| Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure disciplinaire pour le personnel statutaire de l'administration locale et fixant le fonctionnement, la composition et l'indemnisation des membres de la Commission d'appel pour les Affaires disciplinaires | Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire personeel van het lokaal bestuur en tot vaststelling van de werking, de samenstelling en de vergoeding van de leden van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken |
|---|---|
| AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
| 20 JUILLET 2018. - Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure | 20 JULI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van |
| disciplinaire pour le personnel statutaire de l'administration locale | de tuchtprocedure voor het statutaire personeel van het lokaal bestuur |
| et fixant le fonctionnement, la composition et l'indemnisation des | en tot vaststelling van de werking, de samenstelling en de vergoeding |
| membres de la Commission d'appel pour les Affaires disciplinaires | van de leden van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken |
| LE GOUVERNEMENT FLAMAND, | DE VLAAMSE REGERING, |
| Vu le Décret provincial du 9 décembre 2005, l'article 134, remplacé | Gelet op het Provinciedecreet van 9 december 2005, artikel 134, |
| par le décret du 6 juillet 2018 ; | vervangen bij het decreet van 6 juli 2018; |
| Vu le décret du 22 décembre 2017 sur l'administration locale, les | Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, |
| articles 206, 211, 212, 213 et 550 ; | artikel 206, 211, 212, 213 en 550; |
| Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 2006 fixant la | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 |
| procédure disciplinaire pour le personnel communal statutaire en | houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire |
| exécution des articles 129, 136 et 143 du Décret communal, pour le | gemeentepersoneel ter uitvoering van artikel 129, 136 en 143 van het |
| personnel statutaire des centres publics d'aide sociale en exécution | Gemeentedecreet, voor het statutaire personeel van de openbare centra |
| voor maatschappelijk welzijn ter uitvoering van artikel 128, 135 en | |
| des articles 128, 135 et 142 du décret du 19 décembre 2008 relatif à | 142 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie |
| l'organisation des centres publics d'aide sociale, et pour le | van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en voor het |
| personnel provincial statutaire en exécution des articles 125, 132 et | statutaire provinciepersoneel ter uitvoering van artikel 125, 132 en |
| 139 du Décret provincial ; | 139 van het Provinciedecreet; |
| Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 2006 fixant la | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 |
| composition, l'indemnisation des membres et le fonctionnement de la | houdende vaststelling van de samenstelling, de vergoeding van de leden |
| Commission d'appel pour les affaires disciplinaires, en exécution de | en de werking van de Beroepscommissie voor tuchtzaken ter uitvoering |
| l'article 138 du Décret communal, de l'article 137 du décret du 19 | van artikel 138 van het Gemeentedecreet, artikel 137 van het decreet |
| décembre 2008 relatif à l'organisation des centres publics d'aide | van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra |
| sociale, et de l'article 134 du Décret provincial ; | voor maatschappelijk welzijn en artikel 134 van het Provinciedecreet; |
| Vu le Protocole n° 2018/3 du 25 avril 2018 de la première section du | Gelet op protocol nr. 2018/3 van 25 april 2018 van de eerste afdeling |
| Comité des services publics provinciaux et locaux, sous-section Région | van het Comité voor de provinciale en plaatselijke besturen, |
| flamande et Communauté flamande ; | onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap; |
| Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 21 février 2018 ; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 februari 2018; |
| Vu l'avis 63.670/3 du Conseil d'Etat, donné le 6 juillet 2018, en | Gelet op advies 63.670/3 van de Raad van State, gegeven op 6 juli |
| application de l'article 84, § 1er, alinéa premier, 2°, des lois | 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
| coordonnées sur le Conseil d'Etat du 12 janvier 1973 ; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Sur la proposition de la Ministre flamande de l'Administration | Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, |
| intérieure, de l'Insertion civique, du Logement, de l'Egalité des | Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; |
| Chances et de la Lutte contre la Pauvreté ; | |
| Après délibération, | Na beraadslaging, |
| Arrête : | Besluit : |
| TITRE 1er. - Dispositions générales | TITEL 1. - Algemene bepalingen |
Article 1er.Dans le présent arrêté, on entend par : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
| 1° Commission d'appel : la Commission d'appel pour les Affaires | 1° Beroepscommissie: de Beroepscommissie voor Tuchtzaken, vermeld in |
| disciplinaires visée à l'article 212 du décret du 22 décembre 2017 et | artikel 212 van het decreet van 22 december 2017 en in artikel 134 van |
| à l'article 134 du décret provincial du 9 décembre 2005, remplacé par | het Provinciedecreet van 9 december 2005, vervangen bij decreet van 6 |
| le décret du 6 juillet 2018 ; | juli 2018; |
| 2° décret du 22 décembre 2017 : le décret du 22 décembre 2017 sur | 2° decreet van 22 december 2017: het decreet van 22 december 2017 over |
| l'administration locale ; | het lokaal bestuur; |
| 3° Ministre : le Ministre flamand chargé des Affaires intérieures ; | 3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
| 4° autorité disciplinaire : l'autorité disciplinaire visée à l'article | aangelegenheden; 4° tuchtoverheid: de tuchtoverheid, vermeld in artikel 201 van het |
| 201 du décret du 22 décembre 2017 ; | decreet van 22 december 2017; |
| 5° écrit : toute forme de notification ou de traitement électronique | 5° schriftelijk: elke vorm van kennisgeving of elektronische |
| verwerking van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in | |
| de données répondant aux conditions visées à l'article 2281 du Code | artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek, en een bewijs oplevert van |
