Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l'aide financière aux études de la Communauté flamande | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap |
---|---|
AUTORITE FLAMANDE 7 SEPTEMBRE 2007. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif à l'aide financière aux études de la Communauté flamande Le Gouvernement flamand, | VLAAMSE OVERHEID 7 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 12, § 3, artikel 18, § 2, artikel 27, § 2, artikel |
Vu les articles 12, § 3, 18, § 2, 34, 35, § 3, 37, 38, alinéa quatre, | 34, artikel 35, § 3, artikel 37, artikel 38, vierde lid, artikel 43, § |
43, § 2, 46, 53, 56 et 64, du décret du 8 juin 2007 relatif à l'aide | 2, artikel 46, artikel 53, artikel 56 en artikel 64, van het decreet |
financière aux études de la Communauté flamande; | van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse |
Gemeenschap; | |
Vu l'article 20 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes | Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
institutionnelles; | hervorming der instellingen; |
Vu l'accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 5 juillet 2007; | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 5 juli 2007; |
Vu l'avis n° 34.401/1/V du Conseil d'Etat, donné le 2 août 2007, en | Gelet op het advies 34.401/1/V van de Raad van State, gegeven op 2 |
application de l'article 84, § 1er, premier alinéa, 1°, des lois | augustus 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van |
coordonnées sur le Conseil d'Etat; | |
Sur la proposition du Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
et de la Formation; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; |
Après délibération, | Na beraadslaging, |
Arrête : | Besluit : |
TITRE Ier. - Dispositions générales | TITEL I. - Algemene bepalingen |
Article 1er.Dans le présent arrêté, on entend par : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
décret : le décret du 8 juin 2007 relatif à l'aide financière aux | decreet : het decreet van 8 juni 2007 betreffende de |
études de la Communauté flamande. | studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap. |
TITRE II. - Allocation scolaires et allocations d'études | TITEL II. - Schooltoelagen en studietoelagen |
CHAPITRE Ier. - Conditions pédagogiques | HOOFDSTUK I. - Pedagogische voorwaarden |
Section 1re. - Allocation scolaire de l'enseignement fondamental | Afdeling 1. - Schooltoelage basisonderwijs |
Art. 2.Les établissements d'enseignement visés à l'article 10 du |
Art. 2.De onderwijsinstellingen, bepaald in artikel 10 van het |
décret transmettent les données relatives aux inscriptions et | decreet, bezorgen de gegevens omtrent de in- en uitschrijvingen, de |
désinscriptions, aux présences et aux absences injustifiées, visées | aanwezigheden en de ongewettigde afwezigheden, vermeld in de artikelen |
aux articles 12, 13 et 14 du décret, au service par le biais de la | 12, 13 en 14 van het decreet aan de dienst via de centrale |
banque de données centrale des inscriptions de l'enseignement maternel | inschrijvingsdatabank van het kleuter- en het leerplichtonderwijs. |
et de l'enseignement obligatoire. | |
Section 2. - Allocation scolaire de l'enseignement secondaire à temps plein | Afdeling 2. - Schooltoelage voltijds secundair onderwijs en deeltijds |
et de l'enseignement obligatoire à temps partiel | leerplichtonderwijs |
Art. 3.Les établissements d'enseignement visés à l'article 15 du |
Art. 3.De onderwijsinstellingen, bepaald in artikel 15 van het |
décret transmettent les données relatives aux inscriptions et | decreet, bezorgen de gegevens omtrent de in- en uitschrijvingen en de |
désinscriptions et aux absences injustifiées, visées aux articles 16, | ongewettigde afwezigheden, vermeld in artikel 16, § 1 en artikel 18 |
§ 1er, et 18 du décret, au service par le biais de la banque de | van het decreet, aan de dienst via de centrale inschrijvingsdatabank |
données centrale des inscriptions de l'enseignement obligatoire. | van het leerplichtonderwijs. |
Section 3. - Allocation d'études de l'enseignement supérieur | Afdeling 3. - Studietoelage hoger onderwijs |
Art. 4.Les établissements d'enseignement transmettent les données |
Art. 4.De onderwijsinstellingen bezorgen de gegevens, vermeld in |
visées à l'article 27 du décret au service par le biais de la banque | artikel 27 van het decreet aan de dienst via de centrale databank, |
de données centrale, tel que fixé à l'article 113bis du décret de | zoals bepaald in artikel 113bis van het structuurdecreet, |
restructuration, conformément aux dispositions reprises dans la | |
Convention relative à la Banque de Données de l'Enseignement | overeenkomstig de bepalingen in de Overeenkomst betreffende de |
Tertiaire, conclue entre le Ministère de la Communauté flamande d'une | Databank Tertiair Onderwijs, gesloten tussen het Ministerie van de |
part et le 'Vlaamse Interuniversitaire Raad' (Conseil | Vlaamse Gemeenschap enerzijds, en de Vlaamse Interuniversitaire Raad |
interuniversitaire flamand) et le 'Vlaamse Hogescholenraad' (Conseil | |
des Instituts supérieurs flamands) d'autre part. | en de Vlaamse Hogescholenraad anderzijds. |
CHAPITRE II. - Conditions financières | HOOFDSTUK II. - Financiële voorwaarden |
Section 1re. - Catégories d'unités de vie | Afdeling 1. - Categorieën van leefeenheden |
Sous-section 1re. - Disposition générale | Onderafdeling 1. - Algemene bepaling |
Art. 5.§ 1er. Sans préjudice de l'application des articles 6 et 7, le |
Art. 5.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 6 en |
calcul du revenu de référence s'opère sur la base de l'unité de vie dans laquelle l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale, c.-à-d. chez un des deux ou les deux parents dont la filiation est établie ou chez une autre personne physique dont il est à charge. § 2. Si l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée des deux parents dont la filiation est établie, le revenu de référence de ces parents sert de base. Si l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée d'un parent dont la filiation est établie, le revenu de référence de ce parent sert de base. Si l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de vie composée d'un parent dont la filiation est établie et qui est | artikel 7, wordt voor de berekening van het referentie-inkomen uitgegaan van de leefeenheid waar de leerling of student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij één of beide ouders van wie zijn afstamming vaststaat of bij een andere natuurlijke persoon van wie hij ten laste is. § 2. Indien de leerling of student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid bestaande uit beide ouders van wie zijn afstamming vaststaat, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze ouders. Indien de leerling of student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid bestaande uit één ouder van wie zijn afstamming vaststaat, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze ouder. Indien de leerling of student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een leefeenheid bestaande uit één ouder van wie zijn afstamming vaststaat |
marié, le revenu de référence du parent et du partenaire sert de base. | en die gehuwd is, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van de |
ouder en van de partner. | |
Si l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale dans une unité de | Indien de leerling of student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij een |
vie composée d'un parent dont la filiation est établie et une personne | leefeenheid bestaande uit één ouder van wie zijn afstamming vaststaat |
non apparentée de qui l'étudiant est fiscalement à charge, sans qu'ils | en een niet-verwant waarvan de leerling fiscaal ten laste is, zonder |
soient mariés, le revenu de référence du parent et de son partenaire | dat deze gehuwd zijn, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van |
sert de base. | de ouder en zijn partner. |
§ 3. Si l'élève ou l'étudiant, par suite à un arrêt judiciaire ou à une intervention d'un comité d'aide spéciale à la jeunesse ou d'une autre autorité ou institution de droit public, est fiscalement à charge d'une personne physique autre que les parents ou un des parents dont la filiation est établie, ou est fiscalement à charge pendant au moins trois ans d'une personne physique autre que les parents dont la filiation est établie, le calcul du revenu de référence s'opère sur la base de l'unité de vie de cette autre personne physique. Si l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale depuis au moins trois ans dans une unité de vie d'une personne physique autre que les | § 3. Indien de leerling of student ingevolge een gerechtelijke uitspraak, een tussenkomst van een comité voor bijzondere jeugdzorg of van een andere publiekrechtelijke overheid of instelling, fiscaal ten laste is van een andere natuurlijke persoon dan de ouders of één van de ouders van wie zijn afstamming vaststaat, of al minstens drie jaar fiscaal ten laste is van een andere natuurlijke persoon dan de ouders van wie de afstamming vaststaat, wordt voor de berekening van het referentie-inkomen uitgegaan van de leefeenheid van deze andere natuurlijke persoon. Indien de leerling of student al minstens drie jaar hoofdverblijfplaats heeft bij de leefeenheid van een andere natuurlijke persoon dan de ouders van wie zijn afstamming vaststaat, |
