Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté royal du 10 mars 1965 portant statut pécuniaire du personnel des cours à horaire réduit relevant du Ministère de l'Education nationale et de la Culture | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der leergangen met beperkt leerplan afhangend van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur |
---|---|
17 MAI 2024. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté royal | 17 MEI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het |
du 10 mars 1965 portant statut pécuniaire du personnel des cours à | koninklijk besluit van 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van |
horaire réduit relevant du Ministère de l'Education nationale et de la | het personeel der leergangen met beperkt leerplan afhangend van het |
Culture | Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur |
Fondement juridique | Rechtsgronden |
Le présent arrêté est fondé sur : | Dit besluit is gebaseerd op: |
- la Codification de certaines dispositions relatives à l'enseignement | - de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober |
du 28 octobre 2016, sanctionnée par le décret du 23 décembre 2016, | 2016, bekrachtigd bij het decreet van 23 december 2016, artikel V.47, |
article V.47, § 3, et V.48, modifié par le décret du 16 juin 2017. | § 3, en V.48, gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2017. |
Formalités | Vormvereisten |
Les formalités suivantes ont été remplies : | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
- L'Inspection des Finances a rendu un avis le 11 mars 2024. | - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 11 maart 2024. |
- La réunion commune du Comité sectoriel X, de la sous-section | - De gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X, van |
Communauté flamande de la section 2 du Comité des services publics | onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor |
provinciaux et locaux et du comité coordinateur de négociation visé au | de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van het |
décret du 5 avril 1995 portant création de comités de négociation dans | overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 |
april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij | |
l'enseignement libre subventionné, a conclu le protocole n° 254 le 22 | gesubsidieerd onderwijs, heeft protocol nr. 254 gesloten op 22 april |
avril 2024. | 2024. |
- Le Conseil d'Etat a rendu l'avis 75.927/1 le 18 avril 2024, en | - De Raad van State heeft advies 75.927/1 gegeven op 18 april 2024, |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973. | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. |
Initiateur | Initiatiefnemer |
Le présent arrêté est proposé par le ministre flamand de | Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, |
l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des Animaux et du Vlaamse Rand. | Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
LE GOUVERNEMENT FLAMAND ARRETE : | DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: |
Article 1er.L'article 14 de l'arrêté royal du 10 mars 1965 portant statut pécuniaire du personnel des cours à horaire réduit relevant du Ministère de l'Education nationale et de la Culture est remplacé par ce qui suit : « Art. 14.Les services admissibles se comptent par mois calendaire, ceux qui ne couvrent pas tout le mois étant négligés. Les services effectifs prestés en tant qu'intérimaire occasionnel dans un cours à horaire réduit de l'Etat, des territoires sous l'autorité belge, d'une province, d'une commune, d'une administration subordonnée à une province ou à une commune, ou dans un cours à horaire réduit subventionné par l'Etat, peuvent être pris en considération pour une ancienneté égale au nombre de jours de travail intérimaire multiplié |
Artikel 1.Artikel 14 van het koninklijk besluit van 10 maart 1965 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der leergangen met beperkt leerplan afhangend van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, wordt vervangen door wat volgt: " Art. 14.De in aanmerking komende diensten worden berekend per kalendermaand; diegene welke geen volle maand bedragen, worden niet meegeteld. De werkelijke diensten gepresteerd als occasioneel waarnemer in een cursus met beperkt leerplan van de Staat, van de gebieden onder Belgisch gezag, van een provincie, van een gemeente, van een bestuur dat ondergeschikt is aan een provincie of gemeente, of in een cursus met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Staat, komen in aanmerking voor een anciënniteit die gelijk is aan het aantal dagen interim, |
par 1,2. | vermenigvuldigd met 1,2. |
Les services effectifs prestés pendant les mois de juillet ou août | De werkelijke diensten die zijn gepresteerd in de maanden juli of |
dans l'offre d'été de l'éducation des adultes, visée à l'article | augustus in het zomeraanbod van het volwassenenonderwijs, vermeld in |
130quater du décret du 15 juin 2007 relatif à l'éducation des adultes, | artikel 130quater van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het |
s'appliquent à une ancienneté égale au nombre de jours de travail | volwassenenonderwijs, gelden voor een anciënniteit die gelijk is aan |
intérimaire multiplié par le facteur 1,2. Un membre du personnel peut | het aantal interimdagen, vermenigvuldigd met de factor 1,2. Een |
acquérir un maximum de 360 jours d'ancienneté par année calendaire. | personeelslid kan maximaal 360 dagen anciënniteit per kalenderjaar verwerven. |
Aux fins du présent article, sont réputés intérimaires tous les | Voor de toepassing van dit artikel worden als interimaire diensten |
services admissibles prestés pendant le mois au cours duquel le membre | beschouwd al de in aanmerking komende diensten, verstrekt gedurende de |
du personnel est désigné pour la première fois en une qualité autre | maand waarin het personeelslid voor het eerst is aangesteld in een |
que celle d'intérimaire. ». | andere hoedanigheid dan die van waarnemer.". |
Art. 2.L'arrêté ministériel du 22 mai 1967 fixant la durée des |
Art. 2.Het ministerieel besluit van 22 mei 1967 tot vaststelling van |
services admissibles prestés à titre intérimaire par les membres du | de duur der in aanmerking komende diensten die ad interim gepresteerd |
personnel enseignant des cours à horaire réduit, modifié par l'arrêté | werden door de leerkrachten van de cursussen met beperkt leerplan, |
du 10 octobre 2000, est abrogé. | gewijzigd bij het besluit van 10 oktober 2000, wordt opgeheven. |
Art. 3.Le présent arrêté produit ses effets le 1er septembre 2023. |
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2023. |
Art. 4.Le ministre flamand qui a l'enseignement et la formation dans |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is |
ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 17 mai 2024. | Brussel, 17 mei 2024. |
Le ministre-président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
Le ministre flamand de l'Enseignement, des Sports, du Bien-Etre des | De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse |
animaux et du Vlaamse Rand, | Rand, |
B. WEYTS | B. WEYTS |