| civil, et fournissant une preuve de ce traitement, du moment où il est | die verwerking, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de |
| effectué et de l'authenticité et l'intégrité des données traitées ; | authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens; |
| 6° jour ouvrable : chaque jour de la semaine, à l'exception du samedi, | 6° werkdag: elke dag van de week, behalve zaterdag, zondag en |
| du dimanche et des jours fériés légaux et décrétaux. | wettelijke en decretale feestdagen. |
Art. 2.Dans le présent arrêté, un envoi électronique est assimilé à |
Art. 2.In dit besluit wordt een elektronische verzending |
| une remise contre récépissé ou une lettre recommandée, lorsqu'il est | gelijkgesteld aan een overhandiging tegen ontvangstbewijs of een |
| satisfait à toutes les conditions suivantes : | aangetekende brief, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: |
| 1° le membre du personnel concerné se déclare d'avance d'accord avec | 1° het betrokken personeelslid stemt voorafgaandelijk in met de |
| l'envoi électronique ; | elektronische verzending; |
| 2° l'envoi électronique répond aux conditions visées à l'article 2281 du Code civil ; | 2° de elektronische verzending voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek; |
| 3° l'envoi électronique fournit une preuve de l'envoi, du moment où il | 3° de elektronische verzending levert een bewijs op van de verzending, |
| est effectué et de l'authenticité et l'intégrité des données envoyées. | van het tijdstip waarop ze is verricht, en van de authenticiteit en de integriteit van de verzonden gegevens. |
| TITRE 2. - Fixation de la procédure disciplinaire | TITEL 2. - Vaststelling van de tuchtprocedure |
| CHAPITRE 1er. - Procédure disciplinaire | HOOFDSTUK 1. - Tuchtprocedure |
| Section 1re. - Enquête disciplinaire | Afdeling 1. - Tuchtonderzoek |
Art. 3.§ 1er. L'autorité disciplinaire qui constate des faits |
Art. 3.§ 1. De tuchtoverheid die feiten vaststelt die mogelijk een |
| susceptibles de constituer une transgression disciplinaire, ou qui en | tuchtvergrijp uitmaken, of er kennis van krijgt, geeft de opdracht om |
| prend connaissance, charge un enquêteur, qui est désigné en vertu de | een tuchtonderzoek te verrichten en een tuchtverslag op te maken aan |
| l'article 202, § 1er, du décret du 22 décembre 2017, d'effectuer une enquête disciplinaire et d'établir un rapport disciplinaire. Elle charge l'enquêteur disciplinaire désigné de composer un dossier disciplinaire. L'autorité disciplinaire informe le membre du personnel concerné immédiatement de sa décision d'initier une enquête disciplinaire. Elle mentionne la nature des faits et la date de constatation ou de prise de connaissance des faits. L'autorité disciplinaire est compétente pour évaluer s'il peut y avoir une apparence de partialité de l'enquêteur disciplinaire. Si l'autorité disciplinaire estime qu'il y a question d'une éventuelle apparence de partialité, elle désigne un autre enquêteur disciplinaire. Si l'enquêteur disciplinaire lui-même estime qu'il ne peut pas agir en raison d'une éventuelle apparence de partialité, il en informé l'autorité disciplinaire. Celle-ci procédera ensuite à la désignation d'un autre enquêteur disciplinaire si elle estime qu'il y a question d'une éventuelle apparence de partialité. | een tuchtonderzoeker die is aangesteld op grond van artikel 202, § 1, van het decreet van 22 december 2017. Ze belast de aangestelde tuchtonderzoeker ermee een tuchtdossier samen te stellen. De tuchtoverheid brengt het betrokken personeelslid onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing om een tuchtonderzoek op te starten. Ze vermeldt daarbij de aard van de feiten en de datum waarop ze de feiten heeft vastgesteld of er kennis van heeft gekregen. De tuchtoverheid is bevoegd om te oordelen of er een schijn van partijdigheid kan zijn bij de tuchtonderzoeker. Als de tuchtoverheid oordeelt dat er sprake is van een mogelijke schijn van partijdigheid, wijst ze een andere tuchtonderzoeker aan. Als de tuchtonderzoeker zelf meent dat hij niet kan optreden wegens een mogelijke schijn van partijdigheid, deelt hij dat mee aan de tuchtoverheid. Die wijst vervolgens een andere tuchtonderzoeker aan, als ze oordeelt dat er inderdaad sprake is van een mogelijke schijn van partijdigheid. |
| § 2. L'autorité disciplinaire est informée régulièrement du | § 2. De tuchtoverheid wordt regelmatig geïnformeerd over het verloop |
| déroulement de l'enquête. Dès que l'enquête disciplinaire dure plus de trois mois, l'autorité disciplinaire est en outre informée régulièrement des raisons pour lesquelles l'enquête disciplinaire ne peut pas encore être clôturée. § 3. Lorsque de nouveaux faits disciplinaires sont constatés lors de l'enquête disciplinaire, dont l'autorité disciplinaire et l'enquêteur disciplinaire prennent connaissance, l'autorité disciplinaire peut décider d'ajouter ces nouveaux faits à l'enquête disciplinaire en cours. L'autorité disciplinaire charge l'enquêteur disciplinaire d'effectuer une enquête disciplinaire supplémentaire, d'établir un rapport disciplinaire supplémentaire et de composer un dossier disciplinaire supplémentaire. L'autorité disciplinaire informe le membre du personnel concerné immédiatement de la décision d'ajouter ces nouveaux faits à l'enquête disciplinaire en cours. Elle mentionne la nature des faits et la date à laquelle l'autorité disciplinaire a constatés ou a pris connaissance des faits. Art. 4.L'enquête peut comprendre l'audition du membre du personnel intéressé et de toute autre personne. Il peut être demandé au membre du personnel de transmettre des documents et objets qui sont utiles à établir l'exactitude des faits. Lorsque le membre du personnel n'a pas participé à l'enquête |