parents dont la filiation est établie, et si la prise à charge est | en waarbij de ten laste neming als dusdanig erkend is door een |
agréée par une mutuelle ou une caisse d'allocations familiale, l'unité | ziekenfonds of kinderbijslagfonds, wordt voor de berekening van het |
de vie de cette autre personne physique sert de base pour le calcul du | referentie-inkomen uitgegaan van de leefeenheid van deze andere |
revenu de référence. | natuurlijke persoon. |
Si dans les cas définis aux premier et deuxième alinéas : | Indien in de gevallen bepaald in het eerste en tweede lid : |
1° l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale chez la personne physique visée au premier ou deuxième alinéa, le revenu de référence de cette personne physique sert de base; 2° l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale chez la personne physique visée au premier ou deuxième alinéa qui est mariée, le revenu de référence de cette personne physique et de son partenaire sert de base; 3° l'élève ou l'étudiant a sa résidence principale chez la personne physique visée au premier ou deuxième alinéa et un ou plusieurs personnes non apparentées de cette personne physique, le revenu de référence de cette personne physique; | 1° de leerling of student hoofdverblijfplaats heeft bij de in het eerste of tweede lid bedoelde natuurlijke persoon, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze natuurlijke persoon; 2° de leerling of student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de in het eerste of tweede lid bedoelde natuurlijke persoon die gehuwd is, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze natuurlijke persoon en zijn partner; 3° de leerling of student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de in het eerste of tweede lid bedoelde natuurlijke persoon en één of meerdere niet-verwanten van deze natuurlijke persoon, wordt uitgegaan van het referentie-inkomen van deze natuurlijke persoon; |
§ 4. Lors d'un divorce de fait dans les cas visés au § 2, premier et | § 4. In geval van feitelijke scheiding in de gevallen bedoeld in § 2, |
troisième alinéas, et § 3, troisième alinéa, 2°, du présent article, | eerste en derde lid en § 3, derde lid, 2° van onderhavig artikel, |
seul le revenu de référence de la personne de qui l'élève ou | wordt enkel uitgegaan van het referentie-inkomen van de persoon van |
l'étudiant est à charge sert de base, pour autant qu'une imposition | wie de leerling of student ten laste is, voorzover een aparte aanslag |
distincte ait été opérée. | werd gevestigd. |
Sous-section 2. - Elève marié ou étudiant marié | Onderafdeling 2. - Gehuwde leerling en gehuwd student |
Art. 6.§ 1er. Si l'élève ou l'étudiant s'est marié le 31 décembre au |
Art. 6.§ 1. Indien de leerling of student uiterlijk op 31 december |
plus tard de l'année scolaire ou académique concernée, est pris en | van het betrokken school- of academiejaar gehuwd is, wordt voor de |
compte dans le calcul de l'allocation, le revenu de référence des deux | berekening van de toelage uitgegaan van het referentie-inkomen van |
époux, à la condition qu'ils ont obtenus mensuellement pendant douze | beide echtgenoten, op voorwaarde dat zij vanaf het ogenblik van het |
mois, à partir du mariage, respectivement de la cohabitation et à | huwelijk, respectievelijk van de samenwoning en er een |
condition qu'ils aient un enfant en commun, respectivement de la | gemeenschappelijk kind is, respectievelijk de samenwoning naar |
cohabitation en vue de continuer une relation durable sur la base de | aanleiding van het verder zetten van een duurzame relatie op basis van |
l'article 9 ou 9bis de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au | artikel 9 of 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de |
territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, | toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de |
jusqu'au 31 décembre inclus de l'année calendaire qui suit le début de | verwijdering van vreemdelingen, tot en met 31 december van het |
l'année scolaire ou académique, des moyens financiers dont le total | kalenderjaar dat volgt op de aanvang van het betrokken school- of |
correspond au moins au revenu d'intégration sociale qui est versé | academiejaar, twaalf maanden financiële middelen hebben verworven |
annuellement au 31 décembre de l'année calendaire précédant l'année | waarvan het totaal minstens overeenkomt met het leefloon dat op 31 |
december van het kalenderjaar voorafgaand aan het betrokken school- of | |
scolaire ou académique concernée, conformément aux articles 14, § 1er, | academiejaar overeenkomstig het artikel 14, § 1, 1° en het artikel 15 |
1° et 15 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration | van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke |
sociale, à la personne qui cohabite avec une ou plusieurs personnes. | integratie, jaarlijks wordt uitgekeerd aan de persoon die met één of |
meerdere personen samenwoont. | |
Le statut d'élève ou d'étudiant marié est acquis à compter du moment | Het statuut van gehuwde leerling of gehuwd student is verworven vanaf |
où il est satisfait à ces conditions. | het ogenblik dat wordt voldaan aan deze voorwaarden. |
§ 2. Les moyens financiers visés au § 1er peuvent se composer : | § 2. De in § 1 bedoelde financiële middelen kunnen bestaan uit : |
1° d'un revenu professionnel. Par ce revenu professionnel, il faut | 1° een beroepsinkomen, waarbij onder beroepsinkomen moet worden |
entendre le montant composé des revenus professionnels après déduction | verstaan het samengestelde bedrag van de beroepsinkomsten na aftrek |
des dépenses professionnelles et des pertes professionnelles; | van de beroepsuitgaven en de beroepsverliezen; |
2° d'une allocation de chômage, montant brut imposable; | 2° een bruto belastbare werkloosheidsuitkering; |
3° d'une indemnité ou allocation d'incapacité de travail, montant brut | 3° een bruto belastbare arbeidsongeschiktheidsuitkering of |
imposable; | -vergoeding; |
4° d'un autre revenu de remplacement obtenu par son activité | 4° een bruto belastbaar ander vervangingsinkomen verkregen uit eigen |
professionnelle, montant brut imposable; | beroepsactiviteit; |
5° d'une allocation de remplacement de revenus, attribuée en vertu de | 5° een inkomensvervangende tegemoetkoming, toegekend in het raam van |
la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés; | de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan |
6° d'une pension de retraite ou de survie, montant brut imposable; | gehandicapten; 6° een bruto belastbaar rust- of overlevingspensioen; |
7° du revenu d'intégration sociale attribué en vertu de la loi du 26 | 7° het leefloon toegekend in het raam van de wet van 26 mei 2002 |
mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale; | betreffende het recht op maatschappelijke integratie; |
8° d'une bourse non imposable telle que énumérée à l'article 53 de | 8° een niet belastbare beurs zoals opgesomd in artikel 53 van het |
l'arrêté royal du 27 août 1993 d'exécution de l'article 90, 2°, | koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van artikel 90, |
deuxième alinéa, du Code des impôts sur les revenus 1992, pour autant | 2°, lid 2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, voor zover |
qu'elle soit soumise à la sécurité sociale. | onderworpen aan de sociale zekerheid. |
§ 3. Dans le cas d'un divorce de fait, le revenu de référence de | § 3. In geval van feitelijke scheiding, wordt enkel uitgegaan van het |
l'élève ou de l'étudiant sert de base, pour autant qu'une imposition | referentie-inkomen van de leerling of student, voor zover een aparte |
distincte ait été opérée. | aanslag werd gevestigd. |
Sous-section 3. - Elève autonome ou étudiant autonome | Onderafdeling 3. - Zelfstandige leerling en zelfstandig student |
Art. 7.§ 1er. Est réputé être un élève autonome ou étudiant autonome |
Art. 7.§ 1. Wordt beschouwd als zelfstandige leerling of zelfstandig |
qui forme sa propre unité de vie, l'élève ou l'étudiant qui | student die een eigen leefeenheid vormt, de leerling of student die |
n'appartient pas aux catégories décrites aux articles 5 et 6 et qui | niet behoort tot de categorieën omschreven in artikel 5 en artikel 6 |
pendant douze mois a acquis des moyens financiers dont le total | en die twaalf maanden financiële middelen heeft verworven waarvan het |
correspond au moins au revenu d'intégration sociale qui, au 31 | totaal minstens overeenkomt met het leefloon dat op 31 december van |
décembre de l'année calendaire précédant l'année scolaire ou | het kalenderjaar voorafgaand aan het betrokken school- of academiejaar |
académique concernée et ce conformément à l'article 14, § 1er, 1° et | overeenkomstig het artikel 14, § 1, 1° en het artikel 15 van de wet |
