Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 septembre 1990 relatif aux titres, aux échelles de traitement et au statut pécuniaire des maîtres de religion et des professeurs de religion | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE | VLAAMSE OVERHEID |
8 JUIN 2018. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du | 8 JUNI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het |
Gouvernement flamand du 26 septembre 1990 relatif aux titres, aux | besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 betreffende de |
échelles de traitement et au statut pécuniaire des maîtres de religion | bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de bezoldigingsregeling van |
et des professeurs de religion | de leermeesters godsdienst en de godsdienstleraars |
LE GOUVERNEMENT FLAMAND, | DE VLAAMSE REGERING, |
Vu la codification de certaines dispositions relatives à | |
l'enseignement en date du 28 octobre 2016, sanctionnée par le décret | Gelet op de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 |
du 23 décembre 2016, les articles V.2, V.4 et V.47, § 2, modifiée par | oktober 2016, bekrachtigd bij het decreet van 23 december 2016, |
le décret du 16 juin 2017 ; | artikel V.2, V.4 en V.47, § 2, gewijzigd bij het decreet van 16 juni |
Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 septembre 1990 relatif aux | 2017; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 |
titres, aux échelles de traitement et au statut pécuniaire des maîtres | betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de |
de religion et des professeurs de religion ; | bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de |
godsdienstleraars; | |
Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 14 février 2018 ; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 februari 2018; |
Vu le protocole n° 89 du 20 avril 2018 portant les conclusions des | Gelet op protocol nr. 89 van 20 april 2018 houdende de conclusies van |
négociations menées en réunion commune du Comité sectoriel X, de la | de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke |
vergadering van Sectorcomité X, van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap | |
sous-section Communauté flamande de la section 2 du Comité des | van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke |
services publics provinciaux et locaux et du Comité coordinateur de | overheidsdiensten en van het overkoepelend onderhandelingscomité, |
négociation, visé au décret du 5 avril 1995 portant création de | vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van |
comités de négociation dans l'enseignement libre subventionné ; | onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs; |
Vu l'avis 63.369/1 du Conseil d'Etat, rendu le 30 mai 2018, en | Gelet op advies 63.369/1 van de Raad van State, gegeven op 30 mei |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition de la Ministre flamande de l'Enseignement ; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 26 septembre |
Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september |
1990 relatif aux titres, aux échelles de traitement et au statut | 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen en de |
pécuniaire des maîtres de religion et des professeurs de religion, | bezoldigingsregeling van de leermeesters godsdienst en de |
godsdienstleraars, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse | |
modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 | Regering van 8 september 2017, wordt een artikel 10septies ingevoegd, |
septembre 2017, il est inséré un article 10septies, rédigé comme suit : | dat luidt als volgt: |
« Art. 10septies.§ 1er. Des mesures transitoires s'appliquent : |
" Art. 10septies.§ 1. Er gelden overgangsmaatregelen voor: |
1° à tous les membres du personnel qui, le 31 août 2018, sont nommés à | 1° alle personeelsleden die op 31 augustus 2018 vastbenoemd zijn voor |
titre définitif pour le cours général de religion islamique ou pour la | het algemene vak islamitische godsdienst of voor het ambt van |
fonction de maître de religion islamique ; | leermeester islamitische godsdienst; |
2° à tous les membres du personnel qui ont été temporairement désignés | 2° alle personeelsleden die tijdelijk aangesteld zijn in of tijdelijk |
pour ou chargés du cours général de religion islamique ou de la | belast zijn met het algemene vak islamitische godsdienst of het ambt |
fonction de maître de religion islamique au cours de l'année scolaire | van leermeester islamitische godsdienst in de loop van het schooljaar |
2015-2016, 2016-2017 ou 2017-2018. | 2015-2016, 2016-2017 of 2017-2018. |
§ 2. Les membres du personnel visés au § 1er, qui, sur la base de la | § 2. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die op basis van de |
réglementation en vigueur avant le 1er septembre 2018, étaient | reglementering die voor 1 september 2018 van kracht was, organiek of |
porteurs, par disposition organique ou par mesure transitoire, d'un | via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een vereist |
titre requis pour le cours général de religion islamique, et qui, à | bekwaamheidsbewijs voor het algemene vak islamitische godsdienst, en |
compter du 1er septembre 2018, ne sont pas porteurs d'un titre requis | vanaf 1 september 2018 geen vereist bekwaamheidsbewijs hebben in de |
dans le degré et/ou la forme d'enseignement concerné, sont jugés être | betreffende graad of onderwijsvorm, worden geacht in het bezit te zijn |
porteurs d'un titre requis pour le cours général de religion islamique dans le degré et/ou la forme d'enseignement concerné. Les membres du personnel visés au § 1er, qui, sur la base de la réglementation en vigueur avant le 1er septembre 2018, étaient porteurs, par disposition organique ou par mesure transitoire, d'un titre jugé suffisant pour le cours général de religion islamique, et qui, à compter du 1er septembre 2018, ne sont pas porteurs d'un titre jugé suffisant dans le degré et/ou la forme d'enseignement concerné, sont jugés être porteurs d'un titre jugé suffisant pour le cours général de religion islamique dans le degré et/ou la forme d'enseignement concerné. Les membres du personnel visés au § 1er, qui, sur la base de la réglementation en vigueur avant le 1er septembre 2018, étaient porteurs, par disposition organique ou par mesure transitoire, d'un titre requis pour la fonction de maître de religion islamique, et qui, à compter du 1er septembre 2018, ne sont pas porteurs d'un titre requis pour la fonction de maître de religion islamique, sont jugés être porteurs d'un titre requis pour la fonction de religion islamique pour la fonction de maître de religion islamique. Les membres du personnel visés au § 1er, qui, sur la base de la réglementation en vigueur avant le 1er septembre 2018, étaient porteurs, par disposition organique ou par mesure transitoire, d'un titre jugé suffisant pour la fonction de maître de religion islamique, et qui, à compter du 1er septembre 2018, ne sont pas porteurs d'un titre jugé suffisant pour la fonction de maître de religion islamique, sont jugés être porteurs d'un titre jugé suffisant pour la fonction de maître de religion islamique. | van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het algemene vak islamitische godsdienst in de betreffende graad of onderwijsvorm. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die op basis van de reglementering die voor 1 september 2018 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor het algemene vak islamitische godsdienst, en vanaf 1 september 2018 geen voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hebben in de betreffende graad of onderwijsvorm, worden geacht in het bezit te zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor het algemene vak islamitische godsdienst in de betreffende graad of onderwijsvorm. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die op basis van de reglementering die voor 1 september 2018 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van leermeester islamitische godsdienst, en vanaf 1 september 2018 geen vereist bekwaamheidsbewijs hebben voor het ambt van leermeester islamitische godsdienst, worden geacht in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het ambt van leermeester islamitische godsdienst. De personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, die op basis van de reglementering die voor 1 september 2018 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van leermeester islamitische godsdienst, en vanaf 1 september 2018 geen voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hebben voor het ambt van leermeester islamitische godsdienst, worden geacht in het bezit te zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor het ambt van leermeester islamitische godsdienst. |
§ 3. Les mesures transitoires visées au § 2, sont attribuées le 1er | § 3. De overgangsmaatregelen, vermeld in paragraaf 2, worden toegekend |
septembre 2018, en tenant compte des dispositions suivantes : | op 1 september 2018, rekening houdend met de onderstaande bepalingen: |
1° les mesures transitoires restent applicables aux membres du | 1° voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, 1°, blijven de |
personnel visés au § 1er, 1°, tant qu'ils sont en service dans | overgangsmaatregelen gelden zolang ze in dienst blijven in het |
l'enseignement, à l'exception de l'enseignement académique ; | onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd; |
2° les mesures transitoires restent applicables aux membres du | 2° voor de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, 2°, blijven de |
personnel visés au § 1er, 2°, tant qu'ils sont en service sans | overgangsmaatregelen gelden zolang ze ononderbroken in dienst blijven |
interruption dans l'enseignement, à l'exception de l'enseignement | in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en |
académique, et qu'ils sont financés ou subventionnés par la Communauté | gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Voor |
flamande. Pour l'application de la présente disposition, les périodes | de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als |
suivantes ne sont pas considérées comme interruption : | een onderbreking beschouwd: |
a) les périodes de vacances ; | a) de vakantieperioden; |
b) l'interruption de carrière et le crédit-soins ; | b) de loopbaanonderbreking en het zorgkrediet; |
c) le service militaire ; | c) de militaire dienst; |
d) les périodes de rappel sous les armes ; | d) de perioden van wederoproeping; |
e) les congés de maladie et de maternité ; | e) de ziekte- en bevallingsverloven; |
f) les congés parentaux non rémunérés ; g) les périodes d'écartement du risque de maladie professionnelle ou de protection de la maternité ; h) les congés de courte durée avec maintien du traitement (ou de la subvention-traitement) à l'occasion de certains événements d'ordre familial ou social ; i) les congés sans maintien du traitement (ou de la subvention-traitement) ne dépassant pas six jours ouvrables au maximum par année scolaire ; j) une interruption d'une période continue de deux années calendaires au maximum. ». Art. 2.Dans le même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté du |
f) de onbezoldigde ouderschapsverloven; g) de perioden van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging door een beroepsziekte of moederschapsbescherming; h) de verloven van korte duur met behoud van salaris(toelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard; i) de verloven zonder behoud van salaris(toelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar; j) een onderbreking van een doorlopende periode van maximaal twee kalenderjaren.". Art. 2.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van |
Gouvernement flamand du 8 septembre 2017, il est inséré un article | de Vlaamse Regering van 8 september 2017, wordt een artikel 11septies |
11septies, rédigé comme suit : | ingevoegd, dat luidt als volgt: |
« Art. 11septies.Les membres du personnel visés à l'article 10septies |
" Art. 11septies.De personeelsleden, vermeld in artikel 10septies, |
bénéficient pour le cours général de religion islamique de l'échelle | krijgen voor het algemene vak islamitische godsdienst de salarisschaal |
de traitement qui pouvait leur être attribuée en vertu de la | die hen op grond van de reglementering die gold voor 1 september 2018, |
réglementation applicable avant le 1er septembre 2018 pour le cours | mocht worden verleend voor het algemene vak islamitische godsdienst, |
général de religion islamique, sauf si le titre dont ils disposent | tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover ze beschikken, recht geeft op |
donne droit à une échelle de traitement plus élevée. | een hogere salarisschaal. |
Les membres du personnel visés à l'article 10septies bénéficient comme | De personeelsleden, vermeld in artikel 10septies, krijgen als |
maître de religion islamique de l'échelle de traitement qui pouvait | leermeester islamitische godsdienst de salarisschaal die hen op grond |
leur être attribuée en vertu de la réglementation applicable avant le | van de reglementering die gold voor 1 september 2018, mocht worden |
1er septembre 2018 comme maître de religion islamique, sauf si le | verleend als leermeester islamitische godsdienst, tenzij het |
titre dont ils disposent donne droit à une échelle de traitement plus | bekwaamheidsbewijs waarover ze beschikken, recht geeft op een hogere |
élevée. ». | salarisschaal.". |
Art. 3.Dans l'article 16bis du même arrêté, inséré par l'arrêté du |
Art. 3.In artikel 16bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Gouvernement flamand du 28 juin 2002, remplacé par l'arrêté du | besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002, vervangen bij het |
Gouvernement flamand du 7 septembre 2012 et modifié par les arrêtés du | besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 en gewijzigd bij |
Gouvernement flamand des 4 septembre 2015 et 8 septembre 2017, la date | de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 september 2015 en 8 |
« 1er septembre 2017 » est remplacée par la date « 1er septembre 2018 | september 2017, wordt de datum "1 september 2017" vervangen door de |
». | datum "1 september 2018". |
Art. 4.L'article 16ter du même arrêté, inséré par l'arrêté du |
Art. 4.Artikel 16ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit |
Gouvernement flamand du 1er septembre 2006, remplacé par l'arrêté du | van de Vlaamse Regering van 1 september 2006, vervangen bij het |
Gouvernement flamand du 9 novembre 2007 et modifié par les arrêtés du | besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007 en gewijzigd bij |
Gouvernement flamand des 4 septembre 2009, 6 septembre 2013 et 4 | het besluiten van de Vlaamse Regering van 4 september 2009, 6 |
septembre 2015, est abrogé. | september 2013 en 4 september 2015, wordt opgeheven. |
Art. 5.L'annexe au même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement |
Art. 5.De bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit |
flamand du 8 septembre 2017, est remplacée par l'annexe jointe au | van de Vlaamse Regering van 8 september 2017, wordt vervangen door de |
présent arrêté. | bijlage die bij dit besluit is gevoegd. |
Art. 6.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2018. |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2018. |
Art. 7.Le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions |
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
est chargé de l'exécution du présent arrêté. | de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 8 juin 2018. | Brussel, 8 juni 2018. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
La Ministre flamande de l'Enseignement, | De Vlaamse minister van Onderwijs, |
H. CREVITS | H. CREVITS |