van het onderzoek. Zodra het tuchtonderzoek langer duurt dan drie maanden, wordt de tuchtoverheid bovendien in ieder geval regelmatig geïnformeerd over de redenen waarom het tuchtonderzoek nog niet kan worden afgesloten. § 3. Als tijdens het tuchtonderzoek nieuwe tuchtfeiten worden vastgesteld waarvan de tuchtoverheid en de tuchtonderzoeker kennis krijgen, kan de tuchtoverheid beslissen om die nieuwe feiten toe te voegen aan het lopende tuchtonderzoek. De tuchtoverheid geeft aan de tuchtonderzoeker de opdracht een aanvullend tuchtonderzoek te verrichten, een aanvullend tuchtverslag op te maken en een aanvullend tuchtdossier samen te stellen. De tuchtoverheid brengt het betrokken personeelslid onmiddellijk op de hoogte van de beslissing om die nieuwe feiten toe te voegen aan het lopende tuchtonderzoek. Ze vermeldt daarbij de aard van de feiten en de datum waarop de tuchtoverheid de feiten heeft vastgesteld of er kennis van heeft gekregen. Art. 4.Het onderzoek kan het verhoor omvatten van het betrokken personeelslid en van elke andere persoon. Aan het personeelslid kan worden gevraagd om stukken en voorwerpen te bezorgen die nuttig zijn om de juistheid van de feiten te bepalen. Als het personeelslid niet heeft deelgenomen aan het tuchtonderzoek, |
| disciplinaire, cela est mentionné dans le rapport disciplinaire. | wordt dat vermeld in het tuchtverslag. |
Art. 5.L'enquête disciplinaire résulte en un rapport disciplinaire |
Art. 5.Het tuchtonderzoek resulteert in een tuchtverslag dat, naast |
| qui comprend, outre les faits visés à l'article 202, § 2, alinéa | de feiten, vermeld in artikel 202, § 2, eerste lid, van het decreet |
| premier, du décret du 22 décembre 2017, toutes les informations utiles | van 22 december 2017, alle nuttige gegevens over die feiten en de |
| sur ces faits et les circonstances afin de permettre à l'autorité | omstandigheden bevat, zodat de tuchtoverheid met kennis van zaken kan |
| disciplinaire de juger en connaissance de cause des poursuites | oordelen over de verdere tuchtvervolging. |
| disciplinaires ultérieures. L'enquêteur disciplinaire peut joindre une explication à ses | De tuchtonderzoeker kan toelichting geven over zijn bevindingen. Hij |
| constatations. Il n'assiste pas à la délibération et à la décision par | is niet aanwezig bij de beraadslaging en de beslissing door de |
| l'autorité disciplinaire. | tuchtoverheid. |
Art. 6.Le dossier disciplinaire comprend, outre les documents visés à |
Art. 6.Het tuchtdossier bevat, naast de stukken, vermeld in artikel |
| l'article 202, § 2, alinéa deux, du décret du 22 décembre 2017 : | 202, § 2, tweede lid, van het decreet van 22 december 2017: |
| 1° les documents qui ont abouti aux conclusions du rapport | 1° de stukken die geleid hebben tot de conclusies van het |
| disciplinaire ; | tuchtverslag; |
| 2° les rapports des auditions éventuelles ; | 2° de verslagen van de eventuele verhoren; |
| 3° la décision ordonnant l'enquête disciplinaire ; | 3° de beslissing waarin de opdracht wordt gegeven om het |
| tuchtonderzoek te voeren; | |
| 4° un inventaire de tous les documents annexés. | 4° een inventaris van al de bijgevoegde documenten. |
| Section 2. - Convocation à l'audition | Afdeling 2. - Oproeping voor de hoorzitting |
Art. 7.§ 1er. Après l'achèvement de l'enquête disciplinaire, le rapport disciplinaire et le dossier disciplinaire sont soumis à l'autorité disciplinaire qui décide, dans un délai de soixante jours, de la suite qu'elle donnera à l'affaire. § 2. La décision de ne pas engager des poursuites est communiquée par écrit au membre du personnel concerné. En l'absence d'une décision, l'autorité disciplinaire est censée renoncer à la poursuite ultérieure, et elle ne peut infliger aucune peine disciplinaire pour les faits imputés. § 3. En cas de poursuites, le membre du personnel concerné est convoqué à l'audition par l'autorité disciplinaire par remise contre |
Art. 7.§ 1. Nadat het tuchtonderzoek is afgerond, wordt het tuchtverslag samen met het tuchtdossier voorgelegd aan de tuchtoverheid, die binnen zestig dagen oordeelt over het gevolg dat ze geeft aan de zaak. § 2. De beslissing om geen vervolging in te stellen, wordt schriftelijk meegedeeld aan het betrokken personeelslid. Als een beslissing uitblijft, wordt de tuchtoverheid geacht af te zien van de verdere vervolging en kan ze geen tuchtstraf meer opleggen voor de ten laste gelegde feiten. |
| récépissé de la convocation ou par lettre recommandée au moins 21 | § 3. Bij vervolging wordt het betrokken personeelslid ten minste 21 |
| dagen voor de hoorzitting bij de tuchtoverheid opgeroepen door | |
| overhandiging van de oproepingsbrief tegen ontvangstbewijs of met een | |
| jours avant l'audition. | aangetekende oproepingsbrief. |
| La convocation mentionne: | De oproeping vermeldt: |
| 1° les faits imputés ; | 1° de ten laste gelegde feiten; |
| 2° la prise en considération d'une peine disciplinaire ; | 2° de overweging van een tuchtstraf; |
| 3° le lieu, la date et l'heure de l'audition ; | 3° de plaats, de dag en het uur van de hoorzitting; |
| 4° le droit de se faire assister et représenter par un défenseur de | 4° het recht op bijstand en vertegenwoordiging door een verdediger |
| son choix ; | naar keuze; |
| 5° le droit du membre du personnel concerné de demander la publicité | 5° het recht van het betrokken personeelslid om de openbaarheid van de |
| de l'audition ; | hoorzitting te vragen; |
| 6° le droit de demander l'audition de témoins ; | 6° het recht om te vragen getuigen te horen; |
| 7° le droit d'introduire une défense écrite jusqu'au deuxième jour ouvrable avant l'audition. Le rapport disciplinaire et le dossier disciplinaire sont annexés à la lettre de convocation. La décision lors de laquelle il est pris connaissance du rapport disciplinaire, est jointe au dossier. § 4. Il est notifié à l'intéressé que, si des témoins doivent être entendus, l'autorité disciplinaire doit en être informée dix jours avant l'audition, en vue de leur convocation, qu'il faut indiquer les témoins qui doivent être entendus et qu'il faut indiquer l'objet des témoignages. En outre, il est également notifié au membre du personnel intéressé qu'il est prié de déposer, dans les dix jours précédant l'audition visée à l'alinéa premier, auprès de l'autorité disciplinaire les documents qu'il souhaite joindre au dossier. Si l'autorité disciplinaire convoque des témoins, les noms et l'objet des témoignages mentionnés dans la convocation sont communiqués au membre du personnel concerné. Art. 8.Sur demande motivée du membre du personnel concerné, l'audition peut être reportée. |