l'article 15 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à | van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, |
l'intégration sociale, est attribué annuellement à la personne qui | jaarlijks wordt uitgekeerd aan de persoon die met één of meerdere |
cohabite avec une ou plusieurs personnes. | personen samenwoont. |
Si l'élève ou l'étudiant fournit pour la première fois la preuve de | Indien de leerling of student voor de eerste keer zijn statuut van |
son statut d'élève autonome ou d'étudiant autonome, la période de | zelfstandige leerling of zelfstandig student aantoont, dient de in het |
douze mois de moyens financiers acquis visée au premier alinéa doit se | eerste lid bedoelde verwerving van twaalf maanden financiële middelen |
situer dans une période de deux années calendaires consécutives se | zich te situeren tijdens een periode van twee aaneensluitende |
terminant le 31 décembre de l'année calendaire dans laquelle débute | kalenderjaren eindigend op 31 december van het kalenderjaar waarin het |
l'année scolaire ou académique ou de l'année scolaire ou académique | betrokken school- of academiejaar start of van het school- of |
dans laquelle tombe le début ou la reprise des études. | academiejaar waarin de aanvatting of de hervatting van de studies viel. |
§ 2. Les moyens financiers visés au § 1er peuvent se composer : | § 2. De in § 1 bedoelde financiële middelen kunnen bestaan uit : |
1° d'un revenu professionnel. Par ce revenu professionnel, il faut | 1° een beroepsinkomen, waarbij onder beroepsinkomen moet worden |
entendre le montant composé des revenus professionnels après déduction | verstaan het samengestelde bedrag van de beroepsinkomsten na aftrek |
des dépenses professionnelles et des pertes professionnelles; | van de beroepsuitgaven en de beroepsverliezen; |
2° d'une allocation de chômage, montant brut imposable; | 2° een bruto belastbare werkloosheidsuitkering; |
3° d'une indemnité ou allocation d'incapacité de travail, montant brut | 3° een bruto belastbare arbeidsongeschiktheidsuitkering of |
imposable; | -vergoeding; |
4° d'un autre revenu de remplacement obtenu par son activité | 4° een bruto belastbaar ander vervangingsinkomen verkregen uit eigen |
professionnelle, montant brut imposable; | beroepsactiviteit; |
5° d'une allocation de remplacement de revenus, attribuée en vertu de | 5° een inkomensvervangende tegemoetkoming, toegekend in het raam van |
la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés; | de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan |
6° d'une pension de retraite ou de survie, montant brut imposable; | gehandicapten; 6° een bruto belastbaar rust- of overlevingspensioen; |
7° du revenu d'intégration sociale attribué en vertu de la loi du 26 | 7° het leefloon toegekend in het raam van de wet van 26 mei 2002 |
mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale; | betreffende het recht op maatschappelijke integratie; |
8° du minimum de moyens d'existence attribué en vertu de la loi du 7 | 8° het bestaansminimum toegekend in het raam van de wet van 7 augustus |
août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence; | 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; |
9° d'une bourse non imposable telle que énumérée à l'article 53 de | 9° een niet belastbare beurs zoals opgesomd in artikel 53 van het |
l'arrêté royal du 27 août 1993 d'exécution de l'article 90, 2°, | koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van artikel 90, |
deuxième alinéa, du Code des impôts sur les revenus 1992, pour autant | 2°, lid 2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, voor zover |
qu'elle soit soumise à la sécurité sociale. | onderworpen aan de sociale zekerheid. |
Sous-section 4. - Elève isolé ou étudiant isolé | Onderafdeling 4. - Alleenstaande leerling en alleenstaande student |
Art. 8.Est réputé être un élève ou étudiant isolé avec sa propre |
Art. 8.Wordt beschouwd als alleenstaande leerling of student met |
unité de vie, l'élève ou l'étudiant qui n'appartient pas aux | eigen leefeenheid, de leerling of student die niet behoort tot de |
catégories fixées aux articles, 5, 6 et 7, mais qui appartient à une | categorieën bepaald in artikel 5, artikel 6 en artikel 7, maar die |
des catégories suivantes : | behoort tot één van de volgende categorieën : |
1° l'orphelin dont sont décédés les deux parents dont la filiation est établie, l'orphelin qui avait sa résidence principale chez un parent décédé dont la filiation est établie et dont le parent survivant et divorcé dont la filiation est établie a une autre résidence principale que l'élève ou l'étudiant, et l'orphelin abandonné reconnu par l'allocation familiale dont le parent survivant dont la filiation est établie n'entretient plus de relations et n'intervient financièrement dans les frais d'entretien de l'élève ou étudiant. 2° celui dont le parent survivant ou les deux parents ont été déchus de leur pouvoir parental; | 1° de wees van wie beide ouders waarvan zijn afstamming vaststaat overleden zijn, de wees die hoofdverblijfplaats had bij een overleden ouder waarvan de afstamming vaststaat en waarvan de uit de echt gescheiden en overlevende ouder waarvan de afstamming vaststaat een andere hoofdverblijfplaats heeft dan de leerling of student, en de door de kinderbijslag erkende verlaten wees met wie de overlevende ouder waarvan de afstamming vaststaat geen betrekkingen meer onderhoudt en niet geldelijk tussenkomt in de onderhoudskosten van de leerling of student; 2° diegene van wie de langstlevende ouder of beide ouders ontzet is of zijn uit het ouderlijke gezag; |
3° celui qui, le 31 décembre de l'année scolaire ou académique en | 3° diegene die uiterlijk 31 december van het lopende school- of |
cours, est hébergé, dans le cadre de la loi du 8 avril 1965 relative à | academiejaar in het kader van de wet van 8 april 1965 betreffende de |
la protection de la jeunesse ou dans le cadre des décrets coordonnés | |
du 4 avril 1990 relatifs à l'assistance spéciale à la jeunesse, dans | jeugdbescherming of de gecoördineerde decreten van 4 april 1990 inzake |
bijzondere jeugdbijstand opgenomen is in een erkende voorziening van | |
une institution reconnue des catégories 1, 2 ou 6, telles que fixées à | categorie 1, 2 of 6 zoals bepaald in artikel 3 van het besluit van de |
l'article 3 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 13 juillet 1994 | Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en |
relatif à l'agrément et à l'octroi de subventions aux institutions de | de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere |
l'assistance spéciale à la jeunesse; et celui qui habite de façon | jeugdbijstand; en degene die zelfstandig woont en begeleid wordt door |
autonome et est accompagné par une institution reconnue des catégories | een erkende voorziening van categorie 1, 2 of 6, zoals bepaald in |
1, 2 ou 6, telles que fixées à l'article 3 de l'arrêté précité; | artikel 3 van voornoemd besluit; |
4° celui qui, avant le 31 décembre de l'année scolaire ou académique | 4° diegene die voor 31 december van het betrokken school- of |
concernée, était hébergé dans une institution reconnue des catégories | academiejaar opgenomen werd in een erkende voorziening van categorie |
1, 2, 6 ou 7, telles que fixées à l'article 3 de l'arrêté du | 1, 2, 6 of 7 zoals bepaald in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse |
Gouvernement flamand du 13 juillet 1994 relatif à l'agrément et à | Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de |
l'octroi de subventions aux institutions de l'assistance spéciale à la | subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, |
jeunesse, mais qui par suite de sa majorité ne ressortit plus de la | doch ingevolge zijn meerderjarigheid ophield onder de bevoegdheid te |
compétence d'un comité d'aide spéciale à la jeunesse ou d'un tribunal | vallen van een comité voor bijzondere jeugdzorg of een jeugdrechtbank, |
de la jeunesse, ou qui dans le passé était assujetti à une mesure | of in het verleden het voorwerp was van voortgezette hulpverlening na |
d'aide continuée après la majorité conformément à l'article 30 des | meerderjarigheid ingevolge van artikel 30 van de gecoördineerde |
lois coordonnées du 4 avril 1990 relatives à l'assistance spéciale à | decreten van 4 april 1990 inzake bijzondere jeugdbijstand; |
la jeunesse; 5° celui qui est considéré comme réfugié au sens de la loi du 15 | 5° diegene die beschouwd wordt als vluchteling in de zin van de wet |
décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et | van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het |
l'éloignement des étrangers, telle que modifiée par après; | verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals |
naderhand gewijzigd; | |
6° celui qui, le 31 décembre de l'année scolaire ou académique au plus | 6° diegene die uiterlijk op 31 december van het betrokken school- of |
tard, relève du projet d'intégration sociale visé à l'article 11, § 2, | academiejaar valt onder het project voor maatschappelijke integratie |
a) et reçoit un revenu d'intégration sociale conformément à l'article | bedoeld in artikel 11, § 2, a) en leefloon ontvangt overeenkomstig |
