | - Laat kinderen in de opvang, tijdens de activiteiten op een positieve |
familiariser de façon positive avec les similarités et différences | manier kennismaken met gelijkenissen en verschillen tussen kinderen, |
entre les enfants, les familles et le monde qui les entourent | gezinnen en de wereld om hen heen |
- Respecte la vie privée de tous | - Respecteert de privacy van alle personen |
- Respecte la langue maternelle de chaque enfant | - Respecteert de thuistaal van elk kind |
- Observe le comportement de l'enfant, développe une réflexion à ce | - Observeert het gedrag van het kind, reflecteert hierover en stemt |
sujet et y adapte sa façon d'agir (K130301 Id18117-c) | zijn handelen hierop af (K130301 Id18117-c) |
- Est attentif au comportement des enfants et vérifie comment ils se | - Kijkt naar het gedrag van de kinderen en gaat na hoe ze zich voelen |
sentent et s'ils sont impliqués dans ce qui se passe autour d'eux | en of ze betrokken zijn op wat er om hen heen gebeurt |
- Discute de ce qu'il a vu avec un collègue/le responsable et adapte | - Bespreekt wat hij gezien heeft met een collega/de verantwoordelijke |
si nécessaire sa façon d'aborder les enfants | en past waar nodig zijn manier van omgaan met de kinderen aan |
- Détecte les signaux de l'enfant et en discute avec ses collègues et | - Vangt signalen van het kind op en bespreekt deze met collega's en de |
les parents | ouders |
- Identifie les symptômes des maladies (fièvre, diarrhée, vomissements) | - Herkent de symptomen van ziek zijn (koorts, diarree, braken) |
- Offre aux enfants des loisirs variés, stimule leur développement, en | - Biedt kinderen een gevarieerde vrije tijd aan, stimuleert hun |
se basant sur leurs talents et leur capacité d'entreprendre (K130301 | ontwikkeling, gaat uit van hun talenten en ondernemingszin (K130301 |
Id16735-c) | Id16735-c) |
- Est attentif aux talents des enfants et leur offre des possibilités | - Kijkt naar de talenten van de kinderen en geeft hen op een leuke en |
de s'amuser et de s'épanouir de façon ludique et originale | uitdagende manier kansen om te spelen en zich te ontplooien |
- Offre à chaque enfant suffisamment d'espace pour jouer et | - Geeft elk kind ruimte om op zijn eigen manier en volgens zijn |
entreprendre selon sa propre façon d'agir et ses intérêts | interesses te spelen, dingen te ondernemen |
- Joue avec les enfants et anticipe leurs actes, improvise, se montre | - Speelt mee en speelt in op datgene waarmee het kind bezig is, |
créatif et expressif | improviseert, is creatief en expressief |
- Favorise l'autonomie des enfants et ne les aide qu'en cas de | - Bevordert de zelfstandigheid van de kinderen en helpt enkel wanneer |
nécessité | nodig |
- Propose des activités adaptées aux enfants et présentant un certain | - Biedt activiteiten aan op maat van de kinderen en met een bepaalde |
défi ou un niveau de difficulté donné | uitdaging of moeilijkheidsgraad |
- Encourage l'enfant à prendre des initiatives | - Moedigt het kind aan tot initiatief |
- Organise les activités et en assure l'encadrement | - Organiseert en begeleidt activiteiten |
- Assiste l'enfant dans toutes ses activités (co 02190) | - Ondersteunt het kind bij al zijn activiteiten (co 02190) |
- Laisse à l'enfant de l'espace pour jouer librement et lui propose | - Laat ruimte voor vrij spel en biedt keuzemogelijkheden |
des choix de jeux | |
- Participe aux jeux de façon ciblée (ex. : football) | - Speelt gericht mee (bijvoorbeeld voetballen) |
- Ajoute un côté innovant au jeu | - Brengt iets vernieuwends aan bij het spel |
- Soulève et porte les jeunes enfants | - Tilt en draagt de jonge kinderen |
- Travaille à hauteur de l'enfant | - Werkt op kindhoogte |
- Participe aux activités ludiques et motrices des enfants | - Neemt deel aan de spel- en bewegingsactiviteiten van de kinderen |
- Observe et écoute les enfants, et anticipe leurs actes | - Kijkt en luistert naar de kinderen en speelt hierop in |
- Parle beaucoup avec les enfants à tous les moments de la journée et | - Praat veel met de kinderen op alle momenten van de dag en maakt |
utilise un langage riche (forme des phrases complètes, pas un langage d'enfants) | gebruik van een rijke taal (spreekt in volzinnen en geen kindertaal) |
- Incite l'enfant à découvrir des activités jusqu'alors inconnues | - Zet een kind aan tot nieuwe, onbekende activiteiten (grenzen |
(repousser les limites) | verleggen) |
- Communique avec les enfants, parents et autrui | - Communiceert met de kinderen, ouders en anderen |
- Veille à mettre en place une structure pendant les moments d'accueil | - Zorgt voor structuur tijdens het opvangmoment |
- Veille à ce que l'enfant prenne clairement conscience de l'horaire | - Zorgt ervoor dat de dagindeling duidelijk is voor het kind |
de la journée - Offre aux enfants des possibilités d'exercer leurs aptitudes | - Geeft kansen aan kinderen om hun sociale vaardigheden te oefenen, |
sociales, stimule les contacts positifs entre les enfants et leur fixe | stimuleert positieve contacten tussen de kinderen onderling en stelt |
des limites (co 02191) | grenzen (co 02191) |
- Manifeste de l'intérêt et reste attentif à ce qui se passe au sein du groupe - Crée une atmosphère positive au sein du groupe - Stimule les contacts positifs et respectueux entre les enfants - Offre aux enfants suffisamment de place pour apprendre à jouer ensemble en faisant preuve de tolérance - Fixe des limites aux enfants et leur apprend à gérer ces limites et à prendre des responsabilités - Permet aux enfants d'exprimer ce qu'ils aiment ou n'aiment pas faire pendant leurs loisirs | - Toont interesse en is alert voor wat er zich in de groep afspeelt - Zorgt voor een positieve sfeer in de groep - Stimuleert positieve en respectvolle contacten tussen kinderen onderling - Geeft kinderen ruimte om verdraagzaam te leren samen spelen - Stelt grenzen en leert kinderen omgaan met grenzen en het nemen van verantwoordelijkheden - Geeft kinderen inspraak in wat ze tijdens hun vrije tijd doen (of niet doen) |
- Identifie les besoins socio-émotionnels de l'enfant et les anticipe | - Herkent de sociaal-emotionele behoeften van het kind en speelt |
(K130301 Id16778-c) | hierop in (K130301 Id16778-c) |
- Donne à chaque enfant le sentiment qu'il/elle est le/la bienvenu(e) | - Geeft elk kind het gevoel dat hij /zij welkom is en erbij hoort |
et qu'il/elle fait partie du groupe | |
- Aborde chaque enfant de façon positive | - Benadert elk kind op een positieve manier |