7° het recht om een schriftelijk verweer in te dienen tot op de tweede werkdag voor de hoorzitting. Het tuchtverslag en het tuchtdossier worden als bijlage gevoegd bij de oproepingsbrief. De beslissing waarbij kennis wordt genomen van het tuchtverslag wordt bij het dossier gevoegd. § 4. Aan de betrokkene wordt gemeld dat, als hij getuigen wil laten horen op de hoorzitting, hij uiterlijk tien dagen voor de hoorzitting aan de tuchtoverheid moet meedelen welke getuigen moeten worden gehoord en waarover die getuigen een verklaring moeten geven. Bovendien wordt aan het betrokken personeelslid gemeld dat hij de stukken die hij wil toevoegen aan het dossier, moet deponeren bij de tuchtoverheid, uiterlijk tien dagen voor de hoorzitting, vermeld in het eerste lid. Als de tuchtoverheid getuigen oproept, worden de namen en het onderwerp van de getuigenissen in de oproepingsbrief aan het betrokken personeelslid meegedeeld. Art. 8.Op gemotiveerd verzoek van het betrokken personeelslid kan |
| L'organisation d'une audition reportée ou de la continuation d'une | uitstel van de hoorzitting verleend worden. |
| audition n'est pas soumise aux conditions de forme de la première | Voor een uitgestelde hoorzitting of een hoorzitting in voortzetting |
| convocation, visées à l'article 7, §§ 3 et 4, à l'exception de la | gelden de vormvereisten, vermeld in artikel 7, § 3 en 4, van de eerste |
| notification de l'endroit, du jour et de l'heure de l'audition | oproeping niet, behalve de melding van de plaats, de dag en het uur |
| reportée au membre du personnel concerné. | van de uitgestelde hoorzitting aan het betrokken personeelslid. |
| Section 3. - Organisation de l'audition | Afdeling 3. - Organisatie van de hoorzitting |
Art. 9.Un procès-verbal de l'audition est rédigé. Dans les sept jours de l'audition, le procès-verbal est remis contre récépissé ou envoyé par lettre recommandée au membre du personnel concerné et son conseil, avec la demande de communiquer des remarques éventuelles, de le signer et de le renvoyer dans les sept jours de la réception. Lorsque le membre du personnel ne renvoie pas le procès-verbal, cela implique qu'il l'accepte. Le cas échéant, l'autorité disciplinaire établit un procès-verbal de non-comparution. Une copie de ce procès-verbal est remise contre récépissé ou envoyée par lettre recommandée au membre du personnel concerné dans les sept jours suivant le jour de l'audition. Art. 10.Le procès-verbal de l'audition des témoins est soumis à la signature du témoin de la manière stipulée à l'article 9, alinéa premier. Un exemplaire signé est transmis au membre du personnel poursuivi. Art. 11.Lorsque le membre du personnel concerné souhaite récuser un |
Art. 9.Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgemaakt. Het proces-verbaal wordt uiterlijk zeven dagen na de hoorzitting aan het betrokken personeelslid en zijn raadsman tegen ontvangstbewijs overhandigd of verzonden met een aangetekende zending, met het verzoek eventuele opmerkingen mee te delen, het te ondertekenen en terug te bezorgen binnen zeven dagen na de ontvangst. Als het personeelslid het proces-verbaal niet terugstuurt, impliceert dat dat hij het aanvaardt. De tuchtoverheid maakt in voorkomend geval een proces-verbaal van niet-verschijnen op. Een afschrift van dat proces-verbaal wordt binnen zeven dagen na de dag van de hoorzitting aan het betrokken personeelslid tegen ontvangstbewijs overhandigd of verzonden met een aangetekende zending. Art. 10.Het proces-verbaal van het verhoor van de getuigen wordt ter ondertekening aan de getuige voorgelegd op de wijze, vermeld in artikel 9, eerste lid. Een ondertekend exemplaar wordt aan het vervolgde personeelslid bezorgd. Art. 11.Als het betrokken personeelslid een lid van de tuchtoverheid |
| membre de l'autorité disciplinaire, il le demande au début de | wil wraken, vraagt hij dat bij de aanvang van de hoorzitting. |
| l'audition. Sans préjudice de l'application de l'alinéa deux, | Vervolgens beraadslaagt de tuchtoverheid, met behoud van de toepassing |
| l'autorité disciplinaire en délibère, sans le membre récusé, et décide | van het tweede lid, zonder het gewraakte lid, en beslist ze over de |
| avant de continuer l'audition. | gevraagde wraking vooraleer de hoorzitting voort te zetten. |
| Lorsqu'un membre du personnel agit en tant qu'autorité disciplinaire | Als een personeelslid optreedt als tuchtoverheid en hij oordeelt dat |
| et estime qu'il est récusé à juste titre, il remet le dossier | hij terecht wordt gewraakt, geeft hij het tuchtdossier onmiddellijk |
| disciplinaire immédiatement, selon le cas, à l'autorité qui lui a | aan de overheid die hem die bevoegdheid heeft toevertrouwd. Die |
| confié cette compétence. Cette autorité continue le dossier en tant | overheid zet de zaak als tuchtoverheid voort en nodigt alle betrokken |
| qu'autorité disciplinaire et invite toutes les parties concernées à | partijen uit voor een nieuwe hoorzitting. Die hoorzitting heeft plaats |
| une nouvelle audition. Cette audition a lieu dans les trente jours | |
| suivant le jour de la récusation. | binnen dertig dagen na de dag van de wraking. |
Art. 12.Le membre du personnel qui agit en tant qu'autorité |
Art. 12.Het personeelslid dat optreedt als tuchtoverheid, kan zich |
| disciplinaire peut se faire assister lors de l'audition et en vue de | bij het verhoor, en met het oog op de notulering, laten bijstaan door |
| la rédaction des procès-verbaux, par un membre du personnel, désigné | een door hem aangewezen personeelslid. |
| pour lui.Section 4. - Délibération et notification | Afdeling 4. - Beraadslaging en kennisgeving |
Art. 13.§ 1er. Dans les soixante jours de la clôture du procès-verbal |
Art. 13.§ 1. De tuchtoverheid doet binnen zestig dagen na het |
| de la dernière audition, ou de non-comparution, l'autorité disciplinaire se prononce sur la mesure disciplinaire à infliger. Lorsque l'autorité disciplinaire ne se prononce pas dans le délai visé à l'alinéa premier, elle est censée renoncer à la poursuite des faits qui sont reprochés au membre du personnel concerné. § 2. Les membres du conseil communal, du conseil de l'aide sociale, du collège des bourgmestre et échevins ou du bureau permanent, selon le cas, qui n'étaient pas présents de manière permanente lors de l'ensemble des auditions, ne peuvent pas participer aux délibérations et au vote sur la mesure à infliger. | afsluiten van het proces-verbaal van de laatste hoorzitting, of na het proces-verbaal van niet-verschijnen, uitspraak over de op te leggen tuchtmaatregel. Als de tuchtoverheid geen uitspraak doet binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, wordt ze geacht af te zien van de vervolging van de feiten die het betrokken personeelslid ten laste worden gelegd. § 2. De leden van de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn, het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau, naargelang het geval, die niet permanent aanwezig waren tijdens alle hoorzittingen, mogen niet deelnemen aan de beraadslagingen en de stemming over de op te leggen maatregel. |