14, § 1er, 2°, 3° et 4° de la loi du 26 mai 2002 relative au droit à | artikel 14, § 1, 2°, 3° en 4°, van de wet van 26 mei 2002 betreffende |
l'intégration sociale; | het recht op maatschappelijke integratie; |
7° les victimes du trafic de personnes, attestées par un centre agréé | 7° slachtoffers van mensenhandel, geattesteerd door een door de |
par l'autorité spécialisé dans l'accueil de victimes du trafic de | overheid erkend centrum dat gespecialiseerd is in het onthaal van |
personnes; | slachtoffers van mensenhandel; |
8° l'élève ou l'étudiant contre lequel est entamée une procédure | 8° de leerling of student die zelf een asielprocedure heeft lopen, |
d'asile, telle que visée à l'article 69 du décret; | zoals bedoeld in artikel 69 van het decreet; |
9° la personne visée à l'article 9, § 2, 6°, du décret; | 9° de persoon zoals bedoeld in artikel 9, § 2, 6° van het decreet; |
10° la personne visée à l'article 9, § 2, 7°, du décret; | 10° de persoon zoals bedoeld in artikel 9, § 2, 7° van het decreet; |
11° la personne visée à l'article 9, § 2, 8°, du décret. | 11° de persoon zoals bedoeld in artikel 9, § 2, 8° van het decreet. |
Sous-section 5. - Dispositions finales | Onderafdeling 5. - Slotbepalingen |
Art. 9.§ 1er. La personne qui a fourni, avant l'entrée en vigueur du |
Art. 9.§ 1. De persoon die vóór de inwerkingtreding van dit besluit |
présent arrêté, la preuve de son statut d'élève marié ou autonome | het statuut van gehuwd of zelfstandig leerling overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 5, respectivement l'article 4, 1°, de | 5, respectievelijk artikel 4, 1° van het koninklijk besluit van 23 |
l'arrêté royal du 23 août 1972 fixant la condition peu aisée des | augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de |
candidats à une allocation d'études, est également considérée comme | kandidaten voor een studietoelage heeft aangetoond, wordt eveneens |
élève ou étudiant respectivement marié ou autonome, s'il est satisfait | beschouwd als een gehuwde, respectievelijk zelfstandige leerling of |
a une des conditions suivantes : | student, indien een van de volgende voorwaarden is vervuld : |
1° l'élève/l'étudiant toujours marié et/ou son partenaire, | 1° de nog steeds gehuwde leerling/student en/of zijn partner, |
respectivement l'élève/l'étudiant, a acquis pendant l'année calendaire | respectievelijk de leerling/student, heeft tijdens het kalenderjaar |
dans laquelle commence l'année scolaire ou académique plus de moyens | waarbinnen de start van het school- of academiejaar valt, meer |
financiers que le montant net fixé à l'article 136 du Code de l'impôt | financiële middelen verworven dan het in artikel 136 van het Wetboek |
sur les revenus; | van Inkomstenbelasting bepaald nettobedrag; |
2° l'élève ou l'étudiant ne remplit pas les conditions d'une autre | 2° de leerling of student voldoet niet aan de voorwaarden van een |
unité de vie, énumérées à l'article 5 et l'article 7, respectivement à | andere leefeenheid, opgesomd in artikel 5 en artikel 7, |
l'article 6 du présent arrêté. | respectievelijk artikel 6 van onderhavig besluit. |
§ 2. La personne qui a fourni, avant l'entrée en vigueur du présent | § 2. De persoon die vóór de inwerkingtreding van dit besluit het |
arrêté, la preuve de son statut d'étudiant marié ou autonome | statuut van gehuwd of zelfstandig student overeenkomstig artikel 6, |
conformément à l'article 6, respectivement l'article 7, de l'arrêté | respectievelijk artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van |
royal du 31 août 2001 relatif aux allocations d'études supérieures de | 31 augustus 2001 houdende regeling van de studietoelagen voor het |
la Communauté flamande, est également considérée comme étudiant ou | hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap heeft aangetoond, wordt |
élève respectivement marié ou autonome, si une des conditions | eveneens beschouwd als gehuwd, respectievelijk zelfstandig student of |
suivantes est remplie : | leerling, indien een van volgende voorwaarden is vervuld : |
1° l'élève/l'étudiant toujours marié et/ou son partenaire, | 1° de nog steeds gehuwde leerling/student en/of zijn partner, |
respectivement l'élève/l'étudiant, a acquis pendant l'année calendaire | respectievelijk de leerling/student heeft tijdens het kalenderjaar |
dans laquelle commence l'année scolaire ou académique plus de moyens | waarbinnen de start van het school- of academiejaar valt meer |
financiers que le montant net fixé à l'article 136 du Code de l'impôt | financiële middelen verworven dan het in artikel 136 van het Wetboek |
sur les revenus; | van Inkomstenbelasting bepaald nettobedrag; |
2° l'élève ou l'étudiant ne satisfait pas aux conditions d'une autre | 2° de leerling of student voldoet niet aan de voorwaarden van een |
unité de vie, énumérées à l'article 5 et l'article 7, respectivement à | andere leefeenheid, opgesomd in artikel 5 en 7, respectievelijk 6 van |
onderhavig besluit. | |
§ 3. De persoon die vóór de inwerkingtreding van dit besluit het | |
statuut van gehuwd of zelfstandig student overeenkomstig artikel 5, | |
l'article 6 du présent arrêté. § 3. La personne qui a fourni, avant l'entrée en vigueur du présent | respectievelijk artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van |
arrêté, la preuve de son statut d'étudiant marié ou autonome | |
conformément à l'article 5, respectivement l'article 6, de l'arrêté du | |
Gouvernement flamand du 28 mai 2004 relatif à l'aide financière aux | 28 mei 2004 betreffende de studiefinanciering en |
études et aux services aux étudiants dans l'enseignement supérieur de | studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse |
la Communauté flamande, et qui n'a pas perdu le statut d'étudiant | Gemeenschap aangetoond heeft, en het statuut van gehuwd, |
respectivement marié ou autonome conformément à l'article 8, § 3, de | respectievelijk zelfstandig student niet verloor, overeenkomstig |
ce même arrêté, est également considérée comme étudiant ou élève | artikel 8, § 3 van datzelfde besluit, wordt eveneens beschouwd als |
respectivement marié ou autonome, si une des conditions suivantes est | gehuwd, respectievelijk zelfstandig student of leerling, indien een |
remplie : | van de volgende voorwaarden is vervuld : |
1° l'élève/l'étudiant toujours marié et/ou son partenaire, | 1° de nog steeds gehuwde leerling/student en/of zijn partner, |
respectivement l'élève/l'étudiant, a acquis pendant l'année calendaire | respectievelijk de leerling/student heeft tijdens het kalenderjaar |
dans laquelle commence l'année scolaire ou académique plus de moyens | waarbinnen de start van het school- of academiejaar valt meer |
financiers que le montant net fixé à l'article 136 du Code de l'impôt | financiële middelen verworven dan het in artikel 136 van het Wetboek |
sur les revenus; | van Inkomstenbelasting bepaald nettobedrag; |
2° l'élève ou l'étudiant ne remplit pas les conditions d'une autre | 2° de leerling of student voldoet niet aan de voorwaarden van een |
unité de vie, énumérées à l'article 5 et l'article 7, respectivement à | andere leefeenheid, opgesomd in artikel 5 en 7, respectievelijk 6 van |
l'article 6 du présent arrêté. | onderhavig besluit. |
§ 4. L'élève qui, conformément aux conditions du présent arrêté, a | § 4. De leerling die reeds eerder conform de voorwaarden van dit |
fourni la preuve de son statut d'élève ou d'étudiant marié ou | besluit het statuut van gehuwd of zelfstandig leerling of student |
autonome, garde le statut respectivement d'élève marié ou d'élève | heeft aangetoond, behoudt het statuut van gehuwde, respectievelijk |
autonome, si une des conditions suivantes est remplie : | zelfstandige leerling, indien een van de volgende voorwaarden is |
1° l'élève toujours marié et/ou son partenaire, respectivement | vervuld : 1° de nog steeds gehuwde leerling en/of zijn partner, respectievelijk |
l'élève, a acquis pendant l'année calendaire dans laquelle commence | de leerling, heeft tijdens het kalenderjaar waarbinnen de start van |
l'année scolaire plus de moyens financiers que le montant net fixé à | het schooljaar valt, meer financiële middelen verworven dan het in |
l'article 136 du Code de l'impôt sur les revenus; | artikel 136 van het Wetboek van Inkomstenbelasting bepaald |
2° l'élève ne satisfait pas aux conditions d'une autre unité de vie, | nettobedrag; 2° de leerling voldoet niet aan de voorwaarden van een andere |
énumérées à l'article 5 et l'article 7, respectivement à l'article 6 | leefeenheid, opgesomd in artikel 5 en 7, respectievelijk 6 van |
du présent arrêté. | onderhavig besluit. |
§ 5. L'étudiant qui, conformément aux conditions du présent arrêté, a | § 5. De student die reeds eerder conform de voorwaarden van dit |
fourni la preuve de son statut d'élève ou d'étudiant marié ou | besluit het statuut van gehuwd of zelfstandig leerling of student |
autonome, garde le statut respectivement d'étudiant marié ou | heeft aangetoond, behoudt het statuut van gehuwd, respectievelijk |
