Arrêté du Gouvernement flamand relatif au budget et à la comptabilité des personnes morales flamandes | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de begroting en de boekhouding van de Vlaamse rechtspersonen |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
14 OCTOBRE 2011. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif au budget et | 14 OKTOBER 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de |
à la comptabilité des personnes morales flamandes | begroting en de boekhouding van de Vlaamse rechtspersonen |
Le Gouvernement flamand, | De Vlaamse Regering, |
Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
notamment l'article 20; | instellingen, artikel 20; |
Vu le décret du 8 juillet 2011 réglant le budget, la comptabilité, | Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de |
l'attribution de subventions et le contrôle de leur utilisation, et le | begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle |
contrôle par la Cour des Comptes, notamment l'article 36, § 1er, | op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 36, |
l'article 37, § 1er et § 2, l'article 38, § 3 et § 4, l'article 39, § | § 1, artikel 37, § 1 en § 2, artikel 38, § 3 en § 4, artikel 39, § 2, |
2, l'article 43 et l'article 44, § 1er, l'article 45 et l'article 70; | artikel 41, § 2, artikel 43 en artikel 44, § 1, artikel 45 en artikel |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 mai 1997 relatif à une | 70; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 1997 |
comptabilité économique intégrée et au rapport budgétaire pour les | betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire |
organismes publics flamands; | rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen; |
Vu l'accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 14 juillet 2011; | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 14 juli 2011; |
Vu l'avis 50.111/1/V du Conseil d'Etat, rendu le 18 août 2011, en | Gelet op advies 50.111/1/V van de Raad van State, gegeven op 18 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le | augustus 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Ministre flamand des Finances, du Budget, de | Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, |
l'Emploi, de l'Aménagement du Territoire et des Sports; | Ruimtelijke Ordening en Sport; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
CHAPITRE 1er. - Définitions et dispositions générales | HOOFDSTUK 1. - Definities en algemene bepalingen |
Article 1er.Dans le présent arrêté, on entend par : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
1° décret des Comptes : le décret du 8 juillet 2011 réglant le budget, | 1° Rekendecreet : het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de |
la comptabilité, l'attribution de subventions et le contrôle de leur | begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle |
utilisation, et le contrôle par la Cour des Comptes; | op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof; |
2° personne morale flamande : les personnes morales, visées à | 2° Vlaamse rechtspersoon : de rechtspersonen, vermeld in artikel 4, § |
l'article 4, § 1er, 2° du décret des Comptes, sauf disposition | 1, 2°, van het Rekendecreet behalve als het anders bepaald is in |
contraire dans l'article 2; | artikel 2; |
3° ministre fonctionnellement compétent : le Ministre chargé de la | 3° inhoudelijk bevoegde minister : de minister die belast is met het |
gestion ou du contrôle de la personne morale flamande. | beheer van of het toezicht op de Vlaamse rechtspersoon. |
Art. 2.Le présent arrêté s'applique à toutes les personnes morales |
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op alle Vlaamse rechtspersonen |
flamandes, telles que visées à l'article 4, § 1er, 2° du décret des Comptes. | als vermeld in artikel 4, § 1, 2°, van het Rekendecreet. |
Les articles 5, 14 et 15 du présent arrêté s'appliquent aussi aux | Artikelen 5, 14 en 15 van dit besluit zijn ook van toepassing op de |
personnes morales flamandes visées à l'article 4, § 2 du décret des | Vlaamse rechtspersonen, vermeld in artikel 4, § 2, van het |
Comptes. | Rekendecreet. |
CHAPITRE 2. - Dispositions relatives au budget | HOOFDSTUK 2. - Bepalingen over de begroting |