Art. 14.La décision disciplinaire est notifiée au membre du personnel |
Art. 14.Het tuchtbesluit wordt op straffe van nietigheid aan het |
| concerné, sous peine de nullité, soit par lettre recommandée, soit par | betrokken personeelslid betekend, hetzij met een aangetekende brief, |
| remise contre récépissé dans un délai de quinze jours suivant la | hetzij door overhandiging tegen ontvangstbewijs binnen veertien dagen |
| décision. | na de beslissing. |
| CHAPITRE 2. - Suspension préventive | HOOFDSTUK 2. - Preventieve schorsing |
Art. 15.L'autorité disciplinaire peut nommer un enquêteur |
Art. 15.De tuchtoverheid kan een tuchtonderzoeker aanstellen conform |
| disciplinaire conformément à l'article 202, § 1er, alinéa deux, du décret du 22 décembre 2017. | artikel 202, § 1, tweede lid, van het decreet van 22 december 2017. |
| Lors de la désignation, l'autorité disciplinaire arrête la manière | De tuchtoverheid bepaalt bij de aanstelling de wijze waarop de |
| dont l'enquêteur disciplinaire notifie son rapport d'enquête. | tuchtonderzoeker zijn onderzoeksverslag ter kennis brengt. |
Art. 16.Le chapitre 1er, sections 2 à 4 incluses, est d'application, |
Art. 16.Hoofdstuk 1, afdeling 2 tot en met 4, is van toepassing met |
| étant entendu : | dien verstande dat: |
| 1° qu'il s'agit de faits disciplinaires possibles et de l'application | 1° het gaat over mogelijke tuchtfeiten en de toepassing van de |
| de la mesure de discipline ; | ordemaatregel; |
| 2° que dans l'article 7, § 3, alinéa premier, les mots « 21 jours » | 2° in artikel 7, § 3, eerste lid, de woorden "21 dagen" gelezen worden |
| sont lus comme « cinq jours » ; | als "vijf dagen"; |
| 3° que dans l'article 7, § 4, alinéa premier, les mots « dix jours » | 3° in artikel 7, § 4, eerste lid, de woorden "tien dagen" gelezen |
| sont lus comme « trois jours ouvrables » ; | worden als "drie werkdagen"; |
| 4° que dans l'article 9, les mots « sept jours » sont lus comme « | 4° in artikel 9 de woorden "zeven dagen" gelezen worden als "drie |
| trois jours ouvrables » ; | werkdagen"; |
| 5° que tous les délais autres que ceux visés aux 2°, 3° et 4° sont | 5° alle andere termijnen, dan deze vermeld in 2°, 3° en 4°, worden |
| réduits de moitié. | gehalveerd. |
| CHAPITRE 3. - Appel auprès de la Commission d'appel | HOOFDSTUK 3. - Beroep bij de Beroepscommissie |
Art. 17.§ 1er. Le membre du personnel concerné peut introduire appel |
Art. 17.§ 1. Het betrokken personeelslid kan bij de Beroepscommissie |
| auprès de la Commission d'appel dans le délai visé à l'article 214 du | een beroepschrift indienen binnen de termijn, vermeld in artikel 214 |
| décret du 22 décembre 2017. | van het decreet van 22 december 2017. |
| § 2. L'appel comporte les arguments du membre du personnel concerné. | § 2. Het beroepschrift bevat de argumenten van het betrokken personeelslid. |
| A défaut de tout argument, le président de la Commission d'appel | Bij afwezigheid van enig argument verzoekt de voorzitter van de |
| demande par écrit au membre du personnel concerné de respecter cet | Beroepscommissie het personeelslid schriftelijk om aan die |
| engagement. Cette demande est envoyée au membre du personnel concerné | verplichting tegemoet te komen. Dat verzoek wordt aan het betrokken |
| par lettre recommandée. Lorsqu'aucune suite n'y est donnée dans les | personeelslid toegezonden met een aangetekende zending. Als daaraan |
| dix jours de la réception de la demande précitée, l'appel est | geen gevolg wordt gegeven binnen tien dagen na de ontvangst van het |
| irrecevable. | voormelde verzoek, is het beroepschrift onontvankelijk. |
Art. 18.Après la réception de l'appel argumenté, le président de la |
Art. 18.Na de ontvangst van het beargumenteerde beroepschrift vraagt |
| Commission d'appel réclame le dossier disciplinaire par écrit auprès | de voorzitter van de Beroepscommissie schriftelijk het tuchtdossier op |
| de l'autorité disciplinaire. Le dossier disciplinaire est transmis à | bij de tuchtoverheid. Het tuchtdossier wordt binnen zeven dagen na |
| la Commission d'appel dans les sept jours de la réception de cette | ontvangst van dat verzoek aan de Beroepscommissie bezorgd. |
| demande. Art. 19.Au moins 21 jours avant l'audition, le Président de la |
Art. 19.Ten minste 21 dagen voor de hoorzitting roept de voorzitter |
| Commission d'appel convoque le membre du personnel concerné pour être | van de Beroepscommissie het betrokken personeelslid op om gehoord te |
| entendu. | worden. |
| L'autorité disciplinaire est également invitée à l'audition, visée à | De tuchtoverheid wordt ook uitgenodigd voor de hoorzitting, vermeld in |
| l'alinéa premier, et reçoit la convocation ainsi qu'une copie déclarée | het eerste lid, en ontvangt samen met de oproepingsbrief een voor |
| conforme de l'appel. | eensluidend verklaard afschrift van het beroepschrift. |
Art. 20.La convocation pour les parties, visée à l'article 19, |
Art. 20.De oproepingsbrief voor de partijen, vermeld in artikel 19, |
| mentionne : | vermeldt: |
| 1° le lieu, la date et l'heure de l'audition ; | 1° de plaats, de dag en het uur van de hoorzitting; |
| 2° le droit de se faire assister et représenter par un défenseur de | 2° het recht op bijstand en vertegenwoordiging door een verdediger |
| son choix ; | naar keuze; |
| 3° le lieu où et le délai dans lequel on peut prendre connaissance du | 3° de plaats waar en de termijn waarin het dossier kan worden |
| dossier ; | ingezien; |
| 4° le droit du membre du personnel concerné de demander la publicité | 4° het recht van het betrokken personeelslid om de openbaarheid van de |
| de l'audition ; | hoorzitting te vragen; |
| 5° le droit de demander l'audition de témoins ; | 5° het recht om te vragen getuigen te horen; |