d'étudiant autonome, si une des conditions suivantes est remplie : | zelfstandig student, indien een van de volgende voorwaarden is vervuld : |
1° l'étudiant toujours marié et/ou son partenaire, respectivement | 1° de nog steeds gehuwde student en/of zijn partner, respectievelijk |
l'étudiant, a acquis pendant l'année calendaire dans laquelle commence | de student heeft tijdens het kalenderjaar waarbinnen de start van het |
l'année académique plus de moyens financiers que le montant net fixé à | academiejaar valt meer financiële middelen verworven dan het in |
l'article 136 du Code de l'impôt sur les revenus; | artikel 136 van het Wetboek van Inkomstenbelasting bepaald |
2° l'étudiant ne remplit pas les conditions d'une autre unité de vie, | nettobedrag; 2° de student voldoet niet aan de voorwaarden van een andere |
énumérées à l'article 5 et l'article 7, respectivement à l'article 6 | leefeenheid, opgesomd in artikel 5 en 7, respectievelijk 6. |
du présent arrêté. § 6. Si la personne qui a déjà fourni auparavant la preuve de son | § 6. Indien de persoon die reeds eerder conform het koninklijk besluit |
statut, conformément à l'arrêté royal du 23 août 1972 fixant la | van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de |
condition peu aisée des candidats à une allocation d'études ou | kandidaten voor een studietoelage of conform dit besluit zijn statuut |
conformément au présent arrêté, sur la base des conditions pour un | heeft aangetoond op grond van de voorwaarden voor gehuwde, |
élève respectivement marié ou autonome, ne remplit pas les conditions | respectievelijk zelfstandige leerling, niet aan de voorwaarden voldoet |
pour conserver le statut, tel que fixé aux §§ 1er et 4, elle peut | om het statuut te behouden, zoals bepaald in § 1 en § 4 van dit |
acquérir de nouveau le statut si respectivement l'élève/l'étudiant | artikel, kan hij het statuut opnieuw verwerven indien de |
et/ou son partenaire ou l'élève/l'étudiant lui-même a acquis | leerling/student en/of zijn partner, respectievelijk de |
mensuellement pendant douze mois des moyens financiers dont le total | |
correspond au moins au revenu d'intégration sociale qui est attribué | leerling/student, twaalf maanden financiële middelen heeft verworven, |
annuellement à la personne qui cohabite avec une ou plusieurs | |
personnes au 31 décembre de l'année calendaire précédant l'année | waarvan het totaal minstens overeenkomt met het leefloon dat op 31 |
december van het kalenderjaar voorafgaand aan het betrokken school- of | |
scolaire ou académique concernée conformément à l'article 14, § 1er, | academiejaar, overeenkomstig het artikel 14, § 1, 1° en het artikel 15 |
1° et l'article 15 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à | van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke |
integratie jaarlijks wordt uitgekeerd aan de persoon die met één of | |
l'intégration sociale. | meerdere personen samenwoont. |
La période de douze mois de moyens financiers acquis doit se situer | De verwerving van twaalf maanden financiële middelen dient zich te |
dans une période de deux années calendaires consécutives se terminant | situeren tijdens een periode van twee aaneensluitende kalenderjaren |
le 31 décembre de l'année calendaire dans laquelle débute l'année | eindigend op 31 december van het kalenderjaar waarin het betrokken |
scolaire. | schooljaar start. |
§ 7. Si la personne qui a déjà fourni auparavant la preuve de son | § 7. Indien de persoon die reeds eerder conform het besluit van de |
statut, conformément à l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 août | Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 betreffende de studietoelagen |
2001 relatif aux allocations d'études supérieures, conformément à | voor hoger onderwijs, conform het besluit van de Vlaamse Regering van |
l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mai 2004 relatif à l'aide | 28 mei 2004 betreffende de studiefinanciering of |
financière aux études et aux services aux étudiants dans | studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse |
l'enseignement supérieur de la Communauté flamande ou conformément au | Gemeenschap of conform dit besluit zijn statuut heeft aangetoond op |
présent arrêté, sur la base des conditions pour un étudiant | grond van de voorwaarden voor gehuwd, respectievelijk zelfstandig |
respectivement marié ou autonome, ne remplit pas les conditions pour | student, niet aan de voorwaarden voldoet om het statuut te behouden, |
conserver le statut, tel que fixé aux §§ 2, 3 et 5, elle peut acquérir | zoals bepaald in §§ 2, 3, en 5, kan hij het statuut opnieuw verwerven |
de nouveau le statut si respectivement l'élève/l'étudiant et/ou son | indien de leerling/student en/of zijn partner, respectievelijk de |
partenaire ou l'élève/l'étudiant lui-même a acquis mensuellement | |
pendant douze mois des moyens financiers dont le total correspond au | |
moins au revenu d'intégration sociale qui est attribué annuellement à | leerling/student, twaalf maanden financiële middelen heeft verworven, |
la personne qui cohabite avec une ou plusieurs personnes au 31 | waarvan het totaal minstens overeenkomt met het leefloon dat op 31 |
décembre de l'année calendaire précédant l'année scolaire ou | december van het kalenderjaar voorafgaand aan het betrokken school- of |
académique concernée conformément à l'article 14, § 1er, 1° et | academiejaar, overeenkomstig artikel 14, § 1, 1° en het artikel 15 van |
l'article 15 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à | de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke |
integratie jaarlijks wordt uitgekeerd aan de persoon die met één of | |
l'intégration sociale. | meerdere personen samenwoont. |
La période de douze mois de moyens financiers acquis doit se situer | De verwerving van twaalf maanden financiële middelen dient zich te |
dans une période de deux années calendaires consécutives se terminant | situeren tijdens een periode van twee aaneensluitende kalenderjaren. |
le 31 décembre de l'année calendaire dans laquelle débute l'année | Deze twee aaneensluitende kalenderjaren eindigen op 31 december van |
académique. | het kalenderjaar waarin het betrokken academiejaar start. |
§ 8. Sauf disposition contraire, les moyens financiers visés au | § 8. Behoudens andersluidende bepaling, kunnen de in dit artikel |
présent article peuvent se composer : | bedoelde financiële middelen bestaan uit : |
1° d'un revenu professionnel. Par ce revenu professionnel, il faut | 1° een beroepsinkomen, waarbij onder beroepsinkomen moet worden |
entendre le montant composé des revenus professionnels après déduction | verstaan het samengestelde bedrag van de beroepsinkomsten na aftrek |
des dépenses professionnelles et des pertes professionnelles; | van de beroepsuitgaven en de beroepsverliezen; |
2° d'une allocation de chômage, montant brut imposable; | 2° een bruto belastbare werkloosheidsuitkering; |
3° d'une indemnité ou allocation d'incapacité de travail, montant brut | 3° een bruto belastbare arbeidsongeschiktheidsuitkering of |
imposable; | -vergoeding; |
4° d'un autre revenu de remplacement obtenu par son activité | 4° een bruto belastbaar ander vervangingsinkomen verkregen uit eigen |
professionnelle, montant brut imposable; | beroepsactiviteit; |
5° d'une allocation de remplacement de revenus, attribuée en vertu de | 5° een inkomensvervangende tegemoetkoming, toegekend in het raam van |
la loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés; | de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan |
6° d'une pension de retraite ou de survie, montant brut imposable; | gehandicapten; 6° een bruto belastbaar rust- of overlevingspensioen; |
7° du revenu d'intégration sociale attribué en vertu de la loi du 26 | 7° het leefloon toegekend in het raam van de wet van 26 mei 2002 |
mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale; | betreffende het recht op maatschappelijke integratie; |
8° d'une bourse non imposable telle que énumérée à l'article 53 de | 8° een niet belastbare beurs zoals opgesomd in artikel 53 van het |
l'arrêté royal du 27 août 1993 d'exécution de l'article 90, 2°, | koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van artikel 90, |
deuxième alinéa, du Code des impôts sur les revenus 1992, pour autant | 2°, lid 2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, voor zover |
qu'elle soit soumise à la sécurité sociale. | onderworpen aan de sociale zekerheid. |
Art. 10.Pour l'élève ou l'étudiant qui introduit une demande |
Art. 10.Voor een leerling of student die een aanvraag voor een |
d'allocation scolaire ou d'allocation d'études sur la base de la | school- of een studietoelage indient op basis van de categorie van |
catégorie d'élève ou d'étudiant marié ou autonome, défini aux articles | gehuwde of zelfstandige leerling of student, bepaald in artikel 6, |
6, 7 et 9 du présent arrêté, et pour lequel il est tenu compte | artikel 7 en artikel 9 van dit besluit, waarbij voorlopig rekening |
provisoirement des attestations d'employeurs, de services ou | wordt gehouden met attesten van werkgevers, diensten of instellingen, |