Section 1re. - Estimation pluriannuelle | Afdeling 1. - Meerjarenraming |
Art. 3.§ 1er. Le Ministre flamand, ayant les finances et les budgets |
Art. 3.§ 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de |
dans ses attributions, prépare l'introduction des estimations | begrotingen, bereidt de indiening van de meerjarenramingen van de |
pluriannuelles de la personne morale flamande, en coopération avec le | Vlaamse rechtspersoon voor, in samenwerking met de inhoudelijk |
ministre fonctionnellement compétent et les joint à l'estimation | bevoegde minister, en voegt ze bij de meerjarenraming van de |
pluriannuelle des ministères avant de les soumettre à l'approbation du | ministeries, voor hij ze ter goedkeuring voorlegt aan de Vlaamse |
Gouvernement flamand. | Regering. |
§ 2. La personne morale flamande rédige un projet d'estimation | § 2. De Vlaamse rechtspersoon stelt een ontwerp van meerjarenraming op |
pluriannuelle ou la met à jour selon les instructions et dans le délai | of actualiseert de meerjarenraming volgens de instructies en binnen de |
définis par le ministre flamand ayant les finances et les budgets dans | termijn die door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de |
ses attributions. Conformément à l'article 36, § 2, du décret des | begrotingen, zijn bepaald. Overeenkomstig artikel 36, § 2, van het |
Comptes, l'estimation pluriannuelle se réfère toujours à une période | Rekendecreet heeft de meerjarenraming altijd betrekking op zes jaar. |
de six ans. A chaque écoulement d'une année budgétaire, l'estimation | Nadat een begrotingsjaar verstreken is, wordt de raming telkens |
est complétée d'un an. | uitgebreid met een jaar. |
§ 3. L'estimation pluriannuelle est un pronostic du développement | § 3. De meerjarenraming geeft een prognose van de budgetontwikkeling |
budgétaire et est basée sur les objectifs budgétaires repris dans le | en is gebaseerd op de begrotingsdoelstellingen die zijn opgenomen in |
contrat de gestion. L'estimation pluriannuelle fait une distinction | de beheersovereenkomst. De meerjarenraming maakt een duidelijk |
claire entre les pronostics en cas de politique constante et les | onderscheid tussen de prognoses bij constant beleid en de budgettaire |
conséquences budgétaires de nouvelles politiques. | gevolgen van nieuw beleid. |
§ 4. L'estimation pluriannuelle des recettes de la personne morale | § 4. De meerjarenraming van de ontvangsten van de Vlaamse |
flamande fait une distinction entre les recettes provenant | rechtspersoon maakt een onderscheid tussen ontvangsten die afkomstig |
d'allocations des ministères et des personnes morales flamandes visées | zijn van toelagen van de ministeries en van de Vlaamse rechtspersonen |
à l'article 4, § 1er, 2° du décret des Comptes, et les autres | als vermeld in artikel 4, § 1, 2° van het Rekendecreet, en de andere |
recettes. Les recettes estimées, provenant d'allocations des | ontvangsten. De geraamde ontvangsten die afkomstig zijn van toelagen |
ministères et des personnes morales flamandes, visées à l'article 4, § | van de ministeries en van de Vlaamse rechtspersonen als vermeld in |
1er, 2° du décret des Comptes, doivent concorder avec les allocations | artikel 4, § 1, 2° van het Rekendecreet, moeten in overeenstemming |
reprises dans l'estimation pluriannuelle des ministères. | zijn met de toelagen die zijn opgenomen in de meerjarenraming van de |
§ 5. Un chapitre séparé de l'estimation pluriannuelle donne un aperçu | ministeries. § 5. Een afzonderlijk hoofdstuk van de meerjarenraming geeft een |
des engagements pluriannuels non-récurrents basés sur les propres | overzicht van niet-recurrente meerjarige verbintenissen op basis van |
recettes ou allocations ne provenant pas des ministères flamands, et | eigen ontvangsten of toelagen die niet afkomstig zijn van de Vlaamse |
des engagements pluriannuels non-récurrents dont la mise en oeuvre | ministeries, en van niet-recurrente meerjarige verbintenissen waarvan |
excède la période à laquelle se réfère l'estimation pluriannuelle. | de uitvoering de termijn van de meerjarenraming overschrijdt. |
Section 2. - Budget annuel | Afdeling 2. - Jaarlijkse begroting |
Art. 4.Le Ministre flamand, ayant les finances et les budgets dans |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de |