- Remarque lorsqu'un enfant est effrayé, fâché, content ou triste, et | - Merkt op als een kind bang, boos, blij of verdrietig is en verwoordt |
met des mots sur les sentiments de l'enfant | de gevoelens van het kind |
- Réagit de façon appropriée lorsque les enfants en manifestent le | - Reageert gepast als kinderen er nood aan hebben, geeft hen elk de |
besoin et leur accorde à chacun l'attention nécessaire | nodige aandacht |
- Identifie les comportements à problème (ex : harcèlement) et les | - Ziet probleemgedrag (bv. pesten) en conflicten (ruzie maken), en |
conflits (disputes) et réagit de façon appropriée | speelt hier gepast op in |
- Veille à créer un environnement de jeu stimulant, sûr, hygiénique et | - Zorgt voor een stimulerende, veilige, hygiënische en gezonde |
sain pour les enfants (K130301 Id9513-c) | speelomgeving voor kinderen (K130301 Id9513-c) |
- Aménage l'espace en y prévoyant des coins ludiques qui concordent | - Richt de ruimte in met speelhoeken die aansluiten bij de interesses |
avec les intérêts et la diversité des enfants | van en diversiteit onder de kinderen |
- Veille à créer un environnement sûr et à mettre à disposition du | - Zorgt voor een veilige omgeving en voor veilig materiaal voor |
matériel sûr pour les enfants | kinderen |
- Applique les principes de base en vue de la prévention des maladies | - Past de basisprincipes ter preventie van ziekte en ter bevordering |
et de la promotion de la santé | van de gezondheid toe |
- Gère les situations imprévues de façon adéquate | - Gaat adequaat om met onverwachte situaties |
- Agit conformément aux procédures définies lorsque la sécurité d'un | - Handelt volgens de voorgeschreven procedures als de veiligheid van |
enfant est compromise | een kind in gevaar is |
- Travaille en collaboration avec les parents et les reconnaît comme | - Werkt samen met ouders en erkent hen als eerste opvoeder (K130301 |
premier éducateur (K130301 Id41361-c) | Id41361-c) |
- Reconnaît et valorise les parents comme premier éducateur | - Erkent en waardeert de ouders als eerste opvoeder |
- Pose des questions sur l'approche et les habitudes de l'enfant ainsi | - Stelt vragen over de aanpak en de gewoonten van het kind en over de |
que sur les attentes des parents en rapport avec l'accueil - Consulte les parents sur la façon d'aborder l'enfant au sein de la structure d'accueil - Raconte comment l'enfant se sent au sein de la structure d'accueil et comment il occupe ses journées - Travaille en collaboration avec les parents sur la base d'une relation de confiance - Demande un feed-back aux parents à propos de l'accueil et y réagit de façon constructive - Est attentif aux préoccupations, plaintes ou problèmes des parents - Présente les parents les uns aux autres et stimule les rencontres | verwachtingen van de ouders ten aanzien van de opvang - Overlegt met de ouders over een aanpak van het kind in de opvang - Vertelt hoe het kind zich voelt in de opvang en waarmee het bezig is geweest - Werkt samen met ouders op basis van vertrouwen - Vraagt feedback aan de ouders over de opvang en gaat hier constructief mee om - Luistert actief naar bezorgdheden, klachten of problemen van de ouders - Stelt ouders onderling aan elkaar voor en stimuleert ontmoeting |
entre parents | tussen ouders |
- Travaille en collaboration avec autrui en fonction de l'accueil de | - Werkt samen met anderen in functie van de opvang van het kind |
l'enfant (K130301 Id23310-c) | (K130301 Id23310-c) |
- Met en place des activités avec les collaborateurs d'organisations et d'écoles du quartier - Echange des informations - Participe avec les enfants (et/ou les parents) aux activités dans le quartier - Travaille en collaboration avec autrui, à la demande des parents (par exemple lorsqu'un enfant nécessite des soins spécifiques) : prend des accords appropriés, échange des informations et des expériences, les consulte sur la façon d'aborder l'enfant - Collabore, fournit un feed-back et prend des accords (K130301 Id41355-c) - Consulte les collègues et le responsable sur l'approche et le suivi des enfants (individuellement ou en groupe) - S'entretient avec ses collègues et le responsable de la façon d'aborder les parents - Tient compte des sensibilités et de la diversité des individus | - Werkt activiteiten uit met medewerkers van organisaties en scholen in de buurt - Wisselt informatie uit - Neemt met kinderen (en/of ouders) deel aan activiteiten in de buurt - Werkt op vraag van ouders samen met anderen (bv. als een kind specifieke zorg nodig heeft) : past gemaakte afspraken toe, wisselt informatie en ervaringen uit, overlegt over de aanpak van het kind - Werkt samen, geeft feedback en maakt afspraken (K130301 Id41355-c) - Overlegt met collega's, verantwoordelijke, over de aanpak en opvolging van kinderen (individu of groep) - Bespreekt met collega 's, verantwoordelijke, het omgaan met ouders - Houdt rekening met de gevoeligheden en de verscheidenheid aan mensen |
- Signale les conflits en temps utile et les rend propres au débat | - Geeft conflicten tijdig aan en maakt ze bespreekbaar |
- Fournit et accepte les feed-backs | - Geeft en aanvaardt feedback |
- Se penche sur le fonctionnement et contribue à l'amélioration de | - Reflecteert over de werking en draagt bij tot het verbeteren van de |
l'accueil (K130301 Id41357-c) | kinderopvang (K130301 Id41357-c) |
- Remet ses propres actes en question | - Stelt het eigen handelen in vraag |
- écoute activement | - Luistert actief |
- Examine un problème au travers du regard des différentes personnes | - Bekijkt een probleem door de bril van de verschillende betrokken |
concernées (par exemple l'enfant, ses parents, un collègue) | personen (bijvoorbeeld het kind, zijn ouders, een collega) |
- Recherche une solution commune en concertation avec ses collègues ou | - Zoekt in overleg met collega's, pedagogisch ondersteuner naar een |
avec l'assistant pédagogique | gezamenlijke oplossing |
- Améliore ses propres actes | - Verbetert het eigen handelen |
- Etudie avec ses collègues les aspects à améliorer pour ce qui | - Bedenkt samen met collega's verbeterpunten voor de werking van de |
concerne le fonctionnement de l'accueil extrascolaire | buitenschoolse opvang |
- Encadre les enfants lorsque leurs parents viennent les déposer et | - Begeleidt de kinderen bij hun aankomst en afhaalmoment (J130401 |
les rechercher (J130401 Id17965-c) | Id17965-c) |
- Offre aux nouveaux arrivés les possibilités de s'habituer et leur | - Geeft nieuwe kinderen in de opvang de kans om te wennen en maakt hen |