d'institutions, une vérification ultérieure sur la base du revenu | kan een latere verificatie op basis van de door de Administratie der |
contrôlé par l'Administration des Contributions des années calendaires | Belastingen nageziene inkomen van de betrokken kalenderjaren |
concernées peut donner lieu au retrait du statut. L'allocation est | aanleiding geven tot het intrekken van het statuut. De toelage wordt |
ensuite révisée et recalculée conformément à l'article 34, § 4, du | vervolgens conform artikel 34, § 4 van het decreet herbekeken en |
décret. | herberekend. |
Section 2. - Revenu de référence | Afdeling 2. - Referentie-inkomen |
Sous-section 1re. - Dispositions générales | Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 11.§ 1er. Le revenu et le revenu cadastral dont il est question |
Art. 11.§ 1. Het inkomen en kadastraal inkomen waarvan sprake is in |
aux articles 35 et 38 du décret est le revenu et le revenu cadastral | artikel 35 en 38 van het decreet, is het inkomen en kadastraal inkomen |
qui ressort de la situation fiscale de la deuxième année calendaire | dat blijkt uit de belastingtoestand van het tweede kalenderjaar dat |
qui précède l'année dans laquelle commence l'année scolaire ou | het jaar voorafgaat waarin het betrokken school- of academiejaar |
académique concernée. | begint. |
Par situation fiscale, il faut entendre la situation qui apparaît des | Onder belastingtoestand wordt die toestand verstaan, die blijkt uit de |
revenus vérifiés par le Service public fédéral Finances relatifs à | door de Federale Overheidsdienst Financiën nageziene inkomsten met |
l'imposition de l'année en question, délivrée par les administrations | betrekking tot de aanslag van dat jaar, afgeleverd door de fiscale |
fiscales. | administraties. |
§ 2. Lorsqu'à cause d'une vérification ultérieure, l'imposition visée | § 2. Wanneer naar aanleiding van de latere verificatie de aanslag, |
au § 1er est révisée, il faut tenir compte de l'imposition revue. | bedoeld in § 1, herzien wordt, moet met de herziene aanslag rekening |
worden gehouden. | |
§ 3. Les revenus non imposables sont fixés à l'aide d'attestations | § 3. Niet-belastbare inkomsten worden vastgesteld aan de hand van |
d'employeurs, de services ou d'institutions. | attesten van werkgevers, diensten of instellingen. |
Art. 12.Le revenu acquis à l'étranger ou chez une institution |
Art. 12.Het inkomen dat in het buitenland of bij een Europese of |
européenne ou une autre institution internationale est fixé tant pour | andere internationale instelling verworven wordt, wordt zowel voor het |
ce qui est de la détermination de la catégorie d'unité de vie à | bepalen van de categorie van leefeenheid waartoe de leerling of |
laquelle appartient l'élève ou l'étudiant que pour ce qui est du | student behoort als voor de voorlopige en de definitieve berekening |
calcul provisoire et définitif de l'allocation sur la base | van de toelage, vastgesteld op basis van attesten uitgereikt door de |
d'attestations délivrées par un service des impôts étranger ou, à | buitenlandse belastingdienst, of, wanneer die ontbreken, door de |
werkgevers, diensten of instellingen. | |
défaut de ceux-ci, par les employeurs, services ou institutions. | Voor de omrekening naar het referentie-inkomen in de zin van artikel |
Pour la reconversion au revenu de référence au sens de l'article 35 du | 35 van het decreet, worden de in het Wetboek van Inkomstenbelastingen |
décret, les dispositions du Code des impôts sur les revenus sont | |
appliquées. | geldende regels gevolgd. |
Sous-section 2. - Dérogation à l'année de référence | Onderafdeling 2. - Afwijking van het referentiejaar |
Art. 13.§ 1er. Il doit être dérogé de l'année à prendre en compte |
Art. 13.§ 1. Van het in aanmerking te nemen jaar waarin inkomsten |
dans laquelle des revenus ont été acquis, fixée à l'article 11, § 1er, | worden verworven, bepaald in artikel 11, § 1, moet worden afgeweken |
si ce n'est qu'après l'année à prendre en compte visée à l'article 11 | indien de leerling of student slechts na het in artikel 11, § 1, |
§ 1er que l'étudiant : | bedoelde in aanmerking te nemen jaar : |
a) ou bien satisfait aux conditions d'une autre unité de vie qui | a) hetzij voldoet aan de voorwaarden van een andere leefeenheid die |
relève de l'article 5, tout en tenant compte du revenu de référence de | ressorteert onder artikel 5, waarbij rekening wordt gehouden met het |
l'année calendaire dans laquelle il est satisfait aux conditions de | referentie-inkomen van het kalenderjaar waarin aan de voorwaarden van |
l'unité de vie concernée visée à l'article 5; | de betrokken leefeenheid, bepaald in artikel 5, wordt voldaan; |
b) ou bien satisfait aux conditions de l'article 6 ou 7, tout en | b) hetzij voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 6 of artikel |
tenant compte du revenu de référence de l'année calendaire dans | 7, waarbij rekening wordt gehouden met het referentie-inkomen van het |
laquelle tombe le douzième mois visé à l'article 6 ou 7; | kalenderjaar waarin de in artikel 6 of artikel 7 bedoelde twaalfde |
c) ou bien relève de l'article 8, tout en tenant compte du revenu de | maand valt; c) hetzij ressorteert onder artikel 8, waarbij rekening wordt gehouden |
référence de l'année calendaire dans laquelle il est satisfait aux | met het referentie-inkomen van het kalenderjaar waarin aan de |
conditions de l'article 8; | voorwaarden bepaald in artikel 8, wordt voldaan; |
d) ou bien conserve le statut d'élève ou d'étudiant tel que visé à | d) hetzij het statuut van gehuwd of zelfstandig leerling of student |
l'article 9, §§ 1er à 5 inclus, tout en tenant compte du revenu de | behoudt, zoals bedoeld in artikel 9, § 1 tot en met 5, waarbij |
référence de l'année calendaire dans laquelle tombe le douzième mois | rekening gehouden wordt met het referentie-inkomen van het |
visé à l'article 6, 7 ou 9, § 6 ou § 7; | kalenderjaar waarin de in artikel 6, artikel 7 of artikel 9, § 6 of § |
e) ou bien acquiert de nouveau le statut d'élève ou d'étudiant marié | 7 bedoelde twaalfde maand valt; |
ou autonome, tout en tenant compte du revenu de référence de l'année | e) hetzij het statuut van gehuwd of zelfstandig leerling of student |
calendaire dans laquelle tombe le douzième mois visé à l'article 9, § | opnieuw verwerft, waarbij rekening gehouden wordt met het |
6 ou § 7. | referentie-inkomen van het kalenderjaar waarin de in artikel 9, § 6 of |
7 bedoelde twaalfde maand valt. | |
§ 2. Sans préjudice de l'application de l'article 6, où le douzième | § 2. Behoudens de toepassing van artikel 6 waarbij de twaalfde maand |
mois de l'acquisition du revenu se situe après le 31 décembre de | van het verwerven van inkomen na 31 december van het betrokken school- |
l'année scolaire ou académique concernée, il peut être dérogé de | of academiejaar gebeurt, kan van het in aanmerking te nemen jaar |
l'année à prendre en compte dans laquelle des revenus sont acquis, | waarin inkomsten worden verworven, zoals bepaald in artikel 11 en |
fixée à l'article 13, § 1er, si le revenu de l'année calendaire dans | artikel 13, § 1, worden afgeweken indien het inkomen van het |
laquelle commence l'année scolaire ou académique est probablement | kalenderjaar waarin het school- of academiejaar begint, vermoedelijk |
inférieur au revenu de l'année à prendre en compte. Dans ce cas, il | lager ligt dan het normaal in aanmerking te nemen inkomstenjaar. In |
peut être tenu compte du revenu probable de l'année calendaire dans | dat geval kan worden rekening gehouden met het vermoedelijk inkomen |
laquelle l'année scolaire ou académique concernée commence. | van het kalenderjaar waarin het betrokken school- of academiejaar |
§ 3. Pour les cas visés aux §§ 1er et 2, dans lesquels il faut tenir | begint. § 3. Voor de gevallen bepaald in § 1 en 2, waarbij rekening wordt |
compte d'un revenu probable, il est provisoirement tenu compte du | gehouden met een vermoedelijk inkomen, wordt er voorlopig rekening |
revenu de l'unité de vie qui apparaît des attestations des employeurs, | gehouden met het inkomen van de leefeenheid, zoals dit blijkt uit |
services ou institutions. | attesten van werkgevers, diensten of instellingen. |
§ 4. Le montant définitif de l'allocation qui par application des | § 4. Het definitieve bedrag van de toelage dat bij toepassing van de |
possibilités des §§ 1er et 2 est calculé provisoirement, est fixé par | mogelijkheden van § 1 en 2 voorlopig wordt berekend, wordt vastgesteld |
moyen des revenus contrôlés par le Service public fédéral Finances, | door middel van de door de Federale Overheidsdienst Financiën |
visés à l'article 11, § 1er, deuxième alinéa et § 3. | nageziene inkomsten, bepaald in artikel 11, § 1, tweede lid en § 3. |
Sous-section 3. - Montant de l'allocation | Onderafdeling 3. - Bedrag van de toelage |
Art. 14.§ 1er. Les revenus minimums sont : |
Art. 14.§ 1. De minimuminkomensgrenzen zijn : |
1° 6.573,55 EUR pour une unité de vie ayant zéro points; | 1° 6.573,55 euro voor een leefeenheid met nul punten; |
2° 11.879,55 EUR pour une unité de vie ayant un point; | 2° 11.879,55 euro voor een leefeenheid met een punt; |