ses attributions, prépare l'introduction du budget de la personne | begrotingen, bereidt de indiening van de begroting van de Vlaamse |
morale flamande, en coopération avec le ministre fonctionnellement | rechtspersoon voor, in samenwerking met de inhoudelijk bevoegde |
compétent et le joint aux documents budgétaires des ministères avant | minister, en voegt ze bij de begrotingsdocumenten van de ministeries, |
de le soumettre à l'approbation du Gouvernement flamand. | voor hij ze ter goedkeuring voorlegt aan de Vlaamse Regering. |
Art. 5.§ 1er. La personne morale flamande rédige le projet de budget |
Art. 5.§ 1. De Vlaamse rechtspersoon maakt het ontwerp van de |
annuel ou la modification budgétaire selon les instructions et dans le | jaarlijkse begroting of de begrotingsaanpassing op volgens de |
délai définis par le ministre flamand ayant les finances et les | instructies en binnen de termijn die door de Vlaamse minister, bevoegd |
budgets dans ses attributions. Outre la proposition budgétaire à | voor de financiën en de begrotingen, zijn bepaald. Naast het goed te |
approuver, le budget comprend les montants correspondants du dernier | keuren begrotingsvoorstel bevat de begroting de overeenkomstige |
budget introduit au Parlement flamand et de l'exercice dernièrement | bedragen van de laatst in het Vlaams Parlement ingediende begroting en |
clôturé. | van het laatst afgesloten begrotingsjaar. |
§ 2. Le budget fait une nette distinction entre les dépenses de | § 2. De begroting maakt een duidelijk onderscheid tussen de |
fonctionnement et les dépenses opérationnelles de la personne morale flamande. | apparaatsuitgaven en de beleidsuitgaven van de Vlaamse rechtspersoon. |
§ 3. Pour les recettes de la personne morale flamande, une distinction | § 3. In de ontvangsten van de Vlaamse rechtspersoon wordt een |
est faite entre les recettes provenant d'allocations des ministères et | onderscheid gemaakt tussen ontvangsten die afkomstig zijn van toelagen |
van de ministeries en van de Vlaamse rechtspersonen als vermeld in | |
des personnes morales flamandes visées à l'article 4, § 1er, 2° du | artikel 4, § 1, 2° van het Rekendecreet, en de andere ontvangsten. De |
décret des Comptes, et les autres recettes. Les recettes reprises dans | in de begroting opgenomen ontvangsten die afkomstig zijn van toelagen |
le budget, provenant d'allocations des ministères et des personnes | van de ministeries en van de Vlaamse rechtspersonen als vermeld in |
morales flamandes, visées à l'article 4, § 1er, 2° du décret des | artikel 4, § 1, 2° van het Rekendecreet, moeten in overeenstemming |
Comptes, doivent concorder avec les allocations reprises dans le | |
budget des ministères. Il est établi un lien univoque avec les | zijn met de toelagen die zijn opgenomen in de begroting van de |
autorisations reprises dans le budget des ministères en application de | ministeries. Er wordt een eenduidig verband gelegd met de machtigingen |
l'article 38, § 4 du décret des Comptes. § 4. Un chapitre séparé du budget donne un aperçu des engagements pluriannuels non-récurrents basés sur les propres recettes ou allocations, ne provenant pas des ministères flamands. Art. 6.Le solde budgétaire positif réalisé peut être utilisé sur la base d'un plan d'affectation que le ministre fonctionnellement compétent soumet à l'approbation du ministre flamand, ayant les finances et les budgets dans ses attributions. Le plan d'affectation peut, le cas échéant, se référer à plusieurs années budgétaires. Art. 7.La proposition budgétaire ou la modification budgétaire, y compris le plan d'investissement, sont soumis à l'approbation du ministre fonctionnellement compétent, qui transmet cette proposition budgétaire ou modification budgétaire ensuite au ministre flamand ayant les finances et les budgets dans ses attributions. L'approbation par le ministre fonctionnellement compétent dépend de l'approbation par le Ministre flamand ayant les finances et les budgets dans ses attributions. Lorsque la personne morale flamande dispose d'un conseil d'administration, celui-ci approuve la proposition budgétaire ou la modification budgétaire avant de soumettre la proposition au ministre fonctionnellement compétent. |