| 6° le droit d'introduire une défense écrite jusqu'au deuxième jour | 6° het recht om schriftelijk verweer in te dienen tot op de tweede |
| ouvrable avant l'audition ; | werkdag voor de hoorzitting; |
| 7° le délai dans lequel la Commission d'appel doit se prononcer. | 7° de termijn waarin de Beroepscommissie een uitspraak moet doen. |
| Il est notifié aux parties que, si des témoins doivent être entendus, | Aan de partijen wordt gemeld dat, als ze getuigen willen laten horen, |
| le Président de la Commission d'appel doit en être informé dix jours | ze tien dagen voor de hoorzitting aan de voorzitter van de |
| avant l'audition, en vue de leur convocation, qu'il faut indiquer les | Beroepscommissie moeten meedelen welke getuigen moeten worden gehoord, |
| témoins qui doivent être entendus, ainsi que l'objet des témoignages. | en waarover die getuigen een verklaring moeten geven. |
| TITRE 3. - Création de la Commission d'appel et fixation du | TITEL 3. - Oprichting van de Beroepscommissie en vaststelling van de |
| fonctionnement, de la composition et de l'indemnisation de ses membres | werking, de samenstelling en de vergoeding van de leden ervan |
| CHAPITRE 1er. - Création et composition de la Commission d'appel | HOOFDSTUK 1. - Oprichting en samenstelling van de Beroepscommissie |
Art. 21.§ 1er. Une commission pour les sanctions disciplinaires des |
Art. 21.§ 1. Er wordt een commissie voor tuchtsancties van de lokale |
| administrations locales est créée, ci-après dénommée la Commission | besturen opgericht, hierna de Beroepscommissie te noemen. |
| d'appel. La Commission d'appel agit également en tant qu'instance | De Beroepscommissie treedt ook op als beroepsinstantie voor |
| professionnelle pour les sanctions disciplinaires des administrations | tuchtsancties van provinciale besturen. |
| provinciales. § 2. Les frais de fonctionnement de la Commission d'appel sont à | § 2. De werkingskosten van de Beroepscommissie zijn ten laste van de |
| charge du budget général des dépenses de la Communauté flamande. | algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap. |
Art. 22.La Commission d'appel se compose de trois membres, qui sont |
Art. 22.De Beroepscommissie is samengesteld uit drie leden, die door |
| nommés par le Ministre pour une période renouvelable de six ans. Les | de minister worden benoemd voor een hernieuwbare periode van zes jaar. |
| vacances d'emploi auprès de la Commission d'appel seront publiées au Moniteur belge. La Commission d'appel se compose d'un président, d'un assesseur actif dans une administration locale, provinciale ou un centre public d'aide sociale et d'un assesseur-expert disposant d'une expertise particulière du droit disciplinaire ou du droit administratif. Les trois membres doivent satisfaire à toutes les conditions suivantes : 1° être Belge ; 2° ils jouissent pleinement de tous les droits civils et politiques ; | De vacatures voor de Beroepscommissie worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De Beroepscommissie bestaat uit een voorzitter, een assessor die in een gemeentebestuur, een provinciebestuur of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn werkt en een assessor-deskundige met bijzondere kennis van het tuchtrecht of van het administratief recht. De drie leden moeten voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° ze zijn Belg; 2° ze hebben het volledige genot van alle burgerlijke en politieke rechten; |
| 3° ils n'exercent aucun mandat de conseiller communal, provincial ou | 3° ze oefenen geen mandaat uit van gemeenteraadslid, provincieraadslid |
| de membre d'un conseil de l'aide sociale. | of lid van een raad voor maatschappelijk welzijn. |
| Pour chaque membre effectif de la Commission d'appel, le Ministre | Voor ieder effectief lid van de Beroepscommissie wijst de minister een |
| désigne un suppléant qui remplit les conditions visées à l'alinéa | plaatsvervanger aan die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het |
| trois. | derde lid. |
Art. 23.Le président de la Commission d'appel remplit les conditions |
Art. 23.De voorzitter van de Beroepscommissie voldoet aan een van de |
| suivantes : | volgende voorwaarden: |
| 1° il remplit une fonction du cadre moyen, au moins au niveau N-1, tel | 1° hij oefent een middenkaderfunctie uit op ten minste het N-1 niveau, |
| que fixé dans le Statut du personnel flamand du 13 janvier 2006 ou une | vermeld in het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, of een |
| autre fonction auprès d'un service public autre qu'une administration | andere functie bij een overheidsdienst, die geen lokaal of regionaal |
| locale ou régionale, d'un Etat membre de l'Union européenne dont le | bestuur is, van een lidstaat van de Europese unie waarvan de |
| traitement initial égale au moins le niveau N-1 ; | beginwedde minstens gelijk is aan het niveau N-1; |
| 2° il exerce une fonction de magistrat en Belgique ou il est un | 2° hij oefent in België een ambt van magistraat uit of hij is een |
| magistrat pensionné ; | gepensioneerde magistraat; |
| 3° il est membre du personnel académique et fait preuve d'expertise | 3° hij is lid van het academisch personeel en getuigt van |
| dans le domaine du droit public et des sciences administratives. | deskundigheid over publiek recht en bestuurswetenschappen. |
Art. 24.L'assesseur, provenant d'une administration communale, |
Art. 24.De assessor, afkomstig uit een gemeentebestuur, een |
| provinciale, ou d'un centre public d'aide sociale a exercé pendant au | provinciebestuur of een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn |
| moins sept ans une fonction de niveau A auprès d'une administration | heeft minstens zeven jaar een functie op A-niveau uitgeoefend in een |
| communale, provinciale ou d'un centre public d'aide sociale. | gemeentebestuur, een provinciebestuur of een openbaar centrum voor |
