Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure disciplinaire pour les mandataires en exécution des articles 71 et 274 du décret communal, de l'article 21ter de la loi sur les CPAS et de l'article 69 du décret provincial | Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor de mandatarissen in uitvoering van artikelen 71 en 274 van het gemeentedecreet, artikel 21ter van de OCMW-wet en artikel 69 van het provinciedecreet |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
15 JUIN 2007. - Arrêté du Gouvernement flamand fixant la procédure | 15 JUNI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling |
van de tuchtprocedure voor de mandatarissen in uitvoering van | |
disciplinaire pour les mandataires en exécution des articles 71 et 274 | artikelen 71 en 274 van het gemeentedecreet, artikel 21ter van de |
du décret communal, de l'article 21ter de la loi sur les CPAS et de | |
l'article 69 du décret provincial | OCMW-wet en artikel 69 van het provinciedecreet |
Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse Regering, |
Gelet op de organieke wet betreffende de openbare centra voor | |
Vu la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d'aide | maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976, inzonderheid op artikel |
sociale, notamment l'article 21ter, inséré par le décret du 7 juillet | 21ter, ingevoegd bij het decreet van 7 juli 2006; |
2006; Vu le Décret communal du 15 juillet 2005, notamment l'article 71 et | Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid op artikel |
l'article 274, § 5; | 71 en 274, § 5; |
Vu le Décret provincial du 9 décembre 2005, notamment l'article 69; | Gelet op het Provinciedecreet van 9 december 2005, inzonderheid op |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 7 mars 2007; | artikel 69; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 maart 2007; |
Vu l'avis n° 43.067/3 du Conseil d'Etat, donné le 30 mai 2007, en | Gelet op het advies nr. 43.067/3 van de Raad van State, gegeven op 30 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois | mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
coordonnées sur le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten van de Raad van State; |
Sur la proposition du Ministre flamand des Affaires intérieures, de la | Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, |
Politique des Villes, du Logement et de l'Intégration civique; | Stedenbeleid, Wonen en Inburgering; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, on entend par |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder |
mandataire : le bourgmestre, les échevins et le président du conseil | mandataris : de burgemeester, de schepen en de voorzitter van de |
communal, le président du conseil de district, le président et les | gemeenteraad, de voorzitter van de districtsraad, de voorzitter en de |
membres du collège de district, le président et le vice-président du | leden van het districtscollege, de voorzitter en de ondervoorzitter |
conseil de l'aide sociale et les députés et le président du conseil | van de raad voor maatschappelijk welzijn en de gedeputeerden en de |
provincial, à l'exception du président et du vice-président du conseil | voorzitter van de provincieraad, met uitzondering van de voorzitter en |
de l'aide sociale de Fourons. | de ondervoorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van |
Art. 2.Si le Gouvernement flamand prend connaissance de faits commis |
Voeren. Art. 2.Als de Vlaamse Regering kennis krijgt van feiten gepleegd door |
par le mandataire intéressé qui peuvent être qualifiés d'inconduite | de betrokken mandataris die gecatalogiseerd kunnen worden als |
notoire ou de négligence grave et qui peuvent conduire à l'imposition | kennelijk wangedrag of grove nalatigheid en die aanleiding kunnen |
d'une mesure disciplinaire, il peut charger le gouverneur de province | geven tot het opleggen van een tuchtmaatregel, kan ze de |
de la province où le mandataire intéressé a été nommé ou élu, de mener une enquête disciplinaire, de rédiger un rapport disciplinaire et de composer un dossier disciplinaire. Si les faits portent sur un député ou le président du conseil provincial, la mission, visée à l'alinéa 1er, est confiée au gouverneur de province d'une autre province que celle dans laquelle le mandataire intéressé est nommé ou élu. Le gouverneur de province donne dans son rapport disciplinaire un avis sur les suites à donner aux faits et formule une proposition de peine au cas où il proposerait d'ouvrir une enquête disciplinaire. Art. 3.Dans le cadre de l'enquête disciplinaire, le gouverneur de province peut requérir la collaboration d'un commissaire d'arrondissement. |
provinciegouverneur van de provincie waar de betrokken mandataris benoemd of verkozen is, de opdracht geven om een tuchtonderzoek te voeren, een tuchtverslag op te maken, en een tuchtdossier samen te stellen. Als de feiten betrekking hebben op een gedeputeerde of op de voorzitter van de provincieraad, wordt de opdracht, vermeld in het eerste lid, gegeven aan de provinciegouverneur van een andere provincie dan die waar de betrokken mandataris benoemd of verkozen is. De provinciegouverneur geeft in zijn tuchtverslag advies over het gevolg dat volgens hem aan de feiten gegeven moet worden en formuleert een voorstel van straf als hij het opstarten van een tuchtprocedure voorstelt. Art. 3.De provinciegouverneur kan in het kader van het tuchtonderzoek de medewerking vorderen van een arrondissementscommissaris. |
Art. 4.§ 1er. Après réception du rapport disciplinaire accompagné du |
Art. 4.§ 1. Na de ontvangst van het tuchtverslag en het bijgevoegde |
dossier disciplinaire, le Gouvernement flamand convoque le mandataire | tuchtdossier roept de Vlaamse Regering binnen een termijn van drie |
intéressé à une audition dans un délai de trois mois. | maanden de betrokken mandataris op voor een hoorzitting. |
Si le Gouvernement flamand ne convoque pas le mandataire intéressé à | Als de Vlaamse Regering binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, |
l'audition dans le délai visé à l'alinéa 1er, à compter de la date | te rekenen vanaf de datum van de verzending van het verslag van de |
d'envoi du rapport du gouverneur accompagné du dossier disciplinaire, | gouverneur waarbij het tuchtdossier gevoegd is, de betrokken |
le Gouvernement flamand est censé renoncer à des poursuites | mandataris niet oproept voor de hoorzitting, wordt de Vlaamse Regering |
ultérieures el il ne peut plus imposer une peine disciplinaire pour | geacht af te zien van de verdere vervolging en kan ze geen tuchtstraf |
les faits imputés. | meer opleggen voor de ten laste gelegde feiten. |
§ 2. Le mandataire intéressé est convoqué à l'audition par lettre | § 2. De betrokken mandataris wordt opgeroepen voor de hoorzitting met |
recommandée, au moins vingt-et-un jours avant l'audition. | een aangetekende brief, ten minste eenentwintig dagen voor de |
hoorzitting. | |
La convocation mentionne : | De oproeping vermeldt : |
1° les faits imputés; | 1° de ten laste gelegde feiten; |
2° la prise en considération d'une peine disciplinaire; | 2° de overweging van een tuchtstraf; |
3° le lieu, la date et l'heure de l'audition; | 3° de plaats, de dag en het uur van de hoorzitting; |
4° la possibilité de consulter le dossier disciplinaire; | 4° de mogelijkheid tot inzage van het tuchtdossier; |
5° le droit de se faire assister et représenter par un défenseur de | 5° het recht op bijstand en vertegenwoordiging door een verdediger |
son choix; | naar keuze; |
6° le droit de demander l'audition de témoins; | 6° het recht om het horen van getuigen te vragen; |
7° le droit d'introduire une défense écrite jusqu'au jour avant | 7° het recht om een schriftelijk verweer in te dienen tot op de dag |
l'audition. | voor de hoorzitting. |
§ 3. Il est notifié au mandataire intéressé que, si des témoins | § 3. Aan de betrokken mandataris wordt gemeld dat, indien er getuigen |
doivent être entendus, l'autorité disciplinaire doit en être informée | moeten gehoord worden, dit tien dagen voor de hoorzitting wordt |
dix jours avant l'audition, en vue de leur convocation, qu'il faut indiquer les témoins qui doivent être entendus, et qu'il faut indiquer l'objet des témoignages. Il est également notifié à l'intéressé qu'il est prié de déposer, dans le même délai de dix jours précédant l'audition, auprès de l'autorité disciplinaire les documents qu'il souhaite joindre au dossier disciplinaire. Si l'autorité disciplinaire convoque des témoins, les noms et l'objet des témoignages sont communiqués au mandataire intéressé. | meegedeeld aan de tuchtoverheid met het oog op de oproeping van deze getuigen, dat moet worden aangegeven welke getuigen moeten gehoord worden en dat ook moet worden aangegeven waarover de getuigen geacht worden een verklaring af te leggen. Aan de betrokkene wordt meegedeeld dat hij verzocht wordt binnen dezelfde termijn van tien dagen voor de hoorzitting bij de tuchtoverheid de stukken neer te leggen die hij wil toevoegen aan het tuchtdossier. Als de tuchtoverheid zelf getuigen oproept worden de namen en het onderwerp van de getuigenverklaringen aan de betrokken mandataris meegedeeld. |
Art. 5.Le gouvernement flamand ou un ou plusieurs des fonctionnaires de l'Agentschap voor Binnenlands Bestuur (Agence de l'Administration intérieure) désignés par lui entendent le mandataire intéressé. Peuvent également assister à l'audition, un ou plusieurs fonctionnaires de l'Agentschap voor Binnenlands Bestuur désignés à cet effet par le fonctionnaire dirigeant de l'agence. L'audition est tenue à huis clos. Art. 6.Un procès-verbal de l'audition est rédigé. Lorsque le procès-verbal est établi pendant l'audition, l'intéressé est demandé de le signer. Lorsque le procès-verbal est établi après l'audition, il est envoyé ou remis contre récépissé à l'intéressé. Le mandataire intéressé est prié de renvoyer le procès-verbal signé ou assorti de remarques, au Gouvernement flamand, au plus tard dix jours après sa réception. Art. 7.Le Gouvernement flamand transmet sa décision par lettre recommandée ou la remet contre récépissé à l'intéressé dans un délai de trois mois après la signature du procès-verbal de la dernière audition par la personne qui a présidé l'audition. Art. 8.Le Ministre flamand ayant les Affaires intérieures dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 15 juin 2007. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Politique des Villes, du Logement et de l'Intégration civique, |
Art. 5.De Vlaamse Regering of een of meerdere van door haar aangewezen ambtenaren van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, hoort de betrokken mandataris. De hoorzitting kan ook bijgewoond worden door een of meerdere ambtenaren van het Agentschap voor Binnenlands bestuur, die hiertoe aangewezen zijn door de leidend ambtenaar van het agentschap. De hoorzitting vindt plaats achter gesloten deuren. Art. 6.Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgemaakt. Als het proces-verbaal tijdens de hoorzitting wordt opgemaakt, wordt aan de betrokkene gevraagd het te ondertekenen. Als het proces-verbaal na de hoorzitting wordt opgemaakt, wordt het naar de betrokkene toegestuurd of wordt het overhandigd tegen ontvangstbewijs. De betrokken mandataris wordt gevraagd het proces-verbaal ondertekend of met bijgevoegde opmerkingen terug te bezorgen aan de Vlaamse Regering uiterlijk tien dagen na de ontvangst ervan. Art. 7.De Vlaamse Regering stuurt haar beslissing aangetekend naar de betrokkene of overhandigt ze tegen ontvangstbewijs, binnen een termijn van drie maanden na de ondertekening van het proces-verbaal van de laatste hoorzitting door de persoon die de hoorzitting heeft voorgezeten. Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Binnenlandse Aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 15 juni 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, |
M. KEULEN | M. KEULEN |