die met toepassing van artikel 38, § 4, van het Rekendecreet zijn opgenomen in de begroting van de ministeries. § 4. Een afzonderlijk hoofdstuk van de begroting geeft een overzicht van niet-recurrente meerjarige verbintenissen op basis van eigen ontvangsten of toelagen die niet afkomstig zijn van de Vlaamse ministeries. Art. 6.Het gerealiseerde positieve begrotingssaldo kan gebruikt worden op basis van een aanwendingsplan dat door de inhoudelijk bevoegde minister ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen. Het aanwendingsplan kan in voorkomend geval betrekking hebben op verschillende begrotingsjaren. Art. 7.Het ontwerp van begroting of de begrotingsaanpassing, met inbegrip van het investeringsplan, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de inhoudelijk bevoegde minister, die het ontwerp van begroting of de begrotingsaanpassing vervolgens bezorgt aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen. De goedkeuring door de inhoudelijk bevoegde minister is afhankelijk van de goedkeuring door de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen. Als de Vlaamse rechtspersoon beschikt over een raad van bestuur, keurt die het ontwerp van begroting of de begrotingsaanpassing goed voor hij het ontwerp aan de inhoudelijk bevoegde minister bezorgt. |
Section 3. - Autorisations | Afdeling 3. - Machtigingen |
Art. 8.Toute personne morale flamande jouissant d'une autorisation |
Art. 8.Iedere Vlaamse rechtspersoon met een machtiging om |
pour mettre en oeuvre des investissements dont le montant total, y | investeringen uit te voeren waarvan het totaalbedrag, met inbegrip van |
compris la partie non financée par des allocations des ministères, excède les cinq millions d'euros, est obligée de rédiger un plan d'investissement. Le plan d'investissement comprend au moins de l'information sur le montant qui sera réservé par an en faveur des projets d'investissement envisagés par la personne morale flamande. Dans le budget des dépenses des ministères flamands toutes les allocations conditionnelles accordées aux personnes morales flamandes sont divisées en une autorisation d'engagement et un crédit corrélatif, le crédit d'engagement et le crédit de liquidation étant assimilés. | het deel dat niet gefinancierd wordt door toelagen van de ministeries, hoger is dan vijf miljoen euro, is verplicht om een investeringsplan op te stellen. Het investeringsplan bevat minstens informatie over het bedrag dat per jaar wordt gereserveerd voor de investeringsprojecten die door de Vlaamse rechtspersoon worden gepland. In de uitgavenbegroting van de Vlaamse ministeries worden alle voorwaardelijke toelagen aan de Vlaamse rechtspersonen opgesplitst in een vastleggingsmachtiging en een correlatief krediet, waarbij het vastleggingskrediet en het vereffeningskrediet aan elkaar worden gelijkgesteld. |
Section 4. - Redistributions | Afdeling 4. - Herverdelingen |
Art. 9.§ 1er. Sur la demande du ministre fonctionnellement compétent, |
Art. 9.§ 1. Op verzoek van de inhoudelijk bevoegde minister kan de |
le Ministre flamand, ayant les Finances et les Budgets dans ses | Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, |
attributions, peut autoriser que les crédits sont redistribués. | toestaan dat kredieten worden herverdeeld. |
§ 2. Le Ministre flamand, ayant les Finances et les Budgets dans ses | § 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, |
attributions définit les modalités de l'introduction d'une demande de | bepaalt de nadere regels voor de indiening van een aanvraag tot |
redistribution des crédits. | herverdeling van kredieten. |
§ 3. Lorsque la personne morale flamande dispose d'un conseil | § 3. Als de Vlaamse rechtspersoon beschikt over een raad van bestuur, |
d'administration, celui-ci approuve la proposition de redistribution | keurt die het voorstel tot herverdeling goed voor hij het voorstel |
avant de soumettre la proposition au ministre fonctionnellement compétent. | voorlegt aan de inhoudelijk bevoegde minister. |
Une proposition de redistribution qui n'est pas approuvée par le | Een voorstel tot herverdeling dat niet wordt goedgekeurd door de |
ministre fonctionnellement compétent, est considérée nulle. | inhoudelijk bevoegde minister, wordt als onbestaand beschouwd. |