Art. 25.L'assesseur-expert disposant d'une expertise particulière du droit disciplinaire est porteur d'un grade académique ou d'un grade de niveau académique en sciences du droit, au moins du niveau Master, et a une expérience de sept ans au moins dans le domaine de la jurisprudence disciplinaire des personnels d'un service public. Il ne peut faire partie du personnel d'une administration locale ou provinciale ou être membre de la magistrature si le président est un magistrat. Les candidats porteurs d'un grade académique ou d'un grade de niveau académique, au moins du niveau Master, entrent également en ligne de compte pour la fonction d'assesseur-expert s'ils remplissent les conditions suivantes : 1° ils disposent d'une expérience pertinente de dix ans dans le domaine du droit administratif et du fonctionnement des administrations locales ; 2° ils ne font pas partie du personnel d'une administration locale ou régionale ; |
maatschappelijk welzijn. Art. 25.De assessor-deskundige met bijzondere kennis van het tuchtrecht bezit een academische graad of een graad van academisch niveau in rechtswetenschappen, ten minste op masterniveau, en heeft minstens zeven jaar ervaring met tuchtrechtspraak over personeel van een openbare dienst. Hij mag niet behoren tot het personeel van een lokaal of provinciaal bestuur of lid zijn van de magistratuur als de voorzitter een magistraat is. Kandidaten die een academische graad of een graad van academisch niveau, ten minste op masterniveau, hebben, komen ook in aanmerking voor de functie van assessor-deskundige als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze beschikken over tien jaar relevante ervaring met administratief recht en met de werking van lokale besturen; 2° ze behoren niet tot het personeel van een lokaal of regionaal bestuur; |
| 3° si le président est un magistrat, ils ne peuvent être membre de la | 3° als de voorzitter een magistraat is, zijn ze zelf geen lid van de |
| magistrature. | magistratuur. |
Art. 26.Un membre de la Commission d'appel ne peut agir en tant que |
Art. 26.Een lid van de Beroepscommissie mag niet optreden als |
| conseiller d'un membre du personnel de la Commission d'appel ou de | raadsman van een personeelslid voor de Beroepscommissie of voor de |
| l'autorité disciplinaire. | tuchtoverheid. |
| L'assesseur travaillant dans une administration communale, une | De assessor die werkt bij een gemeentebestuur, een provinciebestuur of |
| administration provinciale ou un centre public d'aide sociale, ne peut | bij een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, mag niet |
| participer au traitement d'une cause dans laquelle sa propre | deelnemen aan de behandeling van een zaak als het eigen bestuur |
| administration est partie intéressée. | betrokken partij is. |
Art. 27.En cas de démission d'un membre effectif, le suppléant achève |
Art. 27.Bij ontslag van een effectief lid beëindigt de |
| le mandat. Le Ministre nomme le nouveau membre suppléant pour la durée | plaatsvervanger het mandaat. De minister benoemt voor de resterende |
| restante. | periode een nieuw plaatsvervangend lid. |
Art. 28.La Commission d'appel est assistée par un greffier, qui |
Art. 28.De Beroepscommissie wordt bijgestaan door een griffier, die |
| dresse le procès-verbal en séance et appuie la Commission d'appel dans | op de zitting het verslag opmaakt en de Beroepscommissie in al haar |
| toutes ses tâches administratives. | taken administratief ondersteunt. |
| Le greffier et le greffier suppléant sont désignés par le | De griffier en een plaatsvervangend griffier worden aangewezen door de |
| fonctionnaire dirigeant de l' « Agentschap Binnenlands Bestuur » | leidinggevende ambtenaar van het Agentschap Binnenlands Bestuur. |
| (Agence de l'Administration intérieure). | |
| Dans le deuxième alinéa, il est entendu par l' « Agentschap | In het tweede lid wordt verstaan onder het Agentschap Binnenlands |
| Binnenlands Bestuur » : l'agence, établie par l'arrêté du Gouvernement | Bestuur: het agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse |
| flamand du 28 octobre 2005 portant création de l'agence autonomisée | Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern |
| interne « Agentschap Binnenlands Bestuur ». | verzelfstandig agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur". |
Art. 29.Lorsque les activités de la Commission d'appel le requièrent, |
Art. 29.Als het nodig is voor de werkzaamheden van de |
| le Ministre peut établir plusieurs chambres au sein de la Commission | Beroepscommissie, kan de minister meerdere kamers oprichten binnen de |
| d'appel ou désigner plus de suppléants pour les membres de la | Beroepscommissie of meer plaatsvervangers voor de leden van de |
| Commission d'appel. En cas de plusieurs chambres, chaque chambre sera | Beroepscommissie aanwijzen. Als er meerdere kamers zijn, wordt elke |
| composée d'un président et de deux assesseurs, selon le mode et aux | kamer samengesteld uit een voorzitter en twee assessoren, op de wijze |
| conditions fixées aux articles 22 à 25 inclus. | en onder de voorwaarden, vermeld in artikel 22 tot en met 25. |
| CHAPITRE 2. - Indemnisation des membres de la Commission d'appel | HOOFDSTUK 2. - Vergoeding van de leden van de Beroepscommissie |
Art. 30.§ 1er. Le président reçoit une indemnisation de 170 euros par |
Art. 30.§ 1. De voorzitter krijgt een vergoeding van 170 euro per |
| dossier traité par la Commission d'appel. | dossier dat de Beroepscommissie behandelt. |
| Les assesseurs reçoivent une indemnisation de 115 euros par dossier | De assessoren krijgen een vergoeding van 115 euro per dossier dat de |
| traité par la Commission d'appel. | Beroepscommissie behandelt. |
| Les montants des indemnisations forfaitaires sont annuellement adaptés | De bedragen van de forfaitaire vergoedingen worden jaarlijks op 1 juli |
| de manière automatique le 1er juillet à l'indice général des prix à la | automatisch aangepast aan het algemene indexcijfer van de |
| consommation en multipliant les montants en vigueur par une fraction | consumptieprijzen door de bedragen die van kracht zijn, te |
| dont le dénominateur égale l'indice des prix à la consommation du mois | vermenigvuldigen met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het |
| de mai de l'année précédente, et le numérateur égale l'indice-santé du | gezondheidsindexcijfer van de maand mei van het voorgaande jaar en de |
| mois de mai de l'année en cours. | teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand mei van |
| het lopende jaar. | |
| L'indemnisation est adaptée selon le coefficient d'augmentation de | De vergoeding wordt aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt |
| l'indice qui s'applique au moment où l'audition a lieu. | die van toepassing is op het moment dat de hoorzitting plaatsvindt. |