montre comment fonctionne la structure d'accueil | wegwijs |
- Accueille chaque enfant et prend congé de lui de façon chaleureuse | - Heet elk kind welkom en neemt afscheid als het weg gaat. |
- Raconte aux parents comment l'enfant se sent au sein de la structure | - Vertelt aan ouders hoe het kind zich voelt in de opvang en waarmee |
d'accueil et comment il/elle occupe ses journées | hij/zij bezig is geweest |
- Prend note des présences | - Noteert de aanwezigheden |
- Organise et encadre les moments des repas (collation à quatre heures | - Organiseert en begeleidt eetmomenten (vieruurtje, (eventueel) lunch |
et - éventuellement - déjeuner le mercredi midi) (co 02192) | op woensdagmiddag) (co 02192) |
- Identifie les besoins des enfants pour ce qui est de l'alimentation | - Herkent de behoeften van kinderen aan eten, drinken en stemt de |
et des boissons et adapte l'organisation pratique en fonction | praktische organisatie hierop af |
- Organise le moment des repas pour un groupe d'enfants | - Organiseert het eetmoment voor een groep kinderen |
- Applique des consignes d'alimentation et de diététique pour les enfants | - Hanteert voedings- en dieetvoorschriften voor het kind |
- Assure l'encadrement pendant les repas en fonction de l'âge, du | - Begeleidt eetmomenten volgens de leeftijd, ontwikkeling en |
développement et des capacités des enfants | mogelijkheden van de kinderen |
- Aide l'enfant à boire et manger seul | - Helpt de kleuter om zelfstandig te eten, te drinken |
- Adapte le moment du repas aux besoins de l'enfant | - Stemt de duur van het eetmoment af op de behoeften van het kind |
- Est attentif à ce que ressent l'enfant pendant le repas | - Heeft tijdens het eetmoment aandacht voor de beleving van het kind |
- Organise les heures de sieste et d'activités (co 02193) | - Organiseert rust- en bewegingsmomenten (co 02193) |
- Identifie les besoins de repos d'un enfant | - Herkent de behoeften van een kind aan rust |
- Veille à ce que les enfants qui en ont besoin puissent se reposer ou | - Zorgt ervoor dat kinderen die er nood aan hebben, kunnen rusten of |
faire leurs devoirs | hun huiswerk kunnen maken |
- Identifie les besoins de bouger des enfants et leur laisse l'espace | - Herkent de behoeften van kinderen aan beweging en geeft hen hiertoe |
nécessaire à cet effet | de ruimte |
- Stimule les enfants à bouger | - Stimuleert de kinderen tot bewegen |
- Offre aux enfants la possibilité d'explorer la structure d'accueil, | - Geeft kinderen ruimte om rond te hangen, niets te doen, vrij te |
de ne rien faire ou de jouer librement | spelen |
- S'occupe des enfants en fonction de leurs besoins (co 02194) | - Zorgt voor de kinderen in functie van hun behoeften (co 02194) |
- Adapte les soins aux besoins de l'enfant | - Past de verzorging aan de behoeften van het kind aan |
- Observe et anticipe ce qui se passe au sein de la structure d'accueil | - Ziet wat er gebeurt en speelt er op in |
- Accorde à chaque enfant l'attention qu'il mérite | - Geeft elk kind individuele aandacht |
- Réagit de façon équitable aux situations conflictuelles | - Reageert rechtvaardig op conflictsituaties |
- Aide l'enfant à prendre soin de soi | - Helpt het kind om voor zichzelf te zorgen |
- Aide l'enfant - en accord avec les parents - à devenir propre | - Helpt -in samenspraak met de ouders - om de kleuter zindelijk te |
2.2 Description des compétences/activités à l'aide des éléments de descripteur | worden 2.2 Beschrijving competenties/activiteiten adhv de descriptorelementen |
2.2.1 Connaissances | 2.2.1 Kennis |
- Connaissance de base des différentes visions en matière d'éducation | - Basiskennis over verschillende opvoedingsvisies |
- Connaissance de base des formes d'accueil de l'enfance | - Basiskennis over vormen van kinderopvang |
- Connaissance de base des processus de groupe | - Basiskennis van groepsprocessen |
- Connaissance de base des organisations avec lesquelles collabore la | - Basiskennis van organisaties waarmee je in de kinderopvang |
structure d'accueil | samenwerkt |
- Connaissance de base du contexte local au sein duquel les enfants | - Basiskennis van de lokale context waarin kinderen opgroeien |
évoluent - Connaissance de base de la Convention internationale des Droits de | - Basiskennis van het Internationaal Verdrag van de Rechten van het |
l'Enfant | Kind |
- Connaissance de base de l'aménagement d'un environnement de jeu | - Basiskennis van inrichten van stimulerende speelomgeving voor |
stimulant pour les enfants en âge scolaire | schoolgaande kinderen |
- Connaissance de base de la pédagogie | - Basiskennis van pedagogie |
- Connaissance des principes à appliquer pour aborder la diversité | - Kennis van de principes over omgaan met diversiteit in de |
dans l'accueil de l'enfance : différents antécédents, familles | kinderopvang : verschillende achtergronden, maatschappelijk kwetsbare |
socialement vulnérables, enfants handicapés | gezinnen, kinderen met een beperking |
- Connaissance des principes de déontologie à appliquer dans le cadre | - Kennis van deontologisch handelen in de kinderopvang |
de l'accueil de l'enfance - Connaissance des besoins de base et du développement général des enfants en âge scolaire - Connaissance de la communication avec les parents au sein d'une structure d'accueil - Connaissance du bien-être et de l'implication des enfants - Connaissance de la prévention des maladies et de la promotion de la santé chez les enfants (régime alimentaire, contexte culturel et conceptions) - Connaissance des procédures visant à garantir la sécurité des enfants | - Kennis over de basisbehoeften en de algemene ontwikkeling van schoolgaande kinderen - Kennis over communicatie met ouders in de kinderopvang - Kennis over welbevinden en betrokkenheid van kinderen - Kennis van ziektepreventie en gezondheidsbevordering bij kinderen (dieet, culturele achtergrond of opvattingen) - Kennis van procedures om de veiligheid van de kinderen te garanderen |
- Connaissance des mesures de sauvetage chez les enfants de 0 à 12 ans | - Kennis van levensreddend handelen van 0 tot 12 jaar |
- Connaissances des méthodes pour hisser et soulever les jeunes | - Kennis van heffen en tillen van jonge kinderen |
enfants - Connaissance du développement des enfants en âge scolaire sur les | - Kennis van ontwikkeling van kinderen uit de basisschool op fysiek, |
plans physique, psychique, socio-relationnel, émotionnel, | psychisch, sociaal-relationeel, emotioneel, communicatief, creatief en |
