Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2002 définissant le pourcentage d'utilisation du nombre de périodes-professeur dans l'enseignement artistique à temps partiel | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
17 JUILLET 2015. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté | 17 JULI 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het |
du Gouvernement flamand du 15 juillet 2002 définissant le pourcentage | besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de |
d'utilisation du nombre de périodes-professeur dans l'enseignement | bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in |
artistique à temps partiel | het deeltijds kunstonderwijs |
Le Gouvernement flamand, | DE VLAAMSE REGERING, |
Vu le décret du 31 juillet 1990 relatif à l'enseignement-II, notamment | Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, |
l'article 96, § 2, 6° ; | artikel 96, § 2, 6° ; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende |
organisation de l'enseignement artistique à temps partiel, orientation | organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting |
« Arts plastiques », notamment l'article 29, l'article 30, modifié par | "Beeldende kunst", artikel 29, artikel 30, gewijzigd bij de besluiten |
les arrêtés du Gouvernement flamand des 1er septembre 1993, 30 octobre | van de Vlaamse Regering van 1 september 1993, 30 oktober 2009 en 3 |
2009 et 3 octobre 2014, l'article 31, modifié par l'arrêté du | oktober 2014, artikel 31, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse |
Gouvernement flamand du 30 octobre 2009, et l'article 33, modifié par | Regering van 30 oktober 2009, en artikel 33, gewijzigd bij het besluit |
l'arrêté du Gouvernement flamand du 30 octobre 2009 ; | van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2009; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende |
organisation de l'enseignement artistique à temps partiel, | organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen |
orientations « Musique », « Arts de la parole » et « Danse », | |
notamment l'article 42, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand | "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", artikel 42, gewijzigd bij het |
du 1er septembre 1993 ; | besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 1993; |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2002 définissant le | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 |
pourcentage d'utilisation du nombre de périodes-professeur dans | betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal |
l'enseignement artistique à temps partiel ; | uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs; |
Vu l'accord de la Ministre flamande chargée du budget, donné le 14 juillet 2015 ; | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 14 juli 2015; |
Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
notamment l'article 3, § 1er ; | 1973, artikel 3, § 1; |
Vu l'urgence ; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Vu le fait que le non-redressement d'une disposition fautive dans le | Overwegende dat het niet-rechtzetten van een foutieve bepaling in het |
décret du 19 juin 2015 aurait pour l'Autorité flamande des | decreet van 19 juni 2015 voor de Vlaamse overheid niet te honoreren |
budgettaire gevolgen zou hebben en het retroactief rechtzetten van de | |
conséquences budgétaires ne pouvant pas être honorées et le fait qu'un | vergissing na 1 september 2015 voor de betrokkenen rechtsonzekerheid |
redressement rétroactif de l'erreur après le 1er septembre 2015 créerait une insécurité juridique pour les personnes concernées, et que la réunion du Gouvernement flamand du 17 juillet 2015 constitue donc la dernière possibilité pour rectifier l'erreur ; Sur la proposition de la Ministre flamande de l'Enseignement ; Après délibération, Arrête : Article 1er.L'article 2 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2002 relatif aux normes de programmation et de rationalisation |
zou creëren, en dat de vergadering van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015 derhalve de laatste mogelijkheid is om de vergissing recht te zetten; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1.Artikel 1 en 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs, gewijzigd bij de decreten van 18 december 2009 en 23 december 2010 en het besluit |
dans l'enseignement fondamental ordinaire, modifié par l'arrêté du 3 | van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2014, worden vervangen door wat volgt: |
" Artikel 1.Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van |
|
octobre 2014, est remplacé par la disposition suivante : | artikel 29 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 |
houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting | |
« Article 1er.A compter de l'année scolaire 2002-2003, les |
"Beeldende kunst", mogen de instellingen vanaf het schooljaar |
établissements ne peuvent utiliser que 85 % au maximum du nombre de | 2002-2003 ten hoogste 85 % aanwenden. |
périodes-professeur, obtenu par application de l'article 29 de | Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 30 |
l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant | |
organisation de l'enseignement artistique à temps partiel, orientation | van hetzelfde besluit, mogen de instellingen vanaf het schooljaar |
« Arts plastiques ». | |
Du nombre de périodes-professeur, obtenu par application de l'article | |
30 du même arrêté, les établissements ne peuvent utiliser que 92 % au | 2002-2003 ten hoogste 92 % aanwenden. |