| § 2. Les membres de la Commission d'appel ont droit au remboursement | § 2. De leden van de Beroepscommissie hebben recht op de terugbetaling |
| des frais de parcours et de séjour conformément aux dispositions en | van de reis- en verblijfkosten conform de bepalingen die gelden binnen |
| vigueur au sein de l'administration flamande. | de Vlaamse administratie. |
| CHAPITRE 3. - Fonctionnement de la Commission d'appel | HOOFDSTUK 3. - Werking van de Beroepscommissie |
Art. 31.Le président de la Commission d'appel détermine la procédure |
Art. 31.De voorzitter van de Beroepscommissie bepaalt het verloop van |
| de l'audition et décide, en concertation avec les autres membres, sur | de hoorzitting en beslist in samenspraak met de andere leden over de |
| la poursuite ou sur des actes complémentaires d'enquête à poser. | voortzetting of over aanvullende onderzoeksdaden. |
| Le greffier se charge de la préparation de l'audition, sous la | Onder leiding van de voorzitter zorgt de griffier voor de |
| direction du président. Le président signe la correspondance. Il peut | voorbereiding van de hoorzitting. De voorzitter ondertekent de |
| déléguer cette compétence. | briefwisseling. Hij kan die bevoegdheid delegeren. |
Art. 32.A la fin de chaque audition est dressé un procès-verbal, qui |
Art. 32.Op het einde van elke hoorzitting wordt een proces-verbaal |
| est soumis à la signature du membre du personnel intéressé et de | opgemaakt, dat aan het betrokken personeelslid en aan de tuchtoverheid |
| l'autorité disciplinaire, après quoi ils reçoivent une copie. | voor ondertekening wordt voorgelegd, waarna ze een afschrift krijgen. |
Art. 33.La Commission d'appel peut poser des actes complémentaires |
Art. 33.Op elk ogenblik van de beroepsprocedure kan de |
| d'enquête à tout moment de la procédure d'appel. | Beroepscommissie aanvullende onderzoeksdaden stellen. |
| De nouveaux documents et éléments peuvent être apportés jusqu'à la | Er kunnen nieuwe stukken en elementen worden aangebracht tot de |
| clôture des débats. | debatten gesloten worden. |
Art. 34.La Commission d'appel vote à la majorité des voix sur la |
Art. 34.De Beroepscommissie stemt bij meerderheid van stemmen over de |
| décision. Les trois membres de la Commission d'appel signent la | beslissing. De drie leden van de Beroepscommissie ondertekenen de |
| décision. | beslissing. |
Art. 35.Le membre du personnel intéressé et l'autorité disciplinaire |
Art. 35.Het betrokken personeelslid en de tuchtoverheid krijgen |
| reçoivent simultanément une copie de la décision de la Commission d'appel. | tegelijk een afschrift van de beslissing van de Beroepscommissie. |
Art. 36.La Commission d'appel dresse un règlement d'ordre intérieur. |
Art. 36.De Beroepscommissie stelt een intern reglement op. |
| TITRE 4. - Dispositions finales | TITEL 4. - Slotbepalingen |
| CHAPITRE 1er. - Dispositions abrogatoires | HOOFDSTUK 1. - Opheffingsbepalingen |
Art. 37.Les règlements suivants sont abrogés : |
Art. 37.De volgende regelgevende teksten worden opgeheven: |
| 1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 2006 fixant la | 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 houdende |
| procédure disciplinaire pour le personnel communal statutaire en | vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire |
| exécution des articles 129, 136 et 143 du Décret communal, pour le | gemeentepersoneel ter uitvoering van artikel 129, 136 en 143 van het |
| personnel statutaire des centres publics d'aide sociale en exécution | Gemeentedecreet, voor het statutaire personeel van de openbare centra |
| voor maatschappelijk welzijn ter uitvoering van artikel 128, 135 en | |
| des articles 128, 135 et 142 du décret du 19 décembre 2008 relatif à | 142 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie |
| l'organisation des centres publics d'aide sociale, et pour le | van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en voor het |
| personnel provincial statutaire en exécution des articles 125, 132 et | statutaire provinciepersoneel ter uitvoering van artikel 125, 132 en |
| 139 du Décret provincial, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand | 139 van het Provinciedecreet, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse |
| du 15 mai 2009 ; | Regering van 15 mei 2009; |
| 2° l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 décembre 2006 fixant la | 2° het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 houdende |
| composition, l'indemnisation des membres et le fonctionnement de la | vaststelling van de samenstelling, de vergoeding van de leden en de |
| Commission d'appel pour les affaires disciplinaires, en exécution de | werking van de Beroepscommissie voor tuchtzaken ter uitvoering van |
| l'article 138 du Décret communal, de l'article 137 du décret du 19 | artikel 138 van het Gemeentedecreet, artikel 137 van het decreet van |
| décembre 2008 relatif à l'organisation des centres publics d'aide | 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra |
| sociale, et de l'article 134 du Décret provincial, modifié par les | voor maatschappelijk welzijn en artikel 134 van het Provinciedecreet, |
| arrêtés du Gouvernement flamand des 15 mai 2009 et 13 janvier 2017. | gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 en 13 januari 2017. |
| CHAPITRE 2. - Disposition d'entrée en vigueur | HOOFDSTUK 2. - Inwerkingtredingsbepaling |
Art. 38.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2019. |
Art. 38.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019. |
| CHAPITRE 3. - Disposition d'exécution | HOOFDSTUK 3. - Uitvoeringsbepaling |
Art. 39.Le Ministre flamand ayant les affaires intérieures dans ses |
Art. 39.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
| attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté. | aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Bruxelles, le 20 juillet 2018. | Brussel, 20 juli 2018. |
| Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| La Ministre flamande de l'Administration intérieure, de l'Insertion | De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, |
| civique, du Logement, de l'Egalité des Chances et de la Lutte contre la Pauvreté, | Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, |
| L. HOMANS | L. HOMANS |