3° 13.736,67 EUR pour une unité de vie ayant deux points; | 3° 13.736,67 euro voor een leefeenheid met twee punten; |
4° 15.298,97 EUR pour une unité de vie ayant trois points; | 4° 15.298,97 euro voor een leefeenheid met drie punten; |
5° 16.242,28 EUR pour une unité de vie ayant quatre points; | 5° 16.242,28 euro voor een leefeenheid met vier punten; |
6° 17.175,78 EUR pour une unité de vie ayant cinq points; | 6° 17.175,78 euro voor een leefeenheid met vijf punten; |
7° 18.109,22 EUR pour une unité de vie ayant six points; | 7° 18.109,22 euro voor een leefeenheid met zes punten; |
8° 19.042,68 EUR pour une unité de vie ayant sept points; | 8° 19.042,68 euro voor een leefeenheid met zeven punten; |
9° 19.976,14 EUR pour une unité de vie ayant huit points; | 9° 19.976,14 euro voor een leefeenheid met acht punten; |
10° 20.909,60 EUR pour une unité de vie ayant neuf points; | 10° 20.909,60 euro voor een leefeenheid met negen punten; |
11° 21.843,06 EUR pour une unité de vie ayant dix points; | 11° 21.843,06 euro voor een leefeenheid met tien punten; |
12° 22.776,57 EUR pour une unité de vie ayant onze points; | 12° 22.776,57 euro voor een leefeenheid met elf punten; |
13° 23.710,00 EUR pour une unité de vie ayant douze points; | 13° 23.710,00 euro voor een leefeenheid met twaalf punten; |
14° 24.643,47 EUR pour une unité de vie ayant treize points; | 14° 24.643,47 euro voor een leefeenheid met dertien punten; |
15° 25.576,97 EUR pour une unité de vie ayant quatorze points; | 15° 25.576,97 euro voor een leefeenheid met veertien punten; |
16° 26.510,40 EUR pour une unité de vie ayant quinze points; | 16° 26.510,40 euro voor een leefeenheid met vijftien punten; |
17° 27.443,88 EUR pour une unité de vie ayant seize points; | 17° 27.443,88 euro voor een leefeenheid met zestien punten; |
18° 28.377,36 EUR pour une unité de vie ayant dix-sept points; | 18° 28.377,36 euro voor een leefeenheid met zeventien punten; |
19° 29.310,81 EUR pour une unité de vie ayant dix-huit points; | 19° 29.310,81 euro voor een leefeenheid met achttien punten; |
20° 30.244,29 EUR pour une unité de vie ayant dix-neuf points; | 20° 30.244,29 euro voor een leefeenheid met negentien punten; |
21° 31.177,76 EUR pour une unité de vie ayant vingt points. | 21° 31.177,76 euro voor een leefeenheid met twintig punten. |
§ 2. Les revenus maximums sont : | § 2. De maximuminkomensgrenzen zijn : |
1° 14.489,77 EUR pour une unité de vie ayant zéro points; | 1° 14.489,77 euro voor een leefeenheid met nul punten; |
2° 21.399,87 EUR pour une unité de vie ayant un point; | 2° 21.399,87 euro voor een leefeenheid met een punt; |
3° 26.809,67 EUR pour une unité de vie ayant deux points; | 3° 26.809,67 euro voor een leefeenheid met twee punten; |
4° 31.128,50 EUR pour une unité de vie ayant trois points; | 4° 31.128,50 euro voor een leefeenheid met drie punten; |
5° 35.811,00 EUR pour une unité de vie ayant quatre points; | 5° 35.811,00 euro voor een leefeenheid met vier punten; |
6° 41.584,54 EUR pour une unité de vie ayant cinq points; | 6° 41.584,54 euro voor een leefeenheid met vijf punten; |
7° 45.494,18 EUR pour une unité de vie ayant six points; | 7° 45.494,18 euro voor een leefeenheid met zes punten; |
8° 47.585,42 EUR pour une unité de vie ayant sept points; | 8° 47.585,42 euro voor een leefeenheid met zeven punten; |
9° 49.676,63 EUR pour une unité de vie ayant huit points; | 9° 49.676,63 euro voor een leefeenheid met acht punten; |
10° 51.813,26 EUR pour une unité de vie ayant neuf points; | 10° 51.813,26 euro voor een leefeenheid met negen punten; |
11° 54.086,33 EUR pour une unité de vie ayant dix points; | 11° 54.086,33 euro voor een leefeenheid met tien punten; |
12° 56.086,64 EUR pour une unité de vie ayant onze points; | 12° 56.086,64 euro voor een leefeenheid met elf punten; |
13° 58.314,20 EUR pour une unité de vie ayant douze points; | 13° 58.314,20 euro voor een leefeenheid met twaalf punten; |
14° 60.405,44 EUR pour une unité de vie ayant treize points; | 14° 60.405,44 euro voor een leefeenheid met dertien punten; |
15° 62.542,12 EUR pour une unité de vie ayant quatorze points; | 15° 62.542,12 euro voor een leefeenheid met veertien punten; |
16° 64.678,73 EUR pour une unité de vie ayant quinze points; | 16° 64.678,73 euro voor een leefeenheid met vijftien punten; |
17° 66.815,45 EUR pour une unité de vie ayant seize points; | 17° 66.815,45 euro voor een leefeenheid met zestien punten; |
18° 68.952,09 EUR pour une unité de vie ayant dix-sept points; | 18° 68.952,09 euro voor een leefeenheid met zeventien punten; |
19° 71.088,73 EUR pour une unité de vie ayant dix-huit points; | 19° 71.088,73 euro voor een leefeenheid met achttien punten; |
20° 73.225,46 EUR pour une unité de vie ayant dix-neuf points; | 20° 73.225,46 euro voor een leefeenheid met negentien punten; |
21° 75.362,09 EUR pour une unité de vie ayant vingt points. | 21° 75.362,09 euro voor een leefeenheid met twintig punten. |
Art. 15.Par application de l'article 46 du décret, les montants visés |
Art. 15.In uitvoering van artikel 46 van het decreet, worden de |
aux articles 43, 48, 49, 50 et 51 du décret sont ajustés conformément | bedragen genoemd in de artikelen 43, 48, 49, 50 en 51 van het decreet |
à l'augmentation en pourcentage de l'indice visé à l'arrêté royal du | aangepast overeenkomstig de procentuele stijging van het indexcijfer |
24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de | bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering |
sauvegarde de la compétitivité du pays, pour le mois de décembre (base | van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands |
1996) de la deuxième année calendaire précédant l'année au cours de | concurrentievermogen voor de maand december (basis 1996) van het |
laquelle l'année académique en question commence, par rapport à | tweede kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin het betrokken |
l'indice pour le mois de décembre (base 1996) de la troisième année | academiejaar begint, ten opzichte van het indexcijfer voor de maand |
calendaire précédant l'année au cours de laquelle l'année académique | december (basis 1996) van het derde kalenderjaar dat het jaar |
en question commence. Cette augmentation est arrondie au dixième | voorafgaat waarin het betrokken academiejaar begint. Deze stijging |
supérieur. | wordt afgerond naar het hogere tiende. |
Le résultat de l'indexation des montants mentionnés aux articles 43, | Het resultaat van de indexatie van de bedragen genoemd in de artikelen |
48, 49, 50 et 51 est arrondi jusqu'à la seconde décimale. | 43, 48, 49, 50 en 51 wordt afgerond tot op de tweede decimaal. |
CHAPITRE III. - Conditions procédurales | HOOFDSTUK III. - Procedurele voorwaarden |
Section 1re. - Demande | Afdeling 1. - Aanvraag |
Art. 16.La demande d'allocation est déposée par la voie d'un |
Art. 16.De aanvraag voor een toelage wordt ingediend door middel van |
formulaire mis à la disposition par le service et est adressée au | een formulier dat ter beschikking wordt gesteld door de dienst en |
service par un envoi par la poste ou par courrier électronique. | wordt aan de dienst bezorgd bij een ter post gedane zending of via |
elektronische weg. | |
Si la demande est envoyée par la poste, c'est la date d'oblitération | Indien de aanvraag per post werd verzonden, geldt de poststempel als |
postale qui fait foi de date de dépôt de la demande. | bewijs van datum van indiening. |
Si la demande est envoyée par la voie électronique, c'est la date de | Indien de aanvraag digitaal werd verzonden, geldt de op het |
la notification de bonne réception du service qui fait foi de date de | ontvangstbericht van de dienst vermelde datum van indiening, als |
dépôt de la demande. | bewijs van datum van indiening. |
Art. 17.L'élève majeur ou son représentant légal peut prier le |
Art. 17.De meerderjarige leerling of de wettelijke vertegenwoordiger |
service de payer l'allocation en tout ou en partie à un établissement | kan de dienst verzoeken de toelage geheel of gedeeltelijk uit te |
public qui accompagne le demandeur dans le but de protéger ses | betalen aan een openbare instelling die de aanvrager begeleidt ter |
intérêts financiers. | bescherming van diens financiële belangen. |
L'allocation scolaire d'un élève marié, autonome ou isolé est toujours | De schooltoelage voor een gehuwde, zelfstandige of alleenstaande |
payée à l'élève même. | leerling, wordt steeds uitbetaald aan de leerling zelf. |
Section 2. - Récupération | Afdeling 2. - Terugvordering |
Sous-section 1re. - Dispositions générales | Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 18.La récupération est adressée à la personne qui a reçu |
Art. 18.De terugvordering wordt aan de persoon die de toelage ontving |
l'allocation, par lettre recommandée à la poste dans laquelle sont mentionnés : | gericht bij een ter post aangetekende zending waarin wordt vermeld : |
1° les paiements versés et les dates de ceux-ci; | 1° de uitgekeerde betalingen en de data ervan; |
2° la raison de la récupération; | 2° de reden waarop de terugvordering is gesteund; |