maximum à partir de l'année scolaire 2002-2003. | Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 31, § |
Du nombre de périodes-professeur, obtenu par application de l'article | 1, van hetzelfde besluit, mogen de instellingen vanaf het schooljaar |
31, § 1er, du même arrêté, les établissements ne peuvent utiliser que | |
92 % au maximum à partir de l'année scolaire 2002-2003. | 2002-2003 ten hoogste 92 % aanwenden. |
Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 33 | |
Du nombre de périodes-professeur, obtenu par application de l'article | van hetzelfde besluit, mogen de instellingen vanaf het schooljaar |
33 du même arrêté, les établissements ne peuvent utiliser que 95 % au | 2002-2003 ten hoogste 95 % aanwenden. |
maximum à partir de l'année scolaire 2002-2003. | Wat het aantal uren-leraar van de vrijgestelden van een vak in de |
A partir de l'année scolaire 2011-2012, les établissements ne peuvent | studierichting beeldende kunst betreft, mogen de instellingen vanaf |
utiliser que 85 % au maximum du nombre de périodes-professeur au | het schooljaar 2011-2012 ten hoogste 85 % aanwenden tenzij de leerling |
profit des élèves dispensés de suivre un cours dans l'orientation arts | |
plastiques, à moins que l'élève suive soit un programme adapté | |
individuellement conformément à l'article 7, § 4ter, de l'arrêté du | hetzij een individueel aangepast curriculum volgt conform artikel 7, § |
Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant organisation de | 4ter, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 |
l'enseignement artistique à temps partiel, orientation « Arts | houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting |
plastiques », soit un horaire des cours adapté conformément à | "Beeldende Kunst", hetzij een aangepast lessenrooster volgt conform |
l'article 7, § 4quater, du même arrêté. Chaque cours pour lequel | artikel 7, § 4quater, van hetzelfde besluit. Elk vak waarvoor de |
l'élève est dispensé, est pris en compte. | leerling is vrijgesteld, wordt daarbij in rekening gebracht. |
Art. 2.Du nombre de périodes-professeur, obtenu par application de |
Art. 2.Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van |
l'article 42, § 1, 1°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 | artikel 42, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 |
juillet 1990 portant organisation de l'enseignement artistique à temps | juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, |
partiel, orientations « Musique », « Arts de la parole » et « Danse », | studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", mogen de |
instellingen vanaf het schooljaar 2002-2003 wat de lagere graad | |
les établissements ne peuvent utiliser que 95 % au maximum pour le | betreft ten hoogste 95 % aanwenden en wat de middelbare graad betreft |
degré inférieur et que 92 % au maximum pour le degré moyen à partir de | ten hoogste 92 %. |
l'année scolaire 2002-2003. | Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 42, § |
A partir de l'année scolaire 2002-2003, les établissements ne peuvent | 1, 2°, van hetzelfde besluit, mogen de instellingen vanaf het |
utiliser que 92 % au maximum pour le degré inférieur et que 95 % au | schooljaar 2002-2003 wat de lagere graad betreft ten hoogste 92 % |
maximum pour le degré moyen du nombre de périodes-professeur, obtenu | aanwenden en wat de middelbare graad betreft ten hoogste 95 %. |
par application de l'article 42, § 1er, 2°, du même arrêté. | Wat het aantal uren-leraar van de vrijgestelden van een vak in de |
A partir de l'année scolaire 2011-2012, les établissements ne peuvent | studierichtingen muziek, woordkunst of dans betreft, mogen de |
utiliser que 70 % au maximum du nombre de périodes-professeur au profit des élèves dispensés de suivre un cours dans les orientations musique, arts de la parole ou danse, à moins que l'élève suive soit un programme adapté individuellement conformément à l'article 26ter de l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 juillet 1990 portant organisation de l'enseignement artistique à temps partiel, orientations « Musique », « Arts de la parole » et « Danse », soit un horaire des cours adapté conformément à l'article 26quater du même arrêté. Chaque cours pour lequel l'élève est dispensé, est pris en compte. Les dispositions du premier au troisième alinéa inclus ne sont pas applicables aux établissements implantés dans une des dix-neuf | instellingen vanaf het schooljaar 2011-2012 ten hoogste 70 % aanwenden tenzij de leerling hetzij een individueel aangepast curriculum volgt conform artikel 26ter van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", hetzij een aangepast lessenrooster volgt conform artikel 26quater van hetzelfde besluit. Elk vak waarvoor de leerling is vrijgesteld, wordt daarbij in rekening gebracht. De bepalingen van het eerste tot en met het derde lid zijn niet van toepassing op de instellingen die gevestigd zijn in de negentien |
communes de la région bilingue de Bruxelles-Capitale. ». | gemeenten van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.". |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 2 septembre 2015. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 2 september 2015. |
Art. 4.Le Ministre flamand qui a l'enseignement dans ses attributions |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
est chargé de l'exécution du présent arrêté. | de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 17 juillet 2015. | Brussel, 17 juli 2015. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
La Ministre flamande de l'Enseignement, | De Vlaamse minister van Onderwijs, |
H. CREVITS | H. CREVITS |