CHAPITRE 3. - Dispositions relatives au budget | HOOFDSTUK 3. - Bepalingen over de boekhouding |
Section 1re. - Plan comptable | Afdeling 1. - Boekhoudplan |
Art. 10.La personne morale flamande suit la présentation du plan |
Art. 10.De Vlaamse rechtspersoon volgt de indeling van het |
comptable visé à l'arrêté royal du 12 septembre 1983 déterminant la | boekhoudplan, vermeld in het koninklijk besluit van 12 september 1983 |
teneur et la présentation d'un plan comptable minimum normalisé. | tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel. |
Le Ministre flamand, ayant les Finances et les Budgets dans ses | De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, kan |
attributions peut imposer l'utilisation de comptes supplémentaires ou | het gebruik van bijkomende rekeningen of een verdere indeling van het |
une présentation détaillée du plan comptable normalisé. | algemeen rekeningstelsel verplichten. |
Section 2. - Règles de comptabilité | Afdeling 2. - Boekhoudregels |
Art. 11.Le Ministre flamand, ayant les Finances et les Budgets dans |
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de |
ses attributions rédige un manuel comprenant une notice sur les règles | begrotingen, stelt een handleiding op met een toelichting bij de |
de comptabilité en vue de leur application uniforme. | boekhoudregels met het oog op de uniforme toepassing ervan. |
Ce manuel ainsi que ses modifications sont communiqués au Gouvernement | Die handleiding en de aanpassingen eraan worden meegedeeld aan de |
flamand. | Vlaamse Regering. |
Section 3. - Règles d'imputation | Afdeling 3. - Aanrekeningsregels |
Art. 12.§ 1er. Seules les opérations avec des tiers, qui à leur |
Art. 12.§ 1. Alleen verrichtingen met derden die bij afloop |
échéance donnent lieu à un mouvement de trésorerie, peuvent faire | resulteren in een kasbeweging, kunnen aanleiding geven tot een |
l'objet d'une imputation budgétaire. | budgettaire aanrekening. |
Les frais et revenus suivants ne font pas l'objet d'une imputation budgétaire : | De volgende kosten en opbrengsten hebben geen budgettaire aanrekening: |
1° provisions pour des dépenses pas encore définitives; | 1° voorzieningen voor uitgaven die nog niet vaststaan; |
2° amortissements; | 2° afschrijvingen; |
3° revenus ou frais découlant de réévaluations; | 3° opbrengsten of kosten als gevolg van herwaarderingen; |
4° redevances de transfert; | 4° interne verrekeningen; |
5° mouvements de stock. | 5° voorraadbewegingen. |
§ 2. Sans préjudice de l'application du paragraphe 1er, les | § 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 gaan de volgende |
inscriptions suivantes donnent lieu à une imputation budgétaire : | boekingen toch gepaard met een budgettaire aanrekening: |
1° l'inscription d'une provision en faveur de débiteurs douteux | 1° het boeken van een voorziening voor dubieuze debiteuren als er bij |
lorsqu'il y a des indices, dans le cas d'une créance, que le montant | een vordering aanwijzingen zijn dat het bedrag niet inbaar is ten |
n'est pas recouvrable dans le chef du débiteur. L'article 27, § 2 du | opzichte van de debiteur. Artikel 27, § 2, van het Rekendecreet is van |
décret des Comptes s'applique aux personnes morales flamandes; | toepassing op de Vlaamse rechtspersonen; |
2° l'imputation d'une créance irrecouvrable. Le Ministre flamand, | 2° het afboeken van een oninbare vordering. De Vlaamse minister, |
ayant les Finances et les Budgets dans ses attributions définit les | bevoegd voor de financiën en de begrotingen, bepaalt de voorwaarden |
conditions auxquelles une créance doit répondre pour pouvoir être | waaraan een vordering moet beantwoorden om als oninbaar afgeboekt te |
imputée comme irrecouvrable; | kunnen worden; |
3° l'imputation d'une attribution au ou d'un prélèvement d'un fonds de | 3° het boeken van een toewijzing aan of een opname uit een |
réserve. | reservefonds. |
Art. 13.Les factures qui n'ont pas encore été reçues au 31 décembre, |
Art. 13.Facturen die nog niet ontvangen zijn op 31 december, worden |
sont imputées pour l'année budgétaire à clôturer si la facture est | geboekt in het af te sluiten begrotingsjaar als de factuur uiterlijk |
imputée le 31 janvier de l'année suivante au plus tard. A défaut de la | op 31 januari van het volgende jaar geboekt wordt. Als dan nog geen |
réception de la facture à cette date, la dépense est enregistrée à | factuur ontvangen is, wordt de uitgave geregistreerd ten laste van de |
charge des crédits de l'année budgétaire suivante. | kredieten van het volgende begrotingsjaar. |
Pour les intérêts, loyers et allocations dûs ou à recouvrir, relatifs | Voor interesten, huur en vergoedingen voor in de tijd gespreide |
aux prestations échelonnées, un prorata budgétaire est appliqué | prestaties die verschuldigd zijn of gevorderd worden, wordt budgettair |
lorsqu'ils ont trait à des années budgétaires distinctes et lorsque le | een proratering toegepast als ze betrekking hebben op verschillende |
prorata excède les 7.000 euros. | begrotingsjaren en als het te prorateren bedrag groter is dan 7.000 euro. |
Section 4. - Schémas des comptes annuels | Afdeling 4. - Schema's van de jaarrekening |
Art. 14.Les schémas des comptes annuels comprennent au moins les |
Art. 14.De schema's van de jaarrekening omvatten minstens de |
rubriques énumérées dans les articles 88 et 89 de l'Arrêté royal du 30 | rubrieken die opgenomen zijn in artikelen 88 en 89 van het koninklijk |
janvier 2001 portant exécution du code des sociétés. | besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van |
vennootschappen. | |
Le Ministre flamand, ayant les Finances et les Budgets dans ses | De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, |
attributions définit le contenu et la structure des schémas qui sont | bepaalt de inhoud en de structuur van de schema's die toegevoegd |
ajoutés pour répondre aux obligations supplémentaires de rapportage | worden naar aanleiding van de bijkomende rapporteringsverplichtingen |
imposées à la personne morale flamande. | die opgelegd worden aan de Vlaamse rechtspersoon. |
Art. 15.Un des schémas ajouté aux comptes annuels comprend une notice |
Art. 15.Een van de toegevoegde schema's bij de jaarrekening bevat een |
avec des engagements pluriannuels non-récurrents, par classification | toelichting met niet-recurrente meerjarige verbintenissen, ingedeeld |
volgens de ESR-classificatie, vermeld in Verordening (EG) nr. 2223/96 | |
SEC, visée au Règlement (CE) n° 2223/96 du Conseil du 25 juin 1996 | van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van de |
relatif au système européen des comptes nationaux et régionaux dans la Communauté. | nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap. |
La notice mentionne aussi le mode de financement de ces engagements | De toelichting vermeldt ook de financieringswijze van die |
pluriannuels non-récurrents, faisant une distinction entre les | niet-recurrente meerjarige verbintenissen en maakt daarbij een |
allocations provenant des ministères flamands, autres allocations, | onderscheid tussen toelagen die afkomstig zijn van de Vlaamse |
propres revenus ou prêts. | ministeries, andere toelagen, eigen inkomsten of leningen. |
CHAPITRE 4. - Dispositions finales | HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen |
Art. 16.L'arrêté du Gouvernement flamand du 21 mai 1997 relatif à une |
Art. 16.Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 1997 |
comptabilité économique intégrée et au rapport budgétaire pour les | betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire |
organismes publics flamands, modifié par l'arrêté du Gouvernement | rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen, gewijzigd bij het |
flamand du 26 octobre 2001, est abrogé. | besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2001, wordt opgeheven. |
Art. 17.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2012. |
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012. |
Art. 18.Le Ministre flamand ayant les Finances et le Budget dans ses |
Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de |
attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. | begrotingen, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 14 octobre 2011. | Brussel, 14 oktober 2011. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Le Ministre flamand des Finances, du Budget, de l'Emploi, de | De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke |
l'Aménagement du Territoire et des Sports, | Ordening en Sport, |
Ph. MUYTERS | Ph. MUYTERS |