| Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution des articles 8, § 3, et 13, § 2 du décret sur les engrais du 22 décembre 2006 | Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikelen 8, § 3, en 13, § 2, van het mestdecreet van 22 december 2006 |
|---|---|
| AUTORITE FLAMANDE 7 SEPTEMBRE 2007. - Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution des articles 8, § 3, et 13, § 2 du décret sur les engrais du 22 décembre 2006 Le Gouvernement flamand, | VLAAMSE OVERHEID 7 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikelen 8, § 3, en 13, § 2, van het mestdecreet van 22 december 2006 De Vlaamse Regering, |
| Vu le décret du 22 décembre 2006 concernant la protection des eaux | Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van |
| contre la pollution par les nitrates à partir de sources agricoles, | water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, |
| notamment les articles 8, § 3, et 13, § 2; | inzonderheid op artikelen 8, § 3, en 13, § 2; |
| Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 4 septembre 2007; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 september 2007; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Considérant que, conformément à l'article 8, § 1er, du Décret sur les | Overwegende dat overeenkomstig artikel 8, § 1, van het Mestdecreet van |
| engrais du 22 décembre 2006, les agriculteurs ne peuvent en principe | 22 december 2006, landbouwers, in principe, hun percelen maar mogen |
| procéder à la fertilisation de leurs parcelles qu'à partir du 16 | |
| février jusqu'au 31 août inclus. Que, par dérogation à cette | bemesten vanaf 16 februari tot en met 31 augustus. Dat in afwijking |
| disposition, l'article 8, § 3, 2°, du Décret sur les engrais stipule | van deze bepaling artikel 8 § 3, 2°, van het Mestdecreet bepaalt dat |
| qu'il est interdit d'épandre des effluents d'élevage sur ou dans le | het verboden is dierlijke mest op zware kleigronden in de Polders, |
| sol, sur les sols argileux lourds des Polders, tels que désignés par | zoals aangeduid door de Vlaamse Regering op of in de bodem te brengen |
| le Gouvernement flamand, à partir du 15 octobre jusqu'au 15 février | vanaf 15 oktober tot en met 15 februari. Dat de uitrijperiode voor |
| inclus. Que la période d'épandage pour ces terres continue à courir | |
| après le 31 août mais que les sols argileux lourds des Polders doivent | deze gronden doorloopt na 31 augustus, maar dat de zware kleigronden |
| être désignés par le Gouvernement flamand. Que cette délimitation | in de Polders moeten worden aangeduid door de Vlaamse Regering. Dat |
| s'avère très urgente étant donné que la période d'épandage normale a | deze afbakening hoogdringend is daar de normale uitrijperiode eindigde |
| pris fin le 31 août, tandis que la période d'épandage pour ces terres | op 31 augustus, terwijl de uitrijperiode voor deze gronden doorloopt |
| court jusqu'au 14 octobre. Que cette délimitation fait l'objet du | tot 14 oktober. Dat in onderhavig besluit in deze afbakening voorzien |
| présent arrêté. | wordt. |
| Sur la proposition de la Ministre flamande des Travaux publics, de | Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, |
| l'Energie, de l'Environnement et de la Nature; | Leefmilieu en Natuur; |
| Après délibération, | Na beraadslaging, |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, on entend par |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder |
| région agricole : la région agricole, telle que visée à l'Arrêté royal | landbouwstreek : landbouwstreek, als vermeld in het Koninklijk besluit |
| du 24 février 1951 fixant la délimitation des régions agricoles du | van 24 februari 1951 houdende grensbepaling van de landbouwstreken van |
| Royaume, tel qu'il a été modifié par les Arrêtés royaux des 15 juillet | het Rijk, zoals gewijzigd door de Koninklijke besluiten van 15 juli |
| 1953, 8 mars 1968 et 15 février 1974. Art. 2.Les sols argileux lourds des Polders, tels que visés à l'article 8, § 3, 2°, du Décret sur les engrais, sont toutes les terres situées dans la région agricole des Polders. Art. 3.Les sols sablonneux, tels que visés à l'article 13, § 2, du Décret sur les engrais, sont toutes les terres situées dans les régions agricoles Région sablonneuse flamande ou Campine, à l'exception des terres situées à la fois dans la province du Brabant flamand et dans la région agricole Région sablonneuse flamande. Par dérogation à l'alinéa 1er, les agriculteurs qui utilisent des parcelles agricoles qui, conformément à l'alinéa 1er, sont des sols sablonneux, peuvent démontrer à l'aide d'une analyse de texture des parcelles en question, que ces parcelles ne sont pas des sols sablonneux étant donné que la classe de texture desdites parcelles n'est pas la classe de texture P, S ou Z. Le Ministre flamand qui a l'environnement dans ses attributions peut arrêter les modalités suivant lesquelles les agriculteurs peuvent démontrer que leurs parcelles ne sont pas des sols sablonneux. Art. 4.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2007. Bruxelles, le 7 septembre 2007 Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, K. PEETERS La Ministre flamande des Travaux publics, de l'Energie, de l'Environnement et de la Nature, |
1953, 8 maart 1968 en 15 februari 1974. Art. 2.De zware kleigronden in de polders, als vermeld in artikel 8, § 3, 2°, van het Mestdecreet, zijn al de gronden die gelegen zijn in de landbouwstreek Polders. Art. 3.De zandgronden, als vermeld in artikel 13, § 2, van het Mestdecreet, zijn al de gronden die gelegen zijn in de landbouwstreken Vlaamse Zandstreek of Kempen, met uitzondering van de gronden die zowel gelegen zijn in de provincie Vlaams-Brabant, als in de landbouwstreek Vlaamse Zandstreek. In afwijking van het eerste lid, kunnen landbouwers die percelen landbouwgrond in gebruik hebben die, overeenkomstig het eerste lid, zandgronden zijn, door middel van een textuuranalyse van de betreffende percelen aantonen, dat de betreffende percelen geen zandgronden zijn aangezien de textuurklasse van de betreffende percelen, niet textuurklasse P, S of Z, is. De Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu kan nadere regels bepalen aangaande de wijze waarop landbouwers kunnen aantonen dat percelen geen zandgronden zijn. Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007. Brussel, 7 september 2007. De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, |
| H. CREVITS | H. CREVITS |