communicatif, créatif et moral | moreel vlak |
- Connaissance des techniques d'observation pour l'accueil des enfants | - Kennis van observatietechnieken voor de kinderopvang |
- Connaissances des formes d'animation et de jeu chez les enfants en | - Kennis van animatie- en spelvormen met schoolgaande kinderen |
âge scolaire - Connaissance des aménagements de base d'un environnement stimulant | - Kennis van de basisinrichting van stimulerende leefomgeving voor |
pour les enfants en âge scolaire (coins, infrastructure et équipements | schoolgaande kinderen (interessante hoeken, infrastructuur en |
(matériel) intéressants) | uitrusting (materialen)) |
- Connaissance des méthodes de base de réflexion (sur soi) | - Kennis van basismethoden voor (zelf-)reflectie |
- Connaissance des sources d'information (sites de recherche | - Kennis van informatiebronnen (sites om spelactiviteiten op te |
d'activités ludiques, formations complémentaires) | zoeken, bijscholingen,...) |
- Connaissance de la stimulation du langage et de la façon d'aborder | - Kennis van taalstimulering en van het omgaan met meertaligheid |
le multilinguisme | |
- Connaissance du néerlandais (peut s'exprimer spontanément. Il/elle | - Kennis van Nederlands (Kan zich spontaan uitdrukken. Zij/hij kan een |
peut mener une conversation avec les enfants et en rendre compte à | conversatie voeren met de kinderen en kan rapporteren aan anderen. Kan |
autrui. Il/elle peut rédiger de brefs rapports et avis.) | korte verslagen en mededelingen noteren) |
2.2.2 Compétences | 2.2.2 Vaardigheden |
Compétences cognitives | Cognitieve vaardigheden |
- Etre capable de respecter tout un chacun | - Het kunnen respecteren van elke persoon |
- Etre capable de se montrer ouvert à différentes opinions en rapport | - Het kunnen openstaan voor verschillende meningen over opvoeding |
avec l'éducation | |
- Connaître la façon d'aborder les enfants, parents, collègues ou | - Het kunnen inzicht hebben in de eigen manier van omgaan met |
autrui et être capable d'accepter que sa façon d'agir puisse être | kinderen, ouders, collega's of anderen en het kunnen accepteren dat |
différente de celle des autres | zijn manier verschillend kan zijn van deze van anderen |
- Etre capable d'aider les enfants à respecter les autres | - Het kunnen helpen van kinderen om respect te tonen voor anderen |
- Lors de l'accueil et pendant les activités, permet aux enfants de se | - Het kunnen kinderen laten kennismaken in de opvang tijdens de |
familiariser de façon positive avec les similarités et différences | activiteiten op een positieve manier, met gelijkenissen en verschillen |
entre les enfants, les familles et le monde qui les entourent | tussen kinderen, gezinnen en de wereld om hen heen |
- Etre capable de respecter la vie privée de tout un chacun | - Het kunnen respecteren van de privacy van alle personen |
- Etre capable de respecter la langue maternelle de chaque enfant | - Het kunnen respecteren van de thuistaal van elk kind |
- Etre capable de rester attentif au comportement des enfants et de | - Het kunnen kijken naar het gedrag van de kinderen en het kunnen |
vérifier comment ils se sentent et s'ils sont impliqués dans ce qui se | nagaan hoe ze zich voelen en of ze betrokken zijn op wat er om hen |
passe autour d'eux | heen gebeurt- |
- Etre capable de détecter les signaux de l'enfant et d'en discuter | - Het kunnen opvangen van signalen van het kind en dit kunnen |
avec ses collègues et avec les parents | bespreken met collega's en met de ouders |
- Etre capable d'identifier les symptômes des maladies (fièvre, | - Het kunnen herkennen van de symptomen van ziek zijn (koorts, |
diarrhée, vomissements) | diarree, braken) |
- Etre capable de rester attentif aux talents des enfants et leur | - Het kunnen kijken naar de talenten van de kinderen en het kunnen |
offrir des possibilités de s'amuser et de s'épanouir de façon ludique | geven van kansen om te spelen en zich te ontplooien op een leuke en |
et originale | uitdagende manier |
- Etre capable d'offrir aux enfants suffisamment d'espace pour jouer | - Het kunnen geven van ruimte aan kinderen om op hun eigen manier en |
et entreprendre selon leur propre façon d'agir et leurs intérêts | volgens hun interesses te spelen en dingen te ondernemen |
- Etre capable de jouer avec l'enfant et d'anticiper ses actes | - Het kunnen mee- en inspelen op datgene waarmee het kind bezig is |
- Etre capable d'improviser, de se montrer créatif et expressif face | - Het kunnen improviseren, creatief en expressief zijn op datgene |
aux actes de l'enfant | waarmee het kind bezig is |
- Etre capable de favoriser l'autonomie des enfants et de ne les aider | - Het kunnen bevorderen van de zelfstandigheid van de kinderen en hen |
qu'en cas de nécessité | enkel kunnen helpen wanneer nodig |
- Etre capable de proposer des activités adaptées aux enfants et | - Het kunnen aanbieden van activiteiten op maat van kinderen en met |
présentant un certain défi ou un niveau de difficulté donné | een bepaalde uitdaging of moeilijkheidsgraad |
- Etre capable d'encourager l'enfant à prendre des initiatives | - Het kunnen aanmoedigen van het kind tot het nemen van initiatief |
- Etre capable d'organiser et de superviser des activités | - Het kunnen organiseren en begeleiden van activiteiten |
- Etre capable de laisser à l'enfant de l'espace pour jouer librement | - Het kunnen ruimte laten voor vrij spel en het kunnen bieden van |
et de lui offrir des possibilités de choisir | keuzemogelijkheden. |
- Etre capable de jouer avec l'enfant (ex : football) de façon ciblée | - Het kunnen meespelen (bijvoorbeeld voetballen) op gerichte wijze |
- Etre capable d'ajouter un côté innovant au jeu. | - Het kunnen aanbrengen van iets vernieuwends bij het spel. |
- Etre capable de participer aux activités ludiques et motrices de | - Het kunnen deelnemen aan de spel- en bewegingsactiviteiten van het |
l'enfant | kind |
- Etre capable de parler avec l'enfant à tous les moments de la | - Het kunnen praten met het kind op alle momenten van de dag waarbij |
journée et d'utiliser un langage riche (forme des phrases complètes, | gebruikt gemaakt wordt van een rijk taalaanbod (spreekt in volzinnen |
pas un langage d'enfants) | en geen kindertaal) |
- Etre capable d'inciter l'enfant à découvrir des activités | - Het kunnen aanzetten van een kind tot nieuwe, onbekende activiteiten |
jusqu'alors inconnues (repousser les limites) | (grenzen verleggen) |