3° la somme totale de la récupération. | 3° het totaal van de teruggevraagde som. |
Art. 19.Une allocation jusqu'à 50 EUR payée indûment n'est pas |
Art. 19.Een ten onrechte uitbetaalde toelage tot en met vijftig euro |
récupérée. | wordt niet teruggevorderd. |
Les montants dépassant 50 EUR doivent être remboursés, ou bien en une | Bedragen hoger dan vijftig euro dienen te worden terugbetaald, hetzij |
fois dans les trois mois à compter de la date de récupération, ou bien | in één geheel binnen de drie maanden te rekenen vanaf de datum van |
en paiements échelonnés mensuels consécutifs de 50 EUR au moins. | terugvordering, hetzij in opeenvolgende maandelijkse afbetalingen van |
minimum vijftig euro. | |
Lors de la récupération d'une allocation, le service peut accorder | Bij de terugvordering van een toelage kan de dienst op basis van een |
deux fois au maximum un sursis de remboursement de six mois, sur la | gemotiveerd verzoek van de aanvrager maximum tweemaal een uitstel van |
base d'une demande motivée du demandeur. | terugbetaling van zes maanden verlenen. |
Sous-section 2. - Allocation d'études de l'enseignement supérieur | Onderafdeling 2. - Studietoelage hoger onderwijs |
Art. 20.§ 1er. Si l'étudiant s'inscrit à une année académique entière |
Art. 20.§ 1. Indien de student zich inschrijft voor een volledig |
et se désinscrit au plus tard le 30 novembre de l'année académique | academiejaar en zich uiterlijk op 30 november van het betrokken |
concernée des subdivisions de formation pour lesquelles il recevait | academiejaar uitschrijft voor de opleidingsonderdelen waarvoor hij |
une allocation d'études, la totalité de ladite allocation est | studietoelage ontving, wordt de volledige studietoelage teruggevorderd |
récupérée et les unités d'études son censées ne pas être engagées. | en worden de studiepunten als niet opgenomen beschouwd. |
§ 2. Si l'étudiant s'inscrit à une année académique entière et se | § 2. Indien de student zich inschrijft voor een volledig academiejaar |
désinscrit entre le 30 novembre et le 1er mars de l'année académique | en zich tussen 30 november en 1 maart van het betrokken academiejaar |
concernée des subdivisions de formation pour lesquelles il recevait | uitschrijft voor de opleidingsonderdelen waarvoor hij studietoelage |
une allocation d'études, 50 pour cent de l'allocation d'études est | ontving, wordt vijftig procent van de studietoelage teruggevorderd en |
récupérée et les unités d'études son censées être engagées. | worden de studiepunten als opgenomen beschouwd. |
§ 3. Si l'étudiant s'inscrit à une année académique entière et se | § 3. Indien de student zich inschrijft voor een volledig academiejaar |
désinscrit dans la période du 1er mars au 31 mai inclus de l'année | en zich in de periode van 1 maart tot en met 31 mei uitschrijft voor |
académique concernée des subdivisions de formation pour lesquelles il | |
recevait une allocation d'études, 25 pour cent de ladite allocation | de opleidingsonderdelen waarvoor hij studietoelage ontving, wordt 25 |
est récupérée et les unités d'études son censées être engagées. | procent van de studietoelage teruggevorderd en worden de studiepunten |
als opgenomen beschouwd. | |
Art. 21.§ 1er. Si l'étudiant se désinscrit, au plus tard le 31 |
Art. 21.§ 1. Indien de student zich uiterlijk op 31 oktober of 28 |
octobre ou le 28 février, le cas échéant le 29 février, de l'année | februari, desgevallend 29 februari, van het betrokken academiejaar, |
académique concernée selon qu'il s'est seulement s'inscrit pour le | naargelang hij zich enkel heeft ingeschreven voor het eerste, dan wel |
premier ou le second semestre, des subdivisions de formation pour | tweede semester, uitschrijft voor de opleidingsonderdelen waarvoor hij |
lesquelles il recevait une allocation d'études, la totalité de ladite | studietoelage ontving, wordt de volledige studietoelage teruggevorderd |
allocation est récupérée et les unités d'études sont censées ne pas | en worden de studiepunten als niet opgenomen beschouwd. |
être engagées. § 2. Si l'étudiant se désinscrit, après le 31 octobre ou le 28 | § 2. Indien de student zich na 31 oktober of 28 februari, desgevallend |
février, le cas échéant le 29 février, de l'année académique concernée | 29 februari, van het betrokken academiejaar, naargelang hij zich enkel |
selon qu'il s'est seulement s'inscrit pour le premier ou le second | heeft ingeschreven voor het eerste, dan wel tweede semester, |
semestre, des subdivisions de formation pour lesquelles il recevait | uitschrijft voor de opleidingsonderdelen waarvoor hij studietoelage |
une allocation d'études, 50 pour cent de ladite allocation est | ontving, wordt 50 procent van de studietoelage teruggevorderd en |
récupérée et les unités d'études sont censées être engagées. | worden de studiepunten als opgenomen beschouwd. |
Art. 22.Par dérogation aux articles 20 et 21, la récupération pour ce |
Art. 22.In afwijking van artikel 20 en artikel 21 wordt voor de |
qui est de l'étudiant qui se désinscrit à une formation à laquelle | student die zich uitschrijft voor een opleiding die valt onder artikel |
s'applique l'article 3, premier tiret, du décret de restructuration, | 3, eerste streep van het structuurdecreet, de terugvordering als volgt |
est réglée comme suit : | geregeld : |
1° si l'étudiant se désinscrit au plus tard trois mois après le début | 1° indien de student zich uiterlijk drie maanden na de feitelijke |
effectif des cours, des subdivisions de formation qui lui donnaient | start van de lessen uitschrijft voor de opleidingsonderdelen waarvoor |
droit à une allocation d'études, la totalité de ladite allocation est | hij recht had op een studietoelage, wordt de volledige studietoelage |
récupérée et les unités d'études sont censées ne pas être engagées; | teruggevorderd en worden de studiepunten als niet opgenomen beschouwd; |
2° si l'étudiant se désinscrit dans la période entre trois et six mois | 2° indien de student zich in de periode tussen drie en zes maanden na |
après le début effectif des cours, des subdivisions de formation qui | de start van de lessen uitschrijft voor de opleidingsonderdelen |
lui donnaient droit à une allocation d'études, 50 pour cent de ladite | waarvoor hij recht had op een studietoelage, wordt vijftig procent van |
allocation est récupérée et les unités d'études sont censées être | de studietoelage teruggevorderd en worden de studiepunten als |
engagées; | opgenomen beschouwd; |
3° si l'étudiant se désinscrit dans la période entre six et neuf mois | 3° indien de student zich in de periode tussen zes en negen maanden na |
après le début effectif des cours, des subdivisions de formation qui | de start van de lessen uitschrijft voor de opleidingsonderdelen |
lui donnaient droit à une allocation d'études, 25 pour cent de ladite | waarvoor hij recht had op een studietoelage, wordt 25 procent van de |
allocation est récupérée et les unités d'études sont censées être | studietoelage teruggevorderd en worden de studiepunten als opgenomen |
engagées. | beschouwd. |
Art. 23.Si l'étudiant n'a pas encore reçu l'allocation d'études et se |
Art. 23.Indien de student de studietoelage nog niet ontvangen heeft |
désinscrit des subdivisions de formation pour lesquelles il avait | en zich uitschrijft voor de opleidingsonderdelen waarvoor hij een |
demandé une allocation d'étude, le montant auquel l'étudiant a | studietoelage aanvroeg, wordt, overeenkomstig de voorwaarden bepaald |
éventuellement droit, conformément aux conditions des articles 20, 21 | in artikel 20, in artikel 21 en in artikel 22, het bedrag waarop de |
student eventueel recht heeft, verminderd met het percentage dat moet | |
et 22, réduit du pourcentage qui doit être récupérée, est versé et les | worden teruggevorderd, uitbetaald, en worden de studiepunten al dan |
unités d'études sont déduites ou non. | niet in mindering gebracht. |
TITRE III. - Entrée en vigueur | TITEL III. - Inwerkingtreding |
Art. 24.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2007, à |
Art. 24.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2007, met |
l'exception des dispositions portant sur l'allocation scolaire dans | uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de |
l'enseignement fondamental. | schooltoelage in het basisonderwijs. |
Les dispositions portant sur l'allocation scolaire dans l'enseignement | De bepalingen die betrekking hebben op de schooltoelage in het |
fondamental entrent en vigueur le 1er juillet 2008, à l'exception de | basisonderwijs, treden in werking op 1 juli 2008, met uitzondering van |
l'indexation des montants mentionnés à l'article 14 conformément à | de indexering van de bedragen vermeld in artikel 14, conform artikel |
l'article 15, qui entre en vigueur le 1er juillet 2007. | 15, dat in werking treedt op 1 juli 2007. |
Art. 25.Le Ministre flamand ayant l'enseignement et la formation dans |
Art. 25.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is |
ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Bruxelles, le 7 septembre 2007. | Brussel, 7 september 2007. |
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |