← Retour vers "Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de l'Instruction publique "
Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de l'Instruction publique | Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
19 JUILLET 2002. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté | 19 JULI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het |
royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel | koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van |
enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de l'Instruction | het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel |
publique | van het Ministerie van Openbaar Onderwijs |
Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse regering, |
Vu le décret relatif à l'enseignement XIII - Mosaïque, notamment | Gelet op het decreet betreffende het onderwijs XIII - Mozaïek, |
l'article IX.9.; | inzonderheid op artikel IX.9.; |
Vu l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du | Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende |
bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee | |
personnel enseignant, scientifique et assimilé du Ministère de | gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, |
l'Instruction publique, notamment l'article 16 modifié par les arrêtés | inzonderheid artikel 16 gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 |
royaux des 21 juin 1962, 30 novembre 1966, 15 mars 1967, 24 mars 1967, | juni 1962, 30 november 1966, 15 maart 1967, 24 maart 1967, 22 januari |
22 janvier 1970, 1er juin 1970, 20 juillet 1970, 29 octobre 1971, 9 | 1970, 1 juni 1970, 20 juli 1970, 29 oktober 1971, 9 december 1971, 18 |
décembre 1971, 18 février 1974, 15 janvier 1975, 10 juin 1976, 9 | februari 1974, 15 januari 1975, 10 juni 1976, 9 juli 1976, 8 maart |
juillet 1976, 8 mars 1979, 14 octobre 1985 et par les arrêtés du | 1979, 14 oktober 1985 en bij de besluiten van de Vlaamse regering van |
Gouvernement flamand des 24 juillet 1991, 19 décembre 1991 et 25 | 24 juli 1991, 19 december 1991 en 25 januari 1995 en op artikel 18, |
janvier 1995 et l'article 18, modifié par les arrêtés royaux des 10 | gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 maart 1965, 15 maart |
mars 1965, 15 mars 1967, 22 janvier 1970, 1er juin 1970, 9 décembre | 1967, 22 januari 1970, 1 juni 1970, 9 december 1971, bij de wet van 8 |
1971, par la loi du 8 février 1974, par les arrêtés royaux des 10 juin | februari 1974, bij de koninklijke besluiten van 10 juni 1976, 18 april |
1976, 18 avril 1977, 20 juillet 1982, par les arrêtés du Gouvernement | 1977, 20 juli 1982, bij de besluiten van de Vlaamse regering van 19 |
flamand des 19 décembre 1991 et 22 juillet 1993; | december 1991 en 22 juli 1993; |
Vu l'accord du Ministre flamand compétent pour le budget, donné le 12 juillet 2001; | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2001; |
Vu le protocole n° 437 du 14 décembre 2001 portant les conclusions des | Gelet op het protocol nr. 437 van 14 december 2001 houdende de |
conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke | |
négociations menées en réunion commune du Comité sectoriel X et de la | vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse |
sous-section « Communauté flamande » de la section 2 du Comité des | Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en |
services publics provinciaux et locaux; | plaatselijke overheidsdiensten; |
Vu le protocole n° 206 du 14 décembre 2001 portant les conclusions des | Gelet op het protocol nr. 206 van 14 december 2001 houdende de |
négociations menées au sein du Comité coordinateur de négociation visé | conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Overkoepelend |
au décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation | onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot |
dans l'enseignement libre subventionné; | oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd |
Vu la délibération du Gouvernement flamand, le 24 juillet 2001, sur la | onderwijs; Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 24 juli 2001, |
demande d'avis à donner par le Conseil d'Etat dans un délai ne | betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een |
dépassant pas un mois; | maand; |
Vu l'avis du Conseil d'Etat n° 32.121/1, donné le 27 septembre 2001, | Gelet op het advies van de Raad van State nr. 32.121/1, gegeven op 27 |
par application de l'article 84, premier alinéa, 1°, des lois | september 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de |
coordonnées sur le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Sur la proposition du Ministre flamand de l'Enseignement et de la Formation; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming; |
Après en avoir délibéré, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.A l'article 16, § 1er, de l'arrêté royal du 15 avril 1958 |
Artikel 1.In artikel 16, § 1, van het koninklijk besluit van 15 april |
1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, | |
portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et | wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie |
assimilé du Ministère de l'Instruction publique, modifié par les | van Openbaar Onderwijs gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 |
arrêtés royaux des 21 juin 1962, 30 novembre 1966, 15 mars 1967, 24 | juni 1962, 30 november 1966, 15 maart 1967, 24 maart 1967, 22 januari |
mars 1967, 22 janvier 1970, 1 juin 1970, 20 juillet 1970, 29 octobre | 1970, 1 juni 1970, 20 juli 1970, 29 oktober 1971, 9 december 1971, 18 |
1971, 9 décembre 1971, 18 février 1974, 15 janvier 1975, 10 juin 1976, | februari 1974, 15 januari 1975, 10 juni 1976, 9 juli 1976, 8 maart |
9 juillet 1976, 8 mars 1979, 14 octobre 1985 et par les arrêtés du | 1979, 14 oktober 1985 en bij de besluiten van de Vlaamse regering van |
Gouvernement flamand des 24 juillet 1991, 19 décembre 1991 et 25 | 24 juli 1991, 19 december 1991 en 25 januari 1995 worden de volgende |
janvier 1995, les modifications suivantes sont apportées : | wijzigingen aangebracht : |
1° au littera A. un r) est ajouté, rédigé comme suit : | 1° aan littera A. wordt een r) toegevoegd, die luidt als volgt : |
« r) les services réels qu'un membre du personnel a rendus à compter | « r) de werkelijke diensten die een personeelslid vanaf 1 september |
du 1er septembre 2000 dans l'enseignement à horaire réduit financé ou | 2000 heeft verstrekt in het door de Vlaamse Gemeenschap gefinanciërde |
subventionné par la Communauté flamande en tant que titulaire d'une | of gesubsidieerde onderwijs met beperkt leerplan als titularis van een |
fonction rémunérée à prestations complètes qui est considérée comme | bezoldigd ambt met volledige prestaties dat beschouwd wordt als « |
une "fonction principale" en vertu de l'article 5 du présent arrêté si | hoofdambt » krachtens artikel 5 van dit besluit, indien het |
elle était exercée dans l'enseignement de plein exercice. Ces services | uitgeoefend was geweest in het onderwijs met volledig leerplan. Deze |
sont admissibles pour autant qu'ils ne sont pas valorisés pour le | diensten komen in aanmerking voor zover ze niet worden meegerekend |
calcul de l'ancienneté pécuniaire dans le cadre de l'arrêté royal du | voor het bepalen van de geldelijke anciënniteit in het kader van het |
10 mars 1965 portant statut pécuniaire du personnel des cours à | koninklijk besluit van 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van |
horaire réduit relevant du Ministère de l'Education nationale et de la | het personeel der leergangen met beperkt leerplan afhangend van het |
Culture;" | Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur; » |
2° au littera B, a), premier alinéa, les mots suivants sont ajoutés : | 2° aan littera B, a), eerste lid, worden de volgende woorden toegevoegd : |
« ainsi que les services réels qu'un membre du personnel a rendus à | « alsook de werkelijke diensten die een personeelslid vanaf 1 |
compter du 1er septembre 2000 dans l'enseignement à horaire réduit | september 2000 heeft verstrekt in het door de Vlaamse Gemeenschap |
financé ou subventionné par la Communauté flamande en tant que | gefinanciërde of gesubsidieerde onderwijs met beperkt leerplan als |
titulaire d'une fonction rémunérée à prestations incomplètes qui est | titularis van een bezoldigd ambt met onvolledige prestaties dat |
considérée comme "fonction principale" en vertu de l'article 5 du | beschouwd wordt als « hoofdambt » krachtens artikel 5 van dit besluit, |
présent arrêté si elle était exercée dans l'enseignement de plein | indien het uitgeoefend was geweest in het onderwijs met volledig |
leerplan en voor zover ze niet worden meegerekend voor het bepalen van | |
exercice et pour autant qu'ils ne sont pas valorisés pour le calcul de | de geldelijke anciënniteit in het kader van het koninklijk besluit van |
l'ancienneté pécuniaire dans le cadre de l'arrêté royal du 10 mars | 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der |
1965 portant statut pécuniaire du personnel des cours à horaire réduit | leergangen met beperkt leerplan afhangend van het Ministerie van |
relevant du Ministère de l'Education nationale et de la Culture. ». | Nationale Opvoeding en Cultuur. ». |
Art. 2.Dans l'article 18 du même arrêté, modifié par les arrêtés |
Art. 2.In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
royaux des 10 mars 1965, 15 mars 1967, 22 janvier 1970, 1er juin 1970, | koninklijke besluiten van 10 maart 1965, 15 maart 1967, 22 januari |
9 décembre 1971, par la loi du 8 février 1974, par les arrêtés royaux | 1970, 1 juni 1970, 9 december 1971, bij de wet van 8 februari 1974, |
des 10 juin 1976, 18 avril 1977, 20 juillet 1982, par les arrêtés du | bij de koninklijke besluiten van 10 juni 1976, 18 april 1977, 20 juli |
Gouvernement flamand des 19 décembre 1991 et 22 juillet 1993 sont | 1982, bij de besluiten van de Vlaamse regering van 19 december 1991 en |
abrogés : | 22 juli 1993 worden opgeheven : |
1° au premier alinéa point d); | 1° in het eerste lid punt d); |
2° les deuxième, troisième, quatrième et cinquième alinéas. | 2° het tweede, derde, vierde en vijfde lid. |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2000. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000. |
Art. 4.Le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
est chargé de l'exécution du présent arrêté. | de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 19 juillet 2002. | Brussel, 19 juli 2002. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
P. DEWAEL | P. DEWAEL |
Le Ministre flamand de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, |
M. VANDERPOORTEN | M. VANDERPOORTEN |