- Etre capable de communiquer avec les enfants, parents et autrui | - Het kunnen communiceren met de kinderen, ouders en anderen |
- Etre capable d'assurer une structure et une régularité tout au long | - Het kunnen zorgen voor structuur en regelmaat doorheen de dag |
de la journée - Etre capable de faire en sorte que l'enfant prenne clairement | - Het kunnen zorgen dat de dagindeling duidelijk is voor het kind |
conscience de l'horaire de la journée | - Het kunnen zorgen voor een positieve sfeer in de groep |
- Etre capable de créer une atmosphère positive au sein du groupe | - Het kunnen stimuleren van de positieve en respectvolle contacten |
tussen kinderen onderling | |
- Etre capable de stimuler les contacts positifs et respectueux entre | - Het kunnen geven van ruimte aan het kind om verdraagzaam te leren |
les enfants | samen spelen |
- Etre capable d'offrir aux enfants suffisamment de place pour | - Het kunnen stellen van grenzen aan het kind |
apprendre à jouer ensemble en faisant preuve de tolérance | - Het kunnen aanleren aan het kind hoe het kan omgaan met grenzen en |
- Etre capable de fixer des limites à l'enfant | het nemen van verantwoordelijkheden |
- Etre capable d'apprendre à l'enfant à gérer ces limites et à prendre | - Het kunnen inspraak geven aan kinderen in wat ze wensen te doen of |
des responsabilités | niet te doen |
- Etre capable de laisser les enfants exprimer ce qu'ils ont ou n'ont | - Het kunnen geven van een goed gevoel aan elk kind dat hij /zij |
pas envie de faire | welkom is en erbij hoort |
- Etre capable de donner à chaque enfant le sentiment qu'il/elle est | - Het kunnen benaderen van elk kind op een positieve manier |
le/la bienvenu(e) et qu'il/elle fait partie du groupe | - Het kunnen opmerken als een kind bang, boos, blij of verdrietig is |
- Etre capable d'aborder chaque enfant de façon positive | en het kunnen verwoorden van de gevoelens van het kind |
- Etre capable de remarquer lorsqu'un enfant est effrayé, fâché, | - Het kunnen reageren op gepaste wijze als kinderen er nood aan hebben |
content ou triste, et de mettre des mots sur les sentiments de | en hen individueel de nodige aandacht kunnen geven |
l'enfant - Etre capable de réagir de façon appropriée lorsque les enfants en | - Het kunnen inrichten van de ruimte met speelhoeken die aansluiten |
manifestent le besoin et leur accorder à chacun l'attention nécessaire | bij de interesses van en diversiteit onder de kinderen |
- Etre capable d'aménager l'espace en y prévoyant des coins ludiques | - Het kunnen zorgen voor een veilige omgeving en voor veilig materiaal |
qui concordent avec les intérêts et la diversité des enfants | voor kinderen |
- Etre capable de créer un environnement sûr et à mettre à disposition | - Het kunnen toepassen van de basisprincipes ter preventie van ziekte |
du matériel sûr pour les enfants | en ter bevordering van de gezondheid |
- Etre capable d'appliquer les principes de base en vue de la | - Het kunnen erkennen en waarderen van ouders als eerste opvoeder |
prévention des maladies et de la promotion de la santé - Etre capable de reconnaître et de valoriser les parents comme premier éducateur - Etre capable de poser des questions sur l'approche et les habitudes de l'enfant (manger, boire, dormir, jouer, consoler, devenir propre...) ainsi que sur les attentes des parents en rapport avec l'accueil - Etre capable de consulter les parents sur l'approche de l'enfant ainsi que sur les attentes des parents en rapport avec l'accueil - Etre capable de consulter les parents sur la façon d'aborder l'enfant au sein de la structure d'accueil - Etre capable de raconter comment l'enfant se sent au sein de la structure d'accueil et comment il occupe ses journées - Etre capable de travailler en collaboration avec les parents sur la base d'une relation de confiance - Etre capable de fournir aux parents un feed-back sur l'accueil et d'adopter une attitude constructive à cet égard - Etre activement à l'écoute des souhaits, préoccupations, plaintes ou problèmes des parents - Etre capable de présenter les parents les uns aux autres et de stimuler les rencontres entre parents - Etre capable de mettre en place des activités avec les collaborateurs d'organisations et d'écoles du quartier - Etre capable d'échanger des informations - Etre capable de participer avec les enfants (et/ou les parents) aux activités dans le quartier - Etre capable de travailler en collaboration avec autrui, à la demande des parents (par exemple lorsqu'un enfant nécessite des soins spécifiques) : pouvoir appliquer les accords pris, échanger des informations et des expériences, les consulter sur la façon d'aborder l'enfant - Etre capable de tenir compte des accords passés, à la demande des parents, et de les consulter quant à l'approche à adopter vis-à-vis de l'enfant - Etre capable de consulter ses collègues et le responsable sur l'approche à adopter et le suivi de l'enfant - Etre capable de s'entretenir avec les collègues et le responsable de la façon d'aborder les parents | - Het kunnen vragen stellen over de aanpak en de gewoonten van het kind (eten, drinken, slapen, spelen, troosten, zindelijk worden...) en over de verwachtingen van ouders ten aanzien van de opvang - Het kunnen overleggen met de ouders over een aanpak van het kind in de opvang en over de verwachtingen van ouders ten aanzien van de opvang. - Het kunnen overleggen met ouders over een aanpak van het kind in de opvang - Het kunnen vertellen hoe het kind zich voelt in de opvang en waarmee het bezig is geweest - Het kunnen samenwerken met ouders op basis van vertrouwen - Het kunnen vragen van feedback aan ouders over de opvang en er constructief mee kunnen omgaan - Het kunnen luisteren op actieve wijze naar wensen, bezorgdheden, klachten of problemen van ouders - Het kunnen voorstellen van ouders aan elkaar en het kunnen stimuleren van ontmoeting tussen ouders - Het kunnen uitwerken van activiteiten met medewerkers van organisaties en scholen in de buurt - Het kunnen uitwisselen van informatie - Het kunnen deelnemen met kinderen (en/of ouders) aan activiteiten in de buurt - Het kunnen samenwerken met anderen (bv. als een kind specifieke zorg nodig heeft) op vraag van ouders : het kunnen toepassen van gemaakte afspraken, het kunnen uitwisselen van informatie en ervaringen, het kunnen overleggen over de aanpak van het kind - Het kunnen rekening houden met gemaakte afspraken, op vraag van de ouders, en het met hen kunnen overleggen over de aanpak van het kind - Het kunnen overleggen met collega's, verantwoordelijke over de aanpak en opvolging van het kind - Het kunnen bespreken met collega 's en verantwoordelijke over het omgaan met ouders |
- Etre capable de tenir compte des sensibilités et de la diversité des | - Het kunnen rekening houden met de gevoeligheden en de |
individus | verscheidenheid aan mensen |
- Etre capable de fournir et d'accepter un feed-back | - Het kunnen geven en aanvaarden van feedback |
- Etre capable de remettre ses propres actes en question | - Het kunnen in vraag stellen van het eigen handelen |
- Etre capable d'écouter activement tous les acteurs | - Het kunnen luisteren naar alle actoren op actieve wijze |
- Etre capable d'examiner un problème au travers du regard des | - Het kunnen bekijken van een probleem door de bril van de |
différentes personnes concernées (par exemple l'enfant, ses parents, | verschillende betrokken personen (bijvoorbeeld het kind, zijn ouders, |
un collègue...) | een collega,...) |
- Etre capable de rechercher une solution commune en concertation avec | - Het kunnen zoeken in overleg met collega's en de verantwoordelijke |
ses collègues et le responsable | naar een gezamenlijke oplossing |
- Etre capable d'améliorer ses propres actes | - Het kunnen verbeteren van het eigen handelen |
- Etre capable d'envisager, en concertation avec les collègues, des | - Het kunnen bedenken van verbeterpunten voor de werking van de |
points à améliorer dans le cadre du fonctionnement de l'accueil extrascolaire | buitenschoolse kinderopvang en dit in samenspraak met collega's |
- Etre capable d'offrir aux nouveaux enfants l'occasion de s'habituer | - Het kunnen kansen geven aan nieuwe kinderen in de opvang om te |
et leur montrer comment fonctionne la structure d'accueil - Etre capable d'accueillir l'enfant quand il arrive et de prendre congé de lui quand il quitte la structure d'accueil - Etre capable de raconter aux parents comment l'enfant se sent au sein de la structure d'accueil et comment il/elle occupe ses journées - Etre capable d'identifier les besoins de l'enfant pour ce qui est de l'alimentation et des boissons et adapte l'organisation pratique en fonction - Etre capable d'organiser le moment des repas pour un groupe d'enfants - Etre capable d'appliquer des consignes d'alimentation et de diététique pour l'enfant - Etre capable d'encadrer le moment du repas de l'enfant en fonction de son âge, de son développement et de ses capacités - Etre capable d'adapter la durée du repas aux besoins de l'enfant - Etre attentif à ce que ressent l'enfant pendant le repas | wennen aan de opvang en hen wegwijs te maken - Het kunnen welkom heten van elk kind en het kunnen afscheid nemen van het kind als het weg gaat - Het kunnen vertellen aan ouders hoe het kind zich voelt in de opvang en waarmee hij/zij bezig is geweest - Het kunnen herkennen van de behoeften van het kind aan eten, drinken en het hierop kunnen afstemmen van de praktische organisatie - Het kunnen organiseren van het eetmoment voor een groep kinderen - Het kunnen hanteren van voedings- en dieetvoorschriften voor het kind - Het kunnen begeleiden van het eetmoment van het kind volgens zijn leeftijd, ontwikkeling en mogelijkheden - Het kunnen afstemmen van de duur van het eetmoment op de behoeften van het kind - Het kunnen aandacht hebben tijdens het eetmoment voor de beleving van het kind |
- Etre capable d'identifier le besoin de repos de l'enfant | - Het kunnen herkennen van de behoefte aan rust van het kind |
- Etre capable de faire en sorte que les enfants qui en ont besoin | - Het kunnen zorgen dat kinderen die er nood aan hebben, kunnen rust |
puissent se reposer ou faire leurs devoirs | of hun huiswerk kunnen maken |
- Etre capable d'identifier le besoin de bouger des enfants et lui | - Het kunnen herkennen van de behoefte van kinderen aan beweging en |
laisser l'espace nécessaire à cet effet | hen hiertoe de ruimte kunnen geven |
- Etre capable de stimuler l'enfant à bouger | - Het kunnen stimuleren van het kind tot bewegen |
- Etre capable d'offrir aux enfants la possibilité d'explorer la structure d'accueil, de ne rien faire ou de jouer librement - Etre capable d'adapter les soins aux besoins de l'enfant - Etre capable d'identifier les besoins de l'enfant et d'y réagir de façon adéquate - Etre capable d'accorder à chaque enfant l'attention qu'il mérite - Etre capable de réagir aux situations conflictuelles de façon équitable - Etre capable d'aider l'enfant - en accord avec les parents - à devenir propre Aptitudes à résoudre des problèmes - Etre capable de discuter de ce qu'il a vu avec un collègue/le responsable et d'adapter si nécessaire sa façon d'aborder l'enfant - Etre capable d'observer et d'écouter l'enfant ainsi que d'anticiper ses actes - Etre capable de manifester de l'intérêt et de rester attentif à ce qui se passe au sein du groupe - Etre capable d'identifier les comportements à problème (ex. : mordre...) et les conflits (disputes) et d'y réagir de façon appropriée - Etre capable de gérer les situations imprévues de façon adéquate | - Het kunnen ruimte geven aan kinderen om rond te hangen, niets te doen, vrij te spelen - Het kunnen aanpassen van de verzorging aan de behoeften van het kind - Het kunnen zien welke behoefte het kind heeft en hierop kunnen inspelen - Het kunnen geven van individuele aandacht aan elk kind - Het kunnen reageren op conflictsituaties op rechtvaardige wijze - Het kunnen helpen, in samenspraak met de ouders, om de kleuter zindelijk te laten worden Probleemoplossende vaardigheden - Het kunnen bespreken van wat hij gezien heeft met een collega/de verantwoordelijke en het kunnen aanpassen van zijn manier van omgaan met het kind waar nodig - Het kunnen kijken en luisteren naar het kind en hierop kunnen inspelen - Het kunnen tonen van interesse en het alert kunnen zijn voor wat er zich in de groep afspeelt - Het kunnen zien van probleemgedrag (bv. bijten,...) en conflicten (ruzie maken) en hierop gepast kunnen inspelen - Het kunnen omgaan met onverwachte situaties op adequate wijze |
- Etre capable d'agir conformément aux procédures définies lorsque la | - Het kunnen handelen volgens de voorgeschreven procedures als de |
sécurité d'un enfant est compromise | veiligheid van een kind in gevaar is |
- Etre capable de signaler les conflits en temps utile et de les | - Het kunnen aangeven van conflicten en ze kunnen bespreekbaar maken |
rendre propres au débat | Motorische vaardigheden |
Aptitudes en matière de motricité | - Het kunnen tillen en dragen van het jonge kind |
- Etre capable de hisser et de soulever le jeune enfant | - Het kunnen werken op kindhoogte |
- Etre capable de travailler à la hauteur de l'enfant | - Het kunnen noteren van de aanwezigheden |
- Etre capable de prendre note des présences | - Het kunnen helpen van de kleuter om zelfstandig te eten, te drinken |
- Etre capable d'aider l'enfant à boire et manger seul | - Het kunnen helpen van het kind om voor zichzelf te zorgen |
- Etre capable d'aider l'enfant à prendre soin de soi | |
- Etre capable d'adapter les soins aux besoins de l'enfant | - Het kunnen aanpassen van de verzorging aan de behoeften van het kind |
2.2.3 Contexte | 2.2.3 Context |
Contexte d'environnement | Omgevingscontext |
- La profession est exercée au sein d'un environnement où | - Het beroep wordt uitgeoefend binnen een omgeving waar de |
l'accompagnateur crée une structure destinée aux enfants. | |
- L'accompagnateur d'enfants est confronté à une diversité d'enfants, | |
de familles, d'externes et de collègues. | kinderbegeleider structuur aanbrengt voor de kinderen. |
- L'accompagnateur d'enfants travaille au sein d'une structure | - De kinderbegeleider gaat om met een verscheidenheid aan kinderen, |
d'accueil familial ou d'accueil en groupe. | gezinnen, externen en collega's. |
- L'accompagnateur d'enfants qui travaille au sein d'une structure | - De kinderbegeleider werkt in de gezinsopvang of in de groepsopvang. |
d'accueil en groupe (groupe d'au moins 9 enfants) travaille dans une | - De kinderbegeleider in groepsopvang (groep van minimaal 9 kinderen) |
équipe, sous la supervision du responsable. | werkt in team onder leiding van verantwoordelijke. |
- L'accompagnateur d'enfants qui travaille au sein d'une structure | |
d'accueil familial (groupe de maximum 8 enfants) peut faire appel au | - De kinderbegeleider gezinsopvang (groep maximaal tot en met 8 |
responsable. | kinderen) kan beroep doen op de verantwoordelijke. |
- L'accueil de groupe extrascolaire se fait généralement par le biais d'emploi à temps partiel, sur la base d'un horaire variable et interrompu (avant et après les heures d'école). - Pendant les vacances scolaires, les enfants fréquentent la structure d'accueil toute la journée. - La structure peut également accueillir, outre les enfants en âge scolaire, des bébés et des bambins. - Le nombre d'enfants et la composition du groupe varient en fonction du moment et de l'activité. Certains enfants viennent exclusivement pendant les vacances. D'autres ne viennent qu'un nombre limité de jours. - L'accompagnateur d'enfants travaille en collaboration avec différents groupes, par exemple avec les enfants et les parents - L'âge des enfants varie entre 2 ans et demi et le moment auquel ils quittent l'école primaire. Lorsque la structure accueille simultanément des enfants, des bébés et des bambins, la diversité est encore plus importante. - La structure peut également accueillir des enfants handicapés ou des besoins spécifiques en matière de développement. - L'accompagnateur d'enfant accompagne les enfants à l'école et va les rechercher à l'école. - Après une journée d'école, les enfants qui réintègrent la structure d'accueil peuvent avoir besoin de repos ou d'espace pour se défouler. Contexte d'action - L'accompagnateur d'enfants fait preuve d'empathie avec les enfants et les parents. - L'accompagnateur d'enfants est fiable et collabore de façon loyale avec ses collègues et les externes. - L'accompagnateur d'enfants agit dans un souci d'intégrité et d'éthique. - L'accompagnateur d'enfants veille à avoir autant d'attention pour les soins d'un enfant en particulier que pour l'ensemble du groupe. - L'accompagnateur d'enfants établit une relation de confiance avec les enfants. - L'accompagnateur d'enfants considère le développement des enfants comme un tout et associe les activités ludiques et les activités pédagogiques. - L'accompagnateur d'enfants fait preuve de flexibilité. - L'accompagnateur d'enfants est organisé et capable de travailler de façon structurée. - L'accompagnateur d'enfants prend des initiatives. - L'accompagnateur d'enfants travaille dans un souci d'ergonomie, est capable de hisser et de porter les enfants ainsi que de travailler à la hauteur des enfants. - Le travail avec un groupe d'enfants requiert une capacité de résistance au stress afin de pouvoir répondre aux besoins des différents enfants. - L'accompagnateur d'enfants veille à garantir la sécurité des enfants et à limiter les risques d'accidents. - L'accompagnateur d'enfants adopte une attitude de base sensible et réactive : identifier les signaux et les besoins des enfants, les interpréter correctement et y réagir de façon adéquate. | - In de buitenschoolse groepsopvang wordt er meestal gewerkt met deeltijdse jobs, met een variabel, onderbroken (voor schooltijd, na schooltijd) uurrooster. - Tijdens schoolvakanties zijn kinderen een hele dag in de opvang. - In de gezinsopvang kunnen er naast schoolgaande kinderen ook baby's en peuters opgevangen worden. - Het aantal kinderen en de groepssamenstelling verandert van het moment en de activiteit. Sommige kinderen komen uitsluitend tijdens de vakantie. Andere komen een beperkt aantal dagen. - De kinderbegeleider werkt samen met verschillende groepen : bijvoorbeeld met de kinderen en met de ouders - De leeftijden van de kinderen variëren tussen de 2½ jaar en het moment waarop de kinderen de basisschool verlaten, Als er ook baby's en peuters gelijktijdig worden opgevangen, is de variëteit nog groter. - In de opvang zijn er soms kinderen met een beperking/ specifieke ontwikkelingsbehoefte. - De kinderbegeleider begeleidt de kinderen op weg van en naar de school. - Na een schooldag kunnen kinderen in de opvang nood hebben aan rust of aan ruimte om zich af te reageren. Handelingscontext - De kinderbegeleider gaat empathisch om met kinderen en ouders. - De kinderbegeleider is betrouwbaar en werkt loyaal samen met collega's en externen. - De kinderbegeleider handelt integer en ethisch. - De kinderbegeleider verdeelt zijn aandacht tussen de zorg voor één kind en het aandacht hebben voor de groep. - De kinderbegeleider bouwt een vertrouwensrelatie op met de kinderen. - De kinderbegeleider bekijkt de ontwikkeling van kinderen als een geheel en verbindt de zorg- en pedagogische activiteiten. - De kinderbegeleider stelt zich flexibel op. - De kinderbegeleider is georganiseerd en kan gestructureerd werken. - De kinderbegeleider neemt initiatief. - De kinderbegeleider werkt ergonomisch en kan kinderen tillen en dragen en werkt op kindhoogte. - Het werken met een groep kinderen vergt stressbestendigheid om tegemoet te komen aan de behoeften van de verschillende kinderen. - De kinderbegeleider is alert om de veiligheid van de kinderen te garanderen en de risico's op ongevallen te beperken. - De kinderbegeleider neemt een sensitief- responsieve basishouding aan : de signalen en de behoeften van de kinderen opmerken, juist interpreteren en er op een gepaste manier op ingaan. |
2.2.4 Autonomie | 2.2.4 Autonomie |
Travaille de manière autonome lorsqu'il s'agit | Is zelfstandig in |
- de fixer des priorités pendant le fonctionnement quotidien, sur la | - het stellen van prioriteiten tijdens de dagelijkse werking op basis |
base des signaux et des besoins des enfants | van de signalen en de behoeften van de kinderen |
- de planifier ses propres activités. | - het indelen van eigen werkzaamheden |
- de l'organisation des activités | - het organiseren van activiteiten |
- de travailler de façon structurée | - structurerend te werken |
Il est lié par | Is gebonden aan |
- les procédures | - procedures |
- le plan d'accueil | - opvangplan |
- la spécificité de l'enfant | - de eigenheid van het kind |
- les accords pris avec les parents, les membres de l'équipe, | - gemaakte afspraken met ouders, teamleden, de organisator, de |
l'organisateur, les assistants pédagogiques | pedagogisch ondersteuners |
Il fait appel | Doet beroep op |
- aux parents pour échanger des informations journalières relatives au | - de ouders voor het uitwisselen van de dagelijkse informatie over het |
bien-être de l'enfant | welzijn van het kind |
- au responsable afin de prendre des accords sur l'approche à adopter | - de verantwoordelijke om afspraken te maken over de aanpak van een |
vis-à-vis de l'enfant ainsi que des accords en cas de maladie ou | kind, de afspraken bij ziekte, ongeval van een kind |
d'accident de l'enfant | - de verantwoordelijke als er klachten zijn, een crisis |
- au responsable en cas de plaintes, de crises - au responsable pour toute question relative à l'organisation pratique | - de verantwoordelijke voor vragen over de praktische organisatie |
- aux collègues pour échanger et vérifier des informations | - collega's om informatie uit te wisselen en af te toetsen |
- à des experts lorsqu'il s'agit de l'approche des enfants qui | - deskundigen als het gaat over de aanpak van kinderen met specifieke |
nécessitent des soins spécifiques | zorgbehoeften |
2.2.5 Responsabilités | 2.2.5 Verantwoordelijkheid |
- Adopter une attitude positive et constructive vis-à-vis des enfants, | - Het positief en op een opbouwende manier omgaan met kinderen, |
des parents, des collègues et autrui | ouders, collega's, anderen |
- Observer le comportement de l'enfant, l'analyser et adapter ses | - Het gedrag van het kind observeren, hierover reflecteren en zijn |
actes en fonction | handelen hierop afstemmen |
- Proposer des loisirs variés aux enfants, stimuler leur développement | - Het aanbieden van een gevarieerde vrije tijd aan kinderen, het |
en se basant sur leurs talents et leur capacité d'entreprendre | stimuleren van hun ontwikkeling door uit te gaan van hun talenten en |
ondernemingszin | |
- Assister l'enfant lors de toutes ses activités | - Het ondersteunen van het kind bij al zijn activiteiten |
- Offrir aux enfants des possibilités d'exercer leurs aptitudes | - Het geven van kansen aan kinderen om hun sociale vaardigheden te |
sociales, stimuler les contacts positifs entre les enfants et leur | oefenen, het stimuleren van positieve contacten tussen de kinderen |
fixer des limites | onderling en het stellen van grenzen |
- Identifier les besoins socio-émotionnels de l'enfant et les | - Het herkennen van de sociaal-emotionele behoeften van het kind en |
anticiper | hierop inspelen |
- Veiller à créer un environnement de jeu stimulant, sûr, hygiénique | - Het zorgen voor een stimulerende, veilige, hygiënische en gezonde |
et sain pour les enfants | speelomgeving voor de kinderen |
- Collaborer avec les parents et les reconnaître comme premier | - Het samenwerken met ouders en het erkennen van ouders als eerste |
éducateur | opvoeder |
- Pouvoir collaborer avec autrui en fonction de l'accueil de l'enfant | - Het samenwerken met anderen in functie van de opvang van het kind |
- Collaborer, fournir un feed-back et prendre des accords | - Het samenwerken, feedback geven en afspraken maken |
- Se pencher sur le fonctionnement et contribuer à l'amélioration de | - Het reflecteren over de werking en bijdragen tot het verbeteren van |
l'accueil | de kinderopvang |
- Encadrer les enfants lorsque leurs parents viennent les déposer et | - Het begeleiden van de kinderen bij hun aankomst en afhaalmoment |
les rechercher - Organiser et superviser les moments des repas | - Het organiseren en begeleiden van de eetmomenten |
- Organiser les moments de repos et d'activité | - Het organiseren van rust- en bewegingsmomenten |
- S'occuper des enfants en fonction de leurs besoins | - Het zorgen voor de kinderen in functie van hun behoeften |
2.3 Attestations | 2.3 Attesten |
2.3.1 Attestations légales | 2.3.1 Wettelijke Attesten |
o Un extrait du casier judiciaire, modèle 2 | o Een uittreksel uit het strafregister, model 2 |
o Un certificat d'aptitude médicale | o Een attest medische geschiktheid |
o Une attestation de connaissance des mesures de sauvetage chez les enfants | o Een attest kennis van levensreddend handelen bij kinderen |
2.3.2 Attestations requises | 2.3.2 Vereiste Attesten |
Aucune attestation requise. | Geen vereisten. |
2.3.3 Conditions d'entrée | 2.3.3 Instapvoorwaarden |
Aucune attestation requise. | Geen vereisten. |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering | |
Vu pour être joint à l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 avril 2017 | van 21 april 2017 tot erkenning van de beroepskwalificatie |
portant agrément de la qualification professionnelle d'accompagnateur | |
d'enfants en âge scolaire. | kinderbegeleider schoolgaande kinderen. |
Bruxelles, le 21 avril 2017. | Brussel, 21 april 2017. |
Le Ministre-président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
La Ministre flamande de l'Enseignement, | De Vlaamse minister van Onderwijs, |
H. CREVITS | H. CREVITS |
Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Economie, de l'Innovation et des Sports, | De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, |
Ph. MUYTERS | Ph. MUYTERS |